49
50
meesten hebben dat in een nog breder verband geplaatst door te zeggen: Het is de enige gelegenheid
waarin wij dit nadrukkelijk uitspreken. Het is inderdaad zoals de heer Meijerhof al heeft gezegd, er
moest heel veel in één keer worden geproduceerd. Men werd zeker bij het opstellen van de begrotingen
en het beleidsplan achtervolgd door de nieuwe Comptabiliteitsvoorschriften, die een geduchte omscha
keling met zich meebrachten. Ook speelden de niet beter wordende werkomstandigheden een rol, in die
zin dat door een niet optimale bezetting de werkdruk vaak onmatig zwaar meewoog. Het zijn die facto
ren die nog eens extra accentueren dat de prestatie die is geleverd alleszins het vermelden waard is.
Uiteraard blijven er wensen over, ook aan de kant van het college. Het college trekt het zich aan dat
bepaalde zaken toch te laat aangeleverd konden worden. Wij zijn met een experiment gestart en dat
heeft nu eenmaal wat kinderziektes bij zich. Van dit experiment heeft de heer Meijerhof gezegd:
Mooie procedure, maar niet weer! In de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden zal zo snel mo
gelijk na deze zittingen moeten worden nagegaan of bepaalde dingen anders moeten worden gedaan.
Moet er worden bijgesteld op onderdelen of moeten bepaalde zaken worden omgedraaid? Kortom, er
moet worden nagegaan of, met handhaving van de bedoeling zoveel mogelijk dubbel werk te voorkomen,
tot een verbetering van de procedure kan worden gekomen. Velen uwer hebben zich ook in die geest
uitgesproken. De heer Bijkersma heeft gezegd: Kijk eens naar de gemeente Marum, want die heeft als
proefgemeente inzake de overgang naar het ook hier gehanteerde systeem gegolden. Het is mij niet he
lemaal duidelijk wat hij bedoelt. Behalve dat Marum ooit een uit de VVD afdeling Leeuwarden afkom
stige burgemeester heeft gehad, heb ik weinig gemeenschappelijks met Leeuwarden in Marum kunnen
ontdekken. Dat wil echter niet zeggen dat het er niet is; het zal mij ongetwijfeld zijn ontgaan.
De heer Van der Wal heeft gezegd dat zij in de commissievergaderingen de echte vragen niet
mochten stellen. Ik denk dat dat een verschil in beleving is, want de informatie die ik heb gekregen is
toch een andere. Met betrekking tot de gevraagde halfjaarlijkse informatie met een lijst van belangrijke
en gevoelige punten hebben wij reeds geantwoord in het antwoord op vraag 14. Wij vinden dat er een
keer moet worden gezegd: Stop met het schrijven van nog meer nota's. Behalve dat het een onevenredi
ge extra belasting van een gelijkblijvend of afslankend personeelsbestand betekent, heeft het ook in
geld uitgedrukt nogal gigantische gevolgen. Ook om die reden vinden wij dat wij niet naar die half
jaarlijkse informatie toe moeten gaan. Wij zullen het te laat komen van de memorie van antwoord ook
in de evaluatie betrekken.
