92 ook niet in de regering en die van mij wel en dat zal het verschil wel uitmaken. (De heer Meijerhof: Mijnheer de voorzitter, ik weet dat het heel vervelend is dat ik zo nu en dan interrumpeer, maar ik wil toch nog even de volgende opmerking maken. De heer Bijkersma noemt twee punten, het financierings tekort en het aantal werklozen. Wat dat laatste punt betreft het volgende. Op een bepaald moment zijn de 55-jarigen van de lijst gehaald. Dan kun je natuurlijk gemakkelijk een taart bestellen en die naar minister De Koning sturen, want dan heb je wat te vieren. Uiteraard loopt het aantal werklozen wat te rug, maar dit feit vertekent het beeld sterk. Dat het financieringstekort onder de 10% zit komt - ik heb dat reeds opgemerkt - met name omdat de ramingen in de Miljoenennota veel te pessimistisch zijn ge weest en omdat men het Centraal Planbureau (CPB) niet heeft willen volgen. Nu blijkt achteraf dat het CPB met de juiste voorspellingen heeft gewerkt. Het regeringsbeleid is gebaseerd op foute voorspellin gen in de Miljoenennota. Ik heb ergens gelezen dat het financieringstekort van de overheid niet zozeer terugloopt als gevolg van het kabinetsbeleid, maar dat het het internationaal economisch herstel is dat hem dat doet, enz. enz.) U zegt, mijnheer Meijerhof, dat de toestand een beetje beter wordt als ge volg van zaken van buitenaf. Je kunt dat natuurlijk ook omdraaien en zeggen dat de werkloosheid een gevolg is van zaken van buitenaf en niet een gevolg van het beleid van deze regering. Als u die rede natie consequent doorzet, dan zullen wij elkaar uiteindelijk wel vinden. (Gelach) De heer Meijerhof heeft mij echter wel begrepen. Wij kunnen hier lang over discussiëren, maar ik ben van mening dat de financiering een zaak is van de regering en het parlement. De heer Meijerhof heeft het ook over de politie gehad en gezegd dat de uitbreiding van het korps vooral gebruikt moet worden voor de wijksurveillance. Ik vind dat wat al te vroeg gezegd. Een en ander zal in het plan verder worden uitgewerkt. Ik ben het helemaal eens met de heer Meijerhof dat deze zaak aan de orde moet komen, maar ik wil niet zo ver gaan dat wij ons nu al vastleggen. De heer Meijerhof heeft ons verkiezingsprogramma aangehaald en zegt dat hij het een beetje raar vindt dat de VVD nu van mening is dat Echo overbodig is. Het door de heer Meijerhof aangehaalde ci taat uit ons verkiezingsprogramma is volledig juist en ik sta daar nog steeds achter. Wat is er vorig jaar gebeurd? Echo zat in de sector welzijn. Wij hebben ernstig bezwaar gemaakt toen Echo overging naar de sector cultuur. Men zal begrijpen dat wij die bezwaren nu wel meenemen. Wij blijven nog steeds achter ons programma staan en willen dat ook uitvoeren. Maar vanwege de beslissing van de raad, waar onze fractie niet aan heeft meegewerkt, moet ik zeggen dat wij in dit geval tegen Echo blijven. (De heer Meijerhof: Dan had Echo in de sector welzijn moeten blijven.) Ja, inderdaad. (De Voorzitter: Mag ik u verzoeken de voorzitter een beetie bij het geheel te betrekken?) De voorzitters van de twee grootste raadsfracties hebben gesproken over het komende programma van de Commissie Concentratie Nutsbedrijven (CoCoNut)Ik ben daar niet op ingegaan. Ik ben het eens met de opmerking dat wij eerst de ontwikkelingen zullen moeten afwachten. Bovendien is het juist dat wij alert moeten blijven, want het is niet de provincie die moet beslissen. Wij moeten als gemeen ten vorm aan deze zaak geven. Ik wil de in dit kader geplaatste opmerkingen van harte ondersteunen. De heer