26 De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het collegevoorstel. De heer Duijvendak: Wij zullen voor dit voorstel stemmen. Wij vinden het jammer dat het deze invulling krijgt, maar de instelling van een ombudsfunctie voor vrouwen heeft onze volle steun. De heer Buurman: Ik wil graag aantekening dat ik tegen het voorstel heb gestemd. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer Buurman wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 33 (bijlage nr. 246). De Voorzitter: Dit punt luidt: Jeugdwerkplan gemeente Leeuwarden. De heer Meerdink: Op zich kan onze fractie instemmen met het voorstel zoals dat er ligt. Wel hebben wij een aantal vragen met betrekking tot de uitvoering van het jeugdwerkplan, omdat die naar ons idee wat op losse schroeven staat. In de eerste zin van de Nota Werkge legenheid wordt gesproken over het enig perspectief bieden op structurele, vaste, betaalde banen. In deze raadsbrief wordt gesproken over het bieden van een zo reëel mogelijke kans op ontplooiing. Dat is nogal iets anders. In de eerste herziening van de Nota Werkgelegen heid wordt gesproken over de mogelijkheid voor jongeren die aan de leerwerkplaatsen mee doen en jongeren bij de tijdelijke werkoriëntatieplaatsen mee te doen met de interne sollicita tieprocedure. Ook dit punt wordt niet meer vermeld in de raadsbrief. Verder gaat het om het overleg met het gewestelijk arbeidsbureau. In de raadsbrief staat dat vraag en aanbod op elkaar afgestemd moeten worden en dat dat ook de doelstelling zou zijn van het overleg met het arbeidsbureau. Naar ons idee zou daar ook bij betrokken moeten worden een evenredige verdeling van de plaatsen over jongens en meisjes. Ook dat aspect missen wij in de raadsbrief. Een punt van twijfel is de coördinatie van dit hele project. Het gaat om een incidenteel besteden van middelen voor een twintigtal tijdelijke werkplaatsen. Hoe gaat het in de toe komst? Hoe gaat de uitvoering van dit project plaatsvinden? Wie zal het overleg gaan voeren met het gewestelijk arbeidsbureau? Wat voor perspectief is er op het structureel maken van een dergelijk project? Tot slot een opmerking over het concrete project zoals dat nu voor ons ligt. Komt er ook een tussentijds verslag van de uitvoering van dit project in de Commissie voor de Werkgele genheid? Dat is iets wat wij graag zouden willen zien. Wat het leerwerkplan betreft het volgende. In de raadsbrief staat dat dat meer voorbe reidingstijd kost dan aanvankelijk vermoed werd. Wij zijn nieuwsgierig naar het tijdstip waarop het leerwerkplan inderdaad uitgevoerd zal worden. Wat zijn precies de knelpunten bij die voorbereiding? De heer IJestra: Onze fractie gaat akkoord met het voorliggende raadsvoorstel betref fende het jeugdwerkplan gemeente Leeuwarden. Wij spreken de hoop uit dat het raadsvoor stel, wanneer het wordt aangenomen, datgene zal bewerkstelligen wat wij van het jeugd werkplan mogen verwachten. Blijft echter nog een vraag, die ook al min of meer is gesteld door de heer Meerdink. Kan de wethouder de toezegging doen dat de Commissie voor de Werkgelegenheid na enige tijd een evaluatie tegemoet kan zien over het verloop van de re sultaten? De hear Jansma: Wy hawwe jierren oanien maatregels bepleite om wat te dwaan oan de bestriding fan de wurkleazens under mei namme de jongerein. Ferline jier hawwe wy troch middel fan in moasje oantrüne op in noch yn datselde jier ta stan kommen fan in analyze yn't ramt fan de Nota Wurkgelegenheid. Dy analyze kaam op 7 jannewaris fan dit jier yn de ried. De hiele ried stie doe efter it ütstel fan it kolleezje om noch yn 1985 in begjin te meitsjen mei in gemeentlik wurkplan foar de jongerein. De finansiering soe barre troch ynstelling fan in füns fan om-ende-by fjouwer ton. It jild koe komme üt it werbesettingsjild as gefolch fan de wurktiidferkoarting. No docht bliken dat ek noch twa ton troch minister De Koning beskik- ber steld wurdt. Wy binne no safier dat wy oer in pear moanne - faaks ek al wat earder - mei it earste ünderdiel begjinne kinne. Dit ünderdiel beheint him foarearst noch ta reali- searring fan tweintich wurkoriïntaasjeplakken a f. 25.000,per plak. Wy wolle graach üs wurdearring ütsprekke oan de leden fan it Organisearre Oerlis, dy't unanym akkoart giene mei it foar üs lizzende ütstel. Wy binne it iens mei de kar dy't it kolleezje makke hat wat de doelgroep oangiet; dy is yn üs eagen ek de swakste op de arbeidsmerk. Wy dogge in berop op it kolleezje it jongfolk op in passende wize opfange te litten en te begelieden, want dat soe wolris fan trochslach jouwende betsjutting wêze kinne foar it fierdere ferrin fan it arbeidslibben. Sjoen de opstel- 27 ling fan it Organisearre Oerlis hawwe wy dêr gjin noed mei, mar wy fine it fan essinsjeel be lang om ek no nochris op dit punt de oandacht te fêstigjen. Tuskentiidske evaluaasje, dat is troch de foarige sprekkers ek neamd, sil pleats fine moatte. Ik soe it op priis stelle wannear't