16
komst zal de stelpost civieltechnische werken worden gebruikt voor kleine voor 100% door de
gemeente gefinancierde projecten. Voor de grote werken, zoals het rondwegproject, zal het
rijk subsidie moeten verstrekken, omdat wij die anders nooit zullen kunnen realiseren.
Wij hebben voor 1985 te maken met een overgangssituatie. Wij hebben daarom gezegd dat
wij eerst nagaan welke kleine projecten besteksklaar zijn en welke projecten er zijn waarvoor
geen bestek hoeft te worden gemaakt en die toch ook nooit voor subsidie in aanmerking ko
men. Wij hebben conform de lijn die ik heb aangegeven ook voor 1985 gekeken hoeveel geld
er voor kleine projecten beschikbaar is. In dat kader heeft de raad vanavond een aantal
voorstellen gekregen. Toen bleek dat er nog een bedrag van ongeveer 2,3 miljoen gulden
beschikbaar was ten laste van het budget 1985, rees de vraag of wij dat bedrag nu wel of
niet zouden moeten gebruiken voor een werk dat op zich zelf ook zou kunnen worden opge
nomen in het grote project "rondweg" dat ik al heb aangegeven. Het college heeft gemeend
toch te moeten kiezen voor de realisatie ten laste van het budget 1985. Op de stelpost civiel
technische werken 1986 is voldoende ruimte aanwezig ten behoeve van werken als de Ooster-
goweg en die ten gevolge van de ontwikkelingen rondom het Oude Veemarktterrein en het
stationsgebied. Nu is het zo dat wij in de afgelopen jaren al hebben gespaard voor onder
meer de aanleg van de Oostergoweg. Voor 1986 is er een bedrag beschikbaar van ongeveer
8,6 miljoen gulden, welk bedrag veel hoger is dan voor 1985 en voorgaande jaren.
Met andere woorden, wij hadden de keuze of het bedrag dat in 1985 nog beschikbaar was
uit te geven voor de thans aan de orde zijnde reconstructie of te sparen voor 1986. Wij heb
ben gezegd dat het niet zinvol is om te blijven sparen, omdat het maar de vraag is of wij
datgene wat wij graag willen, gelet op de onduidelijkheden die op tafel kunnen komen, wel
allemaal in 1986 kunnen realiseren. Enerzijds zijn wij van mening dat er voldoende geld be
schikbaar moet zijn om in ieder geval aan de extra ontwikkelingen in 1986 tegemoet te kunnen
komen. Anderzijds lijkt het ons uit een oogpunt van werkgelegenheid niet verstandig om
maar te blijven sparen. Het college is daarom van mening dat de reconstructie van het kruis
punt Dammelaan-Luchtenrek-Rengerslaan kan worden gerealiseerd ten laste van de stelpost
civieltechnische werken 1985, te meer daar de vorm van uitvoering van dit kruispunt op
geen enkele wijze wordt gefrustreerd door een of andere conclusie uit het nadere verkeers-
rapport. Het is aannemelijk dat de realisatie van dit kruispunt niet in strijd zal zijn met de
uitkomsten van de verkeersprognoses.
Op dit moment is het kruispunt Rengerslaan uitermate onoverzichtelijk. Het verdient uit
verkeerstechnische maar met name uit verkeersveiligheids overwegingen aanbeveling om nu
te starten met de reconstructie van dit kruispunt
In de richting van de heer Niemeijer wil ik nog een opmerking maken over de 30 km-zones.
Recent heb ik de heer Buurman hierover een toezegging gedaan. Momenteel wordt de laatste
hand gelegd aan de beantwoording van vragen - de heer Niemeijer heeft die vanavond ook
gesteld - alswat is voor wat betreft de inrichtingseisen van een verkeersluw gebied de
minimale variant om het 30 km-bord te mogen plaatsen en hoe kan zo snel en goedkoop moge
lijk deze maatregel in de belangrijke delen van ons stedelijke gebied en dorpsgebied worden
ingevoerd.
