10 De heer Timmermans: Onze fractie stemt op zich wel in met het voorliggende voorstel. Wij willen echter een kanttekening plaatsen bij voorwaarde I van het besluit, waarin met name de bij de panden behorende stoepen van de erfpacht worden uitgesloten. Wij hebben de indruk dat deze regel automatisch in een dergelijke overeenkomst terechtkomt. Een automatisme vanuit vroegere situaties, toen men ten behoeve van rijwegverbreding of het aanleggen van bijvoorbeeld mastleidingen automatisch de oorspron kelijke privéstoepen van de panden in gemeentelijke handen wilde hebben. Het gevolg van die proce dure is evenwel dat die stoepen, vanwege het gemeentelijke eigendom, ook een gemeentelijke behan deling krijgen. Over het algemeen is dat een vrij uniforme behandeling. In de afgelopen periode is in de Commissie voor Openbare Werken met nadruk gepleit, wanneer het ging om de inrichting van de openbare weg en daarbij ook om panden in de binnenstad, om te komen tot zoveel mogelijk particuliere stoepen en voor de mensen de mogelijkheid te openen de oorspronkelijke stoep voor hun huis weer terug te kopen van de gemeente. Wij zijn dan ook op de verkeerde weg met het automatisme in dit besluit. Ik wil graag de toezegging van het college dat in voorkomende gevallen nadrukkelijker gekeken zal wor den naar deze kwestie. De heer Geerts (weth.): Ik moet de heer Timmermans gelijk geven dat er wel enige aanleiding be staat om dit punt eens kritisch te bekijken. Uit een oogpunt van diversiteit van het straatbeeld zou het best nuttig kunnen zijn dat de stoepen particulier eigendom blijven. Ik wil dan ook graag de toezeg ging, waar de heer Timmermans om vraagt, doen dat in voorkomende gevallen bekeken zal worden of de particuliere stoepen particulier eigendom kunnen blijven. Het moet niet een automatisme zijn dat de voorgevelrooilijn tevens de eigendomsgrens is. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging van de wethouder. Punt 9 (bijlage nr. 387). De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen Interim-verorden ing inspraak stadsvernieuwing. Ik moet een tweetal wijzigingen doorgeven. Wij zouden graag bij nadere overweging willen schrappen in de In terim-verordening in artikel 1, lid 1, sub d, de woorden "en/of openbare werken". In artikel 2, lid 2, van deze interim-verorden ing zouden wij de woorden "zoveel mogelijk" willen schrappen. De heer Van der Wal: Twee van de vier punten waarover ik iets wilde zeggen zijn door deze wijzi ging opgelost. Een daarvan was het zinsgedeelte "en/of openbare werken". Wanneer je de Commissie voor Openbare Werken noemt, dan kun je nog veel meer commissies noemen, gezien de enorme uitge breidheid van het begrip "stadsvernieuwing". Dat begrip slaat ook op de woning die gisteren gereed is gekomen in Camminghaburen Ik heb nog een ander punt en dat gaat over de procedure. In de commissie hebben wij daar ook eni ge tijd bij stilgestaan. Wanneer het beleidsvoornemen op het terrein van de stadsvernieuwing wordt uit gebracht en ter visie gelegd, kunnen belanghebbenden binnen een maand bezwaren indienen. Tijdens de termijn van tervisielegging wordt het beleidsvoornemen ter advisering voorgelegd aan de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening, die in een openbare vergadering advies moet uitbrengen. Op dat moment kent de commissie nog niet de schriftelijke bezwaren, want die kunnen immers nog tot ongeveer 14 dagen daarna worden ingediend. Ik heb dit probleem ook in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening aan geroerd en ik heb toen de conclusie getrokken dat de eerste zitting van de commissie niet veel meer kan zijn dan een hoorzitting van belanghebbenden, die mondeling hun bezwaren naar voren brengen welke zij eventueel later, voor de daarvoor geldende termijn, schriftelijk kunnen indienen. Ik heb als lid van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening inmiddels een uitnodiging gekregen voor de eerste zitting in dit verband en daarin staat dat het in de bedoeling ligt om op maandag 10 de cember 1984, 'savonds om 8 uur, een extra openbare vergadering te houden. In deze vergadering zal advies worden uitgebracht aan b. en w. Op dat moment zijn de schriftelijke reacties nog niet volledig; wij kunnen dat althans nooit controleren Wij vinden dat geen goede zaak. Een advies van de commissie aan b. en w. heeft veel meer waarde als alle klachten bekend zijn. De commissie kan die dan betrek ken bij het advies over het beleidsvoornemen. B. en w. kunnen hun standpuntbepaling in de vorm van een raadsbrief gieten. Die komt dan in tweede instantie in een openbare vergadering van de raadsad- viescommissie aan de orde, waarna behandeling in de raad kan volgen. Dit lijkt ons een veel zuiverdere betere procedure. Ik realiseer mij echter dat wij wel in moeilijkheden komen wanneer wij op dit moment de door mij voorgestelde procedure invoeren, want de vergadering is namelijk al uitgeschreven. Het zou evenwel een punt van overweging kunnen zijn om een en ander volgend jaar op een betere manier te re 11 gelen. Ik heb hiervoor een motie gemaakt die ik even zal voorlezen. Het hangt van het antwoord van de wethouder af of ik de motie zal indienen. