175 duidelijk is - daarbij heb ik die wet ook aangehaald - dat een en ander daarmee strijdig is. De fracties die dus achter de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen staan - die wet zegt iets over de ho rizontale verhouding, terwijl de uitwerking van de Grondwet meer de verticale verhoudingen regelt - zouden dan moeten stellen dat hetgeen waar het nu om gaat in strijd is met het ontwerp van die wet. Je kunt op het formele standpunt blijven staan dat nu niet aantoonbaar is dat er sprake is van strijd met ar tikel één van de Grondwet. Akkoord, dat constateert het college van b. en w. van Amsterdam ook. Je moet constateren dat er strijd is met het ontwerp van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrou wen. Wij kunnen nu in de raad zeggen dat wij die wet afwachten en dat wij volgend jaar tijdens de al gemene beschouwingen op deze kwestie terugkomen en dat de partijen die bedoelde wet hebben ge steund ook de motie van PAL aannemen. Dat zou ik een zeer slappe houding vinden. (De heer Pruiksma: Wij hebben vanmiddag in het seniorenconvent afgesproken om, ter bekorting van de vergaderduur, het aantal interrupties tot een minimum te beperken. Ik zondig nog één keer, mijnheer de voorzitter. Het is mij niet helemaal duidelijk wat de heer Duijvendak bedoelt met horizontale en verticale wetsstructuur. Artikel één van de Grondwet bedoelt evenzeer - hoewel het daar niet in wordt genoemd - selectieve verontwaardiging te bestrijden. Alles wat ik van de kant van de heer Duijvendak hoor is niets meer dan een heleboel bombarie en beleefde lippendienst aan het eigen armzalige ongelijk.) Ik wil nog wel een keer uitleggen waarom ik probeer zo zorgvuldig mogelijk te formuleren. Ik geef toe dat ik PAL-achtig breedsprakig, zelfs wijdlopig ben. Maar ik probeer zo zorgvuldig mogelijk aan te geven waarom wij vinden dat het Leger des Heils, op grond van politieke uitgangspunten, dit jaar en de volgende jaren, als het zijn houding handhaaft, niet voor subsidiëring in aanmerking komt. Er is een meningsverschil over de vraag in hoeverre er sprake is van strijd met artikel één van de Grondwet. Je moet concluderen dat er sprake is van strijd met de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en de politieke uitgangspunten van de meerderheid van deze raad. Mevrouw De Haan zegt nog een keer heel duidelijk dat haar fractie tegen bedoelde discriminatie is en dat zij die in principe niet wil tolereren. Wij vinden dan wel dat, ais je zo'n politiek oordeel met elkaar uitspreekt - ik hoop dat daarvoor een meerderheid in de raad is te vinden -, je daar ook consequenties aan moet verbinden. Dan kun je de redenering gaan ophangen, dat gebeurde ook van de kant van de PvdA, dat er een hek senjacht zal ontstaan. Het is waar dat je selectief bezig bent als je één organisatie neemt. Als je echter een begin maakt met de bestrijding van discriminatie, dan zul je selectief moeten zijn. Je moet eens zien wat voor moeite het kost om van één organisatie aan te tonen dat die discrimineert, omdat de wet geving duidelijk heel onvolledig is. Blijkbaar mag discriminatie dus en is dat niet in strijd met artikel één van de Grondwet. Blijkbaar mogen homoseksuelen dus geweigerd worden. Het is moeilijk om die discriminatie aan te pakken. Maar ik vind wel dat je moet proberen om discriminatie daar waar dat mogelijkerwijs naar voren komt, bij voorbeeld uit perspub I ikaties of naar aan leiding van discussies in gemeenteraden, aan te pakken. Ik vind het niet juist om dat een heksenjacht te noemen. Je moet constateren dat zo'n aanpak een begin