24
ook niet uitgenodigd zijn voor de vergadering van de Commissie voor Sport en Recreatie.
Kortomwij kunnen constateren dat er voor MKV geen oplossing is gevonden, hetgeen ech
ter wel is toegezegd, laat staan een "volwassen" oplossing zoals door wethouder Timmermans
is bedoeld. Onze fractie betreurt dit en vindt dat geen goede gang van zaken. Voorop blijft
staan dat de raad heeft besloten - onze fractie gaat voor die beslissing ook niet weg - dat
het Fonteinland parkeerland wordt. Als wij vanavond dan ook besluiten dit op korte termijn
tt doen op basis van het Plan van aanpak voor de tijdelijke parkeervoorzieningen, zonder
dat de adequate oplossing voor MKV er is, dan zetten wij MKV met de rug tegen de muur
en wordt het voor deze vereniging een kwestie van stikken of slikken. De VVD-fractie vindt
dat dat niet kan en derhalve moet er eerst een integraal plan komen, waarbij voor MKV een
adequate oplossing - een volwassen oplossing - wordt gevonden en alle consequenties voor
andere sportorganisaties voldoende zijn opgelost. Derhalve moet vanavond het Fonteinland
ook niet worden belast met een functie van tijdelijke parkeervoorziening, zoals aangegeven
in het Plan van aanpak. In de Commissie voor Sport en Recreatie heeft de heer Bijkersma,
die onze fractie wegens ziekte van de heer De Beer tijdens de vergadering vertegenwoordig
de, aangekondigd dat wij met een motie zullen komen die in grote lijnen inhoudt: College,
ga eerst het plan voor de sportorganisaties maar realiseren en zet MKV niet met de rug tégen
de muur. De D66-vertegenwoordiger was daar ook bij aanwezig en meende vanavond, omdat
hij toevallig eerder aan de beurt was dan ik omdat hij eerder zijn hand opstak, met een motie
van die strekking te moeten komen, welke politieke straatvechterij ik overigens verwerp.
Ik wil de motie toch graag indienen.
Motie VI
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
maandag, 23 juni 1986,
overwegende dat
- op het Fonteinland een parkeervoorziening aangelegd gaat worden;
toegezegd is dat voor MKV een adequate voorziening getroffen zal
worden;
indien de raad het Plan van aanpak parkeervoorzieningen ongewij
zigd zou vaststellen, MKV in een ongewenste onderhandelingspositie
wordt gebracht
besluit het Fonteinland nog niet aan te wijzen als parkeervoorziening
als bedoeld in het Plan van aanpak,
draagt het college op zo spoedig mogelijk een integraal plan te presen
teren waarin aan alle betrokken sportorganisaties een adequate voor
ziening wordt geboden,
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is mede-ondertekend door de heer Bijkersma.
Ons is toegestaan vanavond bij dit punt ook iets te zeggen over de brief van 3 juni
1986 van mr. Heemskerk c. s. genoemd onder letter O van de mededelingen. Onze fractie
destilleert uit die brief eigenlijk een tweescheiding'. Er worden enkele zaken aan de orde ge
steld die volgens ons beter niet hadden kunnen worden aangekaart in deze brief. Wij wensen
daarover vanavond dan ook niet verder te discussiëren. Wij zijn van mening dat er niet hoeft
te worden gestreefd, althans niet naar aanleiding van Aegon, naar een herziening van het
bestemmingsplan Langemarktstraat. Volgens ons is dat niet ter zake doende. Wij zijn ook
niet voornemens om de discussie over de openbare parkeervoorzieningen op het Aegon-ter-
rein te heropenen, terwijl wij tevens niet van plan zijn om naar aanleiding van deze brief met
een nadere invulling voor de parkeereisen van Aegon te komen. Aegon heeft goede zaken met
de gemeente gedaan - de heer Van der Wal heeft het ook al gezegd - en wordt gehouden aan
de parkeernorm die er geldtEn als je gewoon genoeg grond kooptdan kun je je eigen par
keervoorzieningen netjes aanleggen. Wat dan wel? Een aanleiding om er toch iets over te
zeggen is dat onze fractie blij was dat Aegon toentertijd besloot naar Leeuwarden te komen.
