14 De heer Niemeijer: Er is hier iets raars aan de hand. In de raadsbrief wordt voorgesteld een fietspad aan te leggen tussen het noordelijk en zuidelijk gedeelte van de Frederik Ruyschstraat. Een mooi en leuk fietspad, tenminste dat hebben alle commissieleden, behalve ik, uitdrukkelijk gezegd. Het is mis schien ook wel een mooi fietspad, maar het punt is of het essentiële van de vraagstelling aan de orde is gekomen. De buurt vindt het in ieder geval niet zo'n mooi fietspad en is daar helemaal niet zo blij mee. Zij heeft dat uitdrukkelijk verwoord in een brief die op onze tafels ligt en ook in de Commissie voor Openbare Werken. De woordvoerder namens de buurt, verenigd in de Contactcommissie voor Frederik Ruyschstraat e.o., zegt dat er uitdrukkelijke bezwaren zijn tegen het fietspad. Het is natuurlijk het goed recht van de commissieleden om die bezwaren te relativeren, maar wat overblijft is dat er bezwa ren zijn in de buurt. Wij hebben hier wel vaker mee te maken en wij proberen een en ander dan te toet sen aan criteria. Een van de criteria is: staan wij met de maatregel die wij bedenken een belang voor dat groter is dan het belang van de wijk? Wij hebben dat "bovenwijks belang" genoemd. Staan wij dat belang voor of past de beslissing die wij nu willen nemen in een raamwerk waar wij al eerder ja tegen hebben gezegd, zoals een fietspaden plan waarvan dit fietspad een essentieel onderdeel is? Geen van beide is het geval Wat is de aanleiding om dit fietspad aan te gaan leggen? Een aantal ambtenaren heeft de aanleg van dit fietspad bedacht en een aantal commissieleden heeft beaamd dat dit fietspad leuk is voor de buurt. De buurt zegt echter dat zij het fietspad helemaal niet leuk vindt. De commissie besluit evenwel om het fietspad toch maar aan te leggen. Het college-program beaamt dat bewoners zo langzamerhand toch wat meer zeggenschap over hun buurt zouden moeten krijgen. Hier lijkt evident de voorzet om daar nu maar eens een keertje aan toe te gevenWat weerhoudt ons er namelijk van om dit fietspad n iet aan te leggen? Het gaat niet aan of wij het fietspad aardig vinden. Hier is sprake van een voorziening die de wijk liever niet wil. Genoemd hierbij kan ook nog worden de vraag of aanliggende wijken het fiets pad willen. De Werkgroep Huurdersbelangen en Woonomgeving van de Nieuwbouw Cambuur heeft op 5 september 1984 een reactie gegeven. Men zegt, ik citeer: "...geen bezwaar te hebben..." Nu ligt het fietspad echter niet in de wijk Cambuur. Dat deze wijk geen bezwaar heeft tegen de aanleg van het fietspad is wel akkoord maar niet doorslaggevend. Mij rest de conclusie, die ik ook in de Commissie voor Openbare Werken heb getrokken, dat wij, als de buurt de aanleg van het fietspad niet leuk vindt, maar wij dat voor de buurt wel leuk vinden, het dan toch maar niet moeten aanleggen. Ik wil namens onze fractie mededelen dat wij tegen de aanleg van het fietspad binnen het onderhavige plan en de kredietverstrekking stemmen. De heer Janssen: De heer Niemeijer is van mening dat, wanneer omwonenden of de buurt de aanleg van het fietspad n iet goed vindendat n iet door moet gaan Als wij elke maatregel die wij den ken te nemen na zouden laten omdat de omwonenden die niet goed vinden, dan zouden er in de stad al heel wat dingen niet zijn doorgegaan. Ook het voorgaande agendapunt zou dan nooit op de rol gekomen zijn. Ik wil deze opmerking ten aanzien van de direct omwonenden zeggen. Wat inhoudelijk de argumenten zijn voor onze fractie om toch mee te gaan met de aanleg van het fietspad het volgende. Door aanleg van het fietspad ontstaat er vooral voor de schooljeugd