voor de naschoolse opvang op dit moment niet voldoende is. Een vraag daarbij is waar de fi nanciële middelen wat dat betreft vandaan zouden moeten komen. Het wordt mij uit de stuk ken niet duidelijk waar nu het financiële knelpunt ligt. Is het inleveren van twee groepen door de kinderdagverblijven daarbij niet genoeg? Ligt dat knelpunt aan het teruglopen van de ouderbijdrage? Als dat zo is, is het dan terecht om een en ander te laten dragen door de kinderdagverblijven? Of zou je bedoeld bedrag voor een bepaald deel moeten laten dragen door de gemeente? Is het zo dat er wellicht ruimte gevonden zou kunnen worden voor finan ciering van de uitbreiding van het aantal uren door een iets beperktere openstelling van de kinderdagverblijven? Wij willen graag dat b. en w. in overleg treden met het bestuur van de kinderdagverblijven en de raad daarover rapporteren. Wij sluiten daarbij niet uit dat er voor de raad eventueel financiële consequenties getrokken moeten worden uit het feit dat wij onderkennen dat het aantal uren, dat nu voor naschoolse opvang voor de werksters geldt, op dit moment te weinig is. Mijn volgende opmerking gaat over het Comité Vrouwen in de Bijstand. Wij zijn blij dat b. en w., zij het mondjesmaat, tegemoet komen aan een ruimere subsidiëring van het comité. Ik ben het eens met de opmerking van de heer Schade dat een eigen bijdrage van vrouwen in de bijstand op dit moment niet gevraagd kan worden. In de commissie zal daarover wel een algemenere discussie moeten worden gevoerd. Wij willen vragen of van de eigen bijdrage van deze groep kan worden afgezien. Wij zijn het er niet mee eens dat de "overige organisa tiekosten" niet door b. en w. worden gehonoreerd. Deze groep is een voorbeeld van een groep die genekt wordt door de gemeentelijke procedures. Je kunt aan deze groep wel vra gen of zij een gespecificeerdere begroting wil indienen - dat zal zij ook zeker kunnen doen -, maar dan krijg je een "fake"-begroting. Wij zitten hier dan te praten over cijfers die nergens op slaan. Als b. en w. dat willen, dan moeten zij dat aan zo'n instelling vragen. Ik denk dat je reëel moet onderkennen dat het voor deze groep onmogelijk is om een gespe cificeerdere begroting in te dienen, omdat haar activiteiten van week tot week gepland wor den. Ik wil dan ook voorstellen dat deze posten niet meer worden afgewezen, dat deze mid delen worden gereserveerd en dat op basis van nadere invulling en afrekening alsnog de mogelijkheid tot subsidiëring wordt opengehouden. Met betrekking tot het Gastouderproject kan ik mij aansluiten bij de opmerkingen hier over van de heer Schade. Over het COC wil ik nog de aanvullende opmerking maken dat ik blij ben met de toezeg ging van b. en w. dat zij een en ander nader zullen overleggen. B. en w. zullen zich echter rekenschap moeten geven van het feit dat de activiteiten van het COC in 1985 op een relatief laag pitje hebben gestaan, juist doordat wij als gemeente hebben gezegd dat wij alleen de huisvestingslasten willen betalen en niet de activiteiten. Als je dan eenvoudig gaat vergelij ken tussen 1985 en 1986 dan lijkt mij dat geen eerlijke situatie. Mocht blijken dat er elders in de begroting van het COC wel ruimte zit, dan lijkt het mij reëel om daar niet op terug te komen. Wat dat betreft wachten wij de resultaten van het gesprek met het COC met belang stelling af. Een volgende groep die door b. en w. wél zeer royaal behandeld wordt is Youth for Christ. Je zou kunnen stellen dat Youth for Christ eigenlijk een gedeeltelijke huisvestings subsidie krijgt en nog wel uit de sector Overig sociaal-cultureel werk. Daar waar een huis vestingssubsidie voor het Lesbisch Archief in dezelfde sector wordt afgewezen - met allerlei zinnen waarin gewezen wordt op de beperkte ruimte in die sector - zie je dat Youth for Christ wel middelen kan krijgen. Ik onderken wel dat Youth for Christ geen aparte huisves tingssubsidie vraagt en misschien is dat wel heel slim. Youth for Christ zegt gewoon dat er 300 open avonden zijn, waarvoor een subsidie wordt verstrekt. 