106 Een enkel woord over de burgerwacht. Dit onderwerp is door meerdere fracties naar voren gebracht. Ik heb de burgerwacht juist afgewezen omdat er sprake is van eigenrichting. Ten aanzien van de winstramingen van het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf (GEB) zou ik met na me wethouder Miedema er op willen wijzen dat het mij in feite ging om de zin: Tegen winst van ener giebedrijven bestaat bijvoorbeeld bezwaar als door de hoogte van de tarieven de minst draagkrachtigen niet zonder bijstand van de overheid, van de diensten van de bedrijven gebruik kunnen maken. Dat is dus eigenlijk de kwintessens van het hele verhaal. Dan een reactie op hetgeen wethouder Kessler gezegd heeft over de sociale voorzieningen. Hij heeft eigenlijk mijn opmerking zo beantwoord alsof ik zou hebben voorgesteld dat de gemeente nu maar middelen ter beschikking zou moeten stellen. Ik heb echter juist betoogd dat extra financiële middelen immers volgens de huidige wettelijke bepalingen gekort moeten worden op de uitkeringen. Ik heb dus gevraagd of er soms initiatieven zouden kunnen worden ontplooid in de richting van het tot stand komen van een wetswijziging of van het betrekken van deze materie bij de notitie die in februari zal verschij nen. Over hetgeen ik gezegd heb over de reinigingspolitie het volgende. Ik heb begrepen dat wethouder Miedema zich vergist heeft toen ik gezegd heb dat er inderdaad een diepgaand nader onderzoek zou worden ingesteld. Ik ben van mening dat de wethouder de zaak over de honden verontreiniging wel wat gebagatelli seerd heeft. Hij zegt dat het ook wel eens regent. Ja, dat zal wel zo zijn, maar ik heb het echt niet over "poezenwater" gehad, maar over hondenverontreinigingIk vind dat de wethouder echt wat weinig aandacht aan deze kwestie besteedt en in dat kader zegt van ja, je kunt er aan werken, maar als het publiek niet meewerkt dan houdt alles op. Ik meen dat een dezer dagen in de krant stond dat Zweden wel degelijk als een voorbeeld kan worden aangemerkt. Een enkel woord over de inbreng van de fracties. Ik begin met het betoog van mevrouw De Jong van D'66. Het is mijn democratisch recht dat ik daarmee begin. Bovendien heb ik mijn leven lang het adagium honneur aux dames aangehangen. Dat was al lang voordat vervlogen ideologen de emancipa tie hadden uitgevonden, hetgeen als bewijs voor mijn progressieve instelling mag worden uitgelegd. Ik ben het met mevrouw De Jong eens wanneer zij betreurt dat er een te grote aanslag wordt gepleegd op de stelpost civieltechnische werken. Ik heb daar vorig jaar tijdens de algemene beschouwingen ook al op gewezen en de heer Geerts met name ook genoemd de zogenaamde multiplier-effecten in verband met de werkgelegenheid. Mevrouw De Jong constateert wat wrang - ik heb dat uit de krant gehaald, want ik heb haar toespraak niet bij de hand - dat een voortdurend uitbreidende Gemeentelijke Socia'le Dienst (GSD) een goed gedijende vrucht is van dit kabinetsbeleid. Ik zou willen opmerken dat de situa tie zoals het no non sen se-kabinet die heeft aangetroffen toch wel een vrucht is van voorgaande kabinet ten en dat D'66 toch wel degelijk heeft meegeholpen de rode loper uit te leggen. Wat betreft de algemene beschouwingen van de PvdA het volgende; uiteraard kan ik alleen maar een marginale kanttekening plaatsen. Onder het hoofd Sociaal-economisch beleid wordt gesproken over de toenemende behoefte aan een zinvolle tijdsbesteding. Op zich zelf is dat wel juist, maar ik vind het wel wat overtrokken. Het lijkt mij toe dat mensen zelf voor hun tijdsbesteding zullen moeten