sturing aan te geven. Wij hoeven als gemeenteraad in dit geval niet te treden in de verant
woordelijkheden van de SSKWL.
Rest mij nog één opmerking. Wij moeten waken voor concurrentievervalsing. Ik bedoel
hiermee dat instellingen die produceren en die wij subsidiëren zich niet moeten gaan bege
ven op het commerciële terrein. Voorbeelden hiervan zijn de Stichting Inktwerk en de hout
werkplaats.
Tot slot willen wij onze waardering uitspreken aan het adres van de ambtenaren die
hebben meegewerkt aan het tot stand komen van dit Programma Sociaal-cultureel Werk.
De heer Boelens: Ik wil vooraf een paar zaken constateren. Wij constateren dat het be
leid op het terrein van het sociaal-cultureel werk een steeds "harder" karakter krijgt. Het
is even wennen. Door een zo uitgebreide toelichting en motivatie ten aanzien van de toeken
ning van middelen bestaat er een stuk duidelijkheid, ook politieke duidelijkheid. Daar is
denk ik alleen maar waardering voor op te brengen. Een groot aantal jaren geleden heeft de
raad door middel van het vaststellen van het Sociaal-cultureel Plan uitgangspunten voor dat
beleid vastgesteld. Het getuigt van een consistent en goed beleid wanneer wij die uitgangs
punten vasthouden en niet bij het minste en geringste daarvan gaan afwijken, waardoor er
weer een stuk onduidelijkheid wordt geschapen.
Een andere constatering is dat, zoals staat vermeld op pagina 4 van de raadsbrief, de
post Onvoorzien nog ongeveer f. 30.000,-- bedraagt. Gelet op een totaal uit te geven bedrag
van 10 miljoen gulden vinden wij dat deze post onherroepelijk moet worden gehandhaafd. De
hoogte van de post Onvoorzien is tevens een bewijs dat met de besteding van middelen voor
alle activiteiten die in het programma zijn opgesomd tot het uiterste is gegaan.
Over eventuele toekomstige bezuinigingen nog het volgende. Wij hebben al eens eerder
gezegd dat wij denken dat toekomstige bezuinigingen niet meer gevonden kunnen worden in
de sfeer van de niet-personele kosten.
Ik wil dan nu een aantal opmerkingen maken met betrekking tot de bezwaarschriften, de
voorstellen van het college en de nadere standpuntbepaling.
Het Lesbisch Archief. Onze fractie heeft in de raadsvergadering van 10 september 1984
een kanttekening geplaatst bij punt c van het besluit, waarin het ging om toekenning van
een subsidie van f. 3.000,ook wel de afkoopsom genoemd. Wij zijn toen met het voorstel
van het college akkoord gegaan. De begroting van het Lesbisch Archief was echter voor ons
niet inzichtelijk, waardoor wij niet konden beoordelen of de f. 3.000,wel of niet noodzake
lijk was. In genoemde vergadering heeft onze fractie zich het recht voorbehouden om bij een
volgend verzoek van het Lesbisch Archief, aan de hand van de dan te verstrekken gege
vens, te bekijken wat ons standpunt moet zijn.
Geconstateerd kan worden - dat heeft de raad trouwens ook vastgesteld - dat de activi
teiten van het Lesbisch Archief emancipatie-activiteiten zijn.
In de raadsvergadering van 10 september 1984 is onder anderen door de VVD-fractie
opgemerkt dat er geen sprake moet zijn van een overlapping in het aanbod. Wij hebben des
tijds ook gezegd dat, in verband met de harmonisatie op dit terrein, geen materiaal door het
archief behoeft te worden aangeschaft wanneer dat ook al is te vinden op de leestafel van de
vrouwenboekwinkel Sappho of in de openbare bibliotheek. Het college heeft ons toegezegd
- dat stond ook in de raadsbrief ten behoeve van de vergadering van 10 september 1984 -
dat er op zou worden toegezien dat er geen overbodig materiaal zou worden aangeschaft.
Uit de ter inzage gelegde stukken is ons gebleken dat door de Stichting Lesbisch Ar
chief een goede verantwoording is gegeven. Wij gaan akkoord met het betreffende voorstel
van b. en w.
Over de huisvestingssubsidie ten behoeve van het Lesbisch Archief het volgende. Wij
hebben - dat hebben wij ook al in een eerder stadium duidelijk gemaakt - geen behoefte aan
een naar Leeuwarder maatstaven gemeten archief van allure. Als de provincie wat dat be
treft een subsidie wil verstrekken, dan moet zij dat weten, maar wij vinden dat niet noodza
kelijk.
Een volgende opmerking wil ik maken over de voorstellen van het college betreffende
sportieve recreatie. Wij hebben een brief ontvangen van verschillende wijken - de brief is
gedateerd één november 1985 - met het verzoek het evaluatierapport over de periode 1979-
1984 van de consulent voor de sportieve recreatie af te wachten en voor 1986 nog geen wijzi
gingen aan te brengen. De leden van onze fractie die zitting hebben in de Commissie voor
Welzijnsaangelegenheden hebben tijdens de behandeling van dit punt in de commissieverga
dering zeer voorzichtig geopereerd. Zij wilden hun stanpunt hieromtrent in de commissie
voorbehouden en dat nader in de fractie bepalen. Wij zijn uiteindelijk tot de conclusie geko
men, verwijzend naar mijn inleidende opmerkingen, dat de motivatie van het college correct
is. Wij hebben een soort algemene beleidslijn proberen te hanteren. Ik verwijs in dit ver
band ook naar het beleid in de georganiseerde sport
In de eerste plaats hebben de instellingen de vrijheid om binnen hun eigen budget prio
riteiten te stellen binnen het sociaal-cultureel werk, waaronder de sportieve recreatie-acti
viteiten. Als wij in de tweede plaats kijken naar de verantwoordelijkheden die verschillende
15
instellingen maatschappelijk gezien hebben, dan denken wij dat de georganiseerde sport ook
een taak heeft. In die zin hoeft een gebruiker een voorziening op dit terrein dus niet te
missen. In de derde plaats heeft de raad het Sociaal-cultureel Plan vastgesteld. Daarin heeft
dit werk niet de hoogste prioriteit. Ik vind dat je, wanneer er zaken knellen en je politieke
prioriteiten moet stellen, ook in dat opzicht consequent moet zijn.
