112 gezegd toen hij de gedachte die het college heeft met betrekking tot de groei bekritiseerde. Het is op het ogenblik niet opportuun - ik zal alle argumenten die ik in eerste instantie heb genoemd niet herha len - de relatieve plaats van Leeuwarden in Friesland ter discussie te stellen. Ik heb tevens gezegd dat het niet zo is dat wij vanuit dit uitgangspunt het voorraadbeheer zullen laten liggen - als dat zou ge beuren zou ik veel meer gevoel voor de argumenten van de heer Van der Wal hebben - of dat wij grote investeringen enkel en alleen op basis van die groeigedachte zouden plegen. Ik heb hem de redenen ge noemd waarom wij er toch voor zijn deze cijfers voorlopig vast te houden. Mijns inziens zijn die rede nen juist en passen ze in het totaal van het beleid dat b. en w. op het ogenblik voeren. Dan motie 8 van PAL met betrekking tot de structuurschets en de bijvoeging van exploitatie-over zichten van bouwterreinen, volumecapaciteit enz. Ik kan niet met de inhoud van die motie instemmen en wel om de volgende reden. Wij zullen trachten de structuurschets in de eerste helft van het komende jaar in de raad te brengen. Ik kan u met zekerheid voorspellen dat het veel later zal worden als wij daarbij ook een financiële paragraaf die enige grond heeft opnemen. Dat lijkt mij op zich ongewenst. Een ander punt is - ik noem dit argument nogmaals, omdat het een juist argument is - dat wij gewoon het personeel er niet voor hebben om een en ander goed op te zetten. In de eerste helft van volgend jaar zijn wij, zoals ook de heer Van der Wal weet, bezig met de nieuwe stadsvemieuwingsnota die het beleid voor 1986 en de komende jaren moet aangeven. Daarvoor zijn zoveel mensen nodig dat het door PAL gevraagde er niet meer bij kan. Er zijn de laatste tijd heel wat discussies gevoerd over de risico's die wij met de grondexploitatie lopen. De exploitatie ten aanzien van de cultuurgronden is reeds in de raad behandeld. Jaarlijks is een overzicht van de exploitaties van de verschillende gebieden gemaakt. De heer Van der Wal heeft duidelijk gemaakt dat hij dat overzicht niet voldoende vindt en dat er tus sentijds ook nog een overzicht moet worden overgelegd. Ik heb gezegd dat wij zullen trachten aan zijn wensen tegemoet te komen, wawt ik vind ze niet irreëel. Het is alleen wel zo dat dat nogal wat werk met zich brengt. De heer Bolhuis heeft kort geleden in de Commissie voor het Grondbedrijf uitgelegd dat er een aantal administratieve redenen is waarom het moeilijk ligt. Mijns inziens moeten deze zaken niet worden gekoppeld. Wij zullen er aan werken om een beter inzicht te geven in de financiële plan ning waarmee wij te maken hebben. Dat zal echter een kwestie van de langere termijn zijn. Het is mijns inziens niet juist om dit punt in de structuurschets op te nemen. Wij zijn van plan om een en ander zonder deze financiële paragraaf, waarbij dan wel voorzover dat mogelijk is aan de volume-capacitei ten aandacht zal worden gegeven, in de structuurschets van het komende jaar te verwerken. Ik kan dus namens het college zeggen dat wij niet instemmen met de motie die onder nummer 8 door het leven gaat. Ik moet de heer Van der Wal nog bedanken voor de instemming die hij heeft betuigd met betrekking tot de geweldig geleverde prestatie op het terrein van de stadsvernieuwing in de afgelopen tien jaar. Dan is er nog iets waar ik niet zoveel zin in heb, maar ik denk dat wie a zegt ook b moet zeggen. Ik vind dat ik toch nog even moet ingaan op de kwalificaties die ik PAL heb toegevoegd. Waarom je zoiets doet heeft te maken met uitgangspunten die heel goed zijn