8
lijkt te hebben voor de financiële positie van Leeuwarden. Ik wil daar overigens nu niet al
te diep op ingaan, maar het heeft onder andere te maken met onze kritiek op de plannen
rondom de nieuwbouw van Frigas. Een derde reden, een meer positief argument, betreft de
kwaliteiten van de heer Niemeijer zelf. Naar mijn bescheiden mening is hij een van de weini
ge raadsleden met een visie op energiebeleid. Als je let op de plannen die de partijen ont
vouwd hebben voor de komende vier jaar in de programma's voor de gemeenteraadsverkie
zingen, dan blijkt dat wat dat betreft de visie van een aantal partijen duidelijk met elkaar
spoort. In het VVD-programma ontbreekt geheel en al een visie op het energiebeleid. De vi
sies van bijvoorbeeld PAL en PvdA met betrekking tot het energiebeleid sporen goed met el
kaar. Dat gegeven lijkt mij een positieve aanbeveling om de heer Niemeijer als lid van de
Raad van Commissarissen te benoemen.
De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, ik wil een vraag aan u stellen. Is het de ge
woonte dat, wanneer b. en w. een voordracht doen, vanuit de raad een tegenvoorstel wordt
gedaan?
De heer Buurman: Ik dacht dat de raad een van de bekwaamste mensen moest gaan aan
stellen voor het commissariaat van Frigas, maar ik kan mij natuurlijk vergissen.
De Voorzitter: De heer De Beer heeft gevraagd of het de gewoonte is dat, wanneer b.
en w. een voordracht doen, er tegenkandidaten worden gesteld. U kunt daar volgens mij het
beste zelf het antwoord op formuleren. Het is normaal dat dat niet gebeurt, maar dat wil
niet zeggen dat het niet kan. Het is niet voor niets dat ik bij benoemingen steeds de vraag
stel of iemand daarover het woord wenst te voeren, omdat over de voorstellen die gedaan
worden best gediscussieerd kan worden en die daar ook voor openstaan. Anders zouden wij
namelijk geen voorstel doen.
Een andere zaak is of wij, gelet op de naar voren gebrachte argumenten, aanleiding zien
om wijziging in dit voorstel aan te brengen. Ik denk dat wij wat dat betreft procedureel dan
in een wat moeilijke situatie komen te verkeren. Uit het raadsvoorstel blijkt dat wij geen
aanleiding hebben gezien de zittende commissaris, de heer Bijkersma, niet opnieuw voor te
dragen voor een herbenoeming. Er is voor dit soort benoemingen een procedure voorge
schreven, die inhoudt dat de ondernemingsraad en de algemene vergadering van aandeel
houders van de NV Frigas de gelegenheid moeten hebben daarop commentaar te leveren. Die
gelegenheid is gegeven, maar er is geen commentaar gekomen. Men heeft derhalve ingestemd
met ons voornemen en daarmee is de inspraak naar die kant afgehandeld. Het gaat overigens
om een inspraak die statutair is vastgelegd. Wij hebben geen aanleiding, hoewel wij ten aan
zien van de kwaliteit van anderen bepaald niet willen zeggen dat die minder zou zijn, om de
zittende commissaris niet opnieuw voor te dragen. Vandaar dat wij onze voordracht hebben
gedaan.
Ik weet op dit moment niet hoe de benoeming ooit in eerste linie is geweest. Ik kan mij
voorstellen dat die mede is geschied vanuit de gedachte dat er zo breed mogelijk de gelegen
heid moet worden gegeven om mee te praten in zaken Frigas betreffende. Wanneer ik kijk
naar de commissarissen die wij leverendan wordt er naar politieke kleur een beduidend
deel van de gemeenteraad door „vertegenwoordigd". Het woord vertegenwoordigd moet tus
sen aanhalingstekens staan, omdat het om een gans andere functie gaat.
Wij hebben kennis genomen van de argumenten die de heer Duijvendak naar voren heeft
gebracht en begrepen vanuit welke invalshoek hij die heeft geformuleerd. De argumenten
zijn voor het college geen aanleiding om verandering in het voorstel aan te brengen.
De heer Duijvendak: Het is nu het eerste moment dat wij als raadsleden iets kunnen
zeggen over deze voordracht. Het is inderdaad zo dat het voorstel al een bepaalde procedu
re doorlopen heeft maar, nogmaals, dit is het eerste moment dat wij als raad kunnen zeggen
of wij wel of niet akkoord kunnen gaan met de door b. en w. voorgedragen kandidaat. Bo
vendien is het nu het eerste moment dat wij een tegenkandidaat kunnen stellen. Deze zaak is
niet eerder in een commissie behandeld. Wij kunnen nu als fracties voor het eerst hierover
onze mening geven.
