24 De heer De Jong: Ik heb met opzet niet gesproken over de voorlichting, omdat ik daar over een wat andere mening heb dan de vorige sprekers. Ik vind dat de voorlichting duide lijk thuishoort bij de regio. Het gaat hier om een regio-aangelegenheid en daarom moeten de kosten van de voorlichting ook vanuit de regio komen. Vandaar dat ik dit punt niet verder heb aangeroerd. De heer Miedema (weth.): Ik constateer dat wij het met elkaar eens zijn, mijnheer de voorzitter. Mevrouw Jongedijk heeft gezegd dat de voorlichting goed moet gebeuren, maar dat wij de kosten daarvan niet moeten betalen. Dat is precies wat ik betoogd heb, mevrouw Jongedijk. De heer Niemeijer heeft zich bij het betoog van mevrouw Jongedijk aangesloten. De heer De Jong zegt dat hij het met mij eens is. Wij zitten dus allemaal op één lijn. Als de heer Niemeijer zegt dat deze zaak thuishoort in het provinciaal afvalstoffenplan maar dat wij vanwege de lagere kosten in regioverband inzamelen dan is dat een misvatting. Het provinciaal afvalstoffenplan wordt uitgevoerd door het Openbaar Lichaam Afvalverwijde ring Friesland (OLAF) dat zich van meet af aan heeft afgeschermd van deze taak. Vanaf het begin was het de bedoeling dat het inzamelen van klein chemisch afval door de regio zou ge beuren. Dat geldt niet alleen voor de Regio Friesland-Noord, maar voor alle regio's in onze provincie. Het gaat hier heel duidelijk om een zaak die in provinciaal verband is afgespro ken. De provincie heeft wel gevraagd om te komen tot één systeem voor heel Friesland. De verantwoordelijkheid ter zake is echter heel duidelijk bij de regio's gelegd. De regioraad kan daar invloed op uitoefenen. (De heer Niemeijer: Wij willen het klein chemisch afval niet graag in ons eigen huisvuil hebben. Voor de huisvuilinzameling zijn wij wel verantwoorde lijk. Wij zijn als gemeente dus wel ter dege bij deze zaak betrokken en kunnen er ook een rol in spelen.) In de regioraad wordt deze zaak gedelegeerd aan de regio, dat is afgespro ken. De regio maakt dan ook de kosten en heeft dus de eerste verantwoordelijkheid. Wij hebben de verantwoordelijkheid er op toe te zien dat deze zaak goed wordt uitgevoerd en dat er optimaal gebruik van wordt gemaakt. (De heer J.F. Janssen: Ik heb toch goed begre pen dat de provincie de voorlichtingskosten betaalt? De heer De Jong zei namelijk dat de re gio de voorlichtingskosten betaalt.) In het raadsvoorstel staat dat de provincie de voorlich ting via de provinciale dagbladen gaat verzorgen. Maar er zal meer moeten gebeuren, bij voorbeeld informatie via de streekbladen, door het plakken van stickers op bepaalde auto's en door het geven van een optimale voorlichting. Dat is weer een regionale zaak. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de wethouder gewijzigde voor stel van b. en w. Punt 23 (bijlage nr. 69). De Voorzitter: Dit punt luidt: Gebouw vliegasscheidingsinstallatie. De heer Burg: Met de voorliggende raadsbrief over de bouw van een gebouw rondom de vliegasscheidingsinstallatie ben ik tijdens de behandeling daarvan in de Commissie voor de Dienst voor Reiniging en Brandweer akkoord gegaan, met de bemerking dat de prijs voor een dergelijk gebouw mij rijkelijk hoog voorkomt. Hoewel ik deze kritiek ook nu staande houd, is dat niet de reden dat ik over deze zaak alsnog het woord wil voeren. De kritiek van onze fractie betreft het gedeelte van de raadsbrief van 3 maart 1983 waarop het besluit voor de bouw van de scheidingsinstallatie voor slakken en vliegas is genomen. In deze raadsbrief staat de volgende zinsnede„Op de silo worden een aantal voorzieningen aange bracht om bulkauto's stofvrij te kunnen beladen." Ik moet constateren dat, hoewel er in an dere gemeenten ervaring was opgedaan met dit soort installaties, er kennelijk destijds toch onvoldoende onderzoek is gedaan of dat er niet zorgvuldig genoeg te werk is gegaan waar door wij nu worden geconfronteerd met deze investering van ruim 250.000, Zoals ik al gezegd heb ben ik akkoord gegaan - onze fractie doet dat nu ook - met deze investering, omdat de bescherming van medewerkers van de Vuilverbrandingsinstallatie en van het milieu ook voor ons voorop staat. Wij willen hier nogmaals waarschuwen - dat heb ben wij bij diverse voorgaande voorgenomen investeringen ook al gedaan - dat onderzoeken en studies als hiervoor genoemd niet zorgvuldig genoeg gedaan kunnen worden om dit soort missers en daardoor extra investeringen te voorkomen. De heer Miedema (weth.): Ik zit wat met de interpretatie van het woord „missers". Ik denk namelijk dat hier geen sprake is van een misser. Als je alles doet om een bepaalde zaak goed te krijgen, dan weet je dat je het duurste uit bent. Als je zegt dat er grote kans is en heel duidelijk verwacht wordt dat wij daar mee toekunnendan is het verantwoord om een deel van de investering eerst achterwege te laten. Komt men na één of twee jaar tot de con clusie dat er in de praktijk toch een aantal feilen kleeft aan het systeem en dat het beter kan, dan getuigt het alleen maar van wijsheid als er wordt gezegd: wij hebben iets gewaagd, maar het kan niet, wij gaan de zaak alsnog goed maken. Naar mijn stellige overtuiging is dat toch iets anders dan een misser. 