121
de voorlichting en dat wij op basis van verkeerde cijfers een beslissing hebben genomen. Als wij het
college er dan aan houden dat het geld weer op tafel zal komen, dan zijn wij volgens mij op een punt
gekomen dat wij helemaal niet meer hoeven te bezuinigen. Met andere woorden, het college opdragen
de gelden met betrekking tot de stadsverwarming, de ijshal, de evenementenhal - gedeeltelijk -, en de
manege boven water te halen. Als wij dat zouden doen, dan hoeven wij helemaal niet meer te bezuini
gen.
Ik vind het dus niet reëel om 200.000,voor de parkeergarage op te nemen De kans bestaat
natuurlijk dat de heer Van der Wal misschien over een paar jaar zegt: zie je wel, er is wat betreft de
parkeergarage sprake van een kleiner tekort. Ik kan mij dat best voorstellen als bijvoorbeeld het plein
afsluitend gebouw er komt, waardoor de parkeercapaciteit van de parkeergarage beter benut wordt en er
zodoende een kleiner tekort ontstaat. Maar het is nu niet het moment om daar al een voorschot op te
nemen en te zeggen dat wij voor wat betreft het exploitatie-tekort alvast 200.000,-- moeten opne
men.
De overige posten die vermeld staan onder genoemd punt 2 van het alternatief dekkingsplan zijn re-
eel. Die bezuinigingen zou je dus kunnen uitvoeren. Waar mijn fractie problemen mee heeft - ik denk
dat wij wat dat betreft de heer Bijkersma aan onze zijde vinden - is de onder dit punt opgenomen
25.000,-- voor public-relations. Wij vinden dat een belangrijke post, niet als doel maar als middel
om de stad beter te kunnen verkopen. Men moet een en ander ook zien in het kader van de motie Leeu
warden-stadsgewest en dat daardoor de economische bedrijvigheid in onze gemeente zal toenemen. Wij
zijn dus tegen deze post van 25.000, Op zich is dat natuurlijk geen reden om dan tegen motie nr.
5 van PAL te zijn. Want er valt wel wat te schuiven met uitgaven die door PAL zijn opgevoerd. Kortom,
een extra bezuiniging van 67.000,-- in plaats van 267.000, is een reële mogelijkheid.
Wat betreft punt 3 Extra inkomsten het volgende. Met betrekking tot het GEB is 800.000,— op
genomen als extra inkomsten. Willen wij dat bedrag realiseren dan zijn wij afhankelijk van twee ele
menten. Het eerste element is het standaard-inkoopcontract waar men landelijk mee bezig is. Het twee
de element is het opzeggen van het inkoopcontract zoals wij dat op dit moment met de provincie heb
ben. Deze twee elementen kunnen er in de toekomst toe leiden, maar dan moet het GEB natuurlijk niet
worden afgestoten - ik denk ook even aan het rapport van de Commissie Concentratie Nutsbedrijven
(CoCoNut) -, dat er met betrekking tot het GEB sprake kan zijn van een betere winstpositie. Ook wat
deze zaak betreft is er sprake van twee verschillende tijdstippen en daar kun je niet op vooruitlopen.
Wat de post Kosten decentralisatie 70.000,— betreft het volgende. Ik weet niet wat hier precies
mee bedoeld wordt. Landelijk is al geconstateerd dat de decentralisatie van de volkshuisvesting met be
zuinigingen gepaard gaat. Wij moeten wat deze zaak betreft niet betalen, maar gewoon de declaraties
indienen voor de extra kosten die de decentralisatie met zich meebrengt. Misschien kan hier nog een
toelichting op worden gegeven. Vandaar dat ik dus een vraagteken bij dief 70.000,— zet.