De heer Meijerhof, op de voet gevolgd door enkele andere fractievoorzitters zoals de heer Pruiksma
en de heer Buurman, heeft met name aandacht gevraagd voor de kwestie van het stadsgewest, die ook al
eerder in de raad is behandeld. Hij heeft daarbij verwezen naar het feit dat dankzij inspanningen van
verschillende kanten, onder andere van de zijde van het provinciaal bestuur, het begrip concentratie-
kern, dat aanvankelijk vrij inhoudloos verscheen in het oorspronkelijke ontwerp, een instrumentele in
vulling heeft meegekregen. Ik ben dat met hem eens. Ik ben het evenzeer met hem eens dat dat al met
al niet als voldoende mag worden beschouwd. Ik meen dat ik op alle bij vorige gelegenheden aange
voerde argumenten niet nader hoef in te gaan. In de uiteindelijke regeringsbeslissing staat te lezen:
"Naar aanleiding van de kritiek die op de structuurschets is uitgeoefend heeft de regering de selectie
van de stadsgewesten nog eens aan een nadere analyse onderworpen. Met de Raad voor de Ruimtelijke
Ordening is de regering van mening dat daarbij enigszins arbitraire elementen een rol zullen blijven
spelen." Dat is ook exact datgene wat wij als indruk kregen toen wij kennisnamen van de indeling zoals
die ons in het oorspronkelijke ontwerp werd aangereikt. "De selectie zal", zo vervolgt de regering,
"gebaseerd moeten zijn op de kenmerken van de centrale stad, het ommeland en de samenhang tussen
beide. Dit is uitgewerkt naar de volgende criteria: a. Centrale stad: omvang ten minste 50.000 inwo
ners; regionale functie, b. Ommeland: omvang van ten minste 20.000 woningen binnen een straal van 8
km buiten de centrale gemeente; mate van bebouwing ten minste 10% van de totale oppervlakte be
bouwd. c. Samenhangen: pendelbewegingen ten minste 5.000 tussen de centrale gemeente en de omlig
gende kernen binnen een straal van 8 km." Als deze uitgangspunten worden geprojecteerd tegen de
werkelijkheid, die voor Leeuwarden en naaste omgeving op te tuigen is, dan zal blijken dat Leeuwarden
op vrijwel al deze punten beduidend hoger scoort dan hier als toetsingscriterium wordt aangegeven. Nu
zijn er wel eens troostrijke woorden geweest als: Doe maar kalm aan, want het instrumentarium voor het
stadsgewest is vrijwel ook van toepassing op de concentratiekern. Dat mag zo zijn, het blijven toch in
cidentele maatregelen waarvan gemakkelijker afstand kan worden genomen dan van het duidelijk opge
tuigde instrumentarium dat aan het stadsgewest wordt toegekend. Er is nog iets anders, namelijk dat de
regering in haar beslissing zegt dat men, gelet op de beperkte beschikbare middelen en op het belang
van het bovengemeentelijk karakter van de stadsgewesten, geen gronden aanwezig acht om het aantal
stadsgewesten uit te breiden. Daarbij wordt aangegeven dat men zelfs een aantal stadsgewesten nog in
functie zou willen doen verminderen. De essentie van wat hier staat is echter dat de extra, beperkte
middelen dus toch een rol spelen voor de stadsgewesten in het nadeel van de steden met een functie als
Leeuwarden, die niet het predikaat stadsgewest hebben gekregen. Daartegen hebben wij bij alle gele
genheden die zich hebben voorgedaan ernstig bezwaar gemaakt. Ik kan u ook zeggen dat wij met de in
gediende motie, die wij nadrukkelijk als beleidsondersteunend hebben ervaren, niet de geringste moeite
hebben. Het zou voor ons een ware vreugde zijn als deze motie door de raad met de grootst mogelijke
eenstemmigheid wordt aangenomen. Wij willen daarbij nog opmerken dat wij het als een zekere vorm
van degradatie ervaren dat, nadat aanvankelijk de groeipolen Leeuwarden en Emmen met moeite be
vochten zijn in het parlement, de gelijkstelling met Appingedam/DelfzijI toch een beduidende terug
gang laat zien
Als ik tegelijkertijd een tweede belangrijk punt aan de orde mag stellen, dan verwijs ik naar het
pleidooi dat de heer Pruiksma heeft gehouden voor de verdubbeling van het gedeelte Heerenveen-Leeu
warden van rijksweg 32. Hij heeft daarbij gezegd dat het gevaar niet denkbeeldig is dat deze rijksweg
ondergeschikt wordt gemaakt aan de verdubbeling van het weggedeelte Leeuwarden-Drachten. Ik hecht
eraan te zeggen dat wij met de provincie, terstond na de beslissing over de Centrale Militaire Apo
theek, hebben afgesproken dat de allereerste prioriteit komt te liggen en hoort te liggen op het gedeelte
Leeuwarden-Heeren veen, dus boven een baan verdubbeling Leeuwarden-DrachtenWij zullen de provin
cie er aan houden om deze afspraak nauwkeurig na te komen. Wij willen zelfs nog wel iets verder gaan.