300 open avonden in één jaar lijkt ons geen geringe prestatie voor een dergelijke instelling. Wat dat betreft zijn wij ook zeer benieuwd wat het karakter van deze 300 avonden is. Bovendien zijn wij benieuwd naar de rapportage over het vormende karakter van deze 300 avonden. De mening van PAL is be kend, namelijk dat alle niet-discriminerende instellingen gesubsidieerd moeten kunnen wor den. Wij verzetten ons dan ook niet tegen subsidiëring van Youth for Christ. Wij hebben wel twijfels bij het feit dat 300 open avonden nu plotseling als "vormend" worden aangeduid en in hoeverre dat een waar te maken zaak is. Mijn laatste opmerking gaat over het Jongeren Ontmoetingscentrum Leeuwarden (JOL). Ik ben het eens met de opmerking die de heer Schade hierover heeft gemaakt. Maar ik ben het oneens met de argumentatie van b. en w. dat het hier om bestaand beleid - de wethouder sprak in de commissie zelfs van oud beleid - zou gaan en dat het daarom wel kan worden af gebroken. Ik vind dat het JOL nog een jaar de kans moet krijgen. Wat dat betreft hoop ik ook dat b. en w. een toezegging in die richting zouden kunnen doen. De heer Van der Wal is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer IJestra: Onder steeds moeilijker wordende omstandigheden, veroorzaakt door krapper wordende geldmiddelen, komt de financiële invulling van het sociaal-cultureel werk tot stand. Ook voor 1986 is de afdeling Welzijn met alle betrokkenen gekomen tot een redelij" 13 ke afweging en invulling van de beschikbare gelden. Uit het verleden hebben wij echter kunnen leren dat bij moeilijke omstandigheden met enige creativiteit, inzet en efficiëntie ge werkt kan worden om de beoogde doelen te bereiken. Onze fractie is van mening dat de sub sidievrager zich dit aspect steeds meer moet realiseren. Een goede controle op het financieel beheer van de instellingen is daarom noodzakelijk. Het is redelijk dat wij van de gesubsidieerde instellingen eisen dat hun subsidieverzoe ken duidelijk zijn en op tijd worden ingediend. Een en ander is omschreven in de Algemene Subsidieverordening (ASV). Bij andere beleidssectoren gebeurt iets dergelijks ook en dus kan dat ook op het terrein van het welzijnsgebeuren. De afdeling Welzijn hanteert in dit verband een te grote soepelheid, waardoor gemakzucht bij de instellingen in de hand wordt gewerkt. Het open karakter van een instelling is voor onze fractie een belangrijk punt en is duidelijk omschreven in de ASV in artikel 10, lid 1, sub c. Het college heeft tot taak hierop toe te zien. Het gaat om gemeenschapsgeld waarmee wij subsidiëren. Een instelling moet dan ook voor iedereen toegankelijk zijn. Ik wil mij nu bepalen tot enkele punten uit het Programma Sociaal-cultureel Werk 1986. Het betreft de reacties van de publieke tribune op de nadere standpuntbepaling tijdens de vergadering van 29 november jl. van de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden. °Dorpsbelang Himpens/Tearns. Bladzijde 63 van de nadere standpuntbepaling. Wij gaan akkoord met de herziene subsidietoekenning, want wij vinden dat alleszins redelijk. Comité Vrouwen in de Bijstand. Bladzijde 90 tot en met 93 van de nadere standpuntbe paling. Onze fractie vindt het ook in dit geval juist niet af te wijken van de eigen