De laatste post onder punt 3 Extra inkomsten waar PAL een bedrag voor heeft opgenomen betreft de
Rijkssubsidie schoolbegeleiding per 1-1-1985 ad 380.000,-. Die post is niet reëel, omdat in de aan
vullende raadsbrief, bijlage nr. 450, deze 380.000,ook genoemd wordt. Van dat bedrag is volgens
mij 250.000,— gereserveerd voor bezuinigingen die moesten plaatsvinden in het kader van de meerja
renraming 1985-1988. Blijft dus over een reëel bedrag van 130.000,— dat PAL in het alternatief dek
kingsplan mee zou kunnen nemen.
Conclusie van mijn verhaal, mijnheer de voorzitter, is dat van de 267.000,— er voor mij maar
67.000, over blijft en dat van de 1.250.000,een bedrag resteert van ongeveer 200.000,
te weten 70.000, plus 130.000, Het totaal van de extra bezuinigingen en de extra inkomsten
is dus 67.000, en 200.000, is 267.000, Dat bedrag moet ik dus stellen tegenover de extra
uitgaven 6 1.099.000, Op grond daarvan moet ik namens mijn fractie de conclusie trekken dat er
geen sprake is van een sluitende begroting. Een en ander ontslaat mij er van om nog in te gaan op de
posten die genoemd staan in het alternatief dekkingsplan van PAL onder punt 4 Extra uitgaven, hoewel
daar wel bijzonder interessante posten in zijn opgenomen.
Wat de 130.000,— betreft aangaande de bezuiniging schoolbegeleiding wil ik nog even verwij
zen naar het verhaal dat mevrouw De Haan in dat kader heeft aangeroerd.
Mevrouw Willemsma-de Jong: Mijnheer de voorzitter, het voorstel waar ik nu mee kom heeft te ma
ken met een stukje bejaardenwerk. Bij de behandeling in de Commissie voor Volksgezondheid en Maat
schappelijke Dienstverlening is een en ander al aangekaart. In het beleidsplan 1985-1989 komt op blad
zijde 11-38, onder 620.02: bejaardenwerk, ook de situatie van het dienstencentrum Huizum aan de or
de. De situatie is zo dat de andere dienstencentra, het Vliet en Willem Sprenger, de beschikking heb
ben over een full-time projectleider plus een full-time medewerker. Het dienstencentrum Huizum heeft
122
een halve formatieplaats minder. Het college onderkent dit ook, zie het beleidsplan. B. en w. stellen
voor om de halve formatieplaats in 1987 te vervullen in het kader van nieuw beleid. Ons voorstel is om
dat al in 1985 te doen en wel om de volgende reden. Het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en
Cultuur (WVC) komt, voor wat het ouderenbeleid betreft, met het zogenaamde flankerend beleid op de
proppen. In bejaardenoorden wil men minder opname en een vervolg is dan dat een beroep wordt gedaan
op bejaardenoorden en dienstencentra om meer te doen voor de in de wijk wonende ouderen en invali
den. Een taakverzwaring dus.
Voor deze taak komt ook geld ter beschikking via de provincie. De gemeente moet, wil men aan
spraak maken op een bijdrage van de provincie, dan aantonen geld voor het flankerend beleid nodig te
hebben. Het hoeft naar mijn mening geen betoog dat Leeuwarden genoeg argumenten voorhanden heeft
om die behoefte aan te tonen. Toename van het aantal ouderen is een gegeven. Het is bekend dat het
beleid van de rijksoverheid er op gericht is de bejaarde burgers zo lang mogelijk in eigen omgeving, in
eigen huis te laten wonen. Dit kan niet zonder dat daar iets tegenover staat in de vorm van een of an
dere hulp. Wat dat betreft is er ook weer sprake van meer werkgelegenheid.
Omdat Huizum-West ook niet over een bejaardenoord beschikt, vindt onze fractie het redelijk dat
daarom het dienstencentrum Huizum volgend jaar al over deze halve formatieplaats beschikt. Ik wacht
graag het antwoord van het college af. Eventueel heb ik een motie om zodoende de raad te vragen wat
die daar van vindt.
