'20 tegen. Ik wil die toezegging graag doen. Wij hebben in de commissie uitvoerig gesproken over de kwestie betaald en onbetaald werk. De heer Buurman weet inderdaad dat wordt be doeld het hebben van niet betaald werk. Ik neem er verder kennis van dat hij dat nog eens ten tonele brengt en heb er geen behoefte aan daarop te reageren. De heer Buurman: Ik ben blij met de toezegging van de wethouder wat het eerste punt betreft. Wat betreft de opmerking over het buurtcentrum De Oosthoek leek het mij van be lang ook de raad daarvan in kennis te stellen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 22 (Bijlage nr. 13). De Voorzitter: Dit punt luidt: Besteding herbezettingsgelden 1985 en volgende jaren, alsmede van vrijgevallen middelen met betrekking tot de zogenaamde resturen-registratie De heer Meerdink: Ik wil het hebben over hoofdstuk III, tot nu toe in 1985 niet bestede herbezettingsgelden, punt 2. Verhoging van de stelpost tijdelijk personeel secretarie in 1986. Onze fractie meende dat het uitgangspunt was dat er zo weinig mogelijk van tijdelijk personeel en uitzendkrachten gebruik gemaakt zou worden en dat er zo weinig mogelijk overuren gemaakt zouden worden. Het blijkt nu dat de stelpost voor tijdelijk personeel wordt verhoogd met f. 30.000,— ten opzichte van 1985. De reden daarvoor is het uitgavenpatroon van de laatste twee a drie jaar. Hoe rijmt een en ander met de eerder geformuleerde beleids uitgangspunten? Daarnaast willen wij weten welke kansen tijdelijk personeel heeft, na het verstrijken van de arbeidsperiodeom bij de gemeente in vaste dienst te komen. Kan het tijdelijk personeel na afloop van die periode ook meedoen aan interne sollicitatieprocedures? De heer Buurman: In de raadsbrief wordt op bladzijde 7 onder punt 3 het voorstel ver meld een bedrag van f. 150.000,— te besteden voor het ontwikkelen van een vrouwenwerk plan. Ik moet u zeggen dat ik dit een enorm bedrag vind. (De heer De Vries (weth.): Het is een enorm plan; alle waar is naar zijn geld.) Ja, vandaar dat ik deze kwestie even wil bespreken, mijnheer De Vries. Door wie moet dit plan worden opgesteld? Toch niet door aankomende krachten? Door twee leidinggevende krachten a raison van f. 75.000, inclu sief sociale lasten voor een geheel jaar? Of is het de bedoeling middelen van het Gewestelijk Arbeidsbureau aan deze f. 150.000,— toe te voegen en het totaal aan te wenden ten behoeve van aanvullende scholing van werkloze vrouwen? Maar wie stelt dan het vrouwen werkplan op? Ik zou graag eerst nadere uitleg willen hebben. De heer Kessler (weth.): De heer Meerdink heeft twee vragen gesteld. Zijn eerste vraag is hoe de verhoging van de stelpost tijdelijk personeel secretarie in 1986 zich verhoudt ten opzichte van het gevoerde beleid. Ik wil daar twee dingen over zeggen. In zijn algemeenheid zijn wij door de toenemende druk op het ambtelijk apparaat en toenemende bezuinigingen vaker genoodzaakt om tijdelijk iemand in te schakelen om een bepaalde klus te klaren. Dat is overigens niet de hoofdreden waarom de stelpost verhoogd is. De hoofdreden is dat wij als gevolg van het feit dat het met het project functiewaardering zo langzamerhand toch echt af gelopen moet zijn betrekkelijk veel functie-analisten op tijdelijke basis hebben ingehuurd. Op het moment dat het project functiewaardering is afgelopen zal de stelpost tijdelijk personeel weer verlaagd kunnen worden. Vraag twee van de heer Meerdink is of tijdelijk personeel ook mee kan doen aan interne sollicitatieprocedures tijdens en na de arbeidsperiode bij de gemeente. Op het moment dat men een jaar tijdelijk werkt bij de gemeente kan men gewoon met de interne sollicitaties meedoen. Indien men de gemeentedienst verlaat, dan geldt die mogelijkheid niet meer. De heer Duijven- dak heeft meen ik tijdens de afdelingsvergadering de suggestie gedaan om eens na te gaan in hoeverre mensen die ontslag nemen of tijdelijke personeelsleden gedurende een bepaalde tijd alsnog met interne sollicitaties kunnen meedoen. Ik heb toen al gezegd dat wij die moge lijkheid willen overwegen. Wij zullen daar binnenkort een gesprek over hebben. De heer Buurman heeft gevraagd door wie het vrouwenwerkplan wordt opgesteld. Dat plan wordt door het ambtelijk apparaat opgesteld, net zoals het jeugdwerkplan waaraan een veel groter bedrag dan f. 150.000,-- is besteed, namelijk een bedrag van ik meen zes ton. Een en ander betekent heel concreet dat er een brief naar de diensthoofden gaatin overleg met het Gewestelijk Arbeidsbureau ten aanzien van het profiel van kandidaten, met de vraag of zij mensen kunnen gebruiken die aan die en die criteria voldoen. Daar krijgen wij reacties op. Dan is het puzzelen om vraag en aanbod bij elkaar te brengen, maar wij hebben daar, mede gelet op het feit dat wij het jeugdwerkplan ook al in die richting hebben uitgevoerd, zo 21 langzamerhand al wat ervaring mee opgedaan. Ik denk niet dat dit een heel ingewikkelde klus zal worden waar wij structureel twee arbeidsplaatsen a raison van f. 75.000,voor nodig hebben. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 23 (bijlage nr. 18). De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van diverse takken van dienst en bedrijven voor het dienstjaar 1986. Gemeentebegroting. Mevrouw De Jong: Ik stem tegen de investeringen genoemd onder punt 3. Reconstructie kruispunt Dammelaan-Luchtenrek-Rengerslaan en punt 5. Voorbereidingskrediet ten behoeve van aanleg gedeelte noordtangent. De heer Niemeijer: Dat zelfde geldt voor onze fractie. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de leden van de fracties van PAL en D'66 wensen te worden geacht te hebben gestemd tegen de onderdelen 3 en 5 van de gemeentebegroting. De Voorzitter sluit, om 21.35 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 11