20
WalHet is juist de bedoeling dat de functie van de Schrans als doorgaande weg wordt aan
getast.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng in stemming de motie van de heer
Van der Wal.
De motie van de heren Van der Wal en Niemeijer wordt verworpen met 31 tegen 4 stem
men.
(Voor de motie stemmen de leden van de fractie van PAL.)
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het voorstel van het college.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de
leden van de fracties van PAL en D'66 wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd.
De Voorzitter schorst, om 21.10 uur, de vergadering voor de eerste pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Ik heb in de pauze met het Seniorenconvent
afgesproken dat wij vanavond een korte tweede pauze houden en doordraaien tot 12 uur. Wij
zullen proberen enkele punten, die wellicht als hamerstuk kunnen worden beschouwd, van
avond af te handelen. De punten die niet voor 12 uur zijn behandeld laten wij liggen tot 10
december a.s.want dan is er weer een raadsvergadering. Die avond beginnen wij met het
Programma Sociaal-cultureel Werk 1986, waarna wij doorgaan met het restant van de agenda
dat mogelijk vanavond blijft liggen.
Punten 13 t.e.m. 17 (bijlagen nrs. 382, 389, 388, 386 en 387).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 18 (bijlage nr. 385).
De Voorzitter: Aan de orde is de financiële medewerking ten behoeve van groot onder
houdsplan voor 135 vooroorlogse woningen in Bloemenbuurt van de Woningvereniging Leeu
warden. Ik geef het woord aan wethouder Timmermans die hierover een mededeling wil doen.
De heer Timmermans (weth.): Onderaan in de raadsbrief staat dat het college, gelet op
het feit dat in dit geval voor wat betreft de bewonersvergoedingen de rijksregeling per 31
december 1984 van toepassing was, geen mogelijkheid had om voor dit complex, met name
voor de 90 woningen waarvan men aanvankelijk dacht dat die in 1985 zouden worden vrijge
geven, een vergoeding voor verhuis- en herinrichtingskosten te verstrekken. In de Com
missie voor de Volkshuisvesting is door de bewoners aangegeven dat bij hen weliswaar for
meel geen verwachtingen waren gewekt maar dat zij, gelet op de gesprekken die in de loop
der tijd met de bewonersorganisatie waren gevoerd, vrij lang in de veronderstelling hebben
geleefd dat er mogelijkheden waren. Tijdens deze commissievergadering is door de leden in
de richting van het college gevraagd nog eens te bekijken of er toch nog een mogelijkheid
bestaat om voor dit complex woningen een vergoeding toe te kennen. Het college heeft zich
hierop beraden en geconstateerd dat er inderdaad verwachtingen zijn gewekt. Met betrek
king tot de financiering is het zo dat er jaarlijks een bepaald percentage voor groot onder
houdswerkzaamheden door het rijk in een gemeentelijk fonds wordt gestort. Dit betekent dat
de gemeente een budget heeft, waaruit uitsluitend vergoedingen voor verhuizen en herin-
richten worden toegekend. De gemeente heeft dus de vrijheid om dat bedrag in de loop van
het jaar voor dat doel aan te wenden. Wij hebben nagegaan of er ruimte was in dat budget
en het blijkt dat het mogelijk is om met het geld dat in 1985 over was en met dat wat er re
delijkerwijs voor 1986 te verwachten is aan 90 woningen een vergoeding toe te kennen, die
dan moet worden verdeeld over het gehele complex van 135 woningen. Dit betekent dat per
woning f. 667,zal worden toegekend voor de kosten van verhuizen en herinrichten.
De Voorzitter: Deze mededeling kan in de beschouwingen worden betrokken.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 19 en 20 (bijlagen nrs. 390 en 424).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
21
Punt 21 (bijlage nr. 400).
De Voorzitter: Zoals u reeds schriftelijk is meegedeeld is dit punt van de agenda afge
voerd.
Punt 22 (bijlage nr. 414).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 23 (bijlage nr. 422).
De Voorzitter: Aan de orde zijn de stadsverwarmingstarieven.
De heer Bijkersma: De raadsbrief gaat over de tarieven die zullen gelden voor hen die
destijds zijn aangesloten op de stadsverwarming. Ik heb er behoefte aan een aantal punten
uit de raadsbrief naar voren te halen en enkele vragen te stellen.
