14 overigens legaal en is volgens de wet mogelijk -in dat geval wel handelen naar de geest van de uitspraak. Wij wachten het resultaat af van het onderzoek dat het college daar naar wil doen. Het PrincessehofDe wethouder heeft in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden ge zegd dat de indruk bestaat dat de Kamerfracties hun aanvankelijk ingenomen standpunt handhaven en dat er met betrekking tot Het Princessehof een uitzonderingspositie wordt ge creëerd. Wij zien een en ander als een laatste strohalm waarbij de motie, die in de gemeente raad van Leeuwarden is aangenomen en waarin wordt gevraagd Het Princessehof als een na tionaal museum aan te merken, nog een mogelijkheid biedt. Tot slot Echo. Wij gaan akkoord met het doen van een onderzoek naar het aanpassen van de accommodatie van De Harmonie om daar de niet-traditionele kunst en de beoefening daar van onder te brengen. Wij hebben drie, vier jaar geleden ook al bepleit om een en ander on der te brengen bij de bestaande instellingen. Het is nu duidelijk geworden dat dat schijn baar niet kan. De wethouder heeft evenwel in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden gezegd dat onderbrenging in De Harmonie of huisvesting in de Westerkerk nog in onderzoek is en dat er toch nog wel mogelijkheden waren. In dat licht gezien is het jammer dat het be stuur van Echo zijn taak heeft neergelegd, ondanks het feit dat er sprake is geweest van een langdurig en moeilijk proces. Ik wil het hierbij in eerste instantie laten. De heer Duijvendak: Ook van de kant van de PAL-fractie een aantal opmerkingen bij de Nota Kunstbeleid. Bij het uitkomen van de Nota Kunstbeleid 1984 was de PAL-fractie daar niet zo erg enthousiast over. Wij vonden dat er een niet erg uitgewerkte visie op kunst en cultuur in stond. Naar onze mening ging het om een pragmatische nota. Er werden weinig nieuwe initiatieven in aangekondigd en ook weinig plannen van de kant van de gemeente. Er werd afhoudend gereageerd op nieuwe ontwikkelingen. Vandaag kan ik wat positiever zijn. Zowel in de raadsbrief als in de Nadere Standpuntbepaling hebben b. en w. een aantal sug gesties uit de inspraak op een goede wijze overgenomen. Ik noem daarbij de 1%-regeling, het wel betrekken van kunstenaars bij de verbetering van de woonomgeving, het onderzoek doen naar een sociaal fonds voor aankopen in het kader van de Beeldende Kunstenaarsrege ling (BKR), een subsidieregeling voor niet-traditionele kunstbeoefening en het onderzoek naar de inkomensafhankelijke retributiesystemen. Dit zijn allemaal positieve zaken die toege voegd zijn aan de oorspronkelijke kunstnota. Wij vinden dan ook dat er vandaag een hele boel mooie woorden op papier staan. Ons vertrouwen in de daden van het college, het om zetten van deze woorden in beleid, is echter heel wat minder. Voordat ik daarover kom te spreken - voordat ik kom te spreken over het gesol met Echo - wil ik eerst een aantal ande re punten aan de orde stellen. Naar aanleiding van de discussie in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden hebben b. en w. voorgesteld om een vierde doelstelling toe te voegen aan de doelstellingen van het kunstbeleid. Ik zal niet zo uitweiden als de heer Boelens over welke uitgangspunten PAL op de kunst heeft, want dat heb ik in de commissie al gedaan. Ik wil wel ingaan op de toevoe ging die b. en w. nu overnemen naar aanleiding van eerdergenoemde discussie. Naar mijn mening staan er in de raadsbrief bovenaan op bladzijde 2 twee dingen. In de eerste plaats staat er: „Het geven van specifieke aandacht aan groepen die nu nog weinig met kunst in aanraking komen." Deze doelstelling zal worden toegevoegd. In de tweede plaats staat er - naar mijn idee is dat geen toelichting op het eerste -: dat afzonderlijke aandacht be steed moet worden aan specifieke aspecten van de cultuur en de culturele waarden van be paalde groepen in onze samenleving..." Naar