4
de schoolvakantie, omdat de houtwerkplaats zich richt op de doelgroep peuterspeelzalen,
kleuterscholen, buurthuizen, enz. Volgens de verslaggeving zijn vanaf september de op
drachten binnengekomen. Wij vinden het niet terecht dat het college na zo'n korte tijd - on
geveer drie maanden - nu reeds besluit de subsidie voor het project af te wijzen, omdat het
niet zou functioneren en niet aan de gestelde verwachtingen zou voldoen. Wij vinden dat het
project houtwerkplaats in ieder geval nog een jaar moet draaien en voor 1986 dient te wor
den verlengd. Overeenkomstig gemaakte afspraken vindt er eind 1986 een totale evaluatie
met betrekking tot het JOL plaats. Onze fractie vindt dat bij die evaluatie de gang van za
ken rond de houtwerkplaats - dit project heeft dan anderhalfjaar gedraaid - meegenomen
kan worden. Het project heeft in die tijd de mogelijkheid om zich al of niet te bewijzen, ter
wijl er tevens een betere afweging kan worden gemaakt. Wij verzoeken het college alsnog
over te gaan tot subsidiëring van de personele kosten van de houtwerkplaats van de Stich
ting JOL.
Het wijkcomité Ramstraat e.o. Bladzijde 58 van de nadere standpuntbepaling. Het gaat
even om de manier van subsidiëring. Het wijkcomité heeft in 1985 subsidie gekregen via het
Centraal Orgaan Leeuwarden (COL). In de nadere standpuntbepaling zegt het college bereid
te zijn de subsidie nog een jaar via het COL te laten lopen. Wij zijn het daar uit praktische
overwegingen wel mee eens. De verwachting is namelijk dat er in 1986 een samenwerking zal
plaatsvinden tussen het wijkcomité Ramstraat e.o. en het buurtcomité De Oosthoek. Wij bren
gen dit punt ter sprake omdat wij graag willen dat in de toekomst bij soortgelijke gevallen,
wanneer geen rechtstreekse subsidiëring kan plaatsvinden, niet al te star wordt gehandeld.
Ik verwijs in dit verband naar de bladzijden 11-65/66 van het programma. Impliceert het
daar gestelde over de wijze van het omgaan met de subsidiestroom dat er in het geval van
het wijkcomité Ramstraat e.o., maar ook in toekomstige gevallen, een wat flexibelere houding
van toepassing zou kunnen zijn?
De Stichting Lesbisch Archief Leeuwarden. Bladzijde 30 van de nadere standpuntbepa
ling. Onze fractie is blij - dat zal u niets verbazen - met het feit dat het college heeft afge
zien van de inmiddels enige jaren gehanteerde subsidienorm, een afkoopsom, van f. 3.000,—
Wij zijn blij dat de voorwaardenscheppende begrotingskosten van f. 2.049,volledig subsidi
abel worden geacht. Waar wij wat moeite mee hebben - dat is ook al in de commissie gezegd -
is het feit dat een activiteitenbudget van f. 10.000,reëel en aanvaardbaar wordt geacht.
Het antwoord van de wethouder in de commissie was dat dat arbitrair is. Wij vinden dat wij
een en ander toch in deze vergadering moeten melden. Wij zijn van mening dat, wanneer wij
vinden dat het Lesbisch Archief een belangrijke functie in Leeuwarden vervult, de begro
tingen die zijn ingediend getoetst dienen te worden op hun juistheid en op de subsidiabele
mogelijkheden die daarbinnen zijn te vinden. Wij gaan akkoord met het voorstel om voor 1986
f. 4.000,subsidie te verstrekken in het kader van het activiteitenbudget, met de aanteke
ning die wij reeds hebben gemaakt bij het vastpinnen op een bedrag van f. 10.000,
Dan de huisvestingssubsidie ten behoeve van de Stichting Lesbisch Archief Leeuwarden.
Bladzijde 93 van de nadere standpuntbepaling en bladzijde 11-197 van het programma. Onze
fractie onderschrijft de huidige huisvestingsproblemen van het Lesbisch Archief van harte.
Wij vinden dat er voor de huisvestingsproblemen oplossingen gevonden dienen te worden.