Destijds is in deze raad afgesproken dat de bewoners in Camminghaburen niets meer
zouden betalen dan de gemiddelde inwoner van Leeuwarden die op een andere wijze in zijn
verwarming voorziet. Via een ingewikkelde berekening blijkt nu dat de bewoners in Cammin
ghaburen volgend jaar een bedrag van f. 25,85 per Giga-Joule zullen moeten betalen. Het
komt er op neer dat de bewoners niet meer gaan betalen dan in 1985, maar het is uiteindelijk
wel zo dat de verwachte verhoging voor volgend jaar niet in deze prijs wordt doorberekend,
hetgeen wordt vermeld in de voorlaatste alinea van de raadsbrief. Dat betekent dat de ge
meenschap van Leeuwarden nu weer f. 41.000,moet ophoesten voor de affaire met de
stadsverwarming. In de trits van tekortkomingen moet dit mijns inziens duidelijk naar voren
worden gebracht.
Een ander punt, waarover de bewoners in Camminghaburen zich mijns inziens echt onge
rust maken, betreft hetgeen op bladzijde 2, vijfde regel van boven, in de raadsbrief staat:
"Bij een eerstvolgende wijziging in de aardgasprijs kan dan worden bezien of volledige aan
passing aan de dan geldende omrekenfactor en aardgasprijs moet worden doorgevoerd." Dat
betekent dus dat de bewoners in Camminghaburen volgend jaar toch nog wel iets boven het
hoofd hangt. Ik had gedacht dat de stelling "nimmer meer dan anderen" altijd van kracht
zou zijn. Ik wil dus graag weten of het college inderdaad overweegt om deze tarieven alsnog
door te voeren. Een en ander zou wel betekenen dat het college zijn woord niet gestand doet
en dat wil ik eigenlijk niet geloven.
De heer Van der Wal: Met de punten a en b van het besluit hebben wij geen problemen.
Wat punt b betreft is bij een eerdere gelegenheid duidelijk vastgesteld dat het vastrecht van
stadsverwarming gelijk zou blijven aan het gas-vastrecht en daarmee zijn wij het ook volle
dig eens. Het geldende lage vastrechtbedrag wordt nu echter als argument gebruikt om het
warmtetariefdat nu f. 25,85 is, niet te verlagen tot de berekende f. 25,61. Voor ons is dit
argument - het enige argument dat in de raadsbrief wordt genoemd - onvoldoende, of beter
gezegd niet geldig, omdat wij duidelijk hebben vastgesteld dat het vastrecht voor gas en
stadsverwarming gelijk zou blijven. Als blijkt dat het warmtetarief 24 cent lager zou kun
nen, dan kan dit niet als argument worden aangevoerd. Voor een gemiddelde woning in
Camminghaburen maakt een en ander toch altijd zo'n f. 20,per jaar uit. Als wij het hebben
over woonlastenstijging en zo wordt er ook wel eens over minder grote bedragen gesproken.
Vandaar dat wij het college dringend verzoeken, ook indachtig hetgeen de heer Bijkersma
hierover naar voren heeft gebracht, om het tarief van f. 25,61 wel op te nemen in het be
sluit. Dat lijkt ons een logische en consequente houding en wij nemen aan dat het college dit
wel over zal nemen. Zo niet, dan hebben wij een motie achter de hand.
De heer Miedema (weth.): De heer Bijkersma zegt dat de indertijd gemaakte afspraak dat
de bewoners van Camminghaburen niet meer voor hun verwarming hoeven te betalen dan de
mensen die elders in Leeuwarden wonen gehandhaafd moet blijven. Deze afspraak wordt vol
ledig nagekomen; in Camminghaburen liggen de tarieven denk ik zelfs nog iets lager dan in
de rest van de stad, maar in ieder geval niet hoger. Ik kom hierop zo meteen terug.
Vervolgens merkt de heer Bijkersma op dat hij moeite heeft met de zinsnede op bladzijde
2 van de raadsbrief, waar staat: "Bij een eerstvolgende wijziging in de aardgasprijs kan dan
worden bezien of volledige aanpassing aan de dan geldende omrekenfactor en aardgasprijs
moet worden doorgevoerd." Ik kom hierop terug als ik de heer Van der Wal heb beantwoord.
Om dat te doen moet ik eerst uitleggen hoe deze prijs tot stand is gekomen. Een en ander is
geschied op basis van een advies van de Vereniging van Exploitanten van Stadsverwar-
mingsbedrijven in Nederland (Vestin). Door de vooruitgang in de techniek wordt het rende
ment van de cv-ketels ieder jaar beter, waardoor de Giga-Jouleprijs zakt. Aan de hand
daarvan wordt het warmtetarief voor de stadsverwarming vastgesteld. In feite is dat geen
goed systeem. Als deze wijk vier jaar geleden was uitgerust met cv-ketels, dan waren deze