is van een mogelijkerwijs Leeuwarder anti-discriminatiebeleid. Als je constateert dat discriminatie zo wijd verbreid is, dan is dat geen aanleiding om te zeggen dat er niets aan gedaan wordt omdat dat zo sneu is voor de ene organisatie die wij eruit pakken. Dat is dan juist een reden om de zaak veel systematischer aan te pakken en niet bij de pakken neer te gaan zitten. Ik kan mij voorstellen dat mensen, die grote sympathie hebben voor het Leger des Heils, het vreemd vinden dat wij deze organisatie nu op deze kwestie aanpakken. Ook binnen onze fractie hebben mensen daar moeite mee, afhankelijk van de mate dat zij meer of minder sympathiek tegenover het werk van het Leger des Heils staan. Wij vinden echter dat je op een gegeven moment een start met het bestrijden van de discriminatie moet maken. Ik ben gewoon teleurgesteld dat wij op dat punt niet gevolgd worden, maar dat zal duidelijk zijn, door PvdA en VVD. De opstelling ter zake van D'66 weet ik niet. Dit was nogmaals de motivering waarom wij de motie handhaven en waarom wij het betreuren dat b. en w. op grond van "mogelijkerwijs niet in strijd met artikel één van de Grondwet" die motie afwijzen. Ik wil nog een opmerking maken over de kwestie van de openheid, waar de wethouder ook op heeft gereageerd. Hij heeft gezegd dat een organisatie verder wel beperkende voorwaarden mag stellen. Ik had gehoopt dat wij een wat andere lezing van bedoeld artikel met elkaar zouden kunnen afspreken en dat dit soort discriminerende zaken daarbij niet aan de orde zou kunnen komen. De wethouder zegt dat men, zolang er geen strijd is met de wet, zijn eigen openheid mag bepalen. Wij vinden dat, maar dat zal duidelijk zijn, een te enge opvatting. Dan nog even heel snel naar het punt waar het precies om gaat, namelijk de activiteiten. Er is ge zegd dat het helemaal niet duidelijk is dat er op het punt van de activiteiten gediscrimineerd wordt. Ik heb in eerste instantie uitgebreid proberen aan te geven dat het juist om die activiteiten gaat waar bij voorbeeld homoseksuelen allemaal van worden uitgesloten. Bij de zangbrigade van het Leger des Heils 176 kunnen geen homoseksuele mensen, ook niet als niet-heilsoldaat, meezingen. Wat dat betreft is het dus u/'f sluitend. Wij gaan vanavond activiteiten subsidiëren, ten aanzien waarvan wij van tevoren weten dat een bepaalde groep wordt uitgesloten. Goed, als de raad daarmee in wil stemmen dan moet hij dat doen. Ik heb duidelijk gemaakt waarom wij vinden dat wij een begin moeten maken met een anti-discri- minatiebeleidDaarom handhaven wij de motie. De heer Buurman: Een enkel woord, mijnheer de voorzitter. De heer Duijvendak heeft mij uitge daagd om wat te zeggen over het Lesbisch Archief. Eerst iets over de moties. Het is duidelijk dat ik motie 1 afwijs. Wat de moties 3 en 4 betreft kan ik mij bij de argumentatie van het college aansluiten. Wat motie 5 betreft het volgende. Ik dacht dat ik altijd heel duidelijk mijn standpunten naar voren gebracht heb, mijnheer Duijvendak. Als ik daar niet in geslaagd ben dat spijt mij dat, maar ik dacht dat de hele gemeenteraad zo langzamerhand wel weet wat men aan mij heeft. Ik heb bij mijn entree in de gemeenteraad gezegd - de heer Duijvendak zegt dat de fractie van GPV/RPF/SGP over deze kwestie geen duidelijk standpunt heeft weergegeven - dat wij als groepering Gods Woord als norm nemen, als bron. Als het Woord van God homoseksualiteit en activiteiten van lesbiennes uitdrukkelijk, heel duide lijk, verbiedt, dan zal ik, als de overheid - in dit geval de lokale overheid - meent dergelijke activi teiten te