wy dêr yn de Kommisje foar de Wurkgelegenheid ris wat oer te hearren krije. Ik stel my foar dat de wethalder fan personielssakende hear Kessler, de koördinearend persoan wêze sil. De foarlêste sin yn it riedsbrief noeget üt ta de folgjende fraach. Wannear't wurdt der in begjin makke mei de ütfiering fan it twadde ünderdiel fan it plan, de leerwurkplakken foar harren dy't fan skoalle komme? As wy dêr dit jier - 1985 is it jier fan de jongerein - net mear mei begjinne, dan soene wy üs mei elkoar skamje moatte. Ik wachtsje it antwurd fan it kolleezje mei niget óf. De heer Kessler (weth.)Ik zal proberen de vragen achtereenvolgens te behandelen. De heer Meerdink heeft gevraagd of de intentie van het jeugdwerkplan niet enigszins op losse schroeven staat. Ik denk van niet. De mensen krijgen de gelegenheid een jaar of 9 maanden werkervaring op te doen. Op zich zelf is dat natuurlijk nooit een garantie dat je daarna er gens anders werk kunt vinden. Maar de kans daarop bestaat toch in meerdere mate dan wanneer je een jaar werkloos gebleven zou zijn. Bovendien bestaat de kans - dat staat in derdaad niet in de raadsbrief, maar dat blijft wel gewoon overeind - dat mensen die met dit project meedoen, ook mee kunnen blijven doen met een intern sollicitatiebeleid. Mensen heb ben dus ook de mogelijkheid om vanuit een tijdelijke baan via een interne sollicitatieprocedu re in een blijvende baan terecht te komen. De heer Meerdink heeft ook gevraagd naar de verdeling van de plaatsen over jongens en meisjes. In zijn algemeenheid daarover het volgende. Bij het arbeidsbureau ligt de prioriteit ook vooral bij de langdurig werkloze mensen. Daaruit mogen wij constateren dat er ook een heel grote groep vrouwen bij zit. Bovendien ligt er een prioriteit bij mensen met een laag opleidingsniveau. Ook heel veel vrouwen vallen in die categorie. Alleen al gelet op de prio riteiten die het arbeidsbureau stelt mag je verwachten dat er een redelijke hoeveelheid meis jes aan dit project gaat meedoen. Als nu de vraag zou worden gesteld om hoeveel meisjes het precies zou gaan dan zou ik daar op dit moment geen antwoord op kunnen geven. Tij dens de behandeling van de Nota Werkgelegenheid heeft het college reeds te kennen gege ven dat het zijn best zal doen dat er in ieder geval een behoorlijk groot aantal meisjes aan dit project deel kan nemen Ik heb op dit moment nog geen opvattingen over de continuïteit van dit project. Mochten de herbezettingsgelden binnen blijven komen, dan zou je altijd kunnen overwegen om zo'n project door middel van het incidenteel aanwenden van die gelden nog een keer op te zetten. Mochten die herbezettingsgelden niet weer komen, dan zou je in dit kader middelen moeten zien vrij te maken. Ik denk overigens dat dat punt aan de orde moet worden gesteld op het moment dat dit project afgehandeld en geëvalueerd is. Dan kun je kijken of het project aan zijn doel heeft beantwoord en of het voldoende voldoet om er een vervolg aan te geven. Het is uiteindelijk een politieke beslissing waar de raad alles over te zeggen heeft. De uitvoering van het project vindt plaats in een kleine werkgroepdie bestaat uit men sen van het arbeidsbureau en van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Orga nisatie (EBO). Ik zeg graag toe dat er een verslag komt. Tussentijds kan er ook een mondeling verslag worden gedaan in de Commissie voor de Werkgelegenheid over de stand van zaken van dit project. Aan het eind van het project zal dan een evaluatie volgen; dat lijkt mij voor de hand liggend. Dan de vraag van de heer Meerdink wanneer de uitvoering van het leerwerkplan, de tweede fase, plaatsvindt. Wij streven ernaar een en ander nog dit jaar van de grond te krij gen. Het ligt in die zin wat moeilijker omdat de eerste fase ook veel tijd en ambtelijke capa citeit kost. Ten tweede is er over het leerwerkplan ook overleg nodig met de bestuurs- school.. Wat dat betreft heb je toch wat minder autonome bevoegdheden, wil je het tenminste goed doen, om direct te starten. Wij zijn van plan met de bestuursschool na te gaan of er een op dit jeugdwerkplan toegespitste vorm van opleiding te ontwikkelen is. Een en ander kost tijd en ik weet niet of dat allemaal voor het eind van dit jaar gerealiseerd kan worden maar wij zullen wat dat betreft ons best doen. De heer Meerdink: Ik heb niet gezegd dat de intentie van het jeugdwerkplan op losse schroeven staat, maar de uitvoering daarvan. Ik heb dus niet getwijfeld aan de intentie. De hear Jansma: De wethalder seit dat der oerlis pleats fine sil mei de bestjoersskoalle wannear't it giet om it twadde ünderdiel. It is hjoed 19 augustus 1985 en wy hawwe dus noch sa'n fiif moanne dit jier. Ik haw niis al sein dat, wannear't wy dit jier net mear begjinne mei dit twadde ünderdiel, wy üs dan mei elkoar skamje moatte. Ik wol graach de tasizzing dat ien en oar noch dit jier op de priemmen setten wurdt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 14