88 de risicoreserve wordt gebruikt om de begroting sluitend te houden. Als er een begroot risico optreedt, dan zal de risicoreserve daarvoor gebruikt moeten werden. De heer Pruiksma heeft gezegd dat wij zo langzamerhand in zwaar weer terecht zijn gekomen. Maar waar zijn de onverwachte risico's die naar voren zijn gekomen? Ik heb die niet kunnen vinden. (De heer Pruiksma: Ik begrijp dat u voorkeur aan lastenverzwaring had gegeven, mijnheer Bijkersma.) Aan herwaardering, aan verdere bezuinigingen. (De heer Pruiksma: Dan moet u die even noemen.) Ik heb gisteren een en ander al aangegeven, maar dan hebt u waarschijnlijk niet goed geluisterd, mijnheer Pruiksma. (De heer Pruiksma: Ik heb drommels goed geluisterd. Ik probeer alleen het realiteitsgehalte te achterhalen.) Ik wil u wel een exemplaar van mijn algemene beschouwingen geven, mijnheer Pruiksma, want dan kunt u nalezen wat ik hierover heb gezegd. In het vervolg zal ik ook u een exemplaar van mijn algemene beschouwingen geven, want dan hoeft u niet steeds te interrumperen. U luistert slecht, mijnheer Pruiksma! (De heer Pruiksma: Dan formuleert u slecht, mijnheer Bijkersma. Ik hoor u nu wel zeggen dat het allemaal zus en zo zou moeten, maar u komt niet concreet met een verhaal. Ik heb ge zegd dat dan het alternatief alleen maar zou kunnen zijn een lastenverzwaring voor de burger.) Nee, mijnheer Pruiksma, ik heb de bezuinigingen ook in het ambtelijk apparaat gezocht. Ik wil wat dat be treft een voorbeeld noemen: een centrale energie beheersing van het ambtelijk apparaat. Daar heeft u helemaal niet op gereageerd. U heeft uw beurt dus voorbij laten gaan, mijnheer Pruiksma. Ik heb ook gezegd dat het ons is opgevallen dat de posten kantines en keukens erg hoog zijn en dat daar naar onze mening versobering mogelijk is. Daar hebt u niet op gereageerd, mijnheer Pruiksma. U had dat in twee de termijn kunnen doen. En laat u mij nu alstublieft even uitpraten! (De heer Pruiksma: Als ik nog even mag, mijnheer de voorzitter. Het probleem bij de heer Bijkersma is altijd, als hij het over financiën heeft, dat hij van een appel zegt dat het een peer is. Maar volgens mij kun je geen appels en peren bij elkaar optel len Ik kan de heer Pruiksma met zijn CDA-structuur n iet iets duidelijk maken Ik wil mij graag weer richten tot wethouder Kessler, want dat lijkt mij zakelijk gezien juister. (De Voorzitter: Via de voorzitter dan toch zeker?) Natuurlijk, mijnheer de voorzitter! De wethouder zegt dat ook wij gebruik van de risicoreserve hadden moeten maken. Ik heb een aantal posten genoemd waar op ons inziens wel bezuinigd had kunnen worden. Het ging meer om een indicatie, hoewel ik natuurlijk wel meer posten had kunnen noemen. Ik ben blij met datgene wat de wethouder naar voren heeft gebracht over een gesprek in de Com missie voor de Financiën over de vorm van verzekering van de garanties die wij geven. Ik begrijp best dat er wat dat betreft geen sluitend iets is te maken. Wij kunnen er natuurlijk eens over praten of er een vorm van verzekering is die wat dit punt betreft hout snijdt, opdat wij dan wat minder risico's kunnen nemen. Ik bedoel dan heus niet dat wij naar Lloyds in Londen moeten gaan. Maar ik heb wel begrepen dat die maatschappij alles verzekert. Wat betreft de risico's die wij lopen ten aanzien van woningbouw corporaties, is mij niet ontgaan datgene wat de landelijke PvdA daarover heeft geschreven in een lan delijk blad. Die zaak is ook al bij de PvdA op landelijk niveau aangekaart. Wethouder Kessler heeft mij voor wat betreft het minimabeleid verwezen naar minister-president Lubbers. De heer Pruiksma is ook op deze materie ingegaan. Wij zijn ook van mening dat inkomensbe leid een rijkszaak, een overheidszaak is. In dat kader heb ik dat onderwerp ook