Volgens mij kunnen wij nu het volgende doen. B. en w. nemen hun voorstel terug en
leggen de kandidaat die ik naar voren heb geschoven voor aan de ondernemingsraad en de
aandeelhoudersvergadering van de NV Frigas met de vraag of zij bezwaar hebben tegen die
kandidaat. Wij kunnen nu ook tot stemming overgaan tussen beide kandidaten en daarna aan
beide groeperingen vragen of zij, in het geval de heer Niemeijer door de raad gekozen
wordt, eventueel bezwaar tegen hem hebben. Ik vind dat ook de heer Niemeijer een reële en
faire kans moet hebben om tot commissaris benoemd te worden.
De Voorzitter: De heer Duijvendak zegt dat dit de eerste keer is dat de raad over deze
voordracht kan praten. Formeel heeft hij gelijk, maar er is natuurlijk best gelegenheid ge
weest eerder over dit punt te praten, bijvoorbeeld in het kader van het beleidsplan of in
een commissievergadering. Dat is niet gebeurd, hoewel dat geen verwijt is. Het zou een
9
beetje flauw zijn om te zeggen dat raadsleden er zelf een hele administratie van bij moeten
houden. Het college heeft geen aanleiding gezien om dit punt anders te formuleren dan het
geformuleerd is. Het lijkt mij goed dat wij nu een uitspraak van de raad krijgen. Zolang ik
geen motie op tafel heb liggen, kan ik niets anders doen dan het voorstel zoals dat geformu
leerd is in stemming te brengen. Het moment van de stemming is volgens mij nu aangebro
ken.
De heer Duijvendak: Ik vraag mij af of een motie nodig is. Je kunt als raadslid toch een
kandidaat naast een andere kandidaat noemen? De raad kan dan een keuze doen. Het lijkt
mij niet nodig nu een motie in te dienen om een andere kandidaat voor te dragen. Het gaat
om het uitbrengen van een stem op een van degenen die aanbevolen is. Ik beveel de heer
Niemeijer in uw aandacht en belangstelling aan als kandidaat. Het lijkt mij een goed recht
van een raadslid om dat te doen. Ik vind het dan ook niet nodig om daarvoor een motie in te
dienen.
De Voorzitter: Ik heb het vermoeden dat de vrijheid minder groot is dan de heer Duij
vendak denkt, want er is hier sprake van een voordracht. In dat geval is de raad gebonden
aan de voorgedragen namen. Er is geen sprake van een aanbeveling. Bij een aanbeveling is
het wel mogelijk om andere namen te plaatsen in de plaats van de namen die gesteld zijn. Er
is een duidelijk onderscheid tussen een aanbeveling en een voordracht. Een voordracht
bindt, een aanbeveling geeft ruimte.
De heer Duijvendak: Ik wil graag dat u mij even tijd geeft om een motie te maken, want
wij hebben deze zaak dan verkeerd geïnterpreteerd. Ik wil straks een motie indienen om de
heer Niemeijer alsnog kandidaat te laten zijn.
De Voorzitter: Ik stel voor de vergadering voor korte tijd te schorsen.
De Voorzitter schorst, om 20.05 uur, de vergadering.
De Voorzitter heropent, om 20.10 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de heer Duijvendak.
De heer Duijvendak: Ik wil graag de volgende motie indienen.
„De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 17
februari 1986,
besluit de stemming rondom de kandidatuur van de Frigas-eommis-
saris op te schortenom alsnog een andere kandidaat op de voor
dracht op te kunnen voeren."
De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal. Ik draag dus nu niet concreet onze
kandidaat, de heer Niemeijer, voor. Wij willen dat de stemming nu niet plaatsvindt en dat de
kandidatuur van de heer Bijkersma wordt teruggetrokken. Het moet mogelijk gemaakt wor
den een tweede kandidaat op te voeren. Als b. en w. daartoe zouden besluiten, zal een en
ander via de normale procedure moeten verlopen.
De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadsla
gingen. Ik wil de raad de gelegenheid geven om te reageren op de motie en daarna tot stem
ming overgaan.
De heer Sijbesma: Een korte opmerking, mijnheer de voorzitter. Als u het recht of om
mijn part de plicht hebt om een voordracht te doen aan de raad, dan is het voor ons een
kwestie van al of niet voor de voorgedragen kandidaat te stemmen. Als dat niet het geval is
of wanneer u zich wilt beraden, dan wacht ik uw reactie op de motie eerst af.
De Voorzitter: Wij hebben niet het voornemen, maar dat had u uit het voorgaande van
mij al kunnen afleiden, om wijziging te brengen in de voordracht die gedaan is. Mitsdien
hebben wij geen behoefte aan de motie van de heer Duijvendak, omdat die alleen maar ver
traging met zich meebrengt en wellicht een lege stoel zal veroorzaken. Naar ons gevoelen
kan overgegaan worden tot de stemming. Ik breng eerst in stemming de door de heer Duij
vendak ingediende motie, die wij, zoals gezegd, ontraden.
De motie van de heren Duijvendak en Van der Wal wordt verworpen met 27 tegen 6 stem
men.
(Voor de motie stemmen van de fractie van de PvdA mevrouw Jongedijk-Welles alsmede de le
den van de fracties van PAL en D'66.)