12
De heer Pruiksma: Mijnheer de voorzitter, leden van de raad. Bij de aanvang van deze algemene
beschouwingen, zo ruimschoots over de helft van deze raadsperiode, is het wellicht goed een paar op
merkingen te wijden aan de staatkundige conceptie die ten grondslag ligt aan de manier waarop wij als
christen-democraten tegen bestaan en functioneren van de gemeenteraad aankijken. De Gemeentewet
bepaalt dat aan de raad toekomen alle bevoegdheden die niet zijn toegekend aan b. en w. of aan de
burgemeester. De heer Meijerhof sprak daarover zojuist ook al. Uit deze omschrijving valt af te leiden
dat de wetgever met die negatieve opsomming heeft bedoeld te zeggen dat, om het privaat uit te druk
ken, er sprake is van een bedrijf met een statutaire directie. En zolang je geen Nijefurd heet betekent
dat dat er ten aanzien van het bestuur van de gemeente sprake is van een gezamenlijke verantwoorde
lijkheid van de raad. Het is dan maar zeer de vraag of het juist moet worden geacht, zoals in de visie
van sommigen gebeurt, dat in een gemeenteraad parlementje wordt gespeeld op een wijze die Den Haag
Vandaag waardig is.
Deze gedachten bekropen mij bij lezing van het interview in de Leeuwarder Courant met de heer
Johan Schagen ter gelegenheid van zijn aftreden als lid van deze raad. Schagen sprak in hoofdzaak
over drie dingen. Ten eerste. De in zijn ogen grenzeloze denkluiheid van het CDA (bedoeld zal zijn de
CDA-fractie in deze raad). Ten tweede. Zijn motie waarop geheel welzi jnsleeuwarden thans nog teert.
Ten derde. De omstandigheid dat hij door het aanvaarden van een volledige baan geen kans meer zag
zijn raadslidmaatschap naar behoren te vervullen. Om met dat derde punt te beginnen: kennelijk is het
in de visie van Schagen zo dat de hoedanigheid van raadslid slechts kan zijn voorbehouden aan nieuwe
vrijgestelden en parttimers. Zover zal Schagen vermoedelijk niet hebben doorgedacht, maar de conse
quenties van zijn redenering voor het functioneren van lokale democratie zijn daarom niet minder fnui
kend; mij is overigens nog niet gebleken dat het denkende deel van de natie zijn opvattingen op dit
punt deelt. Voor zover Schagen bedoeld heeft te zeggen wat hij heeft gezegd inclusief de daaraan te
verbinden consequenties, wijs ik zijn opvattingen namens mijn fractie krachtig van de hand. Aard en
inrichting van het lokaal bestuur dienen langs politieke lijnen gestalte te krijgen middels een zo breed
mogelijke deelname van burgers aan dat bestuur. En beroepspolitici buiten de kring van wethouders ho
ren in een gemeenteraad niet thuis. Niet voor niets is binnen het CDA een combinatie van meerdere po
litieke functies volstrekt uitgesloten.
Met het voorgaande heb ik eigenlijk ook al een voorschot genomen op de discussie rond de ver
meende denkluiheid die aan mijn fractie, althans aan leden daarvan, wordt toegedacht. Afgezien van
het feit dat het geen kenmerk van de grootste wijsheid is schouderklopjes aan je zelf uit te delen - an
ders valt het verhaal van Schagen over zijn motie nauwelijks te kwalificeren -, het verhaal laat ook
geen enkele ruimte voor de erkenning dat meerdere wegen naar hetzelfde stadhuis leiden. Nogmaals, de
gemeenteraad is een forum van geheel eigen kaliber waar in de sfeer van coöperatie aan het welzijn van
de inwoners wordt gewerkt, en niet het trainingskamp voor diegenen die op termijn hun politieke heil op
het Binnenhof in Den Haag hopen te zoeken. Ik ben er eerlijk gezegd niet gerust op dat tegenstanders
van mijn visie op dit stuk van zaken in de lokale politiek de begrippen politiseren en polariseren vol
doende uit elkaar weten te houden. Het functioneren van een gemeenteraad dient in onze politieke fi
losofie te zijn gericht op eenheid in verscheidenheid. Dat veronderstelt een grote mate van loyaliteit
tegenover de andere leden van de raad en het uit die raad gekozen college. Mede om die reden is het
op een andere legitieme wijze beleven van politieke realiteiten omschrijven als denkluiheid niet alleen
getuigend van slechte smaak, maar bovendien het bedrijven van politiek op de manier van: lekker puh!
Zo te handelen behoort ten enenmale niet tot onze politieke cultuur; op het moment dat dat wèl zo zou
zijn stap ik op. Ook om die reden zult u in de Groene Pepers, als dat blad zou bestaan, geen toela
tingsexamen van leden van de PvdA-fractie voor de volgende coalitie tegenkomen. Nu die materie in
de Rooie Pepers niet door het fractiebureau, maar door een figurant in de politieke marge is geïnitieerd
laat ik het hier verder rusten, na te hebben opgemerkt dat je naar ons oordeel zo niet met elkaar omgaat
en dat iets dergelijks op landelijk niveau door de PvdA als politiek overspel pleegt te worden aange
duid. En wat het werkelijke bestaan van denkluiheid betreft, ik meen te kunnen volstaan met een ver
wijzing naar de in het verleden gevoerde discussies rond grondexploitatie en financiering, werkgelegen
heid, onroerend goedbelasting, integratie groenonderhoud, financiering van de manege en nog een paar
van die dingen. Maar ik erken dat het evenmin tot onze politieke stijl behoort om steeds maar weer te
roepen: zie je wel, wij hebben het altijd wel geweten.
