36 nister Deetman heeft 5 maart jl. plaatsgevonden, terwijl het de donderdag of vrijdag daar voor is voorbereid. Ik ben toen die donderdagavond speciaal in Den Haag gebleven, omdat ik toen nog een aantal telefoongesprekken met enkele mensen moest voeren die invloed kon den hebben op het tot stand brengen van dat gesprek. Daaruit kunt u afleiden dat het ge woon een zaak van heel kort dag is geweest, waarbij de een soms in Den Haag zat en de an der hier en ik vanuit het Haagse telefonisch hier naartoe contact moest zoeken. Op die ma nier is ook de vergadering van de Commissie voor het Onderwijs tot stand gekomen. Die is 7 maart gehouden, na het overleg met de minister, waarna er vervolgens op 8 maart een ver gadering van de stuurgroep is geweest tijdens welke het overleg met de andere instellingen heeft plaatsgevonden. Thans vindt vanavond op de 10e maart het vervolgoverleg plaats. Dan wil ik u best 14 dagen gunnen, maar als men in zo'n schema zit, dan zit dat er niet in. Dan moeten ook wij snel reageren. (De heer Meerdink: Als het besluit tot fusie eenmaal ge nomen is, kan er toch wat meer tijd zijn om te onderhandelen over de vraag hoe een en an der er uiteindelijk uit zal zien? Bovendien is er nog de mogelijkheid dat de institutionele fu sie een jaar wordt uitgesteld. Misschien is dat niet wenselijk, maar de mogelijkheid is er. Dus wat dat betreft denk ik dat er toch wat meer tijd is.) Ik moet er wel bij zeggen dat er dan natuurlijk al een besluit is genomen om de zaak bestuurlijk te fuseren. Dan wordt het een kwestie van elkaar informeren. Ik zeg u toe dat wij zullen proberen met de grootst mo gelijke regelmaat de Commissie voor het Onderwijs te informeren. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de voorzitter. Punt 23 (bijlage nr. 95). De Voorzitter: Aan de orde is het activiteitenprogramma 1986 in het kader van de Nota Werkgelegenheid De heer IJestra: Onze fractie vindt het voorbarig om nu al een waardeoordeel uit te spreken over het activiteitenprogramma 1986. Vele zaken bevinden zich nog in de onder- zoek-, voorbereidende- en evaluatiefase. Wij zullen bij de activiteiten alert moeten blijven op projecten die geen levensvatbaarheid blijken te bezitten en deze tijdig moeten stoppen. Pro jecten met goede toekomstmogelijkheden dienen naar de mening van onze fractie alle aan dacht te hebben. De zorgen die in de Commissie voor de Werkgelegenheid zijn uitgesproken met betrekking tot het project Mensen zonder Werk onderschrijven wij. In de commissie heeft wethouder Miedema gesuggereerd dat een fietsenstalling in het pleinafsluitend gebouw niet een tariefsverhoging zou hoeven te betekenen. Misschien kan de wethouder nog toelich ten hoe een en ander valt te rijmen met de daar geldende vierkante meterprijs, die zeker niet gelijk of goedkoper zal zijn dan de huidige plaats. Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma heeft inmiddels de vergadering verlaten. De hear Jansma: Wy geane akkoart mei it aktiviteiteprogramma 1986. Oan trije dingen wolle wy graach even ekstra oandacht jaan. Yn de kommisjegearkomste is praat oer de wizigingen yn de finansearring en de konse- kwinsjes dêrfan foar it projekt Minsken sünder Wurk. As dy wizigingen trochgeane, hat dat slimme konsekwinsjes. Ik haw begrepen dat dit projekt fergeleken mei oare gemeenten och sa ryklik behannele is oant no ta. Der skine no ütstellen te lizzen om jild beskikber te stellen op basis fan it tal ynwenners. Foar safier dêrby rekken halden wurdt mei de wurkleasheids- komponint, liket my dat ridlik ta. Dochs hat de wethalder yn de kommisjegearkomste sein dat de gemeente besykje sil de beslütfoarming noch te beynfloedzjen. Wat stelt it kolleezje him foar datoangeande te dwaan? Yn it twadde plak it folgjende. Wy sprekke üs fold waning der oer üt dat besletten is 25% koarting te jaan op de grünpriis fan de yndustryterreinen yn de Hemrik, nammerste mear no't bliken dien hat dat yn elts gefal yn trije gefallen de koarting trochslachjouwend west hat foar de belanghawwende ündernimmers. Yn it tredde plak wolle wy mei namme oandacht freegje foar dy protten minsken fan wa't de wurkjouwers op dit momint gjin ferlet hawwe en mei koarten ek gjin ferlet fan krije. Ik doel op dy protten minsken dy't, sjoen harren aard, oanlis en gebrek oan stüdzjekapasitei- ten, gjin kans hawwe wurk te krijen. Wy moatte ynspylje op de nije technologieën. Mar tink der om, dat is net foar elkenien weilein. Ek dy minsken moatte harren nuttich meitsje kinne foar de maatskippij dêr't hja yn libje. Dêrom sil der in protte gearwurking en ófstimming wêze moatte tusken opliedingsynstitutenit arbeidsburo, it rykskonsulintskip foar sosjale foarsjenningenit projekt Minsken sünder Wurk en de gemeente. Dêrfoar graach ekstra oan dacht Mevrouw Visscher-Bouwer heeft inmiddels de vergadering verlaten. 