Pruiksma heeft tegen mij gezegd dat ik kritiek heb op het feit dat de risicoreserve gebruikt wordt en dat ik hem maar eens moet aangeven hoe hoog die reserve moet zijn. Ik vind dat laatste heel iets anders, hoewel wij daar best eens over kunnen discussiëren. Het gaat mij fundamenteel om het feit dat de risicoreserve nu gebruikt wordt voor het sluitend maken van de begroting. De heer Pruiksma zegt dat het zwaar weer is. Ik erken dat, maar het is niet zo dat daarom de risicoreserve moet worden inge krompen om de begroting sluitend te houden. Wij willen nog wel meer bezuinigen binnen het gemeente lijk apparaat. Ik heb daar al voorbeelden van gegeven en wil daar best dieper op ingaan. Niet nu, maar op een ander moment, want ik vind dat wij dat niet tijdens de algemene beschouwingen moeten doen. (De heer Pruiksma: Mijnheer de voorzitter, de heer Bijkersma entameert hier wel het probleem van de lastenverzwaring voor de burger. Als hij dat niet toegeeft, dan is dat prima. Maar als hij zegt dat wij de risicoreserve niet nu tot bedoelde bedragen moeten aanwenden, dan zeg ik: dat is mooi en wat doen wij dan? Lasten verzwaren? Daarover laat de heer Bijkersma zich niet uit. Ik ken een bouw vakker die altijd zegt, als hij een waardeloos verhaal hoort: jongens, denk erom, eerst behangen en dan de steigers weghalen.) Ik ga daar niet verder op in, want of de heer Pruiksma begrijpt mij niet of hij wil mij niet begrijpen. De fractievoorzitters van PAL en D'66 hebben in eerste instantie ook een aantal zaken naar voren gebracht. Ik wil eerst reageren op datgene wat mevrouw De Jong heeft gezegd. De heer Meijerhof heeft gezegd dat hij in het betoog van mevrouw De Jong geen zaken vond om nader op in te gaan. Dat klopt ook wel. Het betoog van mevrouw De Jong lag volgens mij helemaal in de lijn van de PvdA. D'66 vol doet daarom ook niet aan datgene wat de heer Buurman heeft gezegd, namelijk dat je je als partij dui delijk moet profileren. Je moet zaken die essentieel zijn voor jouw partij goed naar voren brengen. Ik heb een en ander niet kunnen ontdekken in de algemene beschouwingen van D'66. Ik vond die helemaal 93 aansluiten bij hetgeen de PvdA vindt en echt niet bij wat mevrouw De Jong wel eens gezegd heeft, na melijk: wij zijn ook liberaal. Nou, dat vind ik dan niet helemaal terug in haar betoog. Mevrouw De Jong heeft in haar algemene beschouwingen iets gezegd wat ik toch wel ernstig vind. Zij heeft gezegd dat de Gemeentelijke Sociale Dienst (GSD) een gezond bedrijf is. Daarmee bedoelt zij dat de GSD zo groot is geworden. Mevrouw De Jong zegt vervolgens dat dat een vrucht is van dit kabinetsbeleid. Dat is niet waar, mevrouw De Jong. De problematiek van de werkloosheid is niet door dit kabinet ontstaan. U bent het er misschien niet mee eens hoe dit kabinet de zaken aanpakt, maar ik vind dat u met uw opmerking te ver bent gegaan. Het huidige kabinet pakt op een bepaalde wijze de werkloosheid aan, maar het is niet de oorzaak van die werkloosheid. De vele werklozen die terechtko men bij de GSD zijn het gevolg van werkloosheid, maar het ontstaan daarvan is niet de vrucht van dit kabinet. Ik maak ernstig bezwaar tegen die opmerking van mevrouw De Jong. De heer Buurman is het een beetje met mij eens wat betreft het aantasten van de risicoreserve. Hij heeft gezegd dat wij achter het GPV aanlopen. Ik wil best eens een keer achter de heer Buurman aanlo pen; daar heb ik geen bezwaar tegen. Maar ik denk dat wij elkaar vaak kunnen vinden en dat komt misschien, mijnheer de voorzitter, door de gesprekken die wij in de