10
afspraak is dat de burgemeester terugkoppelt naar de directeuren van de betrokken instel
lingen van de gemeente, naar de afdeling Onderwijs en naar ondergetekende. Wij kunnen
dan regelmatig goed geïnformeerd op de hoogte zijn van hetgeen zich in dat overleg gaat af
spelen. Het overleg mondt straks uit in een definitieve overeenkomst, die ter goedkeuring
aan de raad wordt voorgelegd. Natuurlijk zullen wij de raad, via de Commissie voor het On
derwijs, op de hoogte houden van de ontwikkelingen die zich van fase tot fase tussen één
juli en één november gaan voltrekken. Op dit moment kunnen wij niet verder gaan dan dat
gene wat ik thans hierover verklaar. De raad bindt zich tot niets, maar verklaart zich alleen
bereid om in beginsel op dit stuk van zaken in te stemmen met de vorming van de cluster en
in beginsel met de overdracht van het bevoegd gezag over de gemeentelijke scholen voor
hbo.
Als de heer Siemonsma zegt dat de raad al eens eerder een intentieverklaring heeft uit
gesproken, dan is dat niet juist. B. en w. hebben dat gedaan, want die hebben eerder een
verklaring ondertekend waarin stond dat zij bereid waren mee te werken aan een onderzoek
naar de mogelijkheden om te komen tot één hbo-instituut in Friesland. Die verklaring had
een totaal andere strekking. Bovendien heeft die kwestie zich afgespeeld in de periode
voorafgaande aan de interventie van de heer Stoelinga.
Mijnheer de voorzitter, ik kan de zaak niet duidelijker maken dan ik op dit moment ge
daan heb. Hier gebeuren geen gedane zaken. De raad krijgt de volledige bevoegdheid om
zich straks over de voorwaarden waaronder de hele clustering zich verder gaat voltrekken
uit te spreken.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de door de heer Boelens ingediende mo
tie
De motie van de heren Boelens en Sijbesma wordt aangenomen met algemene stemmen.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het voorstel van het college.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de
aangenomen motie en de toezeggingen van de wethouder.
Punt 5 (bijlage nr. 200).
De Voorzitter: Aan de orde is het preadvies inzake de Nota van het Leeuwarder Vredes
overleg.
De heer Duijvendak: Afgelopen zaterdag vond de open dag plaats die zich zo rijkelijk
mocht verheugen in de warme belangstelling van de Stichting Leeuwarden 700. Deze show
dag van het militaire apparaat kreeg alle ruimte in de aankondigingskolommen van Leeuwar
den 700. De manifestatie van het Leeuwarder Vredesoverleg kreeg geen letter aandacht.
Zijn activiteit werd afgedaan als "niet normaal". Het showen van hypermoderne gevechts
vliegtuigen en het uitvoeren van de prachtigste duikvluchten met oorlogstuig is "normaal".
Normaal is de oorlogsvoorbereiding in Navo-verband. Normaal is dat Leeuwarden de aanwe
zigheid van een militaire vliegbasis met een belangrijke functie op haar grondgebied aan
vaardt, aldus de raadsbrief. Normaal is dat Nederland meegezogen wordt in een steeds of-
fensievere Navo-strategie(De heer Bijkersma: Dat laatste kan de heer Duijvendak niet
waarmaken, want zo ligt het niet.) Ik zal daar zo meteen verder op ingaan. Normaal is dat
mensen denken dat ook in het atoomtijdperk oorlogen kunnen worden gevoerd, dat militaire
verdediging mogelijk is. Normaal is dat menselijke kennis en geld aan een volstrekt uit de
hand gelopen wapenwedloop worden gespendeerd.
Bekend mag zijn dat wij deze opvattingen van wat normaal is niet delen, in tegenstelling
tot anderen in deze raad blijkbaar. Helaas hebben wij in de raadsbrief moeten constateren
dat b. en w., ondanks hun bezorgheid over de gevolgen van een kernoorlog, al deze heilige
huisjes van onze militaire verdediging willen sparen of ons daarvoor naar de Tweede Kamer
verwijzen. Van een college met deze politieke samenstelling hadden wij ook niet zoveel an
ders verwacht, hoewel de raadsbrief als reactie op de notitie Lokale Vredespolitiek nog te
leurstellender was dan wij, gelet op het optreden van b. en w., tot nu toe vreesden. Het
mag dan een open kwestie zijn in het collegeprogramma, maar dat vinden wij nog geen vrij
brief om zo'n ongeïnspireerde en slecht uitgewerkte reactie op tafel te leggen. Volgens ons
had het college dan beter óf de zojuist genoemde notitie direct ter discussie kunnen voorleg
gen aan de raad - in dat geval was er geen jaar verloren, hetgeen nu wel zo is - óf het had
de suggesties van het Leeuwarder Vredesoverleg (LVO) serieus moeten onderzoeken en ons
alternatieven moeten voorleggen, zonder zelf te hoeven kiezen als het daar bang voor is,
mede op grond van de ervaringen uit andere steden. Het mengsel dat nu voor ons ligt met
aan de ene kant een uiterst formele juridische benadering en aan de andere kant wat opmer
kingen uit de losse pols - losse flodders zou je het in dit verband kunnen noemen - biedt
11
amper basis voor een gesprek. Wat ons betreft zijn er andere en betere wegen om open
kwesties in het college van b. en w. aan de orde te stellen.
