10 Punt 9 (bijlage nr. 2). De Voorzitter: Dit punt luidt: Verkoop van een in het bestemmingsplan Aldlan-Oost VI gelegen perceel bouwterrein aan H.F. Wieringa, wonende te Leeuwarden. De heer Buurman: Mijnheer de voorzitter! Beding nummer 14 van het ontwerp-besluit houdt in dat de gemeente Leeuwarden tot geen andere vrijwaring gehouden is dan tot die wegens uitwinning. Zoals bekend verstaan wij onder vrijwaring het waarborgen van rustig en zeker bezit van het gekochte zonder schade wegens verborgen gebreken. Nu heeft be trokkene een zogenaamde gifvrijverklaring gevraagd in verband met de geconstateerde bodemverontreiniging in Aldlan-Oost. Deze is niet verstrekt, kennelijk op grond van het huidige beleid dat a. wel een verklaring kan worden afgegeven wanneer zekerheid bestaat dat er geen gif in de grond zit of dat de grond gereinigd is en bgeen verklaring wordt afgegeven wanneer onzekerheid heerst. Voorzover mij bekend is de zaak daar na een eerste fase nog niet afgerond. Er zal een nader onderzoek volgen. Wel schijnt vast te staan dat de grond niet verontreinigd is, maar het grondwater wel. Ik vraag mij af of wij deze koper en wellicht toekomstige kopers wel recht doen. Het lijkt mij in ieder geval wel verstandig wan neer het college zich nader beraadt over de door mij bedoelde vrijwaring tegen schade wegens verborgen gebreken in casu vergiftigde grond en/of verontreinigd grondwater. De heer Timmermans (weth.): Ik moet u zeggen, mijnheer de voorzitter, dat de vragen van de heer Buurman mij wat overvallen. Het gestelde onder punt 14 van het ontwerp-besluit is een standaard-voorwaarde die wij altijd opnemen in dit soort verkoopcontracten. De heer Buurman heeft het met betrekking tot gifvrije grond ook gehad over een verklaring. Wij hebben in de raad al eens eerder een discussie gehad dat het toch wel zinvol is omook wanneer het aankopen van de gemeente van derden betreft, een gifvrijverklaring te eisen. Het is gebleken dat dat in de onderhandelingen toch nogal problematisch is. Ik wil voorstel len omdat ik niet alle merites van de opmerkingen van de heer Buurman kan overziendeze problematiek nog eens met elkaar door te nemen in de Commissie voor het Grondbedrijf. De heer Buurman: De wethouder heeft het over aankoop van grond, maar het gaat over verkoop van grond. De heer Timmermans (weth.): Of het nu gaat over verkoop of aankoop, de problematiek met betrekking tot de gifvrijverklaring blijft inhoudelijk identiek. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 10 (bijlage nr. 11). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 11 (bijlage nr. 8). De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijziging Taxiverordening. Op uw tafels is een brief neer gelegd van de heer Drent met betrekking tot dit onderwerp. U kunt die desgewenst in de beschouwingen betrekken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 12 (bijlage nr. 7). De Voorzitter: Aan de orde is thans de vaststelling van het bestemmingsplan Molenpad e.o. Er is een typefout in het voorstel op bladzijde 10, onder Q. Bezwaren tegen de bestem ming van het pand Emmakade 69. In de vierde regel van onderen staat het woord "gewenst", maar dat moet zijn "ongewenst". Mevrouw De Jong: Ik wil een opmerking maken met betrekking tot punt E. van de raads- briefbezwaren tegen het feit dat in het bestemmingsplan niet is aangegeven dat in het ver lengde van de Alma Tademastraat alleen een fiets- en voetgangersbrug kan worden gereali seerd. Ook ik wil mijn bezwaren hiertegen naar voren brengen omdat er door aanleg van de brug, die volgens het college beweegbaar zal zijn, 16 ligplaatsen voor schepen verloren zul len gaan. Ik vind dat een heel groot bezwaar, vooral ook omdat wij bezig zijn met het invoe ren van de ligplaatsen verordening. Bovendien kunnen wij constateren dat er met name in dit gebied toch wel een gebrek is aan ligplaatsen. Ik vind dit punt dusdanig zwaarwegend dat ik daar bezwaar tegen maak. 11 Een ander punt is natuurlijk de bediening van de beweegbare brug. Mij is ter ore ge komen dat er binnenkort - ik hoor graag van het college in hoeverre