de mening van de PAL-fractie zijn dat niet twee dezelfde dingen. Er zijn groepen die weinig aan de bak komen, weinig met kunst in aanraking komen en weinig deel hebben aan de dominante cultuur, maar wel een eigen sub cultuur ontwikkelen. Daarvoor zou dan wel gelden wat in de raadsbrief op bladzijde 2 bo venaan tussen aanhalingstekens staat. Er zijn ook groepen, bijvoorbeeld etnische groepen, die wel deel hebben aan hun eigen kunst en wel degelijk eigen culturele uitingen hebben, maar die domweg in deze cultuurnota niet aan de orde komen. Deze cultuurnota gaat over de dominante Nederlandse witte cultuur. Wij zouden graag willen voorstellen om de vierde doelstelling dan ook iets anders te for muleren, namelijk: Het geven van specifieke aandacht aan maatschappelijk achtergestelde groepen. Daar gaan b. en w. aan werken. Het is daarbij naar onze mening niet relevant of die groepen nu wel of niet met de Nederlandse kunst in aanraking zijn gekomen. B. en w. zeggen dat zij zonodig met een nadere toelichting en een nader onderzoek naar de raad toe komen. Wij zouden graag willen dat de toelichting er als volgt uitziet: b. en w. moeten kijken hoe de achterstelling die allerlei groepen hebben zich vertaalt binnen de kunst en de cul tuur. Bijvoorbeeld het aantal vrouwelijke kunstenaars, als je het over achterstelling van vrouwen hebt, of de mogelijkheden om de eigen cultuur te beleven, als je het over etnische groepen hebt. Daarnaast willen wij graag weten wat b. en w. van plan zijn te gaan doen aan die achterstelling. In de commissie vroeg een aantal mensen zich af of je binnen een dergelijke algemene nota ook aandacht moet geven aan specifieke groepen. De PAL-fractie is van mening dat dat 15 wel moet, omdat facetbeleid van twee kanten ontwikkeld moet worden. Aan de ene kant schrijven wij aparte nota's over specifieke groepen, zoals nota's over etnische groepen, vrouwenemancipatie en homo's, en aan de andere kant schrijven wij nota's over verschillen de terreinen, bijvoorbeeld de kunstnota en de onderwijsnota. Wij vinden dat, naast de apar te nota's over die groepen, er ook in de algemene nota's over de verschillende beleidsterrei nen altijd aandacht aan die groepen besteed zal moeten worden. Wat dat betreft waren wij dan ook verbaasd dat b. en w. in eerste instantie onze suggestie om dat te doen niet hebben overgenomen. Wij zijn blij dat de PvdA in tweede instantie onze suggestie wel overnam. En dat is voor wethouder Heere in deze tijd altijd aanleiding om daar dan snel in mee te gaan. (De heer Schade: In de verslaggeving van november 1984 staat dat Hermien de Haan namens onze fractie hetzelfde heeft verwoord. Dat was de wethouder waarschijnlijk in de commissie vergadering van januari niet bekend. Maar het blijkt dat PAL dat ook niet bekend was.) Ik ben blij dat de PvdA dat in eerste instantie ook al vond. Ik vind wel dat in de com missievergadering blijkbaar alleen de kwantiteit van een aantal mensen dat wat zegt telt en dat de kwaliteit van de opmerkingen niet altijd even zwaar wordt gewogen. Maar goed, dat terzijde. De PvdA was van mening dat je weliswaar aandacht moet besteden aan bepaalde groepen, maar vroeg zich af hoever je daarin moet gaan. De PAL-fractie wil wat dat betreft heel duidelijk zijn. Wij vinden dat alle groepen die bijzondere aandacht verdienen in het ge meentelijk beleid, dus ook jongeren en homoseksuelen, in zo'n nota terug moeten komen. Er moet dus bekeken worden in hoeverre zij bij cultuur een eigen plaats verdienen. Ik hoop dat deze suggestie door de PvdA zal worden overgenomen. Een andere opmerking mijnerzijds gaat over het sociaal fonds voor de BKR. Ik ben blij met de toezegging van b. en w. een en ander nader te onderzoeken. Ook dat was een sug gestie van zowel PAL als PvdA. Het college zegt echter uitdrukkelijk dat het gaat om een sociale regeling voor kunstenaars en dat de kosten dus ten laste moeten