70
wethouder Timmermans heeft gezegd, namelijk dat de raad op zeer korte termijn de nota te
gemoet kan zien. Het eerste concept daarvan is er en zal in januari in de werkgroep worden
besproken en daarna in de commissie. Of het resultaat dan ook zo is als wordt verwacht
horen wij dan wel.
Ik moet ook nog even ingaan op de stelling van de heer Duijvendak dat het college niet
met enig gedurfd elan een aantal ontwikkelingen heeft gestimuleerd, zoals Echo en de ama
teuristische kunstbeoefening. Ja, of er sprake is van gedurfd elan weet ik niet, maar wij
hebben wel wat gedaan. Ik denk bijvoorbeeld aan de popbunker, waarop ook het woord Echo
voorkomt. Dat is in ieder geval een bijdrage. Wij hebben daar de zaak actief bevorderd, zo
wel financieel als anderszins. Wij hebben het Tuinfluitercollectief huisvesting in de Hania-
steeg gegeven. Het Filmhuis hebben wij in de Harmonie ondergebracht. Wij zijn verder bezig
met een onderzoek naar het onderbrengen van Echo of in de Westerkerk of in een al of niet
aangepast Theater aan het Water. Verder hebben wij aanzienlijk hogere subsidies gegeven
aan Hothouse Redbad. Wij hebben het Fries Straatfestival en het jazz-festival gesubsidieerd.
Bovendien hebben wij tienduizenden guldens uitgegeven aan het organiseren van popconcer
ten door de Ooievaar. Er is - of de heer Duijvendak dat nu gedurfd elan noemt weet ik niet -
in ieder geval wel iets gebeurd. Wat er dan nog meer had moeten gebeuren horen wij mis
schien morgen nog.
De heer Bijkersma heeft een aantal opmerkingen gemaakt over kinderdagverblijven en
baby-opvang. Hij vreest voor kostenstijgingen en vraagt het college die te willen bewaken.
De heer Bijkersma spreekt zelfs over wildgroei. Het is inderdaad zo dat die voorziening, met
name doordat ook de eigen bijdragen lager uitvallen dan aanvankelijk geraamd, financieel
onder druk staat. Dat is overigens niet te verwijten aan de instelling, maar het is een min
of meer autonome ontwikkeling die wij op meer terreinen zien. Voor zover het college invloed
kan uitoefenen op de financiële administratieve gang van zaken, hebben wij dat gedaan. Dat
is ook al meerdere malen in de raad gebleken. In bepaalde gevallen schromen wij er niet voor
om ook hier de dingen bij hun naam te noemen. Wij zullen daarmee doorgaan als dat nodig is.
Op dit moment heb ik echter de indruk dat het allemaal toch wel aardig reilt en zeilt.
Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter.
De Voorzitter: Ik constateer dat wij hiermee aan het einde van de eerste termijn zijn.
De vergadering wordt morgenmiddag voortgezet om 14.00 uur.
De Voorzitter schorst, om 23.55 uur, de vergadering tot dinsdag, 17 december 1985,
14.00 uur.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag, 17 december 1985.
RAADSVERGADERING van dinsdag, 17 december 1985, aanvang 14.00 uur.
(vervolg van de vergaderingen van 16 december 1985)
Aanwezig 36 leden.
PvdA
CDA
VVD
PAL
D'66
de dames G. Doevendans, H.J. de Haan-Laagland, A. Jongedijk-Welles, G.
Visscher-BouwerJ.G. Vlietstra en T. Wielinga-Graansma en de heren H. ten
Hoeve, E.M. Janssen, J.F. Janssen, ir. G.A. Kessler (weth.), H. Meijerhof, W.
Schade, ir. J.A.F.A. Timmermans (weth.) en G. de Vries (weth.).
mevrouw A. Willemsma-de Jong en de heren T.A. Boelens, D.E. Heere
(weth.), H. Jansma, C. de Jong (vanaf 14.25 uur), W. Miedema (weth.), mr.
H.S. Pruiksma, N. Sterk, P.J. Sijbesma en L. Visser.
mevrouw M.A. van Dijk-van Terwisga en de heren J. de Beer (vanaf 14.45
uur), R. Burg, J.R. Bijkersma, H. Dubbelboer (vanaf 14.30 uur) en J.A.H.
IJestra.
de heren W.G.J. Duijvendak, P. Meerdink, J.D. Niemeijer en P.D. van der
Wal.
mevrouw J. de Jong.
GPV/RPF/SGP: de heer J. Buurman.
Afwezig: mevrouw E. Brandenburg-Sjoerdsma (PvdA).
Voorzitter: de heer mr. G.J. te Loo, burgemeester.
Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer.
Voorts zijn aanwezig: mevrouw drs. M.S.P. Klein Beernink, ambtenaar van de afdeling Finan
ciën en Belastingen, en de heren J.J.H. Barczuk, ambtenaar van de afdeling Onderwijs,
G.J.P. van den Berg, hoofd van de afdeling Welzijn, P. de Boer, hoofd van de afdeling Fi
nanciën en Belastingen, drs. A.J. Burger, plv. hoofd van de afdeling Financiën en Belastin
gen, H. Flinterman, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, mr.
W.L. van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. H.A.
Lassche, adjunct-secretaris, en drs. H. Sikkema, hoofd van de afdeling Economische Zaken,
Beleidsplanning en Organisatie.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering,
gemene beschouwingen.
Punt la (vervolg).
Aan de orde is de tweede termijn van de al-
De heer Meijerhof: Ik ben wat geïnspireerd geraakt door de manier waarop wethouder
Miedema heeft geantwoord op het door de verschillende fracties gestelde.
Ik constateer dat het college al mijn vragen in eerste instantie naar tevredenheid heeft
beantwoord en dat de reactie van het college in de lijn lag van mijn betoog. Alleen het ant
woord van wethouder Kessler geeft mij aanleiding tot maken van een paar opmerkingen. In
dereactie op het betoog van D'66 stelt de wethouder dat daar waar blijkt dat te optimistisch
is geraamd de methodiek van de meerjarenraming de mogelijkheid biedt de raming in het vol
gende jaar bij te stellen. Ik ben het daarmee eens, hetgeen tevens mijn opmerking onder
streept dat zo snel mogelijk de indicatie bekend moet zijn wat er te optimistisch is geraamd.
Wethouder Kessler bevestigt mijn opmerkingen over de informatievoorziening, de organi
satie van het apparaat en de taakafbakening, maar zegt daarbij dat het een en ander gemak
kelijker gezegd is dan gedaan. Hij wijst tevens op hetgeen op ons afkomt: onderzoeken
Dienst Stadsontwikkeling (DSO), de Schooladviesdienst (SAD), het Openbaar Lichaam Af
valverwijdering Friesland (OLAF) en de brandweer. Kortom, het middelenbeheer is zorge
lijk, zegt de wethouder. De intentie van het door mij afgestoken verhaal was juist dat de
grote hoeveelheid werkzaamheden en activiteiten waarvan sprake is ons er juist toe dwingt
om direct tot een prioriteitsstelling over te gaan, want anders komt er niets van de grond.
Als ik dan lees wat er in het collegeprogramma 1982-1986, op de bladzijden 5 en 6, onder
Punt 8a vermeld staat - wij praten nu over het beleidsplan 1986-1990 - dan moet er toch nog
vrij veel van de grond worden getild. Wij moeten de vicieuze cirkel doorbreken. Als wij zeg
gen dat wij nergens aan toekomen en dat er geen capaciteit is, dan moeten wij prioriteiten