De heer Visser: Ik wil een opmerking maken over de herwaardering binnen de sector onderwijs en
speciaal wat betreft de in het geding zijnde stimuleringsleerkrachten. Het college stelt dienaangaande
voor dat de voor 1988 geplande leerkracht wordt teruggenomen als zijnde een stukje nieuw beleid. Ons
standpunt hierin is het volgende. Deze zaak is ook aan de orde geweest in de Commissie voor het On
derwijs. Ik heb toen van onze kant gesteld dat wij onvoldoende zicht hebben op de nieuwe formatie
plaatsregeling. Wij kunnen dus op dit moment niet beoordelen welke mogelijkheden er zouden kunnen
zijn om het voorstel van b. en w. in te passen. Als die inpassing mogelijk zou zijn, zou er helemaal
geen bezwaar zijn om deze post terug te nemen. Vooralsnog staan wij ook wel achter dit voorstel van b.
en w. Er is zonet ook een koppeling gelegd met een eventuele rijkssubsidie voor de schoolbegeleiding;
wat dat betreft zal er nog heel wat water door de Potmarge moeten stromen voordat dat zover is. Wij
vinden het op dit moment echter prematuur om op basis van genoemde koppeling een besluit ter zake te
nemen. Ik wacht graag het antwoord van de wethouder af.
De heer Burg: Ik wil even ingaan op hetzelfde onderwerp als waarover mevrouw Willemsma zonet
heeft gesproken. Zoals terecht in het beleidsplan onder het betreffende hoofdstuk over het bejaardenbe
leid wordt gesteld, heeft het dienstencentrum Huizum, in tegenstelling tot andere dienstencentra,
slechts een halve formatieplaats. Een lacune die in het kader van nieuw beleid en in dit geval dan ook
nog het nieuwe flankerend bejaardenbeleid wel wordt vermeld. Toch is het voorstel van het college om
pas in 1987 van de halve formatieplaats een full-time baan te maken. In principe staat onze fractie
achter het voorstel van mevrouw Willemsma. Wanneer zij daarover een motie zal indienen zullen wij
die steunen, maar alleen dan wanneer blijkt dat er dienaangaande via de provincie of het ministerie ex
tra middelen ter beschikking komen. Wanneer dit pas het geval zou zijn in 1986 of in 1987, dan hebben
wij er geen moeite mee deze maatregel een jaar op te schuiven.
Voor wat betreft de aanleg- en ovemachtingsprijzen voor de varende recreanten, aanleggende aan
de singels in Leeuwarden, hebben wij, gezien het feit dat de voorzieningen de laatste jaren nogal zijn
veranderd en de unieke mogelijkheid die Leeuwarden wat dat betreft biedt, begrip voor de hierover door
mevrouw Wiel inga gemaakte opmerkingen. Wij kunnen ons daarbij aansluiten.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ik wil ook graag een paar opmerkingen maken, mijnheer de voor
zitter. Allereerst iets over het emancipatiebeleid. Wij betreuren de vertragingen in het tot stand komen
van activiteiten voor emancipatie binnen verschillende werkvelden. Wij zien daarvoor mede de oorzaak
in de onnodig lange procedure voor aanstelling van een nieuwe emancipatiewerker. Graag willen wij
weten wat de reden van de vertragingen is. Wij dringen aan op een spoedige voortgang in deze vacatu
re-vervulling.
Dan de verlaging van het verlichtingsniveau van verkeerswegen. Wij kunnen daarmee wel instem
men. Wel hebben wij steeds bezwaar gemaakt tegen een verlaging van het verlichtingsniveau in woon
wijken en de binnenstad. Wij blijven aandringen op een zodanig verlichtingsniveau dat het gevoel van
onveiligheid van bewoners niet te groot wordt. Ook in het kader van de bestrijding van de kleine crimi
naliteit en het vandalisme is ons inziens onder andere voldoende verlichting een noodzaak.