zorgen en dat de overheid in dit opzicht voorwaardenscheppend en niet richtinggevend bezig zou moeten zijn. Wanneer er gesproken wordt over het terugdringen van de rol van de overheid in de samenleving, dan kan ik het daar wel mee eens zijn. Ik vind dat - ik heb dat al eens vaker betoogd - de taak en de plaats van de overheid terug moet naar juiste proporties. Indertijd heb ik wel eens gezegd dat de overheid haar onderdanen niet moet doodknuffelen. Je kunt het ook anders zeggen: ga rustig slapen, de overheid zorgt voor u Er zijn ook wat opmerkingen geplaatst over de investeringen, mijnheer Meijerhof. Ik dacht dat in vesteringen altijd pas gepleegd kunnen worden als er eerst besparingen zijn geweest en dat er eerst her stel moet zijn van het weerstandsvermogen van de bedrijven. Ook het terugdringen van het financie ringstekort zou tegelijkertijd gepaard moeten gaan met een werkgelegenheidsbevorderend beleid van de overheid. (De heer Meijerhof: Dit is een aanvulling?) Ja, een welwillende aanvulling, mijnheer Meij erhof. Ik wil ook een enkel woord zeggen over de emancipatie. Er is gevraagd waarom er zo weinig is ge beurd op dit gebied. Volgens mij zien b. en w. het ook niet zo zitten; mijn fractie evenminIk heb daarover nu twee jaar lang gesproken, zodat in onze algemene beschouwingen nu maar eens andere za ken aan de orde zijn gekomen. Je moet tenslotte actueel blijven! Dit betekent echter niet dat de strijd bijl is begraven. De overzijde blijft op stimulansen aandringen, ondanks het feit dat onlangs geconsta teerd moest worden dat een aantal cursussen wegens gebrek aan belangstelling niet zijn gegeven. Wij konden het geld in onze zak houden. Ook werd geconstateerd dat emancipatie niet overal was doorge 107 drongen, zodat zonodig met geld van de gemeente nog maar wat aan zending bedrijven moest worden gedaan. Heeft een onlangs gehouden enquête niet uitgewezen dat 75% van alle kerkelijk meelevende vrouwen en 51% van alle onkerkelijke vrouwen geen baan buitenshuis ambiëren? Als je de krantenbe richten zo eens nagaat dan lees je wel eens - ik heb zojuist eentje weergegeven - dat bepaalde kringen doen alsof heel vrouwelijk Nederland alleen maar aan de ketenen rammelt en zo nodig bevrijd moet worden Wat betreft motie nr. 2 van de PvdA het volgende. Ik vind het daarin gestelde een rijksaangelegen heid en geen gemeentelijke taak. De wet regelt ook de huishouding van de gemeente. Die term kan wel wat breed worden opgevat, maar is toch niettemin duidelijk. Er zijn politieke kanalen die naar het par lement kunnen gaan. Ik ben tegen deze motie. De bijdrage van het CDA interesseert mij altijd in het bijzonder. Op bladzijde één van de algeme ne beschouwingen van deze fractie staat: "En beroepspolitici buiten de kring van wethouders horen in een gemeenteraad niet thuis." Ik heb kort geleden gebruik gemaakt van de regeling Vervroegd Uittre den (VUT), dus ik moet mij ook onder de beroepspolitici scharen. (De heer Pruiksma: Dat zijn anders- actieven, mijnheer de voorzitter.) Ja, maar ik vind het niet zo aardig dat het CDA dit gezegd heeft, maar het zal niet persoonlijk bedoeld zijn. (De heer Pruiksma: Nee, hoor!) Het CDA heeft een dogmatiek geproduceerd in verband met de zaak van de gehuwde vrouwen en de jonge werklozen. Ik was daar echt wat diep door geroerd, want ik heb daar twee jaar lang in de ge meenteraad over staan spreken. Maar psychologisch bezien is het toch wel een klassiek voorbeeld van - ik wil niet zeggen denkluiheid - secundair reageren. (Gelach) Ik vraag mij toch wel eens af of het CDA wat meer heen groeit naar ethische