een wat kor tere fietsverbinding. Veel kinderen zullen het nalaten om, komende vanuit de Boerhaavestraat, om te fietsen via de Pasteurweg en de Robert Kochstraat. Op het ogenblik wordt er dwars door het park ge fietst. Wij moeten daar een alternatief voor bieden in de vorm van een kortere verbinding, waardoor het fietsen door het park minder overlast zal veroorzaken. Met een aangepaste beplanting zal het een over zichtelijk fietspad zijn en zal ook de veiligheid gediend zijn. In de brief van de Contactcommissie voor Frederik Ruyschstraat e.o. staat dat geen enkele fietser of bromfietser behoefte heeft aan het fietspad. Ik denk niet dat bedoelde commissie een enquête gehouden heeft onder fietsers en bromfietsers over de vraag of er behoefte aan zo'n pad zou zijn. Uit niets is ge bleken dat daar geen behoefte aan is. Ik vind dat er wel behoefte is aan deze kortere verbinding, gelet op het feit dat men nu dwars door het park fietst. Bovendien zijn de mensen van de nieuwbouw Cambuur juist voor de aanleg van dit fietspad. Zij staan daar positief tegenover. Onze fractie ziet in de bezwa ren, die vanuit de Frederik Ruyschstraat zijn aangedragen, geen aanleiding om tegen het voorstel van het college te stemmen. Wij hadden een Frederik Ruyschstraat die uit één stuk bestond. Tijdelijk is er een knik in gekomen door plaatsing van de kleuterschool. Nu zijn beide delen van de Frederik Ruysch straat weer met elkaar verbonden. Ik vind de aanleg van het fietspad een heel goede zaak. De heer Geerts (weth.): Inhoudelijk hoef ik niet op het plan in te gaan. Er zijn ook geen vragen over gesteld. De heer Janssen heeft wat dat betreft een paar opmerkingen gemaakt, waarbij ik mij kan aansluiten Blijft over de opmerking van de heer Niemeijer of, nu de buurt het fietspad niet wil, wij het beter 15 weten dan de buurt en het fietspad wel aanleggen. De heer Niemeijer zegt ook dat hier niet een over all-visie of een fietspaden plan aan ten grondslag ligt. Dat is juist. Waarom willen wij het fietspad wel aanleggen? Het gaat om een fietspad van ondergeschikte betekenis met als doel enkele woonbuurten ter weerszijden van het park met elkaar te verbinden. Op zich is dat een nuttige functie. Het is bekend dat momenteel alle paden van het park worden bereden door bromfietsers en fietsers. Het thans aan te leg gen fietspad zou mede kunnen dienen ter regulering van dat gebruik. Ik vind dat de heer Niemeijer een wat eenzijdig verhaal heeft gehouden Hij heeft de brief ge noemd van de Werkgroep Huurdersbelangen en Woonomgeving van de Nieuwbouw Cambuur en daaruit een zin geciteerd. Vervolgens zegt de heer Niemeijer: zie je wel, voor die mensen hoeft dat fietspad helemaal niet, maar zij hebben ook geen bezwaar tegen aanleg daarvan. Om een goede voorlichting te geven wil ik de brief van genoemde werkgroep even voorlezen. Ik citeer: "Naar aanleiding van Uw brief van 25 juli 1984 (kenmerk ROM 4281 GY/MPV) doe ik U toekomen het standpunt van de Werk groep Huurdersbelangen en Woonomgeving "Nieuw Cambuur" inzake het aan te leggen fietspad door het Dr. Zamenhofpark (het 'groenplannetje'). In de vergadering van de kontaktgroep Cambuur van 15 no vember 1983 heeft de Werkgroep te kennen gegeven, geen bezwaar te hebben tegen een eventueel aan te leggen fietspad. Zo'n pad kan er misschien toe bijdragen dat er in de rest van het park minder op bromfietsen wordt gereden, wat nu nog regelmatig voorkomt. Verder zal dit fietspad veiliger zijn voor schoolgaande kinderen en kinderen die naar de peuterspeelzaal in de "Oosthoek" worden gebracht door hun ouders (dit alles per fiets). Deze mensen moeten nu gebruik