geplaatst. Daarom vind ik ook dat wij lokaal daar niets aan moeten doen. Wethouder Kessler is ook ingegaan op de werkgelegenheid. Ik heb de totale werkgelegenheid nogal bekritiseerd in mijn beschouwingen. Ik heb dienaangaande gezegd dat ik zo weinig zie van wat er ge beurd is. De wethouder is ingegaan op dat wat de gemeente heeft gedaan in het kader van de werkgele genheid bij de gemeente. Ik denk dat de gemeente ook echt wel wat heeft gedaan om de werkgelegen heid in haar apparaat in stand te houden en dat zij op allerlei manieren probeert zoveel mogelijk men sen aan het werk te houden. Dat is ook juist en ik heb daar ook waardering voor. Mijn kritiek richt zich echter op andere werkgelegenheid - ik heb dat andere jaren ook wel eens gedaan -, namelijk die in de bedrijven. Ik begrijp best dat je in deze jaren echt niet allerlei bedrijven hiernaar toe kunt halen. Maar initiatieven zijn natuurlijk altijd goed, want niet geschoten is mis geschoten. Je zult je ook meer moeten richten - dat is wat ik betoogd heb in mijn kritiek op die werkgelegenheid; in dat kader heb ik gevraagd wat het college daar aan heeft gedaan - op die sector. Ik ben erg blij dat wethouder Geerts de kwestie van de grondexploitatie verder wil bepraten. Ik begrijp best dat het college bezig is met initiatieven in die richting en dat vind ik ook een goede zaak. Voor wat betreft de voorlichting aan de bedrijven heeft wethouder Geerts gezegd - wethouder Mie- dema is daar ook op ingegaan - dat de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie (EBO) uiterst actief is in allerlei zaken. Dat denk ik ook wel. Ik wil nog even over de voorlichting spreken. In mijn algemene beschouwingen heb ik gezegd dat ik het plezierig zou vinden als de afdeling Voorlichting een centrale taak kreeg in de voorlichting aan bedrijven, in die zin dat zij worden voor 89 gelicht hoe zij sneller het gemeentelijk apparaat kunnen bereiken. Wethouder Miedema zegt dat hij de afdeling Voorlichting hier niet mee wil opzadelen. Ik heb daar wel begrip voor en als het college dat werk overlaat aan de afdeling EBO dan vind ik dat ook wel juist. In mijn eerste instantie heb ik gezegd dat wij bij onze bezoeken aan bedrijven vaak de opmerking krijgen te horen dat men bij voorbeeld een brief heeft gestuurd aan de gemeente en dat het zo lang duurt voordat men daar iets op hoort. Volgens mij doelde de heer Pruiksma daar ook op toen hij sprak over iemand die ergens wilde bouwen. Het be drijfsleven hoort niets van de gemeente en dat is de kritiek die men heeft. De gemeente zou toch een eenvoudig briefje kunnen schrijven in de trant van: Geachte mijnheer of mevrouw, wij hebben uw brief ontvangen en wij zullen daar zo spoedig mogelijk op terugkomen. Ik vind dat een afdeling EBO daar toch wel iets aan zou kunnen doen. De leefmilieuverordening. Wij hebben altijd gezegd dat het nut en de kosten de prijs bepalen. Wij zullen er op moeten letten dat een en ander in evenwicht is en dat dat niet ten koste van alles moet gaan Wethouder De Vries is terug gekomen op de kwestie Cambuur. Hij is permanent bezig met het be stuur van Cambuur en het bestuur van Cambuur is permanent bezig de supporters te motiveren. Dat is ook een goede zaak. Wij moeten er goed achter aan zitten en daar heb ik waardering voor. Dan de Schooladviesdienst (SAD). Hoewel de voorzitter heeft gezegd dat dit punt zal worden be handeld bij agendapunt 1b wil ik toch het volgende zeggen. Wij hebben gezegd dat het nu weer op nieuw beginnen met de SAD in flagrante strijd is met een eerdere raadsbeslissing. Het zou best eens kunnen zijn dat er momenten zijn dat het college denkt: wij zullen dat wat destijds is besloten terug draaien, dus de zaak veranderen. Het college moet daarmee in een veel eerder stadium bij