34 De heer Pruiksma: Gehoord het betoog van de heer Buurman heb ik behoefte aan een korte opmerkin: In de politieke cultuur van de club waartoe ik behoor bestaat sinds jaar en dag de gedachte dat wij leva in een democratie en niet in een theocratie. Dat is de reden dat mijn fractie niet de vrijheid meent te kunnen vinden tegen dit onderdeel van het overigens correcte voorstel te stemmen. Wij zijn van harte akkoord met dit deel van het voorstel. De Voorzitter: Ik had eigenlijk niet verwacht dat er zoveel principiële betogen uit dit voorstel zou den voortvloeien. Wat is er aan de hand? Als gevolg van de gemeentelijke herindeling moet een aantal zaken onder de regeling van de gemeente Leeuwarden vallen. Zo ook dit punt. Ik geef terstond toe dat het wat onlogisch lijkt wanneer eerst allerlei zaken moeten worden verboden om daaraan vervolgens weer ontheffing te verlenen, maar de systematiek van de Algemene Politieverordening is nu eenmaal zo, Ik wil er best eens over praten of misschien gekomen kan worden tot een verdergaande deregulering van dit geboden- en verboden systeem, waarvan ik in ieder geval in grote mate voorstander zou zijn. Het systeem is nu echter eenmaal zo, hetgeen betekent dat in de APV nu staat dat het verboden is te zwem men, behalve op de door b. en w. aangegeven plaatsen. Wat wij met dit voorstel beogen is niets anders dan datgene wat bestaat mogelijk te maken. Het was zo - u hebt het in het preadvies kunnen lezen - dat b. en w. van Tietjerksteradeel een ontheffingsbevoegdheid hadden op grond van een bepaling in hun Algemene Politieverordening. Een en ander is in overeenstemming met het gemeentebestuur van Leeu warden voor een deel van het Kleine Wielengebied, waarvan Leeuwarden eigenaar is, geregeld. Wat wij nu willen is gewoon deze regeling bestendigen; de bestaande toestand gewoon laten voortbestaan. Ik heb begrepen dat er geleerden zijn die zeggen dat een mono-kini wel onder naakt valt. Zelf heb ik de neiging te zeggen dat dat niet zo is! Het gaat echter gewoon om de vraag wat tot dit moment de gang van zaken was in het Wielengebied. Dat moet zo blijven. Er is geen enkele aanleiding daarin verandering aan te brengen. Om een en ander op een normale manier te regelen, hebben wij behoefte aan een dergelijke regeling als Tietjerksteradeel had. Dat wordt hier voorgesteld. Als wij nog een keer ten principale over deze problematiek willen praten, dan heb ik daartegen geen enkel bezwaar. Wij moeten echter beginnen deze kwestie, alsmede een aantal andere zaken die in deze raadsbrief zijn ver woord, gelijk te richten en ervoor zorgen dat Leeuwarden nu datgene regelt wat tot dusver door anderen geregeld werd. Ik heb begrepen dat de heer Van der Wal geen wijziging in de bestaande toestand teweeg wil bren gen Dat is exact datgene wat wij ook willen en vandaar ons voorstel. De heer Buurman heeft een prin cipieel betoog gehouden waarom hij bezwaar heeft. Ik kan eigenlijk niets anders doen dan zeggen: Ik heb dat gehoord en ik heb er kennis van genomen. Wij delen die mening niet, maar daarover zal de heer Buurman niet verbaasd zijn. Het staat hem uiteraard vrij om zijn stem tegen dit voorstel uit te brengen Ik meen in eerste instantie hiermee te moeten volstaan. De heer Van der Wal. De burgemeester zegt dat in de Algemene Politieverordening al staat dat het verboden is te zwemmen, behoudens toestemming van b. en w. Dat geldt echter voor de bebouwde kom, Buiten de bebouwde kom kunnen b. en w. het zwemmen verbieden door middel van borden. In het onder havige geval gaat het om zwemmen buiten de bebouwde kom en het is dus niet verboden in het Groene Stergebied - er zijn ook wel andere plaatsen te noemen, bijvoorbeeld de Froskepolle - te zwemmen. Er wordt nu echter met uitzondering van een klein gebied een algemene verbodsbepaling op naaktrecreatie ingesteld. Het bl ijkt dat er versch il van men ing bestaat over het begrip naakt. Het gaat mi j er n iet om de toestand, zoals die enerzijds geregeld en anderzijds gegroeid is, te veranderen. Dat geregel is afkomstig van Tietjerksteradeel. Ik kan mij voorstellen dat bij het naaktstrand komt te staan dat b. en w. daar naaktrecreatie toestaan, waarmee bezoekers rekening dienen te houden. Dan is dat ook geregeld. Ik weet niet of de heer Buurman een hond heeft, maar misschien wandelt hij wel eens in het Groene Ster- gebied. Als hij daar, buiten het recreatiestrand gerekend, iemand topless ziet zwemmen - topless valt onder naakt -, dan kan hij stellen dat dat afgelopen moet zijn, want met artikel C 46a in de hand heeft hij daaraan, als ik het goed lees, gelijk. Ik heb er geen behoefte aan die situatie door dit algemene verbodsartikel te veranderen. Daaraan is tot nu toe ook nog nooit behoefte gebleken in onze gemeente. Overigens willen wij best op de suggestie ingaan de systematiek van de APV eens in de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden te bespreken. De Voorzitter: Ik geef mij toch niet helemaal gewonnen. Wanneer wij niets doen, dan betekent dat dat de betrokkene die op de plaats waar nu gelegenheid