169 belang", maar dat is mede op verzoek van de heer Duijvendak weggelaten. Wij krijgen dus alleen te maken met de vraag of iets in strijd is met de wet. Er was ook nog een artikel 25, tweede lid, als ik mij goed herinner, waarin sprake was van "niet in strijd met het gemeentelijk beleid", maar ook dat artikel is op verzoek van de raad weggelaten. Blijft dus over: is er strijd met de wet. Er is ook nog genoemd het punt van de openheid, een instelling moet open zijn. Ja, in principe toegankelijk voor iedereen, mits men zich wenst te houden aan de door de vereniging zelf gestelde regels. Een vereniging mag re gels stellen, mits die wederom niet in strijd zijn met de wet. Wij zijn dan weer terug bij dat zelfde punt. De heer Duijvendak heeft geciteerd uit een stuk dat ik heb opgevraagd bij de gemeente Amsterdam. Het is overigens niet het enige stuk, want er zijn soortgelijke stukken uit Groningen, waarin tot dezelf de conclusie wordt gekomen. De heer Duijvendak heeft wel geciteerd, maar is daarbij niet volledig ge weest. Ik zal proberen aan te geven waf ik daarmee bedoel. De aangelegenheid die de heer Duijvendak nu aan de orde stelt, is dus al eerder in andere plaatsen in Nederland aan de orde geweest, onder ande re in Amsterdam en Groningen. Het college van b. en w. van Amsterdam heeft een uitvoerige notitie gemaakt voor de raad en heeft op 18 juli 1984 een brief geschreven aan de commandant van het Leger des Heils als reactie op deze zaak. Het college is bereid om deze notities ter inzage te leggen, opdat men daar kennis van kan nemen. De conclusie waartoe men in Amsterdam komt is dat de eis, die het Leger des Heils stelt aan heil soldaten en offieren die op vrijwillige basis toetreden en de belofte afleggen, niet in strijd is met arti kel één van de Grondwet. De heer Duijvendak was niet toegekomen aan dit citaat, maar het is aan te treffen in het stuk. Het college van b. en w. van Leeuwarden heeft bij bestudering van de betreffende stukken - er staan nog veel meer interresante dingen in - geen aanleiding gevonden om tot een andere conclusie te komen. Er is dus geen strijd met artikel één van de Grondwet. De heer Duijvendak heeft in dat kader ook nog de, overigens in ontwerp zijnde, Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen genoemd en daarbij datgene aangehaald wat CDA-geledingen daarvan zouden vinden. Op zich zelf is dat voor deze discussie volstrekt niet interessant. Interessant is alleen de vraag of er nu strijd is met de wet, gelet op het handelen van het Leger des Heils. Conclusie van dit college is, gelet ook op de uit voerige stukken van Amsterdam, dat dat niet het geval is. Daarmee is wat ons betreft de kwestie afge daan De heer Duijvendak wil niet praten over de waardering die hij toch voor bepaalde activiteiten van het Leger des Heils heeft. Ik wil dat ook niet doen, hoewel ik die waardering ook heb. Wel wil ik daarover nog een paar opmerkingen maken. Wat subsidiëren wij namelijk? Wij subsidiëren activiteiten die worden uitgevoerd door medewerkers van het Leger des Heils of die zich richten op cliënten van het Leger des Heils. Ook aan die mensen worden de eisen, die de heer Duijvendak zojuist even noemde, niet gesteld. Met andere woorden, ook daarin wordt geen reden gevonden om alsnog niet tot subsidië ring over te gban De heer Duijvendak heeft verder gezegd dat hij blij is met het voorstel aangaande de Bond van Leeuwarder Uitkerings Trekkers (BLUT). Ik wil het wat dit onderwerp betreft hierbij laten, want wij zul len daarop op 28 januari a.s. terugkomen. De heer Duijvendak heeft ook nog een vraag gesteld over de Stichting Project Mensen zonder Werk en daarbij de Haniasteeg genoemd. Ik heb begrepen dat wethouder Kessler daar straks nog even op in zal gaan Tenslotte de heer Buurman. Hij heeft er op gewezen dat je niet aan de ene kant kunt vragen om een gelijktijdige behandeling van programma en beleidsplan en aan de andere kunt klagen over het feit dat dat dan gedaan wordt, een beetje veel tijd in beslag neemt en werk kost. Ik ben dat wel met de heer Buurman eens. Hij is het in algemene zin met de wijze van subsidieverstrekking om een aantal redenen niet eens. Ik vind het niet zo nuttig om daar nu opnieuw met hem de degens over te kruisen. De heer Buurman heeft overigens ook niet concreet aangegeven op welke punten hij het dan niet eens is of hoe hij een en ander anders gehad had willen hebben. Dat geeft dus niet veel aanknopingspunten tot een nadere discussie. (De heer Buurman: Ik dacht dat u dat onderhand wel bekend was.) Ja, maar ik con stateer alleen dat u dat niet concreet op punten heeft aangegeven. (De heer Buurman: Dat zal alleen maar tot herhaling leiden.) Wij nemen er kennis van dat uw ethische normering anders ligt dan de onze. Mijnheer de voorzitter, ik denk - ik heb daar althans een poging toe gedaan - dat ik alles heb ge zegd. Als laatste nog dit. Ik heb net een boekje gekregen van de heer Hollander uit Oldegalileën Daarin staat een heel mooi kerstgedicht, waarvan de eerste twee regels als volgt luiden: "Laat het stil /zijn in uw nacht, leer ons eindelijk te zwijgen 170 De heer Kessler (weth.): De PAL-fractie kan zich verenigen met de voorstellen met betrekking tot