32 sten te sluiten waarvan de door ons college op basis van gevoerde onderhandelingen ge maakte en door U te bekrachtigen afspraken de hoofdlijnen zullen vormen,..." Ik lees hier uit dat er niet zozeer afspraken zijn gemaakt en dat er dus nog openingen zijn. Ik vraag mij af in hoeverre de motie van PAL hierin past, want ik proef uit de zojuist geciteerde zinsne de dat de overeenkomsten nog gesloten moeten worden. Ik voel met name wel wat voor punt b van de PAL-motie. In hoeverre zijn er openingen en zijn er contracten afgesloten? Zo ja, wat zijn dat voor contracten en wat houden die in? De wethouder is daarover namelijk tot nu toe erg vaag geweest. Ik wil graag wat duidelijkheid in dezen. De heer Buurman: Ook mijn fractie wil beginnen met haar grote waardering uit te spre ken aan het adres van het college voor de wijze waarop de onderhandelingen met de Aegon zijn gevoerd en met het uiteindelijke positieve resultaat. De werkgelegenheid is het zwaarst en heeft ook het zwaarst gewogen. Deze heeft niet alleen geen aderlating ondergaan, maar heeft ook een nieuwe impuls meegekregen. In verschillende opzichten mag een uitwaaierend "multiplier"-effect worden verwacht. Erfpacht was onbespreekbaar. Ik denk dat het college even heeft moeten slikken, maar vervolgens snel door de knieën is gegaan. Ik hoor zoëven dat zelfs PAL in deze de wapens heeft gestrekt. Waarvan akte! Mijn fractie heeft geen enkele moeite met de overdracht van de bouwgrond. Voor de motivering hiervan herinner ik de raad aan hetgeen ik tijdens de raadsvergadering van één april jl. hierover heb gezegd toen realisering van een pleinafslui tend gebouw aan de orde was. Tijdens de gecombineerde vergadering van vier november 1985 van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en de Commissie voor de Financiën is opgemerkt dat de uitzonde ringsbepalingen in de erfpachtsnota niet alleen mogen gelden voor grote terreinen en grote instanties, maar ook wanneer het gaat om een kleiner perceel en een particulier. Wanneer dit mocht betekenen of tot gevolg zou hebben dat meer en meer uitzonderingen worden toege staan, dan betekent dit dat de regel van de erfpachtsnota aan geloofwaardigheid zal inboe ten. Ik zal er niet om treuren. Een onderneming sauveert haar belangen. Het kan de directie van de Aegon niet kwalijk worden genomen dat zij vijf miljoen gulden gemeenschapsgeld niet heeft laten liggen. Het is een kwalijke vrucht van de concurrentiestrijd tussen de betrokken gemeenten. Ik denk dat de gehele raad dit betreurt. Of iets dergelijks in de toekomst is te ondervangen door een "gentlemen's agreement" mag worden betwijfeld, zeker wanneer dit zou betekenen dat de ge meente praktisch geen enkele bewegingsvrijheid wordt gelaten. De natuur is vaak sterker dan de leer. Tijdens de gecombineerde commissievergadering van vorige week maandag is uitgebreid gesproken over een groot aantal aandachtspunten. Het heeft mijns inziens weinig zin deze te herhalen of aan te dikken. Vanavond zijn slechts hoofdlijnen aan de orde. Het college zal ongetwijfeld zijn winst doen met alles wat te berde is gebracht. Slechts voor twee punten wil ik een uitzondering maken en wel ten aanzien van de parkeersituatie (de verkeersafwikke ling), en de financiën. Ik deel de bezorgdheid over de toekomstige parkeersituatie rondom het Oude Veemarkt terrein. Zo is bijvoorbeeld meegedeeld dat ten behoeve van de baliefunctie, kortparkeren, in principe onder andere een oplossing zou kunnen worden gevonden langs de Lange Markt straat. Het lijkt mij toe dat dit geen afdoende oplossing zal betekenen, daar hier slechts een