is aan naaktzwemmen te doen valt onder de normale bepalingen van het wetboek van Strafrecht, want dan is er niets geregeld. Dan is dus de straf baarheid van het zich ongekleed in het openbaar vertonen van kracht. Dat willen wij nu net niet straf 35 baar maken. Daarvoor is deze bepaling in de wat gewrongen systematiek die wij hebben nodig. Als die bepaling niet wordt opgenomen, lopen de mensen in wezen het risico dat zij vanuit een andere optiek strafbaar zijn. Daaraan hebben wij geen behoefte en vandaar dat wij dit voorstel hebben gedaan. Ik stel voor thans tot stemming over te gaan Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. met aantekening dat de fractie van GPV/RPF/SGP wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 29a (bijlage nr. 407) De Voorzitter: Dit punt luidt: Kantoorruimte St. Jacobsstraat. De heer Bijkersma: Onze fractie is van mening dat het college van b. en w. zich een hele hoop "sores" had kunnen besparen als het destijds met zo'n uitvoerig onderbouwd voorstel in de raad was gekomen. Het voorstel dat thans wordt gepresenteerd voldoet helemaal aan de gedachte die wij hadden met het uitbrengen van onze motie. Wij kunnen op grond van deze raadsbrief, met alle argumenten van collegezijde, een duidelijke afweging maken hoe wij in deze zullen moeten handelen. In de raadsbrief wordt gesteld dat de gedachte om het pand St. Jacobsstraat 25 te ontruimen is ge stoeld op een in 1977 aanvaarde motie en op het feit dat de ruimte onvoldoende geschikt is voor kantoor ruimte. Die twee argumenten worden door mijn fractie volledig onderschreven. Daarbij moet worden op gemerkt dat het dagelijks bestuur van de regio niet meer bereid zal zijn de oude prijs van 65.500,— te betalen voor hetgeen nu geboden wordt; dat moeten wij goed voor ogen houden. Voorts wordt opgemerkt in de raadsbrief dat verdere decentralisatie, door delen van diensten "buitenuit" te huisvesten, geen goede zaak is en moet worden afgewezen. Gezien de functies die leden van het college binnen de samenwerkingsverbanden vervullen en het feit dat vele ambtelijke instanties zijn betrokken bij het regioraadsgebeuren zou huisvesting elders in de stad op grote problemen stuiten. Daarbij wordt naar voren gebracht dat bij handhaving van het regiosecretariaat bij het bestuurscentrum van de faciliteiten van het stadhuis, zoals de bibliotheek, de repro en de huishoudelijke dienst, ten volle gebruik kan worden gemaakt. Voor dat argument hebben wij volledig begrip. In tegenstelling tot hetgeen in de vorige raadsvergadering naar voren werd gebracht, blijkt dat de derde etage van het gebouw Amicitia niet op korte termijn door de PTT zal worden ontruimd. Hieruit blijkt weer eens dat niet op geruchten moet worden afgegaan. Voordat men zoiets naar voren brengt moet men zekerheid hebben. Een en ander is nu in ieder geval duidelijk onderzocht. Een van de argumenten waarom de St. Anthonyschool niet moet worden aangewezen als onderkomen voor deze twee diensten is omdat "andere, mogelijke ontwikkelingen in dit deel van de binnenstad kunnen worden belemmerd". Ik wil graag weten wat hiermee wordt bedoeld. In de raadsbrief worden de argumenten genoemd waarom huisvesting in het Kooperberghuis n iet ge schikt is. Een van die argumenten is dat het pand te ver verwijderd is van het stadhuis. Dat argument onderschrijven wij. Tevens is het Kooperberghuis in zijn totaliteit niet geschikt om beide diensten te huisvesten. Er zou dus weer een splitsing komen hetgeen niet moet. Onze fractie heeft hiervoor begrip. Al deze argumenten, die nu zo ^deliiknaar voren zijn gebracht, zijn voor onze fractie de reden om thans mee te gaan met de uitnodiging de Gouvemeurspassage te huren voor de regiodienst en de belastingdienst. De heer Van der Wal: Het college heeft met op zich prijzenswaardige voortvarendheid het voorstel tot huur van kantoorruimte in de Gouvemeurspassage laten volgen door een uitgebreide motivering en af weging van alternatievenIk zal de discussie van de vorige keer n iet herhalen, ik loop nu de alterna tieven even langs. Op de noodzaak en wenselijkheid van gebruiksbeëindiging van het pand St. Jacobsstraat 25 ben ik de vorige keer al uitvoerig ingegaan. Die noodzaak en wensel ijkheid zi jn erbij ons duidelijk niet of althans veel minder dan bij het college. In de raadsbrief wordt een paar keer verwezen naar een nota over het huisvesten van secretarie-afdelingen. Geconstateerd wordt dat daarin allerlei wenselijkheden staan die niet meer waar gemaakt kunnen worden vanwege de financiële omstandigheden en deels ook doordat de personeelstoename minder is geweest dan in de nota werd begroot. Wij vinden echter dat de redenering dat de financiële nood waar wij in zitten veel hoger is geworden ook geldt voor het voor stel dat nu wordt gedaan. Op de algehele ontruiming van het pand St. Jacobsstraat 25 komen wij zo dadelijk bij het stukje over voorlichting nog even terug. Amicitia. Ik heb van de directeur van de PTT en ook uit andere bronnen vernomen dat in 1987 de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 18