verwoord in een gedicht van Joost van den Vondel. Ik ga dan even in op de woorden van de heer Buurman, die zegt: "De poëzie is de allerin dividueelste expressie van de allerindividueelste emotie." Dan moet je daar ook een gedicht bij zoeken en dat luidt: Want waerheit (dat 's al out) vint nergens heil noch heul Dies roemt men hem voor wijs, die vinger op den mont leit. O, kon ik ook die kunst: maer wat op 's harten gront leit, Dat welt me naer de keel: ik word te stijf geperst, En t werkt als nieuwe wijn, die tot de spon uitberst." Oftewel: het moest er even uit. (De heer Van der Wal: Ik heb het niet zo snel kunnen volgen en zou de tekst graag op papier willen hebben.) Dat heb ik expres zo gedaan I (Gelach) Dan nog iets over het woord "wijdlopig". Met dat woord bedoel ik te zeggen dat de heer Van der Wal een onevenredige aandacht vraagt voor zijn eigen gelijk. Ik neem aan dat dat duidelijk is Over het woord "laatdunkend" het volgende. Ik heb mij in het verleden meermalen gestoord aan de wijze waarop sommige mensen door de heer Van der Wal worden toegesproken. Ik heb het dan niet alleen over mensen in de raad, maar ik heb het ook over de wijze waarop hij soms over ambtenaren spreekt. Over het zelfopblazend vermogen" wil ik nog graag een verhaaltje vertellen. Ik kijk wel eens naar de tele visie.^ Een maand of drie geleden werd er een natuurfilm vertoond over vissen. Er waren heel grote vis sen bij en ook heel kleine, die rood, blauw en kleurloos waren en er waren ook vissen met vinnetjes. Er was ook één heel klein visje bij. Die vissen pikken elkaar af en hebben allemaal hun eigen verdedi gingsmechanisme. Dat hele kleine visje was een heel slim beestje. Zodra er een grote vis aankwam blies het zich op en werd het een enorme ballon, waardoor de grote vissen het niet meer aanpakten. Ik moet zeggen dat PAL mij daar ongelooflijk veel aan doet denken (Gelach) 113 De heer De Vries (weth.): In telegramstijl er bij langs! De heer Meijerhof heeft met voldoening ge constateerd dat er in voldoende mate gebruik is gemaakt van de Werkgelegenheidsprojecten Onderwijs (WPO)-regeling. De heer Pruiksma releveert nog even dat zijn opmerking over het natuurwater betrekking had op een kunstbod ergens in Heerenveen. Het is mij bekend dat er een particuliere sportschool is die daar een zwembad exploiteert. Wij zullen nog eens nagaan wat voor water daarin zit. De Bouhof-affaire: wat de sportaccommodatie betreft, deze zullen wij meenemen in onze verdere overwegingen ten aanzien van het buitenschools gebruik. De heer Pruiksma heeft gezegd dat er rust moet komen rond de deeltijdarbeid in het onderwijs. Ak koord. Nochtans vinden wij dat deeltijdbanen een goed middel zijn voor de spreiding van werkgelegen heid en dat is ook mogelijk, mits men goede afspraken maakt. De heren Pruiksma, Bijkersma en Buurman hebben opmerkingen gemaakt over de manege. Het is mij duidelijk geworden wat de heer Pruiksma bedoelde met maximale openbaarheid. Ik wil graag namens het college toezeggen dat wij, zodra deze zaak is afgerond, aan de raad een zo compleet mogelijk inzicht zullen geven en zullen meedelen hoe de hele affaire zich bestuurlijk en financieel heeft afgespeeld. De heer Bijkersma bromt nog wat na over de samenstelling van de bestuurscommissie van de School adviesdienst (SAD). Deze kwestie is in de raad behandeld en ik vind het niet meer relevant daarop op dit moment terug te komen. Ik heb nog wel een aanvullende mededeling. Ik heb van fase tot fase de Commissie voor het Onderwijs ge'ihformeerd omtrent de struggle die wij voerden om alsnog rijkssubsidie binnen te