44 De burgemeester heeft bij de installatie van de nieuwe korpschef er op gewezen dat meer inzet van mankracht bij de gemeentepolitie noodzakelijk is. De tijd is voorbij dat van de daken verkondigd werd dat het openbreken van een blik agenten geen oplossing zou bieden en de politiestaat dichterbij zou brengen. De wal heeft het schip gekeerd. De sterkte van de gemeentepolitie zal nu met circa 10% toe nemen. Ik hoop dat een en ander zal bijdragen tot zowel vermindering van vandalisme als van onveilig heid op straat en tot intensivering van de wijksurveillance per fiets waarvoor ik overigens al eerder heb gepleit. 2 - Verkeer, vervoer en waterstaat De verlaging van het verlichtingsniveau aan de Groeneweg acht ik niet aanvaardbaar, ook al laat de landelijke norm dit toe. Gezien het aanliggende park zal de criminaliteit zeer waarschijnlijk toene men en aangezien voorkomen beter is dan genezen, zou ik graag zien dat het college deze maatregel n iet uitvoert. 3 - Economische zaken Het college kiest ervoor de distributie-planologische beleidslijn uit 1981 vast te houden. Zoals be kend gaf het onderliggende rapport toen al niet veel ruimte voor uitbreiding van het aantal vierkante meters vloeroppervlak voor winkels. De voorbereiding heeft plaatsgevonden in de jaren 1979-1980 toen de blik wat optimistischer was dan in de afgelopen jaren. De negatieve ontwikkeling ten aanzien van de koopkracht werkt door in sommige branches; het college onderkent dat en geeft daarbij aan dat het no dig is beslissingen ten aanzien van het hoofdwinkelcentrum in dit licht te bezien. Ik deel dit standpunt, maar vraag het college tegelijkertijd welke consequenties deze opmerking zal hebben op de besluitvor ming ten aanzien van het pleinafsluitend gebouw. De winstramingen van het elektriciteitsbedrijf in de planperiode variëren van 910.000,in 1985 tot ruim 1.100.000,in 1989. Ik heb nadien begrepen dat deze cijfers iets anders zijn komen te lig gen. Ik heb al eens eerder de opmerking geplaatst - zonder overigens gehoor te vinden - dat in het al gemeen de exploitatie van bedrijven niet gericht behoort te zijn op het verkrijgen van een zelfstandige bron van inkomsten voor de gemeente. Met name bij winstgevende bedrijven dient matigheid te worden betracht als het gaat om tarieven die aan de burgers in rekening worden gebracht. Tegen winst van energiebedrijven bestaat bij voorbeeld bezwaar als door de hoogte van de tarieven de minst draagkrach- tigen niet zonder bijstand van de overheid van de diensten van de bedrijven gebruik kunnen maken. Landelijk is men nu ook tot de ontdekking gekomen dat er - dwars door de problematiek van de toekom stige organisatie van de energievoorziening heen - nodig een discussie dient plaats te vinden omtrent de afbouw van winstnemingen uit nutsbedrijven 5 - Cultuur en recreatie Wanneer door privatisering van het kampeerterrein de Kleine Wielen en door het in eigendom over dragen van gemeenschappelijke tennisbanen in het sportpark Nijlan besparingen kunnen worden gereali seerd is dit een goede zaak. o - Sociale voorzieningen en maatschappelijk werk In het beleidsplan en ook in de vergaderingen van de raad - ik denk met name aan die van 4 juni ji. - is opgemerkt dat de mogelijkheden waarover de lokale overheid beschikt om een geheel eigen be leid te voeren met betrekking tot het veld van onder meer de sociale voorzieningen gering zijnMet name geldt dit met betrekking tot de mogelijkheden om degenen, die op een bijstandsuitkering zijn aan gewezen, daadwerkelijk tegemoet te komen. Extra financiële middelen moeten immers volgens de huidi ge wettelijke bepalingen worden gekort op de uitkeringen. Het zou anders en mijns inziens beter zijn als de gemeentebesturen - want zo wasjiet immers bij de invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965 - weer zelf de bijstandsnormen mogen vaststellen. Ik weet niet of het college ook in deze richting ge dacht heeft bij zijn onderzoek om te komen tot verbeteringen op dit terrein. Mocht dit niet het geval zijn - ik verneem dit graag - dan wek ik het college op via de geëigende kanalen, bij voorbeeld via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, voorstellen te doen in de richting van een wijziging van de wet, respectievelijk te betrekken bij de in januari/februari a.s. aan te bieden voorstellen ten aanzien van het eigen minimabeleid. Als de door mij bedoelde mogelijkheid weer aanwezig is, kan in de - naar de behoeften per gemeenten vast te stellen - normen de medeverantwoordelijkheid van de burgers van die gemeente ten opzichte van elkaar worden uitgedrukt. Desnoods zonder dat voor de in de normen op genomen extra middelen rijkssubsidie wordt verkregen. 45 In de aanvullende nota Werkgelegenheid is een apart hoofdstuk opgenomen over de jeugdwerkloos- heid. Ik ben van mening dat aan jeugdigen in voorkomende gevallen zonder meer prioriteit dient te worden toegekend; dit onder druk van de omstandigheden. 