bijdrage- norm. Deze norm kan nog wel eens ter discussie gesteld worden in de Commissie voor Wel zijnsaangelegenheden. Wij gaan akkoord met de gevraagde subsidie van f. 875, Stichting Studentenpastoraat. Bladzijde 95 van de nadere standpuntbepaling. In dit ge val gaan wij akkoord met de subsidietoekenning van f. 275, Gastouderproject. Bladzijde 96 van de nadere standpuntbepaling. Wij willen, gelet op de noodzaak van een geschikt onderkomen c.q. geschikte huisvesting, aandringen op het toege zegde overleg. Het COC. Bladzijde 100 van de nadere standpuntbepaling. Onze fractie gaat niet ak koord met de aanvullende subsidie van f. 4.000,— Het is overduidelijk gebleken dat er na enige aanpassingen best met een sluitende begroting kan worden gewerkt. Ik verzoek de wethouder om in het door hem toegezegde gesprek met het bestuur van het COC eens duide lijk te kijken naar de inkomsten en uitgaven van deze instelling. Wellicht kan er op die ma nier in de toekomst tot een sluitende begroting worden gekomen. Youth for Christ. Bladzijde 101 van de nadere standpuntbepaling. Wij gaan akkoord met de voorgestelde aanpassing. Het Lesbisch Archief. Onze opstelling dienaangaande is ongewijzigd gebleven. Wij steu nen de emancipatie-activiteitenmaar niet de archiefwerkzaamheden. Wij dringen er bij de Stichting Lesbisch Archief op aan om voor de archiefwerkzaamheden met een langere ter mijnplanning te komen. Op die manier weten wij voor de toekomst wat een en ander ons gaat kosten. Er is nu sprake van natte vingerwerk. Het Jongeren Ontmoetingscentrum Leeuwarden (JOL). In onze fractie is uitvoerig gedis cussieerd over de vraag wat er moet gebeuren met het project hout werkplaats. Is het wel verstandig om een project, dat nog maar zo kort draait, nu al te stoppen? Stoppen houdt zonder meer een stuk kapitaalvernietiging in van de werkplaats en de gereedschappen. De afwijzing van de subsidie, zoals is omschreven in de nadere standpuntbepaling, lijkt ons niet juist. Er is sprake van oude gegevens, gelet op de recente, positieve, informatie van het JOL. Onze fractie vindt het redelijk dat het project nog een jaar een kans wordt gege ven en het daarna te evalueren. Het probleem waar wij als fractie en raad mee zitten is de financiële dekking. Overigens wil ik opmerken dat onze fractie verbaasd is over de lage ei gen bijdrage, f. 15,voor twintig lessen. Onze fractie ziet geen mogelijkheid tot dekking. Misschien kan de wethouder aan de hand van de reactie van de heer Schade een nadere toe lichting geven. Op basis van die gegevens kunnen wij dan een beslissing nemen. Studentenvoorzieningen. De wethouder heeft tijdens de commissievergadering van 29 november gesproken over een onderzoek van de afdeling Onderwijs over studentenvoorzie ningen. Leeuwarden: hoger beroepsonderwijs (hbo)-stad. Had er al niet een plan moeten liggen? Zijn wij wat dat betreft al niet veel te laat? Onze fractie dringt er op aan hier snel °P in te spelen Sportieve recreatie. Onze fractie gaat akkoord met de afbouw daarvan. Wij hebben be grip voor de motieven van de wijken, maar zijn niet overtuigd geraakt van de directe nood zaak. Stichting Sappho. Onze fractie is om dezelfde reden als vorig jaar tegen subsidiëring van de lees-/documentatiehoek. Verdeling beroepskrachtentijd buurtcomité ValeriuskwartierIk heb hierover gesprek ken gevoerd met de Stichting Sociaal-Kultureel Werk Leeuwarden (SSKWL). Onze fractie kan zich vinden in de toelichting van de SSKWL wat betreft de beroepskrachtentijd van het co mité Valeriuskwartier. Wij zijn van mening dat de SSKWL voldoende inzicht heeft hier zelf

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 7