het college, maar heel duidelijk op de meerderheid van de raad die indertijd in een aantal rondes besloten heeft tot beknibbelen op het budget dat voor Echo bestemd was. Daardoor is de Westerkerk onbetaalbaar geworden. Het budget dat de raad heeft gereserveerd voor een hal op het industrieterrein is natuurlijk nooit voldoende voor het gebouw van de Wester kerk. De raad had zich dat moeten realiseren. Het bestuur van Echo heeft het college dat feit ook onder ogen gebracht, toen b. en w. zelf met de Westerkerk aankwamen. De Wester kerk kan niet verbouwd worden van het budget dat de raad toen heeft vastgesteld. Ook de jaarlijkse exploitatiesubsidie zou daarvoor te laag geweest zijn. Ik ben het met de wethouder eens dat wij niet hoeven te praten over de wijsheid van het Echo-bestuur. Ik denk wel dat het goed is om te wijzen op een aantal uitspraken van het Echo-bestuur, waarin het dezelfde twijfel uit over het beleid van b. en w.: als jullie mooie woorden formuleren en het accent leggen op de niet-traditionele kunstbeoefening, prima, maar dan moeten jullie ook proberen in de raad uit te leggen hoe het dan komt dat jullie in de afgelopen twee jaar zo weinig voor elkaar hebben kunnen krijgen voor een initiatief zoals Echo dat heeft voorgestaan. Wat dat betreft vind ik ook dat het initiatief niet alleen over eind blijft staanmaar ook dat de wethouder concreter in moet gaan op een aantal vragen die ik en ook de heer Schade hebben gesteld. Welke garanties zijn er dat Echo op een goede manier bij De Harmonie wordt onderge bracht? Ik heb namens mijn fractie duidelijk gemaakt dat wij een zelfstandige identiteit van Echo gewaarborgd willen zien. Ik doel dan op activiteiten zoals Echo die voorstond. Het be stuur van Echo heeft in de tijd dat het nog bestond een serie voorwaarden geformuleerd. Van de kant van de raad en het bestuur van De Harmonie is daar nooit positief op gerea geerd. Ook b. en w. hebben daar niet positief op gereageerd, terwijl mijn fractie vindt dat er sprake is van minimale voorwaarden en garanties om überhaupt het idee om activiteiten zoals die van Echo onder te brengen bij De Harmonie verder uit te werken. Wij zouden dat soort garanties graag van de kant van b. en w. willen hebben. Ik sluit mij daarbij aan bij de vraag van de heer Schade. Een andere concrete vraag die ik gesteld heb is de volgende. Denkt de wethouder alleen nog maar aan De Harmonie of is het zo dat ook andere ruimten in de stad nog steeds open staan als mogelijke huisvestingsplaats voor het onderbrengen van activiteiten zoals Echo die voorgestaan heeft? Of koersen b. en w. alleen maar op De Harmonie? Een laatste opmerking in dit verband is dat het mij verbaast dat de wethouder heeft ge zegd dat hij nooit brieven van Echo zou hebben gehad over de opheffing. Ik ben naar het bestuur van Echo gestapt en heb alle correspondentie opgevraagd. Daarbij trof ik bijvoor beeld een brief aan van 14 februari van b. en w., waarin de burgemeester reageert op de brief van het bestuur van Echo waarin het aankondigt dat het zijn activiteiten zal staken. Of de interne communicatie van b. en w. is niet helemaal sluitend of de wethouder heeft zich enigszins vergist. Het lijkt mij dan terecht om te zeggen dat het bestuur van Echo wel dege lijk correct gehandeld heeft en een aantal brieven hierover naar b. en w. gestuurd heeft. Ik hoop dat de wethouder in tweede instantie wel concreet op een aantal vragen mijner zijds zal ingaan. Tot slot nog een opmerking over de vierde doelstelling. De wethouder zegt dat PAL praat over achtergestelde groepen en dat hij liever praat over achterstand. Als je praat over achtergestelde groepen dan heb je het voordeel dat je aangeeft dat de achterstand niet aan de groepen zelf ligt, maar aan de maatschappelijke structuur. Je hebt dus als gemeente raad de verantwoordelijkheid er ~voor te zorgen dat die achterstelling ongedaan wordt ge maakt. Vandaar die formulering. Dat was overigens niet de inzet van de opmerking van mijn fractie. De inzet was dat je niet alleen kijkt naar groepen die naar onze mening te weinig in contact komen met de Nederlandse cultuur, maar dat je ook aandacht besteedt aan groepen die een hele eigen cultuur hebben. Wat dat betreft ben ik het ook eens met de opmerking van de heer Schade dat wat als toelichting staat bij de vierde doelstelling in feite een ander aspect benadrukt dat in de nadere notitie naar voren moet komen. B. en w. schrijven in de raadsbrief dat er zonodig een afzonderlijke notitie komt over een aantal specifieke groepen, bijvoorbeeld vrouwen en etnische groepen. Ik neem aan dat het woord „zonodig" kan verval len en dat wij die notitie ook krijgen. Dan is de vraag wanneer wij die notitie krijgen. Ik wil het hierbij laten. De heer Heere (weth.): Ik wil beginnen met de vierde doelstelling. Het woord „zonodig" - dat zeg ik tegen de heer Duijvendak - vervalt. De vraag wanneer die nota komt kun je af doen met de opmerking: zo spoedig mogelijk. Ik hoop dat de heer Duijvendak daarmee ge noegen neemt. Dan de garanties waar de heren Schade en Duijvendak om gevraagd hebben met betrek king tot het onderbrengen van de activiteiten ooit door Echo beoogd in de richting van De Harmonie. Ik denk dat er al één garantie is. De formuleringen zoals die in de nota staan lij ken mij hard en duidelijk