de Stichting Project Mensen zonder Werk, maar vraagt zich af of wij vanavond ook een beslissing nemen over de huisvesting. Ik kan haar wat dat betreft geruststellen. Wij besluiten vanavond nog niet over de huisvesting in het pand Haniasteeg van de Stichting Project Mensen zonder Werk. Sterker nog, het col lege heeft zich daar onlangs nader op beraden. Wij hebben namelijk, net als dat het geval is bij een aantal fracties, wat aarzelingen om in het pand Haniasteeg die investeringen te doen die nodig zijn om de Stichting Project Mensen zonder Werk daar goed in te huisvesten. Het pand Haniasteeg was uiteinde lijk toch ook altijd bedoeld voor instellingen die goedkope huisvestingsruimte zochten. Wij hebben in dat kader een aantal dingen besloten. In de eerste plaats maken wij een pas op de plaats. Wij gaan eerst na of er misschien andere instellingen of bedrijfjes zijn die geïnteresseerd zijn in huisvesting in het pand Haniasteeg. Dat zullen wij doen door middel van een advertentie. Een uitgangspunt daarbij is dan dat de aanpassing van het pand niet mogelijk is. Dat wil zeggen dat zelfwerkzaamheid een eerste ver eiste is en dat het bestaande afwerkniveau gehandhaafd moet worden. Een ander uitgangspunt is dat een eventuele huisvesting van dat soort instellingen op geen enkele manier aanvullende subsidies van de ge meente noodzakelijk mag maken. Dat laatste is wat het college betreft een heel hard uitgangspunt. Krijgen wij naar aanleiding van de advertentie niet genoeg aanmeldingen, dan gaan wij alsnog door op de lijn van genoemde stichting. Krijgen wij voldoende aanmeldingen, dan zullen wij voor de Stichting Project Mensen zonder Werk andere huisvesting moeten zien te zoeken. Wij hebben aangaande dit punt tevens besloten dat wij de raad desalniettemin vanavond voorstellen de geraamde huisvestingslasten van de Stichting Project Mensen zonder Werk vast te stellen. Komt de stichting in het pand Haniasteeg, dan hebben wij dat bedrag nodig. Komt men daar niet in maar ergens anders, dan zal dat bedrag als bovengrens functioneren en vermoedelijk toch voor een heel groot ge deelte nodig zijn. Een en ander betekent natuurlijk wel dat wij de raad voorstellen de begroting zoals die nu gepresenteerd is in principe te accepteren, maar uiteindelijk wel met de restrictie dat wij de gelden pas beschikbaar stellen nadat de Stichting Project Mensen zonder Werk een huurcontract aangaat dat ook de goedkeuring van het college kan wegdragen. De heer Boelens: Nog een reactie op de ingediende moties, mijnheer de voorzitter. Motie 1 gaat over het Lesbisch Archief. Het standpunt van onze fractie mag als bekend veronder steld worden. Zolang de evaluatie betreffende de besteding van de 3.000,nog niet heeft plaatsge vonden, houden wij hetzelfde standpunt en zullen wij niet voor de motie van de fracties van PvdA en PAL stemmen. Wij volgen dus het voorstel van het college in deze. Motie 2 gaat over het gegrond verklaren van de bezwaarschriften van de wijken Molenpad en Vale- riuskwartier met betrekking tot sportieve recreatie. De toezegging van de wethouder vinden wij vol doende. Wij hebben dan ook geen reden om deze motie van PAL te steunen. Motie 3 gaat over de subsidie-aanvraag van De Roos. In eerste instantie hebben wij al gezegd dat de overweging die PAL aandraagt formeel niet klopt. Wij kunnen dus ook niet voor deze motie stemmen. De interpretatie van "niet uitstelbaar" en "niet voorzienbaar" is niet die welke wij vastgesteld hebben. PAL legt die interpretatie iets anders uit. Motie 4 gaat over de kinderopvang. Wij volgen dienaangaande de argumentatie van het college. Wij stemmen dus niet voor deze motie. Met betrekking tot datgene wat er over het Leger des Heils is gesteld sluiten wij ons aan bij de ar gumentatie die de wethouder in dezen naar voren heeft gebracht. Wij zullen dus niet voor motie 5 van PAL stemmen De wethouder heeft ook nog een opmerking gemaakt over onze reactie met betrekking tot het alsnog ingaan op een bezwaar van Sappho. Ik heb niets anders - dat heb ik ook in eerste instantie gezegd - kunnen lezen uit datgene wat in de raadsbrief staat. Er staat namel ijk: hebben wij begripvoorde argumentatie dat het hier gaat om organisatiekosten die rechtstreeks verbonden zijn aan de uitvoering van de subsidiabel verklaarde activiteit lees-/documentatiehoek"Het college erkent dat dat een grond is voor subsidie. De wethouder zegt nu dat hij, gezien zijn nautische achtergrond, wel eens moet laveren. Er had dan in de raadsbrief moeten staan"Na politiek overleg in het college hebben wij. want dan was het duidelijk geweest. Zo is een en ander echter niet geformuleerd. Vandaar mijn opmer king. De wijkvereniging Camminghaburen-Noord. Mevrouw De Haan is ook al even op deze kwestie in gegaan. Voor 1986 is er een mogelijkheid om gelden uit de projectenpot te krijgen. Ik had in de com missievergadering gevraagd of dat ook voor 1985 mogelijk was, maar dat is toen niet duidelijk gewor den. Uit het antwoord van de wethouder blijkt nu dat dat niet kan en dat hij dat tijdens de commissie vergadering niet wist. Met andere woorden, wij handhaven onze opstelling dat wij, wanneer de wijk-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 87