In de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden hebben wij uitgebreid met elkaar
gesproken over allerlei concrete punten die aangepakt moeten worden. De conclusies daar
van loop ik nog even langs. Door PAL en de PvdA werden, in navolging van de LVO-notitie,
onder anderen de volgende punten genoemd. Ten eerste: Het uitzoeken van mogelijkheden
voor een jumelage, een stedenband, met een gemeente in Oost-Europa. Van de burgemeester
hoor ik graag een datum waarop wij een voorstel of op zijn minst een verslag van het onder
zoek kunnen verwachten. Ten tweede: In de commissie heeft de burgemeester ook toegezegd
dat binnen afzienbare termijn een aparte notitie over vredesonderwijs te verwachten is. Het
zou mooi zijn als dit punt uit het collegeprogramma nog in deze raadsperiode van de grond
zou komen. Ten derde: PAL en PvdA bepleitten ook een vredesfonds, een herkenbare post
op de begroting voor vredesactiviteitenwaaruit de vredesbeweging zou moeten kunnen
putten, liefst met een aangepaste, minder tijdrovende procedure. De concrete vraag is of b.
en w. bereid zijn dit punt op te nemen in het kader van nieuw beleid voor het beleidsplan
1986-1990 op de manier zoals dat wij dat hebben gedaan in het kader van ontwikkelingssa
menwerking.
Daarnaast heeft PAL nog een aantal eigen elementen genoemd die onderdeel zouden moe
ten zijn van lokale vredespolitiek. Ten eerste: Een echte kernwapenvrije verklaring met
bordjes aan de rand van de stad en het opnemen van een aantal clausules in bestemmings
plannen. Ten tweede: Aandacht voor eventuele militaire produktie in de stad. Wanneer be
trokken werknemersvakbonden ideeën ontwikkelen met betrekking tot conversie, het ombou
wen van oorlogsproduktie naar vredesproduktiemoeten wij bezien in hoeverre de gemeente
dit zou kunnen ondersteunen. Ten derde vindt PAL dat het doen van uitspraken over de
landelijke "defensie"-politiek - ik zet het woord "defensie" duidelijk tussen aanhalingste
kens -, zonder dat er per se een directe link hoeft te zijn met een typisch specifieke Leeu
warder aangelegenheid, wél door deze raad moeten worden gedaan. Op dit moment dienen wij
over deze zaken geen moties in. Dat betekent echter geenszins dat ze van onze agenda zijn
verdwenen. De komende jaren zal de lokale vredespolitiek uitgebouwd moeten worden. Het
zal regelmatig onderwerp van gesprek in deze raad moeten worden. B. en w. zullen moeten
leren ook op dit gebied hun normale beleidsvoorbereidende taak uit te voeren. Met elkaar
zullen wij de vredespolitiek inhoud moeten geven. Net zoals het relatief nieuwe onderwerp
als bijvoorbeeld emancipatie zal dat vaak tot heftige discussies aanleiding geven, zeker om
dat ook op dit terrein een brede sociale beweging actief is die de politieke partijen op een
aantal fronten nogal vooruitgaat. Net zoals bij emancipatie of op andere terreinen die inzet
zijn van een harde politieke strijd zal de gemeente aan de ene kant een duidelijke stellingna-
me moeten formuleren, maar aan de andere kant de pluriformiteit, de benaderingen bijvoor
beeld binnen het vredesonderwijs, moeten garanderen. PAL levert graag haar bijdrage voor
een eigen geluid op dit gebied, een geluid dat tot nu toe veel te weinig is gehoord. Wij zet
ten onze benadering naast die van anderen, al was het maar om duidelijk te maken dat je op
verschillende manieren kunt denken over bijvoorbeeld kernwapens, militaire strategie, de
Navo en de rol die de gemeente hierin zou kunnen spelen. Net zoals voor andere terreinen
van gemeentelijke politiek geldt, zal iedereen zijn geluid daarover moeten laten horen. Om
het verhaal rond te maken: Niks is normaal.
Mevrouw Vlietstra: Het voeren van een gemeentelijke vredespolitiek is geen eenvoudige
zaak. Concrete mogelijkheden om vorm te geven aan de intenties, zoals die zijn uitgesproken
in de in 1982 door de raad aangenomen moties, liggen niet voor het oprapen. Dit heeft voor
al te maken met het gegeven dat de besluitvorming over vrede en veiligheid in eerste in
stantie een zaak is van regering en parlement. Gemeenten die willen proberen die besluit
vorming te beïnvloeden en die daarnaast op lokaal niveau mogelijkheden onderzoeken om een
bijdrage te leveren aan het doorbreken van onder andere bestaande machtsverhoudingen
tussen Oost en West, zullen zeer inventief moeten zijn in het vinden van mogelijkheden. Ge
lukkig voor de gemeente Leeuwarden hoeft zij dat niet alleen te doen, want zij kan gebruik
maken van voorstellen en suggesties die door de lokale vredesbeweging worden gedaan. Wij
hadden dan ook verwacht dat de door het Leeuwarder Vredesoverleg aangedragen mogelijk
heden door het college serieus zouden zijn onderzocht. Wat dat betreft moet ik zeggen dat
mijn fractie zeer teleurgesteld is, niet alleen omdat het een jaar heeft geduurd voordat dit
preadvies er is, maar vooral omdat zo weinig is gedaan met in de notitie van het LVO gedane
suggesties. Het preadvies ademt een terughoudendheid uit die onzes inziens niet overeen
stemt met de intenties van de moties die wij 2\ jaar geleden hebben aangenomen.
In het preadvies wordt tot twee conclusies gekomen. De eerste is dat uitspraken over
vrede en veiligheid met name betekenis zullen hebben, indien een aanwijsbare relatie met
een gemeentelijk belang bestaat. Dit is onzes inziens een open deur. Natuurlijk is dat zo.
Dat betekent echter niet dat andere uitspraken geen betekenis kunnen hebben. Onzes in
ziens zal per situatie moeten worden bekeken wanneer gemeentelijke standpunten als sig
naalfunctie betekenis kunnen hebben. Daarbij gaat het niet alleen om signalen naar regering