7 - Volksgezondheid Het antwoord van b. en w. op de gestelde vraag ten aanzien van het terugbrengen van de bezetting van de reinigingspolitie van twee formatieplaatsen naar één, heeft mij niet tevreden gesteld. Het colle ge benadert deze zaak meer rekenkundig dan milieugevoelig. Deze bezuiniging zal eerst in 1989 gerea liseerd zijn. Het lijkt mij inderdaad juist dat eerst een diepgaand nader onderzoek wordt ingesteld. Wanneer de voorwaarde die nu nog door de gemeente wordt opgenomen in overeenkomsten van grondverkoop in het gebied van het wijkgezondheidscentrum Camminghaburenwelke de vestiging van particuliere praktijken van beroepsoefenaren in de eerstelijns gezondheidszorg verbiedt, wordt opgehe ven, juich ik dit toe. Ik heb indertijd daarvan gemotiveerd rekenschap gegeven, maar mijn tegenstem men niet iedere keer herhaald, wanneer eenzelfde aangelegenheid aan de orde kwam. 8 - Ruimtelijke ordening en Volkshuisvesting Het is twee jaar geleden dat ik het college gevraagd heb wanneer de behandeling in de raad tege moet kon worden gezien van de Structuurschets LeeuwardenEen andere fractie, ik dacht de PvdA, heeft deze vraag herhaald. Het antwoord van b. en w. is dat de aanpassing van de schets in 1985 zal worden voltooid. Hoewel ik volledig begrip kan opbrengen voor het aantoonbaar gemeentelijk belang dat prio riteit moest worden gegeven aan de stadsvernieuwingsplannen, wil ik toch het college vragen wanneer in 1985 raadsbehandeling kan worden verwacht. Het college signaleert dat de bestemming horeca in de praktijk niet optimaal functioneert en onder neemt stappen om hierin verandering te brengen. In het licht van een zo goed mogelijk planologisch be leid valt het te waarderen dat zowel de instrumentele kant als ook het horecabeleid zelf aan een herbe zinning wordt onderworpen. Dit gegeven, gecombineerd met de door mijn fractie onderschreven doel stelling het wonen in de binnenstad te bevorderen, brengt mij ertoe op te merken dat een uitbreiding van het gebied in de binnenstad waar horeca-activiteiten zijn toegestaan, niet voor de hand ligt. Een min of meer soortgelijke opmerking kan in dit verband gemaakt worden ten aanzien van de zo nering van prostitutie in de binnenstad. Zoals u bekend zal zijn heb ik mij indertijd verzet tegen het zogenaamd oplossen van de openbare prostitutie door middel van zonering. Intussen is verschillende ma len gebleken dat, wanneer in een bepaald gebied van de binnenstad van een dergelijke "voorziening" sprake is, meteen ook de bedreiging van het leefmilieu in het geding komt bij buurtbewoners etc. Zo blijkt dat niet alleen principiële argumenten een rol spelen bij deze aangelegenheid. Met het in werking treden van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing per 1 januari 1985 is op dit beleidsterrein een belangrijke mijlpaal bereikt. Het stemt mijn fractie tot tevredenheid dat deze wet - in tegenstelling tot eerdere ontwerpversies - een decentraal karakter heeft. De besluitvorming en pri oriteitsstelling liggen voor een belangrijk deel bij de gemeente; zeker bij de grotere gemeenten die over een eigen fonds beschikken, waaronder Leeuwarden. Ik besef terdege dat de wijze waarop het rijk soms met het begrip decentralisatie pleegt om te gaan, met name met de geldstromen, niet altijd naar volle tevredenheid van de gemeenten is. Decentraliseren en bezuinigen gaan heden ten dage nu een maal samen. Anderzijds heeft de Interim Saldo Regeling Leeuwarden als enige gemeente in Friesland geen windeieren gelegd. Al deze punten mogen echter niet de aandacht afleiden van de hoofdzaak, namelijk de gewenste wijze van de besluitvorming in ons goede land. De ontstaansgeschiedenis van het Koninkrijk der Neder landen (meervoud) is er een, die zich heeft gekenmerkt door de bundeling van afzonderlijke gewesten» De nadruk heeft lange tijd gelegen op besluitvorming en rechtspraak in de gewesten. Het is mijns in ziens dan ook on-Nederlands voor sterke centralisatie te pleiten. Ik. acht het een goede regel dat aan gelegenheden die op gemeentelijk vlak het beste kunnen worden overzien, ook metterdaad daar worden besloten en afgewogen De overgang van plan-financiering naar budget-financiering in het kader van de Wet op de stads en dorpsvernieuwing juich ik dan ook in principe toe. Intussen neemt de verantwoordelijkheid die de gemeenten door de decentralisatie krijgen navenant toe. Bij het niet-slagen van het decentralisatiepro ces door onmacht van de lagere overheden heeft het rijk een gemakkelijk argument om weer tot centra lisatie over te gaan. Zo bezien vormt de decentralisatie op de diverse beleidsterreinen een uitdaging voor de gemeenten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 23