punt Omschrijving bijlage blz.
7. Verkoop van de woning met hok e.a. plaatselijk gemerkt
Noordvliet 569. 17 9
8. Verkoop van een in het bestemmingsplan Camstraburen-Zuid
gelegen perceel bouwterrein aan de Hervormde Stichting
De Hofwijck, gevestigd te Leeuwarden. 24 9
9. Verkoop van een in het bestemmingsplan Aldlan-Oost VI gelegen
perceel bouwterrein aan H.F. Wieringa, wonende te Leeuwarden. 2 10
10. Verkoop van een tweetal in het bestemmingsplangebied Hemrik
gelegen percelen industrieterrein. 11 10
11. Wijziging Taxiverordening. 8 10
12. Vaststelling van het bestemmingsplan Molenpad e.o. 7 io
13. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke
ordening voor een perceel grond aan de Familie van der Weijstraat
te Leeuwarden. 3 11
14. Baggeren Zuiderstadsgracht en Het Nieuwe Kanaal. 4 11
15. Beschikbaar stellen voorbereidingskrediet ten behoeve van
aanleg gedeelte noordtangent. 14 12
16. Reconstructie kruispunt Dammelaan-Luchtenrek-Rengerslaan5 12
17. Vorming schuldsaneringsfonds ten behoeve van het Gemeentelijk
Electriciteitsbedrijf12 19
18. Goedkeuren begroting 1986 van de Vereniging Openbare
Bibliotheek Leeuwarden. 21 19
19. Beëindiging gemeenschappelijke regeling Muziekonderwijs met de
gemeente Boarnsterhim. 15 19
20. Verzoeken om medewerking ingevolge artikel 74 van de Wet op het
basisonderwijs en artikel E 31 van de Overgangswet Interim wet op
het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. 1 19
21. Jaarverslag van de gesubsidieerde emancipatie-activiteiten over 1984. 22 19
22. Besteding herbezettingsgelden 1985 en volgende jaren, alsmede van
vrijgevallen middelen met betrekking tot de zogenaamde resturen-
registratie. 13 20
23. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van
diverse takken van dienst en bedrijven voor het dienstjaar 1986. 18 21
De Voorzitter: Ik open de vergadering. Er is bericht van verhindering van mevrouw
Brandenburg en de heren Bijkersma en Schade.
Punt 5 van de agenda wordt teruggenomen.
Dames en heren, leden van de raad van Leeuwarden. Wie een nieuw jaar binnentreedt
kan er niet onderuit zekere verwachtingen te koesteren met betrekking tot de toekomst. In
het openbaar bestuur, dat bestemd is het algemeen belang dat wil zeggen het belang van alle
burgers te dienen, zijn er de caleidoscopisch verspringende aandachtspunten die in de wisse
ling van de tijdsomstandigheden de nadrukkelijke belangstelling vragen. Voor deze overgang
naar het jaar 1986 kies ik er, zonder overigens ook maar in de geringste mate naar volledig
heid te streven, een aantal. Ik ben mij daarbij bewust van de beeldvertekening waartoe over
accentuering leidt. Toch meen ik enkele grote speurbare lijnen te mogen trekken.
In het collegeprogram van deze naar een eind lopende zittingsperiode van uw raad
neemt de werkgelegenheid een dominante plaats in. Terecht, want gedurende een reeks van
jaren is er tot op de huidige dag op dit terrein reden geweest voor zorg. Na de expulsie van
3
arbeidskrachten uit de landbouw, als gevolg van de voortgaande mechanisering in de vijfti
ger en zestiger jarenkwam in het beleid van de rijksoverheid de industrialisatie als het
magisch toverwoord om de problemen op te lossen.
Naast de industriële sector kwam naarmate de jaren verstreken allengs meer de diensten
sector in ontwikkeling. Toen de resultaten van dit op werkgelegenheidsbevordering gerichte
beleid achterbleven,werd in toenemende mate de hogere overheid er op aangesproken zelf een
bijdrage te leveren in de vorm van te spreiden rijksdiensten. In de provincie Friesland was
daartoe aan de gemeente Leeuwarden een geheel eigen rol toebedeeld.
Teneinde het voorgaande van enige cijfermatige illustratie te voorzien geef ik u de vol
gende gegevens.
