40
Eveneens een zeer zorgelijke zaak is de situatie achterstallig onderhoud van ons bestand na-oorlog-
se woningen. Terecht wijzen bewoners van na-oorlogse wijken op de problemen waar zij mee kampen.
Het is vooral de problematiek hier die bij mijn partij de vraag doet rijzen of in de nabije toekomst niet
meer geld voor de stadsvernieuwing moet worden vrijgemaakt.
Dit, mijnheer de voorzitter, brengt mij bij de Commissie Welstandszorg. Een commissie die de
plannen van nieuwbouw en/of verbouw beoordeelt. Een commissie die zich zelfs bezig houdt met de
vraag of woonschepen wel of niet aan de normen van welstand voldoen Op zich zeer nuttige zaken.
Alles wat nieuw wordt gebouwd moet passen in de bestaande omgeving. Maar wij menen dat het van
evenveel belang zo niet van veel groter belang is dat alles wat gesloopt dreigt te worden, tevens wordt
getoetst aan de vraag of het wel voldoet aan de normen van welstand. Wij vragen dan ook aan het col
lege welke mogelijkheden het ziet om alvorens tot sloop over te (laten) gaan deze commissie te raadple
gen over het al dan niet passen in de omgeving.
Het pleinafsluitend gebouw lijkt dichterbij te komen. Het aantal lege winkelpanden, wat duidelij
ker dan welk onderzoek ook aangeeft dat Leeuwarden eerder met een teveel dan een tekort aan winkel
oppervlakte kampt en de grote zorg voor het kunnen blijven functioneren van de winkels aan de Voor
streek en de angst dat noodgedwongen leegstand juist in dit kwetsbare deel van de binnenstad verpaupe
ring in de hand werkt, deed mijn partij tegen de invulling van het pleinafsluitend gebouw stemmen. Die
argumenten van toen zullen maatgevend zijn bij onze afweging van de plannen die hier binnenkort wor
den behandeld.
Vorig jaar, mijnheer de voorzitter, hebben wij onze zorg geuit over de plannen rond de Postbank
en de gevolgen die deze kunnen hebben voor een stuk werkgelegenheid in Leeuwarden. Zorgen daarover
hebben wij nog steeds, maar wij willen niet nalaten het college te prijzen voor de manier waarop men
deze zaak heeft opgepakt.
Wellicht kan het college net zo slagvaardig te werk gaan bij de Aegon, goed voor zo'n 650 ar
beidsplaatsen, die, bij geruchte vernomen, naar Drachten of Groningen dreigt te vertrekken. Het be
houd van arbeidsplaatsen is immers voor Leeuwarden van het grootste belang, zeker nu het aantal in de
dienstensector zo sterk terug loopt.
Niet een vleugje optimisme, maar zelfs een flinke scheut spreekt uit de opvallende beleidswijzi
ging aangaande de risicoreserve. Wij herinneren ons nog goed de discussie over de beperking van de ri
sicoreserves tot 10 miljoen gulden. Het beleidsplan gaat daar nu wel met een heel forse duik onderdoor.
De onderbouwing heeft ons niet overtuigd. Denkende aan niet voorziene tegenvallers, of forsere tegen
vallers dan in het beleidsplan aangegeven, hebben wij ons inziens te maken met een financieel beleid
waaraan enorme risico's kleven.
Mijnheer de voorzitter, het mag u duidelijk zijn dat mijn partij aanmerkelijk minder optimistischer
is gestemd na het lezen van dit beleidsplan, dan het vleugje optimisme wat er aan ten grondslag ligt.
Toch willen wij positief eindigen. Allereerst de voortvarendheid waarmee het college heeft inge
speeld op de verandering in het beschikbaar stellen van financiële middelen in het kader van de stads
vernieuwing. De chaos en de overlast waren groot, maar onvermijdelijk. Wij zijn echter van mening dat
door deze activiteiten wel is aangetoond dat het college en het ambtelijk apparaat snel en slagvaardig
kunnen reageren. Het in zo'n korte termijn aanpakken van zoveel bouwactiviteiten vergt van zowel
college als het ambtelijk apparaat veel. Alle waardering voor die geweldige inspanning. Zo zouden wij
nog een aantal jaren moeten kunnen doorgaan, alle overlast ten spijt!
Bijzonder gelukkig zijn wij ook dat de Vijzelstraat-West van de slopershamer kan worden gered.
Waardering willen wij ook uitspreken over de manier waarop het college de vluchtelingen uit Iran
tegemoet is getreden en alles in het werk heeft gesteld om deze nieuwe burgers van Leeuwarden het ge
voel te geven welkom en thuis te zijn.
Verheugend is het ook te constateren dat het college er naar streeft randvoorwaarden te formuleren
op volkshuisvestingsgebied, zodat wordt bereikt dat het aantal op eenvoudige wijze aan te passen wo
ningen aan de eisen van de individuele gehandicapte toeneemt.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, ondanks de precaire financiële situatie van onze stad, hopen wij
dat het 700 jarig bestaan van Leeuwarden een onvergetelijk feest zal worden voor alle burgers van onze
goede stad.
De heer Buurman: Mijnheer de voorzitter, de jaarlijkse algemene beschouwingen zijn bijzonder
geschikt voor de fracties om niet alleen hun algemeen oordeel over het beleidsplan en de begroting te
geven, maar ook om hun posities ten opzichte van elkaar te omlijnen.