moeten subsidiëren, mijn tegenstem uitbrengen. Als de heer Duijvendak om argumentatie vraagt, dan moet ik zeggen dat ik altijd mijn standpunt heel duidelijk heb weergegeven. Bovendien gaat het om een bron die verifieerbaar is. Gods Woord kan iedereen lezen. (De heer Niemeijer: Maar wel verschillend interpreteren Ja, daar kunt u natuurlijk een heel eind mee weg, maar Gods Woord is heel duidelijk en heel betrouwbaar. Je kunt dat natuurlijk altijd door bepaalde brillen gaan zitten le zen In de richting van de heer Duijvendak zou ik nog het volgende willen zeggen. Hij heeft indertijd wel eens gezegd dat het Leger des Heils homo-vijandig is, maar dat heeft hij niet verder beargumen teerd. Ik vind dat hij wat dat betreft wel heel bruut heeft gesproken. Ik zou daar tegenover willen stel len dat de heer Duijvendak toch wel de kenmerken lijkt aan te nemen van een zekere Leger des Heils- vijandigheid. Ik kan mij wel aansluiten bij hetgeen de heer Heere heeft gezegd over het punt dat wij activiteiten subsidiëren en over het feit dat er geen strijd is met artikel één van de Grondwet. Een paar raadsvergaderingen geleden is het Leger des Heils ook even aan de orde geweest. Ik heb toen gezegd dat ik mij in verbinding gesteld heb met de commandant van het Leger des Heils. Toen heb ik die hele zaak hier voorgelezen. Het kan wel zijn dat er nu weer opnieuw contact is opgenomen en dat bepaalde bescheiden in de Leeskamer ter inzage komen te liggen, maar men kan een en ander ook allemaal lezen in de notulen die straks verschijnen. Ik vind ook dat wij er voor moeten oppassen dat wij te hooi en te gras het woord "discriminatie" gebruiken. Ik heb niet een bepaalde definitie van dat woord bij de hand, maar ik wil toch wel zeggen dat het mij voorkomt dat je onder discriminatie verstaat: het op oneigenlijke gronden onderscheid ma ken. Ik meen dat het Leger des Heils dat niet doet. Een soortgelijk geval kun je ook hebben met een bestuur van christelijk onderwijs. Als die mensen menen hun kinderen niet te moeten uitleveren aan een homoseksueel onderwijzer, dan is dat hun goed recht, want dat komt overeen met het grondrecht van vereniging en vergadering. Wanneer het Leger des Heils, dat soldaten en officieren heeft, dit recht hanteert dan is dat geen zaak van minachting. Wie zou nou een mens minachten I Dat doet het Leger des Heils niet! Het komt niemand toe om iemand te minachten, u niet, mij niet, geen mens! Het Leger des Heils is op zich zeer populair bij het volk. De heer Duijvendak moet zich heel goed realiseren dat hij zich bijzonder impo pulair maakt bij de burgerij van Leeuwarden als hij dergelijke dingen naar voren brengt. (De Voorzitter: Ik wil u vragen bij de discussie gebruik te maken van de voorzitter.) Dit is niet zozeer een argument, maar het constateren van een feit. Ook wij hebben doelstellingen die niet gedragen worden door het overgrote deel van de burgerij, maar dat hoeft respect als zodanig toch niet uit te sluiten. Ik sluit mij aan bij wat mevrouw De Haan gezegd heeft, namelijk dat wij geen heksenjacht moeten gaan organ iseren Ik weet niet of deze zaak door de gehele PAL-fractie wordt gesteund. (De heer Duijvendak: Ja, dat is wel het geval.) Oh, toch wel! Nou, dat valt mij tegen. Enerzijds staat PAL, een betere zaak waar dig, vooraan bij subsidiëring van activiteiten voor lesbiennes en homoseksuelen, anderzijds probeert PAL het Leger des Heils op de operatietafel te leggen om te onderzoeken of in de ingewanden daarvan soms discriminatoire bezigheden plaatsvinden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 90