Het Jongeren Ontmoetingscentrum Leeuwarden (JOL). Wij vinden dat het project hout
werkplaats nog een kans moet krijgen en nog een jaar moet draaien. Het project is namelijk
nog maar pas van start gegaan.
Het Gastouderproject. De toekomstige huisvesting van het project kan waarschijnlijk
over anderhalfjaar worden gerealiseerd in de Lijster. Wij moeten die periode maar zien te
overbruggen.
De studentenvoorzieningen. Wij hebben al meerdere malen in verschillende commissies
- onder andere de Commissie voor het Onderwijs en de Commissie voor Welzijnsaangelegenhe
den - gevraagd spoed te betrachten met het komen van voorstellen. Ik heb begrepen dat de
afdeling Onderwijs met een voorstel zal komen. Wij dringen er bij het college op aan om met
spoed met een notitie en voorstellen bij de raad te komen, zodat wij die als kapstok kunnen
gebruiken voor de discussie over de voorzieningen op dit terrein.
De urenverdeling ValeriuskwartierAldlan en Stichting Sociaal-Kultureel Werk Leeuwar
den. Wij zijn het eens met de benadering van de heer IJestra dat men zelf de uren maar moet
toewijzen.
Ik wil ook nog even ingaan op een paar zaken die de heer Schade heeft genoemd. Wij
kunnen ons wel vinden in zijn motie betreffende de Danswerkplaats. Wij zullen de motie
steunen. Wat de andere door hem aangehaalde zaken betreft wachten wij het antwoord van
het college in eerste instantie af.
De Voorzitter schorst, om 20.55 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.10 uur, de vergadering.
De heer Pruiksma is inmiddels ter vergadering gekomen.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortgezette behandeling
van agendapunt 2. Het woord is aan wethouder Heere.
De heer Heere (weth.): In augustus 1985 is het ontwerp-Programma Sociaal-cultureel
Werk 1986 uitgekomen; een boekwerk van enige honderden pagina's. In november 1985 ver
scheen de Nadere Standpuntbepaling en nota van wijzigingen behorende bij dit programma;
dit boekwerk is niet veel dunner. Er zijn lange commissievergaderingen geweest - ik kom
daar straks nog op terug - en relatief weinig bezwaarschriften ingediend. Het is naar mijn
gevoel terecht dat deze zaak zoveel aandacht krijgt. Het gaat hier namelijk om een verdeling
van subsidies van ruim 10 miljoen gulden en daar mag wel wat over worden gezegd. Het lijkt
mij goed de achtereenvolgende sprekers op de voet te volgen.
De heer Schade is begonnen met te zeggen dat de wijze waarop het college is tegemoet
gekomen aan de problematiek van de datum-kwestie verheugend is. Ik neem daar met genoe
gen kennis van.
Hij heeft vervolgens gevraagd langs welke lijnen het college tot keuzen gekomen is. Ook
de heer Duijvendak is daar op zijn wijze op ingegaan. Het voor de hand liggende antwoord
op deze vraag is dat de keuzen voornamelijk worden gebaseerd op het Sociaal-cultureel Plan
en de daarin vastgelegde prioriteiten. Overigens is dat natuurlijk geen star plan. Er worden
ook aan de hand van allerlei ontwikkelingen, die zowel uit de samenleving zelf opborrelen als
ook wel eens uit het college naar boven komen, regelmatig zaken aangepast en veranderd.
Een belangrijke aanpassing op dat punt - hoewel een aanpassing die mij niet altijd evenveel
vreugde schenkt - is uiteraard de jaarlijks terugkerende noodzakelijke herwaardering, door
anderen ook wel bezuiniging genoemd. Ook aan de hand van deze herwaardering vindt, let
terlijk, herwaardering van beleid plaats. Op die wijze komen wij tot keuzen. Verder is er
natuurlijk een aantal algemene financiële richtlijnen waaraan de gehele begroting moet vol
doen. Het 0%-accres is daar een voorbeeld van. De jaarlijkse richtlijnen van Financiën wor
den grosso modo ook op het welzijnsterrein toegepast. De heer Schade wil graag dat er in
het komende Programma Sociaal-cultureel Werk wat explicieter op deze zaak wordt ingegaan.
Ik ben gaarne bereid daartoe een poging te wagen. Ik ga dan nu over naar de afzonderlijke
door de heer Schade genoemde punten.
Het comité Vrouwen in de Bijstand. De heer Schade heeft gezegd dat hij de opvatting
van het college over de eigen bijdrage onacceptabel vindt. Hij zegt dat hij incidenteel de
voorkeur geeft aan een uitzondering op dit punt. Ik heb ook al in de commissie gezegd dat
wij niet zo maar iets hebben gedaan. Wij hebben slechts datgene toegepast wat na uitvoerige
discussie in de commissie aan normen is vastgelegd. Ik heb ook toegezegd bereid te zijn
daarover met de commissie opnieuw van gedachten te wisselen. Het lijkt mij, mede gelet op