Mijnerzijds zijn in de achterliggende periode pogingen gedaan om duidelijk te maken, welke prin
cipiële uitgangspunten en doelstellingen mijn fractie huldigt. Een confrontatie met andere opvattingen
41
heb ik daarbij niet geschuwd. Ik ben er een groot voorstander van dat de achtergronden van het politie
ke beleid meer op de voorgrond treden Dat is gezond voor een partij zelf en ook voor de politiek in het
algemeen. De politiek wordt daardoor boeiender en krijgt meer elan. De Fransman zegt: Du choc des
opinions jaillit la vérité" (uit de botsing der meningen schiet de waarheid omhoog). En zo moet u, mijn
heer de voorzitter, onlangs ergens gezegd hebben: "Na elke branding blijft op het strand wel wat waar
devols achter"
Wij leven in een democratisch bestel dat alom instemming geniet. Wie ook maar de schijn op zich
laadt niet-democratisch te zijn, is verdacht. Kenmerk van de democratie is dat wat het volk bij meer
derheid beslist, de hoogste wet is. Nu erkent het vrijzinnig-democratisch denken geen absolute normen,
die boven de mens staan. Mijn fractie daarentegen erkent die normen wel. Ligt hier een spanningsveld?
Het vrijzinnig democratiebegrip - zo u wilt de volkssouvereiniteit - dat te herleiden is tot de Fran
se Revolutie, wordt vandaag de dag gehuldigd door alle n iet-christelijke partijen, van de VVD tot en
met de CPN. Van dat democratiebegrip, dat de wil van het volk als hoogste norm heeft, zullen wij al
tijd afstand blijven nemen. Het CDA heeft zowel de C van "Christen" als de D van "Democratisch" in
zijn naam. De vraag is te stellen hoe zwaar dan het zich willen laten leiden door het Evangelie weegt
en hoe zwaar de volkswil weegt; met name daar, waar het ethische aangelegenheden betreft die de
openbare samenleving aangaan. Wij leven in een democratie en niet in een theocratie.
Een gegeven is dat mijn fractie staat voor doelstellingen die veelal niet door anderen worden ge
dragen. Maar dat geldt niet alleen voor mijn fractie. PAL heeft daar ook weet van, dunkt mijAlleen
gaan daar meermalen vier handen omhoog en niet één zoals bij mijn fractie nogal eens het geval is.
Landelijk is onlangs een discussie gevoerd, waarbij de kleine christelijke partijen a-democratisch han
delen werd verweten. Zowel het CDA als de VVD hebben deze kritiek resoluut van de hand gewezen;
terecht. Want niet het feit dat men minderheidsstandpunten inneemt maakt een partij a-democratisch,
maar of men wil opereren binnen het democratisch systeem. Welnu, daarover wil ik geen enkele twijfel
laten bestaan: mijn fractie wil niets anders, zoals ook blijkt uit de deelneming aan dit stelsel. Onze
wijze van politiek bedrijven is met wettige middelen politieke doelstellingen te bereiken. Ook al zijn
dat soms doelen, die niet de steun van anderen hebben.
Tot de wezenlijke vrijheden in ons bestel behoort ook de vrijheid van godsdienst en levensovertui
ging. Dat is een groot goed. Ik wijs alle middelen om door middel van overheidsmacht dwang uit te
oefenen op godsdienstig terrein af. Voor moslims, humanisten, christenen en andere groeperingen dient
volledige geestelijke vrijheid verzekerd te zijn. Wel willen wij het overheidsbeleid zo trachten te be
ïnvloeden dat de in dienst van God staande overheid zich meer dan tot nu toe richt naar Gods geboden.
Andere partijen wensen daarentegen het overheidsbeleid om te buigen in liberale of socialistische zin.
Mijn fractie heeft er grote moeite mee dat de herdenking van de bevrijding in Leeuwarden op zondag
5 mei a.s. zal worden gevierd. De zondag is immers voor velen een rustdag, die zich niet verdraagt met
de viering van de bevrijdingsdag, waarop een veelheid van activiteiten, waaronder optochten, volks
feesten en harmonieconcerten, georganiseerd pleegt te worden. Op bedoelde zondag zal door de kerken
in het dankgebed vanaf de kansels en wellicht ook in de prediking aan de bevrijding zeker aandacht
worden geschonken. Het gaat er echter niet alleen om wat in de kerkelijke gemeente gebeurt, maar ook
wat in de burgerlijke gemeente plaatsvindt. Ik pleit ervoor de bevrijdingsdag in Leeuwarden te ver
plaatsen naar maandag 6 mei, ook al wordt nationaal de bevrijdingsdag op zondag gehandhaafd. De
door b. en w. aangevoerde onverbrekelijke samenhang met de dodenherdenking op de vooravond van de
vierde mei is niet sterk. Alsof de vierentwintig uur die er dan tussen komt te zitten, de herinnering aan
het gebeurde zou doen vervagen. De vijfde mei als datum is een beter verweer, maar toch weer niet zó
doorslaggevend wanneer wordt beseft - zoals het college in de memorie van antwoord - dat Leeuwarden
op 15 april 1945 is bevrijd. Met alle vrijmoedigheid mag op de gemeenteraad een beroep worden gedaan
niet bij voorbaat een schaduw te laten vallen op de viering volgend jaar van veertig jaar bevrijding.
Het zwaarst dient te wegen dat bij alle verscheidenheid en verdeeldheid onder de Leeuwarder bevolking
de bevrijdingsdag het moment van eensgezindheid is. Het behoort toi de karaktertrekken van onze sa
menleving dat ook met minderheden zo goed mogelijk rekening wordt gehouden. Ik wil daar vorm aan
geven door het indienen van de volgende motie.
Motie 6.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 17 decem
ber 1984,
overwegende dat:
- de 40e herdenking van de bevrijding, 5 mei 1985, op een zondag valt;