28 af te wijken van ons voorstel. Geconstateerd moet worden dat er bij realisatie van het alter natief een tekort van 55 a 80 parkeerplaatsen ontstaat, hetgeen onvermijdelijk overlast voor de Westerparkwijk tot gevolg zal hebben. Dat laatste hebben wij nu juist willen voorko men door gratis parkeermogelijkheden op het Fonteinland te realiseren. Tevens is het zo dat het plan geen uitbreidingsmogelijkheden biedt voor bijvoorbeeld kantoren. Ook is er sprake van een nogal versnipperde situatie van allerlei lokaties waar geparkeerd wordt, terwijl de ontsluiting - er zal een extra aansluiting op de Tesselschadestraat moeten worden gereali seerd - minder goed is. Bovendien ben ik van mening dat er stedebouwkundig gezien een volstrekt onacceptabel ruimtelijk beeld gaat ontstaan. U moet zich voorstellen dat de groen voorziening volledig weg gaat, waarvoor in de plaats een parkeerstraat komt, dan komt er een hek en daarna is er gelijk de zijlijn van MKV. Op die manier wordt dus een kale, ruim telijk gezien onacceptabele situatie voor kortere dan wel langere termijn gecreëerd. Tenslotte wil ik ook nog wijzen op het gemak waarmee deze goedkope oplossing iedere keer naar voren wordt gebracht. Ik heb nog eens laten nagaan wat deze tijdelijke oplossing moet kosten. Wanneer wij dezelfde normen hanteren als die welke zijn gehanteerd voor ande re openbare parkeerplaatsendan blijkt dat met de tijdelijke oplossing voor zegmaar 2 jaar een bedrag is gemoeid van f. 340.000, Daarna zou weer zo'n zelfde bedrag moeten worden geïnvesteerd voor de definitieve oplossing. Met het bovenstaande heb ik willen aangeven dat de bezwaren tegen het alternatief zo danig groot zijn dat het niet als echt alternatief mag gelden. Ik kom dan bij de eerste motie van de heren Van der Wal en Duijvendak. Het is een motie die de kool en de geit wil sparen; ik heb de argumenten daarvoor genoemd. Ik wil daaraan nog één argument toevoegen. Als wij tot bijvoorbeeld 2 jaar uitstel besluiten om eens rustig met elkaar te denken over de oplossing voor MKVdan zal er gedurende die 2 jaar een overbelasting ontstaan in de Westerparkwijk, terwijl MKV en de andere sportverenigin gen gedurende die tijd in een onzekere situatie verkeren. Het lijkt mij dan ook niet verstan dig met dit soort beleidsvoorstellen naar voren te komen, reden waarom ik de motie ontraad. De heer Dubbelboer heeft nog eens de door mij gebruikte woorden "volwassen oplossing" naar voren gebracht. Ik ben er zeker van dat wethouder Vlietstra voldoende duidelijk kan maken dat de oplossing inderdaad "volwassen" is en zeker "panklaar". Oldehoofsterkerkhof/Groeneweg. De heer Sijbesma heeft zich uitgesproken voor een tij delijke oplossing, althans als het gaat om de inrichting van de Groeneweg, en hij behoudt zich, net zoals de heer Dubbelboer, het recht voor om te zijner tijd terug te komen op de vraag of er al dan niet moet worden geparkeerd op de Groeneweg. De heer Ten Hoeve is ak koord met de oplossing voor het Oldehoofsterkerkhof en hij is bereid om niet de definitieve reconstructie van de Groeneweg als eerste uitgangspunt te nemen maar een tijdelijke oplos sing te accepteren. Daarbij geeft hij wel aan dat deze plaatsen bij een definitieve oplossing, waarin ook geparkeerd kan worden op de Groeneweg, in mindering moeten worden gebracht op het aantal parkeerplaatsen dat wordt gerealiseerd op het Oldehoofsterkerkhof. Zoals be kend is door de raad vastgesteld dat in dit gebied een aantal extra parkeerplaatsen moet worden gerealiseerd. Dat is dus de opdracht. De feitelijke technische invulling zal per geval moeten worden bekeken. Als het dus zo is dat niet aan alle parkeerplaatsen die voorlopig als kwantitatieve randvoorwaarde voor het Oldehoofsterkerkhof in de rapporten zijn genoemd behoeft te worden voldaan, dan zal deze