Commissie voor de Financiën over deze problematiek voeren. Op een bepaald moment weet je dan misschien niet meer wie als eerste met de zaak is aangekomen. Ik weet dat nog wel, maar de heer Buurman heeft daar misschien zijn twijfels over. (De heer Buurman: De VVD verstaat toch wel grapjes?) Dan de algemene beschouwingen van PAL. Zoals ik steeds heb gedaan, heb ik ook naar aanleiding van hetgeen de heer Van der Wal heeft gezegd opmerkingen genoteerd. Ik ben wat dat betreft heel moedig begonnen. De heer Van der Wal heeft gezegd dat hetgeen dit kabinet doet helemaal niet juist is. Het zijn de bedrijven die profiteren van de verbetering en niet de lagere inkomens. Er is teveel aan dacht voor de bedrijven en te weinig aandacht voor de lonen. De heer Van der Wal is van mening dat het groeidenken nu maar eens plaats moet maken voor kwaliteitsdenken. Het huidige kabinetsbeleid heeft zich gericht op de bevordering van de werkgelegenheid. Het kabinet wil die werkgelegenheid na tuurlijk bevorderen om de mensen aan het werk,te krijgen, maar ook om het bedrijfsleven meer in het zadel te krijgen opdat dat weer kan verdienen. Het bedrijfsleven is nu eenmaal het trekpaard voor het sociale welzijn dat wij hier kennen. In het bedrijfsleven wordt het geld dienaangaande verdiend. Niet alleen de managers aan de top, maar ook de man op de werkvloer helpt er aan mee om de sociale voor zieningen in stand te houden. Het is de taak van de regering om die groep mensen een aantal facilitei ten toe te spelen, opdat zij met hun werkkracht en werklust de sociale voorzieningen in stand kunnen houden. Ik vind dat de regering die taak uitstekend uitvoert. Als de heer Van der Wal dat dan een beetje onder de maat wil schuiven, dan ben ik dat helemaal niet met hem eens. De heer Van der Wal oefent veel kritiek uit in de richting van het college en vele anderen op het geen men allemaal fout doet. Hij is dan ook een van de eersten die ook kritiek zal kunnen verstaan. Mijnheer Van der Wal, ik heb alle respect voor uw uitvoerigheid - de heer Geerts is daar ook al op in gegaan -, maar ik vind dat in een algemene beschouwing niet op allerlei zaken gedetailleerd moet wor den ingegaan, want volgens mij krijgen die veel meer aandacht in commissievergaderingen. Ik vind dat u niet goed bezig bent als u tijdens de algemene beschouwingen zo gedetailleerd op allerlei zaken in gaat. Ik durf dat tegen u te zeggen, mijnheer Van der Wal, omdat u juist een van de mensen bent die zegt: dat is fout, dat is fout en dat is fout. Als u een klein beetje een liberale inslag zou hebben en ook eens wat aan u zelf zou willen twijfelen, dan zou uw algemene beschouwing wat compacter, wat algemener en wat minder gedetailleerd zijn. Ik verdwaalde ineens in mijn aantekeningen, maar ik denk dat ik wat dat betreft niet de enige ben. Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter. De Voorzitter: Dan gaan wij nu maar een kopje koffie drinken. De Voorzitter schorst, om 21 .40 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 22.00 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de heer Van der Wal. De heer Van der Wal: Ik moet eerst zeggen dat bij ons de verwarring over de procedure van de te behandelen punten en de spreekvolgorde met het uur toeneemt. Tijdens de voorbesprekingen in de Com missie voor Bestuurlijke Aangelegenheden heb ik gevraagd wanneer wij de memorie van antwoord zouden behandelen. Het was de bedoeling dat die zou worden meegenomen bij de behandeling van de algemene

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 48