Toen de voorzitter dat 14 oktober vorig jaar aankondigde verheugde ons dat zeer. Waarom
besloot Aegon naar Leeuwarden te komen? Men had de verwachting dat de procedure hier
vriendelijk zou verlopen, een beeld waar wij als fractie erg gelukkig mee waren. Wij vinden
dat dat ook zo' moet blijven.
Voorts staat er in de brief van mr. Heemskerk dat aanwezige bedrijven aan de Lange
marktstraat vragen om inspraak. Inspraak staat binnen de gemeente hoog in het vaandel.
Elke groepering die zich meldt - daarvoor zijn zelfs verordeningen opgesteld - krijgt de
gelegenheid tot inspreken. Wij zijn van mening dat het motto Gelijke monniken, gelijke kap
pen moet worden gehanteerd, of het nu om een particulier gaat of om een aantal bedrijven
aan de Langemarktstraat. Iedereen moet gegarandeerd de mogelijkheid tot inspraak krijgen.
Door de opstelling van de gemeente bestaat bij onze fractie de indruk dat bedrijven worden
gedwongen om procedures tegen de gemeente te beginnen. Als ik even terugkijk naar het
geen ik aan het begin van dit onderwerp heb gezegd, dan moet ik zeggen dat het ons
vreselijk spijt dat men zich zo opstelt, want wij verliezen daarmee een goede naam en komen
daardoor waarschijnlijk in situaties terecht waarin wij liever niet zouden willen zitten. De
wethouder van Ruimtelijke Ordening zegt hierover in de commissie tegen de briefschrijvers,
althans zo kwam het bij mij over: Heren, u moet maar procederen, daar is rekening mee ge
houden, de termijnen staan er voor; einde discussie. Onze fractie vindt dat een houding die
de gemeente niet mag aannemen ten opzichte van belanghebbenden aan de Langemarktstraat.
Deze houding is heilloos. Onzes inziens zou een veel positiever houding moeten worden aan
genomen. Volgens ons zou moeten worden geprobeerd in een overlegsituatie tot overeenstem
ming te komen over vragen die er zijn. Nogmaals, ik vind dat de punten die ik zojuist heb
genoemd moeten worden gescheiden. De procedure Langemarktstraat en de parkeervoorzie
ningen onder het FBTO-gebouw kunnen wat ons betreft worden weggelaten. Wij moeten
proberen te komen tot een situatie waarin de bewoners van de Langemarktstraat het gevoel
hebben dat zij wat betreft de inspraakprocedure serieus worden genomen. Dat zou kunnen
via een voorbereidingsbesluithet zou ook kunnen via een bestemmingsplan; de heer Buur
man heeft dat ook al aangegeven. Onze fractie vindt ook dat er wat moet gebeuren. Ik heb
een motie achter de hand om daarover een uitspraak van de raad te vragen. Ik wacht echter
eerst het antwoord van het college af. Wij zijn namelijk van mening dat er wel iets moet
gebeuren, maar dat het college daarin het voortouw moet nemen en zich niet door de raad
moet laten sturen op dit terrein.
Ik zou nog wel iets willen zeggen naar aanleiding van de opmerkingen van collega
raadsleden, maar daarmee wacht ik tot de tweede termijn.
De heer Timmermans (weth.): Ik zal proberen een beetje lijn te houden in mijn verhaal,
gezien het grote aantal opmerkingen dat is gemaakt. Ik ga eerst in op de algemene opmer
kingen die door de verschillende woordvoerders zijn gemaakt en daarna loop ik de diverse
lokaties na, terwijl het onderdeel met betrekking tot de specifieke invulling van de wensen
van de sportverenigingen door wethouder Vlietstra zal worden beantwoord.