dure oplossing ook niet worden nagestreefd. Wij zijn met elkaar van mening dat globaal gesproken het aantal parkeerplaatsen daar wel moet worden gerealiseerd. De heer Van der Wal wil over een en ander door middel van een motie nu al een uitspraak hebben, maar dat kan ik niet toezeggen. De manier waarop wij te werk moeten gaan is duidelijk: zo eenvoudig en zo goedkoop mogelijk. De ruimtelijke en stede- bouwkundige consequenties van de verschillende oplossingen zijn echter op dit moment on voldoende doordacht om nu al zonder meer afstand te doen van de mogelijkheid om op het Oldehoofsterkerkhof een parkeergarage/kelder te realiseren. Ook deze motie zou ik dus wil len ontraden. De heer Ybema heeft in wezen een motie van dezelfde strekking ingediend, maar aan de ze motie ben ik enigszins tegemoet gekomen. Hij heeft, net zoals ik dat heb gedaan, de inrich- ring van de Groeneweg in kwantitatief opzicht gekoppeld aan de definitieve oplossing op het Oldehoofsterkerkhof. In feite wordt met zijn motie de lijn aangegeven van wat nu wordt voor gesteld. Als die interpretatie echter niet juist is, dan hoor ik dat nog graag van hem. De heer Buurman geeft in overweging om direct te komen tot het planten van bomen aan weerszijden van de Groeneweg. Ruimtelijk gezien zijn er wel argumenten voor zo'n oplossing. Gelet op de verkeersfunctie van deze weg zal hiervoor gedurende de tijdelijke oplossing geen ruimte zijn. Of het mogelijk is om in de totale definitieve oplossing voor het noordwestelijk deel van de binnenstad een tweetal bomenrijen aan weerszijden van de Groeneweg aan te brengen is pas bekend als duidelijkheid over een en ander bestaat. Maar nogmaals, op zich zelf is het een goede suggestie. Zoals ik al heb gezegd behoudt ook de heer Dubbelboer zich het recht voor te zijner tijd terug te komen op het parkeren op het Oldehoofsterkerkhof en met name op de inrichting van de Groeneweg. 29 Ik kom dan bij hetgeen is gezegd over Tulpenburg en met name bij de opmerking van de heer Ten Hoeve over het Wilhelminaplein. Laat ik voorop stellen dat het college voor Tul penburg, gelet op het feit dat het hier gaat om een tijdelijke oplossing voor lang parkeren voor anderhalf jaar - het is goed dat nogmaals wordt benadrukt dat het gaat om lang parke ren -, een zo simpel mogelijke oplossing wil aandragen. Een ander argument waarom ik blijf vasthouden aan de noodzaak voor de tijdelijke voorziening op Tulpenburg is van kwantita tieve aard. Het Wilhelminaplein kan kwantitatief gezien nooit het probleem van Tulpenburg opvangen. Er zullen altijd minstens 200 parkeerplaatsen tijdelijk op Tulpenburg noodzakelijk zijn, al was het alleen maar om ruimte te hebben op het moment dat de parkeerdekken daar moeten worden gebouwd. Toch is er mijns inziens ook nog een ander aspect aan de orde. Uiteindelijk zullen wij, ook uit het oogpunt van gewenning, moeten proberen veel lang par keerders naar de Klanderijbuurt te krijgen. De mensen moeten er aan wennen naar een be paalde lokatie te gaan en daarom is het verstandig om Tulpenburg niet op voorhand, althans voor de volledige 400 plaatsen, af te schrijven. Bovendien is het zo dat, wanneer gedacht wordt over het Wilhelminaplein en met name over bovengronds parkeren, er nogal een ver schil in tariefstelling is. Het is erg jammer, maar de praktijk leert dat lang parkeerders die duur moeten betalen voor een parkeerlokatie in de binnenstad gaan zoeken naar een plaats in de buurtwijken. Daarmee vindt dus een verschuiving van de overlast naar de buurten toe plaats. Bovendien zijn er nog de problemen ten aanzien van de markt en de andere functies waarvoor het Wilhelminaplein wordt gebruikt. Zoals ook de heer Ybema reeds heeft gezegd wordt door het gebruik van het Wilhelminaplein als parkeerplaats een extra verkeersdruk toegevoegd