Onze fractie ziet een dergelijke oplossing mede in het licht van de belangrijke functie die
het Lesbisch Archief in Leeuwarden vervult. Die functie is zelfs zo belangrijk dat er sprake
is van een bovenlokale functie. Op grond daarvan vinden wij dat er een provinciale subsi-
diebijdrage moet worden verleend aan het Lesbisch Archief. Wij zijn het dan ook van harte
met het college eens dat de provincie hier een taak in heeft. Wij verzoeken het college de
aanvraag die het Lesbisch Archief bij de provincie heeft ingediend voor subsidie zo actief
mogelijk namens ons te ondersteunen. Bovendien moet het college in dat verband de provin
cie er op wijzen dat het Lesbisch Archief in de jaren dat het draait in de gemeente Leeuwar
den een bovenlokale functie heeft gekregen. Wij zijn het met het college eens dat de huis
vestingssubsidie die voor 1986 een eenmalig karakter zou dragen afgewezen dient te worden
en vinden dat de provincie hier een taak in heeft.
De beroepskrachtentijdverdeling van het COL en de SSKWL. Bladzijde 47 van de nadere
standpuntbepaling. Naar aanleiding van een bezwaarschrift van het buurtcomité Valerius-
kwartier is het college van mening dat er 6 uur extra cultureel werktijd aan de wijk moet
worden toegekend. Het voorstel van het college is om deze uren bij het Aldlan vandaan te
halen. Onze fractie vindt het moeilijk hier een oordeel over te geven. Er zijn door ons geen
prioriteiten naar de wijken toe ontwikkeld, behalve dan het 1-2-4-8-systeem. Een en ander
betekent dat wij op een ad hoe manier besluiten en beslissingen moeten nemen. Bovendien is
de wijze waarop de wijken nu bezwaar hebben ingediend wat dat betreft de enige mogelijk
heid. Wij verzoeken het college om in de komende periode te proberen de prioriteiten die de
raad belangrijk vindt boven water te krijgen, zodat wij eventuele bezwaarschriften inzake
de beroepskrachtentijdverdeling van de ondersteunende organisaties, COL en SSKWL, beter
kunnen beoordelen. Hoe vrijblijvend is de suggestie van het college om de 6 uur cultureel
werktijd bij het Aldlan weg te halen en toe te delen aan het Valeriuskwartier? Vindt het col
lege dat het hier gaat om een primaire taak van het COL en SSKWL of is de gedane suggestie
zo hard dat die eventueel kan worden afgedwongen?
5
Het peuterspeelzaalwerk. Bladzijde 75 van de nadere standpuntbepaling. Bladzijden II-
109/110 van het programma. De wijkorganisatie Molenpad. Het gaat hierbij om de gevraagde
ontheffing om de groepsgrootte terug te brengen. Het bestuur van de wijkorganisatie Molen
pad verwijst naar de normering van de Werkgemeenschap Kindercentra Nederland (WKN).
Wij hebben het idee dat in de nadere standpuntbepaling het argument, dat het bestuur han
teert om zijn bezwaarschrift te ondersteunen, nu tegen hem wordt gebruikt, omdat de ASV
de WKN-norm niet zou hebben opgenomen bij onze normering. Een deel van onze fractie
vindt het niet terecht om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. Dit deel van de fractie
vindt dat als enige argument moet gelden het aantal beschikbare m2 voor de peuterspeelza
len. De groepsgrootte moet in plaats van 14 op 12 worden gesteld. Een deel van onze fractie
zal dus tegen het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift stemmen.
De Stichting Kinderopvang en Buitenschoolse Opvang Leeuwarden. Bladzijde 85 van de
nadere standpuntbepaling. Er is een verzoekschrift ingediend om de 24 uur beroepskrach-
tentijd uit te mogen breiden tot 30 uur. De motivatie daarbij is dat er een aantal taken blijft
liggen, zoals het voorbereidende werk, het huisbezoek, het werkoverleg en het begeleiden
van stagiaires en vrijwilligsters. Onze fractie vindt dit belangrijke taken die horen bij de
uitoefening van het beroep. Deze taken kunnen niet blijven liggen. Toch vinden wij dat het
bestuur van de Stichting Kinderopvang en Buitenschoolse Opvang Leeuwarden moet kijken
of de realisering van deze belangrijke taken kan plaatsvinden binnen het budget van de u-
ren, Het beleid van de stichting is er momenteel op gericht het hele jaar open te zijn, in de
vakantieperiode wat langer dan daar buiten. De ASV geeft de mogelijkheid om in de grote
vakantie vier weken te sluiten. Wij zouden het bestuur van de Stichting Kinderopvang en
Buitenschoolse Opvang Leeuwarden via u, mijnheer de voorzitter, willen vragen of het het
beleid in dezen niet kan bijstellen om toch deze belangrijke taken, die bij de uitoefening van
dit beroep horen, te kunnen uitoefenen. Die taken moeten namelijk niet blijven liggen.