25 De heer Burg: Ik ben het in principe wel eens met de wethouder. Ik heb in eerste in stantie een citaat aangehaald uit een eerdere raadsbrief, waarin gesteld wordt dat de instal latie stofvrij gemaakt zal worden. Dat blijkt dus niet te hebben gewerkt. De installatie vol deed dus onvoldoende aan de wensen. Nu zegt de wethouder dat hij dat geen misser noemt en dat men destijds niet voor een zeer dure oplossing heeft willen kiezen. In de raadsbrief wordt gesteld dat deze wijze van scheiding stofvrij zou zijn, dus afdoende. Het is gebleken dat dat niet het geval is geweest. Er is dus onvoldoende onderzocht, ik kan het niet anders zien. Vandaar dit gebouw. Ik wil er alleen maar voor waarschuwen dat wij in de toekomst dit soort onderzoeken zorgvuldiger zullen moeten plegen, want er was voldoende ervaring met deze installatie. De heer Miedema (weth.): Je kunt urenlang twisten over de vraag of er voldoende erva ring was opgedaan met de installatie. Ik betwijfel dat zeer sterk. De heer Burg zou vol strekt gelijk hebben gehad als wij nu bij de raad zouden komen voor een nieuw krediet. Wij hebben een deel van het krediet dat destijds is geraamd al besteed. Nu besteden wij de rest van dat krediet. Gezien de relatie met het Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Friesland (OLAF), onder andere wat betreft de toerekening van kosten, is het een erg goede zaak - dat is ook uitvoerig in de commissie aan de orde geweest - dat wij de zaak echt goed voor elkaar hebben. Wij moeten de rest van het krediet dus niet gebruiken voor andere dingen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 24, 25 en 26 (bijlagen nrs. 70, 79 en 68). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 27 (bijlage nr. 62). De Voorzitter: Dit punt luidt: Resultaten onderhandelingen inzake integratie van de Leeuwarder Schooladviesdienst (SAD) met het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderwijs begeleiding (GCO) in Friesland. De heer Meerdink: Er ligt een onderhandelingsresultaat voor ons van de besprekingen tussen de gemeente Leeuwarden en het GCO met betrekking tot de integratie van de SAD. Het resultaat is in een aantal punten uitgewerkt. Ik denk dat de raad ten aanzien van de meeste punten wel akkoord kan gaan met wat er uit de bus is gekomen. Op een aantal pun ten blijft een aantal vragen rusten. Wat het bestuursniveau betreft is het nog even afwachten of de gemeente Leeuwarden inderdaad een zetel in het bestuur van het GCO zal krijgen. Zeer waarschijnlijk zal dat wel gebeuren, maar misschien is daar nog iets naders over te vertellen. Er wordt ook gesproken over het stuurgroepniveau en de positie van de directeur. Dat zijn de meest moeilijke pun ten volgens mij. Eigenlijk wordt er ten aanzien van beide punten gezegd dat er een over gangsperiode van vijf jaar is. Na vijf jaar zal er geëvalueerd worden en zal bekeken worden of de situatie gecontinueerd kan worden. Met betrekking tot de positie van de stuurgroep kan gezegd worden dat de stuurgroep zoals voorgesteld voor een groot deel de bevoegdheden krijgt die op dit moment de be stuurscommissie heeft. Maar de directe zelfstandigheid is in ieder geval verdwenen. Of na vijf jaar de positie van de stuurgroep Leeuwarden nog zo sterk is is afwachten. Het is een open einde, maar in ieder geval is er een evaluatie-moment opgenomen. Het zal mijns inziens heel goed zijn wanneer in het definitieve akkoord een aantal zeer concrete evaluatiepunten opgenomen wordt, die wij hier nog een keer moeten bespreken. Ik denk dat het mede daar van afhangt of de manier waarop onderwijsbegeleiding in Leeuwarden tot nu toe plaats heeft gevonden ook na die vijf jaar zal kunnen blijven plaatsvinden. In de tussentijd zal Leeuwar den zich ook sterk moeten maken bij andere gemeenten om een zelfde idee met betrekking tot de autonomie van de stuurgroep daar ingang te laten vinden. De PAL-fractie blijft het jam mer vinden dat, ondanks het feit dat een eerdere poging mislukt is, niet alsnog geprobeerd is om een aantal gemeenten op dezelfde lijn als Leeuwarden te krijgen met betrekking tot de autonomie van de stuurgroep De positie van de directeur wordt duidelijk aangegeven. Zolang de huidige directeur blijft is er niets aan de hand. Wordt hij adjunct-directeur dan krijgt hij een behoorlijke po sitie binnen de directie van het GCO. Wanneer hij vertrekt dan ligt de zaak wat anders. Vertrekt de directeur binnen vijf jaar, in de overgangsperiode, dan wordt er een coördina tor aangesteld die globaal dezelfde bevoegdheden krijgt als de directeur, wanneer die ad junct-directeur geworden is van het GCO. Maar wanneer de directeur na de overgangsperio de van vijf jaar vertrekt, dan is het maar afwachten of er wel of niet een coördinator na mens Leeuwarden aangesteld zal worden. Ik denk dat dat ook een moeilijk punt is, maar dat heeft ook weer te maken met de evaluatie. Tot slot de positie van het overig personeel. Het is heel belangrijk hoe die wordt. Er

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 13