aan een lokatie die toch al tot de drukste plek in onze stad kan worden gerekend. Bovendien zijn de kosten omvangrijk. Overigens is het nog de vraag of voor het realiseren van 200 parkeerplaatsen ook automatisch de helft van de kosten kan worden gerekend. Het zou best eens kunnen zijn dat de eerste 200 parkeerplaatsen per plaats duurder zijn dan de laatste. Ook dat is nog een aspect. (De heer Ten Hoeve: De opbrengsten zijn ook hoger.) Dat is juist, als men tenminste naar het Wilhelminaplein gaat! Gelet op de onduidelijkheden die er zijn lijkt het mij verstandig nog eens precies de voor- en nadelen op een rij te zetten. Ik kan in dit verband de heer Ten Hoeve toezeggen dat wij op een en ander nog nader terug zullen komen. De heer Ybema is wat betreft het Wilhelminaplein duidelijk. Hij stemt er mee in dat het plein achter de hand wordt gehouden voor het ontstaan van acute noodsituaties en hij is tegen een combinatie van Tulpenburg en Wilhelminaplein. De Amelandsstraat. De heer Ten Hoeve heeft gezegd dat hij akkoord is met de 200 par keerplaatsen en dat hij de definitieve vormgeving daarvan wenst te beschouwen in het kader van een integrale analyse van de ruimte die daar voor het parkeren beschikbaar is. Hij heeft in dit verband genoemd het Frigas-terreinhet Hoeksterend, de Amelandsstraat en de dwinger en gezegd dat nu eerst de 200 plaatsen maar moeten worden gerealiseerd en dat daarna moet worden bekeken waar de definitieve plaatsen moeten komen. Zoals ik bij eerdere gelegenheden reeds heb gezegd zijn wij voornemens de feitelijke toedeling van het geplande aantal parkeerplaatsen in die hoek van de stad te wegen in een nadere studiewaarin de ruimtelijke stedebouwkundige consequenties worden afgezet tegen de financiële. Als wij kij ken naar de procedure dan zijn er nog enige jaren nodig, met name voor de parkeergarage aan de Amelandsstraat en in feite ook voor het Hoeksterend. Vooralsnog moet mijns inziens worden vastgehouden aan de realisatie van 200 openbare parkeerplaatsen nabij de Amelands straat. Het lijkt mij niet verstandig nu om stedebouwkundige redenen hiertoe al definitief te besluiten, aangezien nog niet bekend is hoe de inrichting van de Amelandsstraat er uit zal zien. Dit betekent dat ik motie IV van PAL ontraad. De heer Buurman wil maar gelijk met de bouw van een tweetal parkeerdekken beginnen. Gelet op hetgeen ik zojuist naar voren heb gebracht is het mijns inziens beter eerst nog eens precies te bekijken wat ruimtelijk gezien de mogelijkheden zijn. Wij zijn het eens over het aantal parkeerplaatsen dat in die hoek van de stad moet worden gerealiseerd. Het is echter verstandiger over de wijze waarop dat moet gebeuren pas te besluiten als er meer bekend is ten aanzien van de mogelijkheden van de verschillende lokaties. De heer Ybema is wat de Amelandsstraat betreft akkoord met ons voorstel, maar vraagt zich af wat het scenario is als de planning niet wordt gehaald. Ik heb al eerder aangegeven dat het overleg met de eigenaren in positieve zin vordert, nadat er toch een aantal jaren een soort patstelling was. Het is de bedoeling door een minnelijk overleg tot verwerving van de gronden te komen. Wij hebben er vertrouwen in dat dat lukt. Gelet op het feit dat hier spra ke is van een goedgekeurd bestemmingsplan, waarin 200 openbare parkeerplaatsen zijn opge nomen, is de mogelijkheid van onteigening niet uitgesloten. Dat kost echter ook veel tijd. Voor dit gebied is enige tijd nodig om tot een definitieve oplossing te komen, maar het lijkt mij niet verstandig nu al te preluderen op wat wij moeten doen als het allemaal tegen zit. Op dat moment zullen wij dan ad hoe weer tot nadere besluitvorming moeten komen. Ik wil het hier voorlopig bij laten, mijnheer de voorzitter.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 15