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 12 novem ber 1984, overwegende dat: - advisering, ook die aan b. en w., door de raadsadviescommissie het zin volst kan gebeuren als zowel mondelinge als schriftelijke reacties van de betrokken organisaties bekend zijn; - in artikel 5 wordt voorgesteld om de raadsadviescommissie binnen de peri ode van tervisielegging advies te laten uitbrengen, besluit artikel 5 als volgt te wijzigenDeze commissie brengt na afloop van de tervisieleggingsperiode, na kennis te hebben genomen van de schrif telijke reacties, advies uit in een openbare vergadering,.."." Dit lijkt ons een veel zuiverder en zinvoller procedure. Ik wil ook nog iets zeggen over artikel 9 van de Interim-verordening inspraak stadsvernieuwing, waarin het gaat over klachten. De klachten worden ingediend bij b. en w., die binnen dertig dagen na ontvangst van het klaagschrift een beslissing nemen over de ingediende klacht. B. en w. brengen de be slissing omtrent het klaagschrift terstond ter kennis van de klager en de gemeenteraad. Het komt er dus in feite op neer - die mogelijkheid wordt in dit artikel geboden - dat, wanneer er over beleid van b. en w. een klacht wordt ingediend, b. en w. daar zelf over beslissen zonder dat er verder beroep mogelijk is. Ik vind dit een wat vreemde constructie. Het is gebruikelijk dat een hoger orgaan, in dit geval de gemeenteraad, uiteindelijk beslist over de klacht. Het lijkt ons beter dat niet b. en w. beslissen over een klaagschrift, maar dat de gemeenteraad dat doet. Wij zouden graag willen dat b. en w. deze wij ziging van artikel 9 overnemen. Ik realiseer mij best dat hier sprake is van een interim-verordening, maar je weet natuurlijk nooit hoe lang die gaat werken. Wij vinden het daarom belangrijk genoeg om op het moment dat wij de inte rim-verordening vaststellen deze kritiekpunten naar voren te brengen. De heer Dubbelboer: Onze fractie heeft zich bij de standpuntbepaling over de Interim-verordening inspraak stadsvernieuwing laten leiden door het woord "interim". De discussie in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heeft daar ook de nodige aanleiding toe gegeven. Wij stellen iets vast omdat dat moet en wij komen daar te zijner tijd op terug. Er zaten een paar onvolkomenheden in de verordening. Onze fractie is content met de twee aanvullingen die de voorzitter bij de aanvang van de behandeling van dit punt gegeven heeft. In principe gaat onze fractie hier dan ook mee akkoord. Wat betreft de nog niet ingediende motie van PAL wachten wij het antwoord van het college af. Een schot voor de boeg evenwel: de motie komt erg sympathiek bij ons over. De heer Geerts (weth.): Ik ben blij dat twee van de vier punten reeds zijn opgelost voordat de heer Van der Wal aan het woord kwam. Er blijven dus nog twee punten over, namelijk de procedure en de wijze van behandeling en afdoening van de klachten. Allereerst iets over de procedure. Ik wil de heer Van der Wal er op wijzen dat wij de procedure zoals wij die nu voorstellen reeds kennen. In dat kader wil ik verwijzen naar de procedure van behan deling van bezwaren tegen bestemmingsplannen. Bezwaren tegen een bestemmingsplan, nadat dat ter vi sie is gelegd, worden aan de hand van een raadsbrief waarin het standpunt van b. en w. al is aangege ven in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening behandeld. Er kan dan ter zake gereageerd worden, terwijl ook de partijen worden gehoord. Dat lijkt mij een goede regeling, die ook goed werkt. Wij heb ben wel iets extra's gedaan wat tot nu toe niet het geval was, namelijk dat het hele plan ter discussie staat in de openbare vergadering van de commissie op het moment dat die functioneert als adviescommis sie aan b. en w. Wij hebben dus niet, zoals de heer Van der Wal min of meer suggereert, een trapje minder ingelast, maar een extra trapje ingelast. Dat lijkt mij voldoende. De procedure zou als volgt kunnen. De zaak wordt besproken in een openbare vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening, als adviescommissie aan b. en w., op het moment dat er nog geen beslissingen genomen zijn. Dan kan iedereen, zowel commissieleden als burgers, opmerkingen ma ken die nader bekeken zullen worden. Ook kunnen er schriftelijke bezwaren worden ingediend. B. en w. nemen aan de hand van de opmerkingen en bezwaren een standpunt in, dat weer in een openbare vergadering aan de orde komt. In die vergadering kunnen de partijen die bezwaren hebben ingediend hun bezwaren nog eens toelichten. De commissie is dan, als adviescommissie aan de raad, volstrekt in staat om alles te overwegen en om wijzigingen voor te stellen. Het voorstel van de heer Van der Wal

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 6