De heer Ten Hoeve heeft terecht aangegeven dat de achtergrond van de discussie
waarmee wij hier bezig zijn is gelegen in het feit dat het realiseren van de noordoostelijke
vestiging van Aegon in Leeuwarden een goede slag is geweest. Dat heeft inderdaad conse
quenties, ofte wel lasten en lusten. Door verschillende woordvoerders is reeds aangegeven
dat dat ook in de termijnen nogal wat consequenties heeft. Het betekent dat wij niet in een
situatie verkeren waarin wij het gebruikelijke vrij langdurige overleg kunnen plegen met
iedereen die hierbij betrokken is. Het gaat om nogal een ingrijpende activiteit als wij het
hebben over het Plan van aanpak parkeervoorzieningen. De keiharde consequentie van het
tempo waarin wij willen en moeten werken is dat alles niet tot de laatste komma kan worden
bekeken. Wij blijven besluiten nemen waarbij zeker open einden aanwezig zijn. Gelet op het
feit hoe een en ander wordt gedaan is dit echter verantwoord. Wij zijn niet onzorgvuldig
bezig en ik hoop de verschillende vragen en kanttekeningen die in die richting zijn gemaakt
duidelijk te kunnen beantwoorden.
De heer Ten Hoeve heeft vervolgens aangegeven dat wij als gemeente voorzichtig moe
ten zijn en maar niet royaal parkeerplaatsen moeten plannen. Het moet niet zo zijn dat, nu
de gelegenheid er is, alle mogelijke ontwikkelingen maar in beschouwing worden genomen om
dan vervolgens weer taakstellend op te moeten treden. Ik heb de indruk dat dit niet de
achtergrond en ook niet de werkwijze is die in dit Plan van aanpak is gehanteerd. Nadat de
raad eerder al een beslissing had genomen over waar globaal vervangende parkeerplaatsen
in het stedelijke gebied moeten worden gerealiseerd, zijn wij begonnen na te gaan waar de
tijdelijke parkeerlokaties moeten worden gerealiseerd. Toch is het niet verstandig voorbij te
gaan aan de op basis van andere tendenties al aanwezige autonome groei die er nu eenmaal
is wat de behoefte aan parkeerplaatsen betreft. Het Plan van aanpak geeft daarvoor ook een
aantal duidelijke verklaringen. Het aantal beschikbare parkeerplaatsen loopt terug ten ge
volge van de vele herinrichtingsprojecten. Geconstateerd kan worden dat het bruto vloerop
pervlak van kantoren nog steeds toeneemt, terwijl het autogebruik eveneens nog steeds
toeneemt. Nu kan men daar zeer ruim in meegaan en zo royaal mogelijk rekenen, maar dat
hebben wij niet gedaan. Gelet op uitspraken in het verleden met betrekking tot het parkeren
in en om de binnenstad hebben wij ons heel voorzichtig opgesteld. Natuurlijk moet met een
en ander wel rekening worden gehouden. Geconstateerd is dat er toch nog een behoorlijke
autonome groei is, als ik het zo mag noemen. Toch zijn wij daaraan, op één uitzondering na,
niet tegemoet gekomen, omdat deze toename door middel van de overschotten in de huidige
parkeersituatie in de binnenstad door een hogere mate van bezetting kan worden opgevan
gen. Dat betekent dat wij in plaats van een gemiddelde bezettingsgraad van 60% een bezet
tingsgraad van 90% van alle openbare parkeerplaatsen in de binnenstad accepteren. Daarmee
wordt geen stimulerend beleid gevoerd. Integendeel, want men zal aanzienlijk langer dan nu
moeten zoeken naar een parkeerplaats. Gelet op de consequenties die een royaal parkeeraan-