halen, zodat ook de VVD-vertegenwoordiger in de commissie volledig op de hoogte was. Wij hebben helemaal niets achter gehouden De heer Siemonsma vraagt of het college genoegen neemt met de niet toereikende doeluitkeringen voor het lager onderwijs en hem te vertellen wat daaraan moet worden gedaan. Wanneer de Tweede Ka mer beslist conform de situatie zoals de minister die voorstelt, valt er op dit moment niet zoveel aan te verhapstukken. Dan kunnen wij alleen maar wachten op betere tijden. Nochtans is het zo dat wij vin den - het staat ook vermeld in het antwoord op vraag 135 - dat wij binnen onze eigen mogelijkheden moeten proberen de innovatienota verder te brengen. Er zijn ook onderdelen bij die niet onmiddellijk budgettair ingrijpende problemen met zich brengen. Voorzover er wel zaken aan de orde komen waar voor extra geld nodig is, zullen wij proberen gebruik te maken van enerzijds ons eigen bescheiden fondsje wat wij hebben voor experimenten en anderzijds bij het rijk aankloppen. Ons er bij neerleggen zullen wij niet, wij zullen op alle mogelijke manieren proberen aandacht te blijven vragen, ook van de landelijke overheid, voor de tekort schietende uitkeringen, waarbij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stellig een goede leidsman voor ons zal zijn. Mevrouw De Jong heeft nog even ingehaakt op de meerhoofdige schoolleiding. Over deze zaak werd al eerder overeenstemming bereikt in de raad. Het is zo dat op het ogenblik de minister de boot nog afhoudt. De onderwijsorganisaties hebben een vrij stevige slag geleverd met de minister. Wanneer de heer Deetman alsnog door de bocht gaat - hij zal dat trouwens niet gemakkelijk doen -, zijn wij in Leeuwarden competent genoeg om de rijksregeling die dan van kracht zal zijn adequaat uit te voeren. De heer Miedema (weth.): De heer Meijerhof en na hem nog enkele anderen hebben gesproken over de positie van de Friese gasbedrijven. Wij kennen hier zelfstandige gasbedrijven, waarop wij als ge meente maar gedeeltelijk invloed hebben. Wij hebben als gemeente wel de onderhandelingen over het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf, dat volledig een gemeentelijke zaak is, opgeschort. Ik ben best be reid onze gemeentelijke aandeelhouder binnen het gasbedrijf te informeren over het naar voren gebrach te standpunt, zodat dat doorklinkt bij de gasbedrijven. Het college heeft overigens de stellige indruk dat er een goed contact bestaat tussen de Friese gasbedrijven onderling, met name over deze zaak, en via de gasbedrijven ook met de Vereniging voor Friese Gemeenten (VFG). De heer Bijkersma heeft nog een aantal opmerkingen gemaakt over het schoonhouden van de straat en de voorlichting daarover. Ik heb daarvan goede nota genomen en zal trachten in de geest van de woorden van de heer Bijkersma te handelen. Mevrouw De Jong heeft met betrekking tot Aldlan gezegd dat een stuk waarheid goed kan werken. Met die uitspraak ben ik gelukkig. Ik ben het volstrekt met haar eens, maar ik heb ook de stellige in druk dat ik pas op een termijn van een aantal weken een stuk/e waarheid heb„ En dat moet je wel heb ben voordat je zekerheid hebt. De heer Buurman is terecht teruggekomen op de elektriciteitsprijzen en op de winst van het Ge meentelijk Electriciteitsbedrijf (GEB). Hij noemt daarbij terecht de minder draagkrachtigen Aan zijn adres zou ik willen zeggen dat wij bezig zijn, in navolging van de provincie, met een verlaging van de prijzen. Wij hebben in het kader van de herwaardering en de bezuiniging een heel stuk van de reserves

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 58