de raad ko men, want die moet de beslissing terugdraaien. Het is niet meer dan eerlijk tijdig bij de raad te infor meren, want die heeft destijds de beslissing ook genomen, wat hij van een terugdraaien van de beslis sing vindt. Ik vind niet dat het college wat dat betreft zelf bezig moet gaan. Dan kom ik toch op iets wat in de aanvullende raadsbrief met betrekking tot het ontwerp-beleidsplan 1985-1989 staat, namelijk: "Wij hebben de bestuurscommissie van de Schooladviesdienst verzocht ons van advies te willen dienen over deze aangelegenheid.Ik moet in dit verband even terug gaan naar een raadsvergadering van een aantal weken geleden. Ik oefende toen kritiek uit op de samenstelling van deze bestuurscommissie. Het college kwam toen met het voorstel uit elk van de twee grootste raadsfracties één persoon aan te wij zen om zitting te nemen in die commissie, terwijl de wethouder van onderwijs daar al als voorzitter in zat. Wij hebben toen gezegd dat dat geen goede zaak is, omdat de gemeente dan niet zo breed mo gelijk vertegenwoordigd is. De VVD heeft duidelijk een mening over de SAD; men heeft dat vorig jaar kunnen proeven. Het college heeft niet aan ons verzoek gevolg willen geven. Maar goed, dat is de be slissing van b. en w. Nu vraagt het college de bestuurscommissie van de SAD een advies, terwijl de li beralen niet in die commissie zijn vertegenwoordigd. Ik vind dat een mankement en ik vind het gewoon jammer dat dat niet is gebeurd. Ik grijp daar even op terug, want ik wil daarmee bewijzen dat een zo breed mogelijke samenstel I ing van die bestuurscommissie beter was geweest. Wethouder Miedema is ingegaan op de vervuiling van de binnenstad. Hij is het met mij eens dat dat een ernstige zaak is en hij hoopt dat de invoering van de container zal zorgdragen voor het terugdringen van het zwerfvuil. Ik hoop dat met hem en ik denk ook wel dat dat voor een gedeelte waar zal zijn. In een ander verband heb ik gezegd dat een gemeente er letterlijk en figuurlijk voor zal moeten zorgen dat zij haar straatje schoonveegt. Datgene wat op straat, op kruispunten, ligt aan glas blijft soms dagen liggen. Een en ander heeft volgens mij niets te maken met containers. Ligt er glas dan zal er geveegd moeten worden. Blijft dat glas liggen, dan veroorzaakt dat overlast aan de burger die daar met de fiets 'an9s 9aaf/ zoals lekke banden. Wat dat betreft zal de overheid er ook voor moeten zorgen dat zij het straatje schoonveegt, want het glas moet daar niet weken blijven liggen. De container zal dus wel een gedeeltelijke oplossing zijn voor de problematiek, maar toch niet helemaal. Ik vind dat het college wat meer aandacht aan deze zaak moet besteden. Als er wat dat betreft alleen maar gebruik wordt gemaakt van de container, dan zijn wij er niet want dan zitten wij volgend jaar weer met dezelfde last. Ik kom dan nu bij de voorlichting in de richting van het bedrijfsleven. Ik heb al gezegd dat, als de afdeling Voorlichting niet met die voorlichting belast mag worden, de afdeling EBO dat dan maar moet doen. Het bedrijfsleven klaagt over de voorlichting. Ook andere fracties leggen wel bezoeken af bij bedrijven en volgens mij komt dan ook steeds weer die opmerking naar voren. Wethouder Miedema is uitvoerig ingegaan op datgene wat het college heeft gedaan in de richting van de firma Van Slooten. Deze firma was helaas gedwongen onze stad te verlaten. Ik heb begrepen dat het college veelvuldig contact heeft gehad met de firma Van Slooten en dat het alle mogelijke moeite heeft gedaan om het bedrijf hier te houden. Ik wil mijn waardering daar voor uitspreken. Maar ik kan wel zeggen dat ik het jammer vind dat het niet gelukt is om het bedrijf hier te houden. Ik had lièver

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 46