Ik kom zo langzamerhand aan het eind van mijn verhaal. Wij hebben ook nog een sug
gestie met betrekking tot de financiën. Onze fractie is van mening dat de eenmalige subsidie
aan de Stichting Werkplaats De Opstap, in de vorm van een bijdrage a fonds perdu, niet ten
laste moet worden gebracht van het Programma Sociaal-cultureel Werk 1986. Ons voorstel is
om het werkgelegenheidsfonds, waarvan reeds een bedrag van f. 66.000,is toegerekend
aan het sociaal-cultureel programma, te verhogen met f. 50.000,of het in het programma
opgenomen bedrag van f. 50.000,ten laste van het fonds te brengen.
Ik wil het hierbij in eerste instantie laten, mijnheer de voorzitter.
De heren Bijkersma en Sijbesma zijn inmiddels ter vergadering gekomen.
De heer Duijvendak: Mijn verhaal valt uiteen in twee delen. Het eerste deel bevat een
aantal opmerkingen over de procedure. Het tweede deel is meer inhoudelijk van aard.
Ik begin met de procedure. Naar onze mening is de procedure ook dit jaar weer op een
aantal onderdelen onbevredigend verlopen. En dat terwijl naar onze stellige overtuiging ie
dereen die hier aanwezig is en ook alle andere betrokken organisaties geprobeerd hebben om
een en ander zo goed mogelijk te laten verlopen. Er zijn dus structurele problemen aan de
hand rond het Programma Sociaal-cultureel Werk. Een aantal termijnen blijkt te krap te zijn
en de voorbereiding van met name de tweede vergadering van de Commissie voor Welzijns-
aangelegenheden heeft daaronder geleden. Wij zullen dit jaar nog genoegen nemen met het
beperkte aantal verschuivingen van één maart naar één september, waarbij het vooral gaat
om de buurtactiviteiten en de peuterspeelzalen. Maar wij moeten constateren dat de tijdpro-
blemen voor andere groepen, met name vrijwilligersorganisaties, daarmee nog niet zijn opge
lost. Ook de opstelling van de verdeling van de beroepskrachtentijd van het Centraal Or
gaan Leeuwarden (COL) en de Stichting Sociaal-Kultureel Werk Leeuwarden (SSKWL) blijft
problemen opleveren.
Natuurlijk zijn wij blij met de soepele wijze van reageren van de kant van b. en w. met
betrekking tot die groepen die na één maart een subsidie-aanvraag indienen, maar een en
ander betekent wel dat steeds meer aanvragen pas in de tweede instantie in de Commissie
voor Welzijnsaangelegenheden worden behandeld. Met andere woorden, die aanvragen komen
pas terug in de nadere standpuntbepaling, hetgeen betekent dat de groepen die te laat wa
ren door allerlei oorzaken daarmee niet tijdig meer bezwaarschriften kunnen indienen. Bo
vendien moeten wij in de tweede commissievergadering ad hoe oordelen. Ik vind de maatregel
als noodverband voor dit jaar nog wel acceptabel, maar wij zullen de komende tijd moeten
doorgaan met het zoeken naar structurelere oplossingen. Met andere woorden, voor de PAL-
fractie is de één maart-problematiek, ondanks de aanpassing zoals nu wordt voorgesteld,
nog niet van de baan.
Een andere opmerking over de procedure is de volgende. Ik vind het een probleem dat
de nadere standpuntbepaling veel te laat verscheen. Mijn vraag daarover aan de wethouder
is de volgende. Zijn er in dit verband bijzondere omstandigheden aan te wijzen of is het een
algemeen probleem dat de nadere standpuntbepaling te laat uitkwam? Moet een en ander lei
den tot een herziening van de termijnen die wij met elkaar hanteren?