dat juist is - twee brug wachters worden afgestoten. Ik voorzie dan grote problemen voor het doorgaande scheeps verkeer, want ik vrees dat de Tweede Kanaalbrug dan op afroep wordt bediend door de brugwachter van de Hemriksbrug. De heer Timmermans (weth.): Mevrouw De Jong maakt bezwaar tegen het feit dat het plan de mogelijkheid biedt om bij de Alma Tademastraat een fiets- en voetgangersbrug te realiseren. Ik neem daar kennis van. De feitelijke situatie is dat wij bij het verkeersstruc- tuurplan Schil-Oost al een uitgebreide discussie hebben gevoerd met elkaar over de wense lijkheid dan wel noodzaak van deze fiets- en voetgangersbrug. (Mevrouw De Jong: Dat neemt natuurlijk niet weg dat ik hiertegen geen bezwaar zou mogen maken.) Dat recht wil ik u ook niet ontnemen, alleen ik geef aan dat er over deze kwestie al een vrij uitgebreide discussie heeft plaatsgevonden. Ook recent nog in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening, waar het college en de meerderheid van de commissieleden hebben gesteld - het zal duidelijk zijn dat de prioriteit voor de aanleg van deze brug laag wordt gehouden - dat het mogelijk is dat de brug te zijner tijd wordt aangelegd. Ik ben het met mevrouw De Jong eens dat aanleg van de brug consequenties heeft voor een aantal ligplaatsen, maar aan de andere kant is het ligplaatsenprobleem niet voor alle soorten schepen gelijkwaardig. Ik denk daarbij aan woonboten die niet op vrachtschepen lijken. (Mevrouw De Jong: Wij hebben het nu over de Emmakade. Daar hebben wij bepaald niet te maken met een teveel aan ligplaatsen.) Maar of daar sprake is van een groot tekort durf ik ook te betwijfelen. De consequentie van de aanleg van de brug is inderdaad dat er wat ligplaatsen verloren zullen gaan. Over de bezwaren met betrekking tot het feit dat er sprake zal zijn van een beweegbare brug het volgende. Mevrouw De Jong heeft gezegd dat er binnenkort twee brugwachters zullen worden onttrokken aan het bestand. Ik wil haar er op wijzen dat daarover nog geen be sluitvorming heeft plaatsgevonden. Het is juist dat het openen van een dergelijke brug op afroep zal gebeuren, maar dat geldt natuurlijk in feite ook voor de Eerste Kanaalbrug. Het is bovendien niet gebleken dat een dergelijk systeem voor de schippers grote bezwaren op levert. Ik ben van mening dat het voorstel zoals dat hier gedaan wordt een terecht voorstelis. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 13 (bijlage nr. 3). De Voorzitter: Aan de orde is thans het voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor een perceel grond aan de Familie van der Weijstraat te Leeuwarden Mevrouw Visscher-BouwerOnze fractie zal uit bestuurlijke overwegingen niet tegen dit voorstel stemmen. Wij blijven echter de hele gang van zaken rond de wijziging van dit bouw plan, zowel inhoudelijk als procedureel, betreuren. De procedure is net andersom dan nor maal is. Vorige keer zijn wij met een motie gekomen, maar toen bleek dat de rest van de raad deze zaak niet zo ernstig nam. De zaken zijn gebeurd en daarom stemmen wij niet tegen dit voorstel. De heer Van der WalIk wil wat dit voorstel betreft verwijzen naar de discussie hierover in de raadsvergadering van 2 december 1985. Wij blijven consequent en zullen daarom tegen dit voorbereidingsbesluit stemmen. Mevrouw De JongIk verwijs ook naar de vorige discussie - dat is misschien bestuurlijk gezien wel wat zwak - over deze aangelegenheid. Ik stem tegen dit voorstel. De heer Timmermans (weth.): Alle woordvoerders hebben aangegeven geen behoefte te hebben aan een inhoudelijke discussie. Mevrouw Visscher heeft gezegd dat haar fractie uit bestuurlijke overwegingen niet tegen het voorstel zal stemmen. De twee andere woordvoer ders hebben gezegd dat zij wel tegen het voorstel zullen stemmen. Ik neem daar kennis van. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de fracties van PAL en D'66 wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 14 (bijlage nr. 4). De Voorzitter: Dit punt luidt: Baggeren Zuiderstadsgracht en Het Nieuwe Kanaal.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 6