komen van de sec tor cultuur. Je kunt de nadruk ook anders leggen: een sociale regeling voor kunstenaars. Wij vinden dat ook cultuurgelden bij het sociaal fonds betrokken zullen moeten kunnen wor den. De wethouder zei in de commissie dat wij over de Nota Kunstbeleid praten en niet over een nota kunstenaarsbeleid. Ik vind dat een kunstmatige scheiding, want naar mijn mening hoort kunstenaarsbeleid een integraal onderdeel te zijn van de kunstnota. Daarom zul je ook kunstenaars door middel van het sociaal fonds moeten kunnen steunen. Mijn volgende opmerking gaat over de subsidiemogelijkheden binnen de subsidieregeling kunstzinnige vorming. Ik wil daarbij praten over de Danswerkplaats. Het zal bekend zijn dat mijn fractie van mening is dat het niet goed is om nieuwe initiatieven per se te persen in bestaande instellingen, zoals het Kreativiteitscentrum en de Gemeentelijke Muziekschool. De PAL-fractie is van mening dat je nieuwe initiatieven de ruimte moet geven, omdat ze anders niet volwaardig kunnen uitgroeien en dat het veel meer een beheersmatige reactie is om deze initiatieven per se te willen onderbrengen in bestaande instellingen. Verder mist mijn fractie in de Nadere Standpuntbepaling een reactie op het idee van de kunstkade, zoals dat door mijn fractiegenoot Jan Doede Niemeijer een tijdje geleden naar voren is gebracht. Wanneer de gemeente zegt dat zij mee wil zoeken naar ateliermogelijkheden voor kunstenaars dan zou zij kunnen kijken of de leegkomende boten aan de Willemskade wellicht goede ateliervoorzie ningen voor kunstenaars in zich zouden bergen. Een andere opmerking wil ik maken over het aantal podia in onze stad. Ik loop daarmee wat vooruit op een volgend punt, namelijk de overgang van de Muziek Pedagogische Akade- mie naar conservatorium. Je kunt nu al constateren dat het aantal podia tekort schiet. Gaat die ombouw door - komen er ook voor uitvoerende musici opleidingsmogelijkheden in Leeu warden - dan zal het tekort aan podia in de stad nog verder oplopen. Dat brengt mij dan, wat ik aan het begin al noemde, bij de prachtige woorden over de niet-traditionele kunstbe oefening en de mooie volzinnen die gewijd worden aan de uitbreiding van podiavoorzienin- gen. Maar je kunt je afvragen wat b. en w. daar van waarmaken. Je kunt je afvragen hoe voortvarend het beleid op dat punt tot nu toe geweest is. B. en w. zeggen zelf dat de nota haar schaduwen vooruit heeft geworpen. Dat is wel waar, maar niet alleen in positieve zin. En dan praten wij over Echo. Het college van b. en w. heeft zich tot een heleboel zaken ver plicht op het moment dat het in 1984 een nota heeft uitgegeven waarin het een lofzang pleegt op de niet-traditionele kunstbeoefening. Het college verplicht zich daardoor tot een actieve bevordering van initiatieven zoals die van Echo. Uit de nota komt wel naar voren met wat voor instelling b. en w. denken kunstbeleid te moeten voeren. Ik moet met spijt constateren dat b. en w. zich de afgelopen jaren niet hebben opgesteld met betrekking tot Echo zoals je dat op grond van deze nota had mogen verwachten. Van daag wordt een nota vastgesteld met het accent op kunstvernieuwing door een raad en een college die de afgelopen jaren zich niet sterk hebben gemaakt voor diezelfde kunstvernieu wing. Nu ligt er een nota op tafel, maar een week geleden heeft de kurk die de kunstver nieuwing mede zou moeten dragen zich na drieënhalf jaar voor niets modderen opgeheven. Wat dat betreft vind ik de VVD-fractie in deze raad eigenlijk de enige eerlijke fractie als het over kunstvernieuwing gaat. Die fractie zegt eerlijk dat zij gewoon niets van Echo moet heb ben, dat zij daar geen cent voor wil geven en dat daarop nog meer dan de rest van de raad al gedaan heeft moet worden bezuinigd. De andere fracties hebben wel mooie woorden over kunstvernieuwing, maar maken die niet waar.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 8