gering aantal auto's zal kunnen staan. Zo zijn er meerdere vragen en opmerkingen in dit ka der te plaatsen, ook wat de verkeersafwikkeling aangaat. Over de financiën het volgende. Het college gaat er vanuit dat een en ander budgettair- neutraal kan verlopen. Het is een moedige door vele vleugjes optimisme gevoede uitspraak, maar wordt niet onderbouwd. Het college moet toch op basis van een kosten/baten-analyse tot zijn besluit zijn gekomen? Het is toch niet een sprong in het duister geweest? Het is juist dat indirecte effecten moeilijk exact zijn te benaderen. Wil dit alles zeggen dat een meetbare opzet van directe effecten en een globale schatting van indirecte effecten volstrekt onmoge lijk is? Of waagt het college zich daar niet aan, omdat het in dit stadium geen behoefte heeft aan oeverloze discussies op dit punt? De raad heeft weinig aan een algemeen verhaal vandaag en duidelijkheid in de toekomst. Niettemin - dat komt uiteraard niet in mindering van de door mij gemaakte opmerkingen - gaat mijn fractie akkoord met het concept-besluit van het college. Het 700-jarig Leeuwarden is te feliciteren. Onze gelukwensen gaan ook uit naar de di rectie en de medewerkers van de Aegon met het besluit van deze maatschappij hier te blijven en de vleugels wijder uit te slaan in het als gevolg van deze beslissing sneller kloppend hart van Friesland. De Voorzitter schorst, om 23.00 uur, de vergadering voor de tweede pauze. De Voorzitter heropent, om 23.15 uur, de vergadering. 33 De heer Pruiksma heeft inmiddels de vergadering verlaten. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de beantwoording in eerste instantie van het college met betrekking tot agendapunt 26a. Ik zal daartoe een eerste aan zet geven. De wethouders Timmermans en Kessler zullen op een aantal punten een aanvul ling geven. Wie denkt dat de onderhandelingen waarover wij het hebben gepaard zijn gegaan met grondige onderzoeken, kosten/baten-analyses en zeer minutieuze studies over wat wel en niet kan, vergist zich. Als wij op die manier gewerkt zouden hebben, dan zou het resultaat Aegon niet zijn bereikt. Wij hebben vanaf het begin - de heer Meijerhof heeft dat heel pre cies aangegeven - in de vorm van een aantal rapporten getracht duidelijk te maken welke verschillende mogelijkheden er waren. Het is ons bekend dat dit zelfde gebeurde in drie an dere gemeenten; in totaal dus vier gemeenten. Per gemeente zijn daarbij twee, drie tot vier lokaties voorgelegd. De Aegon heeft daar studie van gemaakt en op een gegeven moment ge kozen per gemeente - één gemeente viel daarbij af en er bleven dus drie gemeenten over - voor één lokatie waar men verder zijn belangstelling op richtte. Daarop is een tijd van wachten ontstaan, omdat de inspraak binnen het bedrijf ook gestalte moest krijgen. Een en ander heeft er tenslotte in geresulteerd dat er ook publicitair de nodige speculatie ontstond. Wij hebben daarop de mededeling gekregen dat het hele proces in een stroomversnelling te rechtkwam, hetgeen betekende dat men binnen een tijdsbestek van drie dagen wenste te spreken over een groot aantal punten die als onderdeel van de onderhandelingen moesten gelden. In dat kader zijn een aantal deskundigen van de Aegon en medewerkers van de ge meente Leeuwarden bij elkaar gekomen op een goede vrijdag om te overleggen welke proce durele hindernissen er genomen zouden moeten worden, met welke termijnen rekening ge houden zou moeten worden en welke complicaties men ook in de tijd op zijn weg zou kunnen ontmoeten. De inzet van dit gesprek was om te komen tot een zo goed mogelijke vergelijking met de mogelijkheden