genoeg, ook als ik ze vanavond nog eens heel nadrukkelijk heb onderstreept. Het probleem bij het geven van nog meer garanties is uiteraard dat daardoor ook de accommodatie van De Harmonie, met name het Theater aan het Water, nogal aanzien lijk zal moeten worden aangepast en uitgebreid. Een en ander kost zoveel meer geld dan wij 23 op dit moment hebben dat ik niet de euvele moed heb om nu al te zeggen dat wij de door mij vanavond al eerder genoemde 2\ miljoen gulden daarvoor wel zullen geven. Deze opmerking brengt mij dan bij de volgende vraag, namelijk of er nog steeds subsi die-aanvragen bij rijk en provincie lopen. Het antwoord daarop is ja. Wethouder Timmermans en ik hebben indertijd een gesprek gehad met de gedeputeerden Mulder en Van der Til. Daarbij hebben wij aangegeven dat wij ons met name ten aanzien van de Westerkerk en De Harmonie op het standpunt stelden dat hier aan de orde is de centrumpositie van Leeuwar den. Bovendien hebben wij gezegd dat aan andere plaatsen in Friesland, met name ook Drachten, zeer aanzienlijke bedragen uit allerlei interessante potten worden gegeven en dat wij vinden dat Leeuwarden nu zo langzamerhand eens aan de beurt is. Dat verhaal staat nog steeds als een paal boven water. Als mij nu wordt gevraagd om garanties, dan kan ik alleen maar garanderen dat wij zullen proberen daar door het provinciaal bestuur zo snel mogelijk invulling aan te laten geven. Het is echter uiteindelijk niet aan ons om daarover te beslis sen. De heer Duijvendak heeft nog gevraagd naar de bedoeling van de zinsnede met betrek king tot de vierde doelstelling. Ik ben het wel met hem eens. Het een is een verbijzondering van het ander. Het hoort gewoon bij elkaar. Beide dingen behoren te gebeuren. Als de heer Duijvendak zegt dat de kwestie van de eigen cultuur van de minderheden ook nog eens be nadrukt moet worden, dan ben ik dat ook wel met hem eens. Wanneer hij spreekt over domi nante witte cultuur dan vind ik dat een bepaalde manier van zeggen. Maar ik ben het wel met de heer Duijvendak eens dat de eigen cultuur van die groepen wat beter voor het licht moet komen. Wij zullen proberen dat aspect zo goed mogelijk te verwoorden in de nota die wij binnenkort zullen uitbrengen. Ik kan geen antwoord geven op de vraag van de heer IJestra hoe het zit met de bedra gen en de verdeling daarvan in de loop van de jaren. Hij moet mij niet euvel duiden dat ik die niet zo uit mijn mouw kan schudden. (De heer IJestra: Ik heb die vraag gesteld mee in verband met het feit dat mevrouw Fokma mijns inziens terecht opmerkt dat de kunstenaars op de vrije markt er schriel vanaf komen in vergelijking met hetgeen er in het kader van de Beeldende Kunstenaarsregeling (BKR) wordt aangeschaft.) Dat is wel zo, maar ik weet al leen niet - ik ben daar al eerder op ingegaan - of de argumentatie die daarbij wordt ge bruikt, namelijk de hoeveelheid paragrafen en woorden in vergelijking met het ene en het andere onderwerp, wel opgaat. Als het puur gaat om de financiële inspanning die ten behoe ve van de BKR ten opzichte van de vrije kunstenaar wordt gedaan, dan vereist het nogal wat rekenwerk om dat precies voor het licht te krijgen. Daarbij spelen namelijk de percenta ges van 5 en 10 van BKR en bijstand, de extra inspanningen met betrekking tot ateliervoor zieningen en het aankopen van gebruiksmateriaal door kunstenaars een rol. Een en ander vereist dus wel enig rekenwerk. Maar de heer IJestra weet dat wij dat altijd graag doen. Ik zeg hem toe dat ik dat rekenwerk zal laten doen en het resultaat daarvan aan hem zal voor leggen. Ik ben erg blij met de opmerkingen van de heer Duijvendak met betrekking tot mijn in druk dat er getwijfeld werd aan de integriteit van onze voorstellen. Dat blijkt niet het geval te zijn en dat verheugt mij zeer. Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. De heer Duijvendak: Het lijkt mij op zijn minst terecht dat de wethouder nog ingaat op mijn vraag wat betreft de correspondentie tussen het Echo-bestuur en b. en w. De wethou der heeft nogal zware aantijgingen aan het adres van het Echo-bestuur gedaan. De heer Heere (weth.): Zware aantijgingen waren het niet, het waren wel feitelijke con stateringen. Ik constateer dat wij pas weken nadat in de krant het voornemen tot opheffing van het dagelijks bestuur was verschenen een brief daarover hebben ontvangen. Weken la ter. De brief waarin het algemeen bestuur van Echo heeft besloten tot opheffing van de stichting als zodanig moet ons nog bereiken. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. De heer Duijvendak: De PAL-fractie wil graag de aantekening dat zij tegen twee onder delen van de Nota Kunstbeleid stemt. In de eerste plaats betreft dat de passage in de Nade re Standpuntbepaling over Echo en De Harmonie. Wij vinden het geen juiste zaak dat op dit moment geen garanties en voorwaarden geformuleerd worden voor onderbrenging van Echo achtige activiteiten bij De Harmonie, omdat daarmee een zelfstandige identiteit voor niet-tra- ditionele kunstbeoefening niet gewaarborgd is. In de tweede plaats zijn wij het niet eens met het feit dat de Stichting Danswerkplaats en andere nieuwe initiatieven bij kunstzinnige vor ming per se ondergebracht worden bij het Kreativiteitscentrum en de muziekschool.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 12