163 nisaties die discrimineren. De PvdA-fractie verklaarde zelf ook zeer alert te zullen zijn op mogelijke discriminatie. Rond diezelfde tijd was het nu voorliggende programma voor de eerste keer aan de orde in de Commissie voor Wel zijnsaan gelegen hedenIk heb daar gevraagd of het college van b. en w. bereid was om aan het Leger des Hei Is twee vragen voor te leggen, namelijk de visie van het leger op homo seksualiteit en hoe het daarmee omgaat binnen de eigen organisatie en het standpunt van het leger met betrekking tot de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika. Tot mijn verbazing weigerde de wethouder dat met het argument dat het eind dan zoek zou zijn, omdat je dergelijke vragen dan aan veel meer organisaties zou moeten stellen. Ik heb toen beargumenteerd waarom wij met het Leger des Heils zouden kunnen be ginnen. Er waren veel perspublikaties rondom het leger geweest. Andere gemeenteraden en colleges van b. en w. hadden hetzelfde gedaan als dat waar ik tijdens de commissievergadering om vroeg. En óls dat nodig is zou je inderdaad meer organisaties moeten aanschrijven. Het is toch geen redelijk argument dat je, omdat discriminatie zo breed verbreid is in onze samen leving, dan maar geen begin moet maken met het aanpakken daarvan? Wij maken ons erg boos als men sen zeggen dat er dan sprake is van een heksenjacht. Het aanpakken van mogelijke discriminatie met zo'n opmerking afdoen is wel erg goedkoop en leidt tot een veel te passieve houding. Ook wij hopen dat het niet nodig is om meer groepen en organisaties aan te spreken op hun mogelijk discriminerende opstelling. Maar na de CDA-partijraad van afgelopen zaterdag zijn wij daar somber over. Als de vrij heid van particuliere instellingen, overigens goeddeels betaald uit gemeenschapsgelden, bestaat uit de vrijheid tot discriminatie, dan mag dat grondrecht van ons ondergeschikt worden gemaakt aan andere grondrechten. Ik wil eigenlijk niet zoveel woorden vuil maken aan de intolerantie van een groot deel van de op een na grootste partij in Nederland. Het commentaar van bijvoorbeeld de heer Noordmans in de Leeuwarder Courant was wat dat betreft duidelijk genoeg. Helaas zonder het gewenste succes overi gens. Voor de vrijheid tot discriminatie binnen christelijke particuliere organisaties, die werkelijk kan leiden tot een heksenjacht op homoseksuelen, zouden wij dan zogenaamd respect moeten hebben. Maar voor het aanpakken van mogelijk discriminerende organisaties in Leeuwarden zelf loopt het college niet warm. Daarom dan nu maar over naar het Leger des Heils zelf. Wij willen vooropstellen dat wij respect hebben voor een aantal activiteiten van het Leger des Heils; daar hoeft de discussie dan zo meteen ook niet over te gaanToen b. en w. weigerden een aantal vragen voor te leggen aan het Leger des Heils heeft PAL dat zelf gedaan. Op grond van de beantwoor ding van de schriftelijke vragen, nadere telefonische toelichting van het Leger des Heils en informatie van andere steden - er is ons ook informatie verschaft door de secretarie in Leeuwarden, waarvoor wij zeer erkentelijk zijn - komen wij tot de volgende conclusie. Het Leger des Heils kent een arbeidsorga nisatie en een geloofsgemeenschap, die te onderscheiden zijn. Aan de mensen die alleen behoren tot de arbeidsorganisatie worden geen eisen gesteld met betrekking tot hun seksuele levenswandel. Die eisen worden wel gesteld aan hen die zich in vrijwilligheid bij de geloofsgemeenschap aansluiten. Zij hebben zich te houden aan een aantal richtlijnen, aan de hand waarvan bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam concludeert, ik citeer: "Het Leger des Heils accepteert geen homoseksuele heilsoldaten of officieren. Wordt homoseksualiteit bij heilsoldaten of officieren geconstateerd, dan dient de betrokkene het leger te verlaten Nu zal een deel van de hier aanwezige raadsleden waarschijn lijk stellen dat het het goed recht is van het Leger des Heils om te discrimineren. Het gaat immers om een club waarbij je je in vrij heid aansluit. De vraag is echter of dit juridisch gezien een verdedigbaar standpunt is. Voor een deel is die problematiek natuurlijk vergelijkbaar met al genoemde CDA-opvatting over homoseksuelen in chris telijke ziekenhuizen, op scholen, enz. Voor hen echter die achter de Wet gelijke behandeling staan - in deze raad zijn het in ieder geval landelijk gezien de fracties van PvdA, VVD, D'66 en PAL - is het interessant te weten dat in die wet iedere discriminatie op grond van homoseksualiteit verboden wordt, uitgezonderd - ik haal dan de toelichting aan van bedoelde wet - voorzieningen en activiteiten van godsdienstige aard en in verband met bezinningsbijeenkomsten van levensbeschouwelijke aard. Dat is de enige uitzondering. Maar dat soort activiteiten en bijeenkomsten is nu ook juist niet subsidiabel in het kader van de onlangs vastgestelde Algemene Subsidieverordening. In artikel 25 van deze verorde ning wordt immers uitgesproken dat activiteiten, die naar het oordeel van het bevoegd gezag tot doel hebben de godsdienstige, levensbeschouwelijke of politieke identiteit van de instellingen