normering. Ik hoor nu termen als: lampen brandende houden en ieder is in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. Ja, dat staat mij wel aan. (Mevrouw Willemsma-de Jong: U weet niet wat er in de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheid gebeurt, mijnheer Buur man!) Nou, daar zal heel wat gebeuren! (Gelach) (Mevrouw Willemsma-de Jong: U zegt dat de CDA- fractie niet secundair reageert, maar in de commissie is ook al het een en ander gezegd.) Dan heeft u mijn opmerking niet helemaal goed begrepen, mevrouw Willemsma. Ik zou haast concluderen dat de voorzitter van het CDA-Leeuwarden de fractie kennelijk de pin wat op de neus heeft gezet; ik denk daarbij aan de publikatie indertijd in de Rooie Pepers. Het slot van de algemene beschouwingen van het CDA is toch eigenlijk wel de climax. Het CDA heeft zich kennelijk onze kritiek op zijn onduidelijke christelijke identiteit zodanig aangetrokken dat het slot van de algemene beschouwingen uitloopt op een citaat uit de Heidelbergse catechismus. Ik zit hier in de rol van raadslid en niet in die van cathechiseermeester. Maar aan het eind van de algemene beschouwingen van het CDA staat: "Geloven immers is, naar de woorden van de Heidelbergse cathe- chismus, niet een zeker weten maar een vast vertrouwen." Ja, maar dat staat er niet! Er staat namelijk Geloven immers is, naar de woorden van de Heidelbergse cathechismus, niet alleen een zeker weten maar ook een vast vertrouwen. Ik heb oprecht respect voor de vondst van de heer Pruiksma, maar de woorden van Blaise Pascal worden nu radicaal onderuit gehaald. Wel een beetje sneu dat die dogmatiek nu altijd roet in het eten moet gooien. De heer Pruiksma moet voortaan eerst alles maar eens met de heer Miedema bepraten, want die is ondanks alles toch nog wat sterker in de leer. (De heer Pruiksma: De heer Buurman heeft kennelijk last van een auditieve handicap. In mijn concept-tekst staat inderdaad dat wat de heer Buurman zonet heeft opgelepeld. Ik heb gisteren gesproken over "niet alleen" en "maar ook", maar dat is hem dan zeker ontgaan.) Maar dan klopt uw citaat van Blaise Pascal niet! (De Voor zitter: Is de heer Buurman uitgesproken?) Nee, één moment graag. Ik vind in het verhaal van de VVD toch ondanks alle kritiek veel dat ook mij aanspreekt. De heer Bijkersma heeft het over de manege ge had en gezegd: "Het bedrijfsleven zou hierin al veel eerder bijgestuurd of omgebogen hebben en daar door eerder tot een oplossing en resultaten gekomen zijn." Ik heb bij mij zelf gedacht van oké, maar wat straks aan de orde komt is een politieke beslissing. Moet er een manege-nieuwe opzet komen ja of nee, behoort iets dergelijks tot het image van Leeuwarden met zijn centrumpositie en wat hebben wij daar voor over? Wat betreft de opmerking van de heer Bijkersma over het college-programma het volgende. Het lijkt mij toe dat het college-programma niet als heilig moet worden verklaard en dat het eventueel zou kunnen worden aangepast. Wat dat betreft zou er wel wat inwendige zending van het CDA kunnen wor den gepleegd. Ik wil ook nog even ingaan op de opmerking over de 24 uurs-bezetting van de politiepost in de bin nenstad. De politie moet functioneren en hoe zij gehuisvest is, is van betrekkelijk ondergeschikte bete kenis. De heer Bijkersma heeft ook een opmerking gemaakt over de onveiligheid in het verkeer, onder an deren over fietsen waar dat niet is toegestaan. Vorig jaar zijn wij met een concreet voorstel hieromtrent gekomen en dat is volledig door b. en w. overgenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 55