In 1930 waren in Leeuwarden werkzaam 21.484 personen, verdeeld over 1.158 in de land
bouw, 4.936 in de nijverheid en 15.390 in de dienstensector. Het aandeel van Leeuwarden in
de totale Friese werkgelegenheid bedroeg toen 15%. Twintig jaar later - in 1950 - was dat
aandeel gestegen tot 18%. In de jaren daarna was er verhoudingsgewijs sprake van een spec
taculaire groei van de Leeuwarder werkgelegenheid in verhouding tot de totale Friese werk
gelegenheid, waardoor het aandeel van de Leeuwarder werkgelegenheid gestaag steeg tot
25% in 1978. Momenteel is dat zelfs 26%. In concrete aantallen is de situatie op basis van cij
fers over 1984 zo dat ruim 41.000 personen werk hebben in Leeuwarden. Het aandeel in de
landbouw is gezakt tot 472, de werkgelegenheid in de nijverheid bedraagt thans 11.332 (het
geen rond 2.000 minder is dan zes jaar geleden), maar de werkgelegenheid in de diensten
sector is regelmatig blijven stijgen en daarin zijn nu in Leeuwarden 29.349 personen werk
zaam
In vijftig jaar is het aandeel van Leeuwarden in de Friese werkgelegenheid dus toegeno
men van 15% tot 26%. Die 26% springt er nog des te meer uit als men zich realiseert dat Leeu
warden iets meer dan 14% van de totale Friese bevolking telt. De dienstensector is veruit de
sterkste poot van de Leeuwarder werkgelegenheid. Vooral het bank- en verzekeringswezen
is sterk in Leeuwarden vertegenwoordigd. Van de totale Friese werkgelegenheid in deze
sector is niet minder dan 58% in Leeuwarden geconcentreerd. Bij het verzekeringswezen is
dat percentage zelfs nog hoger, namelijk 67.
Als gevolg van het eerder omschreven beleid kon in het verleden de komst van de Post
giro worden verwelkomd. Ook na de realisering van de Postbank blijft dit activiteitencomplex
één van de grotere werkgelegenheidselementen van Leeuwarden.
Als gevolg van de privatisering van de gelddiensten van het Staatsbedrijf der PTT is een
aantal garanties dat de achtereenvolgende bewindslieden hebben afgegeven in de lucht komen
te hangen.
Er is reden in deze verkiezingstijd, waarin wij ons in een het normale ontstijgende belang
stelling mogen verheugende politieke partijen aan te spreken op een herbevestiging van
zelfs tot in het recente verleden gedane toezeggingen. Daarnaast zullen wij moeten blijven
aandringen op een invulling voor Leeuwarden van de in het vooruitzicht gestelde spreiding
van rijksdiensten. In dit verband verdient vermelding de binnenkort in uitvoering komende
bouw van een strafgevangenis. Een activiteit die ruim 200 nieuwe arbeidsplaatsen zal opleve
ren.
Inmiddels hebben wij Leeuwarden kandidaat gesteld als vestigingsplaats van de Registra
tiekamer bedoeld in het ontwerp van Wet persoonsregistraties. Eenzelfde actie ondernamen
wij met betrekking tot het te stichten Nationaal Arbo instituut en de Informatica-universiteit
De impuls die de beslissing van Aegon zich in Leeuwarden te concentreren zal blijken te
hebben, zal beduidend groter zijn dan de op dit moment becijferde 400 extra arbeidsplaatsen.
Het bereikte resultaat waar door het college bijzonder hard voor gewerkt is, ook en juist in
de maanden voorafgaande aan de eigenlijke onderhandelingen, heeft een niet te onderschatten
signaalwerking van in Leeuwarden bespeurde en dus aanwezige mogelijkheden. Naast de als
gevolg van deze vestiging directe uitstralende werking, moet het indirect effect op andere
zaken niet worden onderschat.
Een geheel eigen ontwikkeling is te signaleren op het terrein van het hoger beroeps
onderwijs (hbo) waar de landsdeel verzorgende functie van Leeuwarden zich steeds duidelij
ker aftekent. Zoals bekend is, heeft men in Friesland jarenlang gestreefd naar een eigen
universitaire vestiging. Allerlei toezeggingen die in dat verband zijn gedaan werden echter
niet geëffectueerd, terwijl de bestaande universitaire vestiging zelfs werd gesloten. Gelet op
de ontwikkelingen in het hbo en het wetenschappelijk onderwijs (wo) en de plannen van
de minister misschien een wat voorbarige zaak. Immers, het ging om een samenwerkingsex-
periment tussen het hbo en het wo en juist in recente plannen van het ministerie is de na
druk gelegd op het belang van een dergelijke samenwerking.
Hoe het ook zij, in de periode juli 1983 - april 1984 werd tussen de provincie Friesland
en een aantal ministeries druk overlegd over alternatieven. Uiteindelijk werd overeenstem
ming bereikt, het zogenaamde convenant-Deetmanwaarbij onder andere het volgende werd
bepaald