in stand te houden of te versterken, niet voor subsidie in aanmerking komen. Conclusie. Of het Leger des Heils discrimineert waar dat niet mag volgens de Wet gelijke behande ling óf het moet zich beroepen op het intern gerichte van de activiteiten. Maar dan komt het Leger des Heils sowieso niet meer voor subsidie in aanmerking. Op het moment dat het Leger des Heils besluit sub sidie aan te vragen betekent dat dat het zelf van mening is dat die activiteiten blijkbaar niet tot doel hebben om de identiteit in stand te houden of te versterken, want anders zou het geen subsidie krijgen. Ten aanzien van de zangbrigade van het Leger des Heils kun je daar al grote twijfels over hebben. Ge 164 steld dat je aanneemt dat de activiteit de identiteit niet versterkt en er dus in principe subsidie zou kunnen worden verleend, dan speelt op dat moment de vraag of je als overheid een organisatie mag sub sidiëren die zelf toegeeft dat zij op dit punt discrimineert. De subsidie-aanvragen gaan niet - dat heeft men mij ook telefonisch nog een keer bevestigd - over de arbeidsorganisatie maar over de geloofsge meenschap ten aanzien waarvan de discriminerende regels gelden. Neem bijvoorbeeld de zangbrigade van het Leger des Heils. Deze bestaat uitsluitend uit heilsoldaten en officieren. Homoseksuelen kunnen hiervan dan ook geen deel uitmaken. Op mijn vraag of die dan ook als niet-heilsoldaat zouden mogen meezingen werd ontkennend geantwoord. Naar de mening van onze fractie moet artikel één van de nieuwe Grondwet, waarin iedere vorm van discriminatie ontoelaatbaar wordt verklaard, en de uitwerking daarvan in andere wetten, waarbij het gaat om de zogenaamde horizontale werking - dus die tussen burgers onderling; zoals de Wet gelijke behandeling -, voor fracties die discriminatie actief willen bestrijden aanleiding zijn om het Leger des Heils niet te subsidiëren. Daar komt bij dat het de vraag is in hoeverre het uitsluiten van homoseksuelen van de door ons gesubsidieerde activiteiten te rijmen valt met artikel 10 van de Algemene Subsidiever ordening, waarin staat dat een instelling een open karakter moet hebben wil zij voor subsidie in aan merking komen. Of moet "open" verstaan worden als: open voor iedereen die over blijft, nadat wij een aantal discriminerende eisen hebben kunnen stellen? Onze conclusie zal wel duidelijk zijn en daarom dien ik de volgende motie in. Motie 5. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 19 decem ber 1984, behandelende het Programma Sociaal-cultureel Werk 1985, overwegende dat: - de raad een beleid voert waarin iedere vorm van discriminatie bestreden wordt; - te subsidiëren activiteiten eveneens hieraan behoren te voldoen en ook om die reden een open karakter behoren te dragen (artikel 10, lid c, van de Algemene Subsidieverordening); - het Leger des Heils subsidie vraagt voor een aantal activiteiten waarvan homoseksuelen bij voorbaat zijn uitgesloten; - dit activiteiten zijn die niet liggen op het gebied van de interne bezin ning noch tot doel hebben de godsdienstige identiteit in stand te houden of te versterken, aangezien deze niet subsidiabel zijn op grond van arti kel 25, lid c, van de Algemene Subsidieverordening, besluit de subsidie-aanvragen voor de zangbrigade en het jeugdwerk van het Leger des Heils voor het jaar 1985 niet toe te kennen." De motie is mede-ondertekend door de heer Siemonsma. (De Voorzitter: De motie is voldoende onder steund en maakt deel uit van de beraadslagingen.) Tot slot nog een korte opmerking over BLUT en de Stichting Project Mensen zonder Werk. Wij zijn blij dat BLUT alsnog voor subsidiëring in aanmerking komt ingaande 1985 en wel voor het gevraagde be drag van 8.000, Een verdere discussie daarover voeren wij wel als het voorstel eind januari op ta fel ligt. Wat betreft de Stichting Project Mensen zonder Werk het volgende. Wij kunnen ons verenigen met de voorstellen dienaangaande, alleen niet met de voorgestelde huisvesting in de Haniasteeg. Kan dit element nu uit de voorstellen worden gehaald en een keer apart besproken worden? Ik heb namelijk be grepen dat ook bij andere fracties grote twijfels bestaan of het juist is om de Stichting Project Mensen zonder Werk daar te huisvesten. Dit was mijn bijdrage in eerste instantie. De heer Buurman: Mijnheer de voorzitter, het is innerlijk tegenstrijdig wanneer enerzijds aange drongen wordt op een gelijktijdig tot ontwikkeling brengen van de sociaal-culturele planning en de ge meentelijke beleidsplanning en vervolgens bedenkingen te uiten vanwege de opeenhoping van door raadsleden te verwerken stukken. Het is mij echter glad onmogelijk gebleken de jongste vergadering van de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden d.d. dinsdag 11 december j.l.bij te wonen, aangezien ik in die week geacht mocht worden bezig te zijn met de te houden algemene beschouwingen, hetgeen tot de laatste prioriteit heeft geleid. Voorts moeten wij in aanmerking nemen dat er een verzoek was van b. en w. om vrijdag daaraanvolgend, 14 december, een kopie in te leveren van de algemene beschouwin-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 84