De heer Ten Hoeve heeft ook gesproken over de noordtangent en gezegd dat een groot
deel van zijn fractie bezwaar heeft geuit tegen de aanleg daarvan. Ik dacht dat een zeer
kleine minderheid van zijn fractie dat bezwaar heeft geuit, maar dat is geschiedschrijving.
De heer Niemeijer: Ik voel mij op geen enkele manier aangesproken door de opmerking
van de wethouder dat de raad akkoord is gegaan met het beleidsplan. Ik vind dat je een
beleidsplan niet op die manier kunt hanteren. Dit soort zaken komt op zich aan de orde. Ik heb
in een eerdere commissievergadering al gezegd dat onze fractie niet met deze plannen akkoord
gaat. Maar waarom zo'n veelheid van woorden op een heel normale vraag? Het college ver
andert het beleid, de wethouder zegt daar wat van en filosofeert daar hardop over. Wat de
wethouder heeft gezegd is op zich helemaal niet onredelijk. Ik heb gevraagd om dat verhaal
op papier te zetten, met de daarbij behorende financiële plaatjes en datgene wat wij in het
verleden hebben besproken. Een en ander moet ook voor ons toegankelijk worden gemaakt
zodat wij daar volmondig ja of nee tegen kunnen zeggen. Ik heb al zo vaak gevraagd om op
een rij te zetten wat wij de komende jaren met de stelpost civieltechnische werken moeten
doen en voor welk project wij wel en geen subsidie verwachten. Op basis daarvan kunnen
wij een overwogen beslissing nemen. De wethouder heeft weer een heel verhaal gehouden wat
de overwegingen in de richting van het rijk zijn. Ik heb gevraagd naar de overwegingen in
de richting van de commissie, want die zijn duidelijk. Ik begrijp niet waarom de wethouder
dat niet gewoon toegeeft. Onze fractie is tegen beide voorstellen.
De heer Ten Hoeve: Ik wil eerst ingaan op agendapunt 16, de reconstructie van het
kruispunt Dammelaan-Luchtenrek-Rengerslaan. De wethouder heeft de situatie in de toekomst
geschetst. Wij accepteren dat het voorstel dat er nu ligt het gevolg is van een overgangssi
tuatie. De wethouder heeft aangegeven dat er in de toekomst eigenlijk twee lijsten voor
civieltechnische werken zullen zijn. Op de ene lijst zullen de grote projecten staan, waaraan
het rijk en de provincie mee moeten betalen. De andere lijst bevat projecten die de gemeente
zelf moet betalen en ten aanzien waarvan zij ook alles heeft te zeggen. Dat laatste geldt niet
voor de eerste lijst, want de subsidiegever zal in zekere mate ook de volgorde van uitvoering
bepalen. Voor beide lijsten geldt echter dat wij niet meer een situatie zoals nu het geval is
moeten hebben. Wij moeten een situatie creëren waarin de raad - de voorbereiding moet in
de commissie plaatsvinden - mee de prioriteiten van die lijsten kan bepalen. Wat er uitgevoerd
moet worden moet niet bepaald worden door hetgeen er toevallig aan besteksklare plannen
ligt. De raad moet bepalen welke plannen besteksklaar gemaakt moeten worden. Onze fractie
gaat akkoord met dit voorstel.
Wat agendapunt 15 betreft met betrekking tot het beschikbaar stellen van een voorbe
reidingskrediet ten behoeve van de aanleg van een gedeelte van de noordtangent het volgen
de. Ik blijf bij wat ik in eerste instantie heb gezegd. Ik wil alleen nog even reageren op de
opmerkingen van de wethouder. Hij heeft het beleidsplan genoemd. Wel, dat is een grote
berg papier waarin allerlei zinnetjes staan. Soms ontsnapt een zin wel eens aan de aandacht
van een wethouder of een fractieEr staat in ieder geval dat er plannen zullen worden uit
gewerkt en niet besteksklare plannen. Toen wij die zin lazen dachten wij dat de wethouder
zou komen met een voorstel om te gaan praten over de noordtangent en niet direct met een
voorstel om geld beschikbaar te stellen voor het doen van metingen, enz. De wethouder is
bezig met plan voorbereiding, zo moet die zin in het beleidsplan natuurlijk worden gelezen.