37 De heer J.F. Janssen: Ik zou enkele opmerkingen willen maken over het activiteitenpro gramma 1986. Het project Mensen zonder Werk is al besproken, daarop hoef ik verder niet in te gaan. Bij punt 16, de bewaakte fietsenstalling, wordt aangegeven dat er op dit moment een evaluatie wordt uitgevoerd, waarbij de verkeerskundige en financiële aspecten zullen wor den bekeken. Ik zou graag zien dat gelijktijdig werd bekeken in hoeverre er mogelijkheden zijn voor een nevenvestiging van de fietsenstalling in de binnenstad. Dit vooral om de loop afstand tussen de randen van het winkelcentrum en de stallingen te bekorten. Bij punt 23, het instellen van een Regionale Toetsingscommissie, geeft u te kennen dat er gewacht moet worden op de toekomstige wetgeving op dit gebied. Voorgesteld wordt dit punt van de lijst van activiteiten af te voeren. Ik zou u willen verzoeken dit toch ook voor de volgende jaren op de lijst te laten staan, opdat het zich niet aan de aandacht onttrekt. Op enig moment moet hierover immers een uitspraak worden gedaan, hetzij in de raad of binnen de Regio Friesland-Noord. Punt 37 behelst het samenstellen van een introductieprogramma-op maat voor nieuwe (vrouwelijke) personeelsleden. Hierbij staat dat wordt overwogen dit in de Nota Personeels beleid tot prioriteit te verheffen. Ik zou dit willen aanscherpen en er vanuit willen gaan dat dit in de Nota Personeelsbeleid een prioriteit wordt. In het besluit wordt onder II gevraagd in te stemmen met het beschikbaar stellen van een krediet van 20.000,ten behoeve van cursussen voor de deelnemers aan de werkori- entatieplaatsen in het kader van de uitvoering van de tweede fase van het Jeugdwerkplan. Ook met dit voorstel gaat de PvdA-fractie van harte akkoord. De heer Meerdink: Ik wil het hebben over de positie van de Vrouw en Werkwinkel. De Vrouw en Werkwinkel heeft een belangrijke functie toegedacht gekregen ten aanzien van Vrouw en Werkgelegenheid. In het activiteitenprogramma staat onder punt 48 dat de functie zal worden uitgebreid met een coördinatrice. Tijdens de commissievergadering bleek daDeen en ander nog niet helemaal rond was. Mijn vraag is dan ook of een en ander inmiddels wel rond is. Verder kan ik hetgeen de heer Jansma heeft gezegd met betrekking tot het project Men sen zonder Werk ondersteunen. De heer Kessler (weth.): Er zijn twee vragen gesteld over de bewaakte fietsenstalling. Ik neem aan dat de heer Miedema die beantwoordt. De heer IJestra heeft gevraagd met projecten te stoppen op het moment dat er geen ef fecten zijn te verwachten. Dat zullen wij uiteraard doen. De heren Jansma, IJestra en Janssen zijn ingegaan op de problemen ten aanzien van het project Mensen zonder Werk. De concrete vraag is gesteld hoe wij denken aan een en ander aandacht te besteden. Zoals de verwachtingen nu zijn zal door de nieuwe financieringssyste matiek het totale budget van 1.400.000,met 700.000,worden verminderd. Dat bete kent dat wij de helft van ons budget kwijtraken. Een en ander is gebaseerd op een wets voorstel dat op dit moment om advies is voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Ge meenten (VNG). De uiteindelijke besluitvorming wordt uiteraard in de Kamer genomen, maar wij kunnen via de VNG invloed uitoefenen op een eventuele aanpassing van een wetsvoor stel. Ik zou mij bijvoorbeeld kunnen voorstellen dat die gemeenten die een centrumpositie vervullen een hogere bijdrage per werkloze krijgen dan de gemeenten die geen centrumfunc tie vervullen. Dat is een mogelijkheid waaraan zou kunnen worden gedacht. Daarnaast kun nen wij ons mogelijkerwijze rechtstreeks naar regering en parlement wenden om de specifie ke positie van die gemeenten die in het verleden actief beleid hebben gevoerd onder de aan dacht te brengen. De heer Jansma vraagt ook de aandacht voor de kansarme groepen. Er moet worden in gespeeld op allerlei technologische ontwikkelingenmaar de andere groepen moeten niet wor den vergeten, aldus de heer Jansma. Ik ben het helemaal met hem eens. Dat is ook de reden dat wij in het kader van het Jeugdwerkplan in Leeuwarden extra aandacht hebben besteed aan die groepen. Het is ook de reden dat wij indertijd bijvoorbeeld een instelling als het Centrum voor Beroepsopleiding en Beroepsoriëntatie (CBB) hebben opgezet en het is ook de reden dat er binnen het Gewestelijk Arbeidsbureau een speciale regeling voor deze kansarme groepen is getroffen. Wij hadden deze laatstgenoemde regeling het liefst gefinancierd gezien in het kader van de terugploegregeling, maar die wens is op dit moment helaas nog niet ge honoreerd. De heer Janssen vraagt om punt 23, Regionale Toetsingscommissie, nog niet af te voe ren. Ik wil die toezegging wel doen. Wij kunnen dit punt wel laten staan totdat duidelijk is hoe de nieuwe wet er uiteindelijk uit gaat zien. De heer Janssen heeft een vraag gesteld met betrekking tot de loopbaanbegeleiding van vrouwen. Wij zullen zijn suggestie in het kader van de Nota Personeelsbeleid meenemen. Ge let op de prioriteit die emancipatie heeft is het betrekkelijk voor de hand liggend om hieraan in de Nota Personeelsbeleid prioriteit te geven. De heer Meerdink vraagt hoe het zit met de coördinatrice. Voor zover mij bekend is, is

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 19