De positie van Leeuwarden in het algemeen
De discussie rond Leeuwarden stadsgewest ligt nog vers in het geheugen; de heer Meijerhof sprak
daarover reeds. Het rijk heeft Leeuwarden, en daarmee heel Friesland, afgescheept met de aanwijzing
tot concentratiekemDoor de onevenredige aandacht die er bestaat voor de Randstad en het Zuiden en
door er vanuit te gaan dat na Zwolle alleen nog Groningen komt, worden de in Leeuwarden strikt nood
13
zakelijke ontwikkelingsmogelijkheden gewoon de nek omgedraaid. Het blijft daarom onze taak in woord
en daad te blijven strijden voor breder beleidsinstrumentarium ten behoeve van de ontwikkeling van on
ze gemeente en daarmee van de hele regio. Om die reden hebben wij de door de heer Meijerhof inge
diende motie over Leeuwarden stadsgewest van harte ondertekend en ondersteund.
Andere gevaren doemen echter aan de horizon op. Uit informaties van andere politieke colleges is
ons gebleken dat door rijk en provincie wordt gewerkt aan een zodanige herschikking van taken op het
gebied van wegen onderhoud dat te vrezen valt dat de verdubbeling van rijksweg 32 Heerenveen-Leeu-
warden ondergeschikt zal worden gemaakt aan verdubbeling van de rijksweg Drachten-Leeuwarden. Het
lijkt ons dat dat voor Leeuwarden volstrekt onaanvaardbaar is om twee redenen. Ten eerste. Een omweg
van 50 kilometer in het rijkswegennet om Leeuwarden te kunnen bereiken via 4-baanswegen gaat vol
strekt voorbij aan de centrale positie die Leeuwarden in het gewest en in de provincie inneemt tegen
over bijvoorbeeld Drachten. Ten tweede. Het levert voor Leeuwarden andermaal een niet-acceptabele
achterstand op in de commerciële competitie met de rest van Nederland. De naam van Leeuwarden wil
deelnemers aan het Haagse circuit kennelijk alleen te binnen schieten als het gaat om het elders vesti
gen van Postbank en Militaire Apotheek in die zin, dat het ontbreken van 4-baansverbindingen ons als
gebrek wordt aangewreven. Dat moet afgelopen zijn. Ik dien daarom een motie in met de volgende
tekst
Motie 3.
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 17 december
1984,
overwegende dat:
- aan Leeuwarden door de rijksoverheid een bijzondere plaats is en wordt
toegekend in de voornemens met betrekking tot het regionaal sociaal be
leid alsmede het verstedelijkingsbeleid;
- dit ook met kracht wordt ondersteund door het provinciaal bestuur en on
der meer tot uitdrukking is gebracht in het Streekplan Friesland en het
Provinciaal Sociaal-Economisch Beleidsplan,
constaterende dat telkenmale de realisering van deze voornemens wordt be
lemmerd en/of vertraagd doordat Leeuwarden niet rechtstreeks via een auto
snelweg is verbonden met het rijkswegennet,
van oordeel zijnde dat:
- de hoogste prioriteit toegekend dient te worden aan zo'n directe verbin
ding en dat het in dit kader noodzakelijk is daadwerkelijk een begin te
maken met de voorbereidingen welke nodig zijn om tot ombouw van de
wegverbinding Leeuwarden-Heerenveen tot autosnelweg te geraken;
- een wijziging of verschuiving van deze prioriteit door welke beslissing
en/of maatregel dan ook van de hand wordt gewezen,
besluit:
a. het bovenstaande ter kennis te brengen van het provinciaal bestuur en er
bij dit bestuur met de grootst mogelijke klem op aan te dringen om met
het gemeentebestuur van Leeuwarden gezamenlijke stappen te onderne
men om hieraan uitvoering te geven;
b. de inhoud van deze motie ter kennis te brengen van de ministers van Ver
keer en Waterstaat en van Economische Zaken en van de beide Kamers
der Staten-Generaal met het dringende verzoek om dit tot hun eigen
standpunt te maken bij de voorbereiding en uitvoering van het rijksbeleid
ter zake.
De motie is mede-ondertekend door alle fractievoorzitters uit deze raad. (De Voorzitter: De motie is
voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.)
Op meerdere punten is waakzaamheid geboden. De ontwikkelingen rond het Sociaal Hoger Onder
wijs Friesland hebben laten zien dat je er met toezeggingen alleen nog niet bent. In zoverre lijkt het
niet verstandig kritiekloos optimistisch te staan tegenover vestiging van een propaedeuse rechten zolang
geen definitieve duidelijkheid bestaat over meer permanente ontwikkelingen. Met betrekking tot het
hoger beroepsonderwijs dient een zelfde standpunt te worden ingenomen. Een half ei is weliswaar beter
dan een lege dop, maar om een dood vogeltje zit niemand te springen. Dat het college in Den Haag
blijft strijden voor fondsen ten behoeve van de aanleg van de Oostergoweg heeft in dit verband de vol-