De wethouder zegt dat wijwanneer wij dit krediet beschikbaar stellenalleen maar
metingen verrichten en op geen enkele manier besluiten tot het uitvoeren van de plannen.
Even daarvoor zegt hij echter dat grootschalige projecten toch wel lang van tevoren moeten
worden voorbereid. Projecten die je niet wilt uitvoeren hoef je ook niet voor te bereiden.
Er is dus gewoon sprake van een omgekeerde situatie. De volgorde is fout. Wij moeten eerst
uitspreken wat wij willen, daarna gaan wij er eventueel geld aan uitgeven.
Tot slot de opmerking van de wethouder over de besluitvorming van onze fractie over
de noordtangent. Ik heb gezegd dat een groot deel van onze fractie niet was voor de aanleg
van de noordtangent. Ik heb het niet gehad over de stemming in de raad. Op een bepaald
ogenblik is de stemming een weerslag van een hele discussieDe wethouder kent die situatie
ook wel, hoewel hij niet bij bedoelde discussie aanwezig was. Maar ik blijf erbij dat destijds
een groot deel van onze fractie tegen de aanleg van de noordtangent was.
Mevrouw De Jong: De wethouder heeft mij niet kunnen overtuigen, integendeel. Ik blijf
tegen deze beide voorstellen.
De wethouder verwijst in zijn reactie naar het beleidsplanwaarin deze zaak naar voren
is gebracht en waar de raad ja tegen heeft gezegd. Hij is hogelijk verbaasd dat er nu ter
zake bezwaren komen. Als wij op die toer gaan, dan vraag ik mij af wat wij hier überhaupt
doen. Waarom liggen die voorstellen hier? Je zou ook kunnen zeggen: wij hebben ja tegen
het beleidsplan gezegd en verder bekijk je het maar. Maar dat is natuurlijk niet zo. Er lig
gen nu voorstellen waar ik heel duidelijk nee tegen zeg. Ik vind het feit dat deze zaak in
het beleidsplan naar voren is gehaald geen argument.
Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: Ik heb in eerste instantie namens onze fractie niet
gereageerd op deze voorstellenmaar wil dat nu nog graag doen na de beantwoording van
de wethouder.
In de eerste plaats agendapunt 15 met betrekking tot het beschikbaar stellen van een
voorbereidingskrediet ten behoeve van de aanleg van een gedeelte van de noordtangent
Onze fractie is het eens met dit voorstel. Wij vinden dat er tijdig met de voorbereiding van
deze grote werken moet worden begonnen. Wij moeten later niet in tijdnood komen. Dit gedeelte
van de noordtangent staat op het programma na de aanleg van de Oostergoweg en dat duurt
dus nog enige jaren. Maar met de voorbereiding, zoals het verrichten van terreinopmetingen
kunnen wij instemmen.
In de tweede plaats agendapunt 16 betreffende de reconstructie van het kruispunt
Dammelaan-Luchtenrek-Rengerslaan. Wij gaan met deze reconstructie akkoord gelet op de
functie van de rondweg voor het doorgaande verkeer en de verkeersveiligheid. Wij zouden
willen blijven aandringen bij de minister op subsidiëring, maar wij begrijpen uit de woorden
van de wethouder dat daar zeer geringe kansen meer op zijn.
Wij kunnen instemmen met de uitleg van de wethouder over het gebruik van de stelpost
civieltechnische werken.
De heer Timmermans (weth.): De heer Niemeijer heeft zijn in eerste instantie geuite wens
om een en ander nog eens op papier te zetten in tweede instantie herhaald. Ik heb in mijn
uitleg de argumenten genoemd zoals die in overwegende mate voor het college hebben gegolden.
Overigens wil ik de heer Niemeijer verwijzen naar het verslag van de Commissie voor Open
bare Werken, waarin dit verhaal naar mijn mening heel duidelijk en goed is geformuleerd.