in andere gemeenten. Dit gesprek van de bepaalde vrijdag is vervol gens bestuurlijk voortgezet op de daaropvolgende zaterdagmiddag en heeft geresulteerd in de conclusie dat derhalve Leeuwarden wellicht de hoogste score zou halen. De maandag daaropvolgend zou een besluit vallen, maar dat is niet gebeurd. Er was vertraging in de be sluitvorming opgetreden, omdat blijkbaar uit andere gemeenten c.q. een andere gemeente nog weer voorstellen waren binnengekomen, althans waren overgeseind, die dermate aan trekkelijk bleken te zijn dat daarover nader overleg moest plaatsvinden. Een en ander heeft zich verder aan onze waarneming onttrokken. Wij hadden slechts één doel: Wij kunnen in deze stad niet hebben dat 600 hoogwaardige arbeidsplaatsen verloren gaan, want dat zal een grote aderlating betekenen. De maatschap pelijke kosten zouden in de miljoenen guldens gaan lopen. Daarbij moet je dan niet alleen denken aan wat je gaat missen aan inkomsten uit een gemeentefonds, want zo iets straalt veel verder door in het hele lokale gebeuren. Wij hebben getracht, toen er na deze vertra ging een nieuw gesprek volgde, daarop zo goed mogelijk in te spelen. Dat heeft opnieuw - door velen uwer is dat al geconstateerd - een bedrag van twee miljoen gulden gekost. Wel, zo gaat dat en zo werk je toe naar wat de heer Meijerhof terecht heeft genoemd een basis overeenkomst, die op onderdelen nog volledig moet worden uitgewerkt. Wij werden geconfronteerd met dezelfde vraag die ook hier is gesteldHoe zit het met de vervangende parkeermogelijkheden? Dat heeft aanleiding gegeven om op het hoogste niveau telefonisch de Nederlandse Spoorwegen te benaderen en gewoon de vraag te stellen of het bespreekbaar is om zowel ten zuiden als ten noorden van de spoorbaan nog iets te doen aan de verruiming van de parkeermogelijkheden op spoorgrond. Wij begrepen best dat een finaal antwoord, een compleet contract, een beduidende tijd zou vergen. Maar wij hadden gewoon voor onze eigen informatie - wij wilden ook weten of wij met een goede zaak bezig waren - behoefte aan een reactie of dit een bespreekbare zaak was. De signalen dat daarover ge praat kon worden en dat men bereid was daarin met ons mee te denken, waren voor ons vol doende om de volgende stap te zetten. Zo zijn wij "step-by-step" verder gegaan. Het is verheugend dat u allen hebt gezegd akkoord te gaan met het voorstel en met in stemming van het resultaat kennis te hebben genomen. Maar - dat is ook gezegd - de finan ciële consequenties zijn nog niet geheel duidelijk. Voor wat de transactie met de Aegon be treft is dat wel het geval, zij het dat er het verschil ligt van één miljoen gulden met betrek king tot de verkoopprijs van het Oude Veemarktterrein. Een en ander heeft te maken met het aantal daar te realiseren parkeerplaatsen van minimaal 200 en maximaal 400. Het aantal van 200 parkeerplaatsen - dat is ook al in de commissie gezegd - is daarbij het breekpunt. De heer Timmermans zal straks nog wel nader ingaan op de hele parkeerproblematiek. Er is ook door verschillende uwer gesproken over de benodigde oppervlakte. Zoals u in ëe stukken hebt kunnen lezen wordt er gedacht aan 25.000 m2 tot 30.000 m2. De benadering !s in de onderhandelingen echter een andere geweest. Wij zijn begonnen te praten over het halve Oude Veemarktterrein. Daarop is in de onderhandelingen te kennen gegeven dat dat volstrekt onvoldoende was. Wij kwamen vervolgens terecht op driekwart van het terrein en daarna op het totale Oude Veemarktterrein. Er was sprake van een onderhandeling waarbij

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 17