Wij zijn van mening dat het voor Friesland, ook gelet op het belang van het vorige punt en het punt van
de spreiding rijksdiensten waarover ik zo dadelijk zal spreken, een belang van de eerste orde is om de
ontsluiting van Leeuwarden te optimaliseren. Naar ons gevoelen hoort dat nog te komen vóór de realise
ring van andere zaken, zoals de Zuiderzeespoorweg. Wij hebben een en ander goed afgesproken met de
provincie. Zojuist is mij een reactie van de provincie in verband met de periodieke economische rap
portage 1984 in het kader van het provinciaal sociaal-economisch beleidsplan aangereikt. Hetgeen
daarin staat vermeld over rijksweg 32 Noord is bepaald te zachtaardig van karakter. Er staat te lezen:
"Gelet op het grote belang van deze verbinding voor Friesland en voor Leeuwarden in het bijzonder"
- tot hiertoe heeft het mijn instemming - "is op redelijke termijn een verbetering van de vlotheid van
afwikkeling door uitbouw tot autosnelweg van het traject Heeren veen-Goutum gewenst. Als variant is
ook een dubbelbaans autoweg denkbaar." Naar ons gevoel is deze formulering, waarvan ik maar zal
aannemen dat die tot stand is gekomen voordat wij daarover een afspraak hebben gemaakt, te zachtaar
dig van karakter en wordt daarmee de ernst van de situatie, die annex is met de slechte verbindingen
waarvan wij de wrange vruchten hebben moeten plukken, te weinig uitgestraald. Ik wil er op wijzen dat
de relatieve achterstand groter wordt, ook wanneer het gedeelte Meppel-Heerenveen klaar komt, omdat
daarmee de situering van de andere kernen in Friesland wordt verbeterd, terwijl die van Leeuwarden re
latief ongunstig blijft. Wij zijn van mening dat alles op alles moet worden gezet om de baanverdubbe-
ling Leeuwarden-Heerenveen te doen realiseren. Het zal uniet verbazen wanneer ik soortgelijke warme
gevoelens kan uitspreken over de door de heer Pruiksma ingediende en door alle fractievoorzitters on
dertekende motie met betrekking tot de wegverbinding Leeuwarden-HeerenveenOok ten aanzien van
deze motie zullen wij een zo breed mogelijke en als het kan unanieme acceptatie door de raad van
Leeuwarden van harte toejuichen.
Het is bij al deze dingen zo dat het een kwestie is van: hoe zeer wordt ernst gemaakt met het be
leid van de rijksoverheid en met het provinciale beleid. Dan kom ik al automatisch terecht bij het punt
dat door enkelen uwer is genoemd, namelijk het spreidingsbeleid. rijksdienstenIk wijs u er op dat in de
nota regionaal sociaal-economisch beleid 1981-1985 met betrekking tot het spreidingsbeleid voor het
Noorden bijzondere aandacht wordt besteed aan de drie groeipolen Groningen, Leeuwarden en Emmen.
Om dichter bij huis te blijven, in het Streekplan Friesland staat vermeld dat de rijksdiensten in de eer
ste plaats in Leeuwarden worden gevestigd. Ik verwijs nog naar het sociaal-economisch beleidsplan van
de provincie Friesland van oktober 1983, waarin staat dat deze rijksdiensten - het gaat om de te sprei
den rijksdiensten en andere stuwende dienstverlenende bedrijven - bij voorkeur in Leeuwarden dienen te
worden gevestigd. Wij zijn van mening dat Leeuwarden op grond van deze beleidsuitgangspunten inder
daad de eerste prioriteit verdient. Wij hebben de kwestie van de Centrale Militaire Apotheek achter de
rug. Het zal u duidelijk zijn dat wij na het afkomen van de beslissing daarover op de kortst mogelijke
termijn een gesprek met het provinciaal bestuur hebben aangevraagd om onze verontrusting over de gang
van zaken, tegen de achtergrond van de beleidsmaatregelen die ik zojuist heb genoemd, te verwoorden.
De heer Pruiksma vraagt een volwaardig alternatief. Ik ben het met hem eens dat dat in de rede ligt. Ik
vrees alleen dat men er in het totale beleid van de rijksoverheid nog slechts een aftrekpost van zal ma
ken voor de totale claim van Friesland en daarmee valt de beslissing die genomen is alleen maar te be
treuren
Wij moeten constateren dat Leeuwarden niet de optimale kansen heeft gekregen. Er zijn nog enkele