maken van de Archipelweg of de Pas teurweg. In de hoop U van dienst geweest te zijn teken ik". De brief is ondertekend door de secretaris van de Werkgroep Huurdersbelangen en Woonomgeving. Dit verhaal zegt genoeg en maakt de informatie compleet. Men zal begrijpen dat het college zijn voorstel handhaaft. De heer De Jong: Ik wil een reactie geven op het betoog van de heer Niemeijer. Als wij de heer Niemeijer zouden volgen en zeggen dat wij het fietspad niet zullen aanleggen omdat de bewoners dat niet willen, dan zou ik ook een wijziging willen voorstellen. Ik zou willen voorstellen om de stadsbus sen niet aan de oostkant van de binnenstad te laten rijden, want ik weet zeker dat de ondernemers daar niet op zitten te wachten. De heer Niemeijer: Ik word af en toe zeer onterecht aangehaald. Ik heb uitdrukkelijk gezegd dat wij bij dit soort zaken het criterium "wel of geen bovenwijks belang" toepassen. Daar is in het geval van de stadsbus wel sprake van De heer Janssen vraagt zich af of je, als de buurt de aanleg van zo'n fietspad niet wil, dat dan ook niet moet doen. Volgens de heer Janssen blijf je nergens als je dat doet. Ook in dit geval zeg ik: is er sprake van een bovenwijks belang en past een en ander in de grotere totaalvisie die wij ooit hebben af gesproken? Wij hebben uitdrukkelijk met zijn allen geconstateerd dat dit fietspad alleen leuk is„ Som migen zeggen dat het ook veiliger is. Maar tegelijk, dat staat in de door de wethouder aangehaalde brief, hadden wij in de commissie allemaal grote twijfels of het fietspad, dat louter en alleen voor fiet sers bedoeld is, ook alleen door fietsers gebruikt zal worden en dat de bromfietser zich daar wel eens niet aan zou houden. Ik ben bang dat dat gaat gebeuren. Het kan zijn dat er zich dan een veel onveili ger situatie voordoet dan voorheen. Deze opmerking weerlegt een beetje dat wat de Werkgroep Huur dersbelangen en Woonomgeving van de Nieuwbouw Cambuur zegt. Ik blijf erbij dat de werkgroep mis schien niets tegen de aanleg van het fietspad heeft en dat best aardig vindt, maar dat zij het fietspad liet uitdrukkel ijk als belang aangeeftBovendien Iigt het fietspad n iet eens in haar wijk. Waar het hier om gaat is een belang dat puur wijkgebonden is. Het college-program zegt mooie dingen. Wij hebben wel eens geprobeerd die te vertolken, in die zin dat bewoners betrokken mogen worden bij de inrichting van hun buurt. Nu het om een puur buurtbelang gaat waar de buurt tegen is, moet daar eindelijk eens gestalte aan worden gegeven. Dan komen er een heleboel argumenten zoals: veilig/niet veilig, leuk/niet leuk, wel/geen leuke fietsroute. Op dit moment gaat het ons als raad alleen aan dat de wijk zegt dat de aanleg van het fietspad - het gaat hier om een puur wijkbelang - voor haar n iet hoeftIk bl ijf er bij dat wij het fietspad dan ook n iet moeten aan leggen De heer Janssen: Ik wil er eerst op wijzen dat hier helemaal geen sprake is van een wijk die tegen de aanleg van het fietspad in opstand komt. Het gaat hier om 21 bewoners van voornamelijk de Boerhaa vestraat en de Frederik Ruyschstraat. De wijk is natuurlijk veel groter. Het zijn dus niet alleen mensen uit de direct aanliggende wijken die ermee gediend zijn dat hier een fietspad komt. Er is een huishoud school, maar er zijn ook nog andere scholen. Als je van de noordkant van de stad komt, zul je de school aan de Boerhaavestraat ook moeten kunnen bereiken. Als je dat op een veilige manier kunt doen, dan vind ik dat je over de bezwaren van die 21 bewoners heen moet stappen. Want anders zouden wij nooit

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 8