50 De heer Sijbesma heeft terecht geconstateerd dat wij gepoogd hebben zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de opmerkingen die gemaakt zijn tijdens de hoorzittingen en in spraakavonden. Tenslotte bepleit de heer Sijbesma een zo effectief mogelijke invulling van datgene wat wij willen bereiken. Het Woonconsumentenoverleg is inderdaad het forum waarin wij als gemeenteraad onze adviezen krijgen van al degenen die daar direct het meest bij betrokken zijn. Wij zijn ook voornemens nuttig gebruik van dat overleg te ma- kon. Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter. Mefrou Westra: De wethalder is yngongen op de fraach fan mefrou Visscher om tus- kentiids ferslach te dwaan yn de kommisje. Hy hat sein dat it kolleezje, as der oanleiding foar is, dêr grif yn de kommisje oer rapportearje sil. Us fraach om nei in jier tuskentiids te rapportearjen strookt dêr wol aardich mei. Wy hawwe mei üs opmerking beslist net de bedoeling han dat wy in dik evaluaasjerapport hawwe wolle, mar wy fine in perioade fan twa jier gewoan hiel lang. Wy ferlieze dan nammentlik seis wat sicht op de ütfiering fan it belied. It giet üs der dus folie mear om om nei sawat in jier yn de kommisje in idee te krijen hoe't it komt mei it üntwikkeljen fan it belied en hoe't dat derfoar stiet. De wethalder is yngongen op myn opmerking dat der gjin prioriteiten steld wurde. Wy hawwe doeld op it feit dat der gjin prioriteiten steld wurde op grün fan in analyze fan tükelteammen, want dat is neffens üs hiel wichtich. De wethalder seit dat der by dit belied safolle sektoren yn it spul binne dat it net mooglik is om in prioriteitsstelling te dwaan. Wy binne fan betinken dat krekt dat aspekt, nammentlik in hiel soad sektoren, in tige lêstige faktor is by it üntwikkeljen fan it belied. Wy fine it nochal optimistysk om dat dan krekt oer de folie breedte te dwaan, omdat it om nij belied en om in hiel soad sektoren giet. Wy betwivelje dus of ien en oar no wol echt sa folslein yn de breedte kin. Ik wol ek noch eat sizze oer de opmerking oer de ünreplik guodbelesting. De wethal der hat it oer de ferleging fan de ünreplik guodbelesting yn reaksje op wat de wenkon- sumintenorganisaasjes sein hawwe. De wenkonsumintenorganisaasjes hawwe dat fersyk om in ferleging wol dien nei in enoarme ferheging. Fierders haw ik de ütspraak fan de wet halder oanhelle om düdlik te meitsjen dat men hiel moaie dingen sizze kin oer de mooglik- heden om tarieven en heffingen as in ynstrumint te brüken, mar dat ien en oer polityk dochs einliks wol wier makke wurde moat. Foar de goede oarder wol ik opmerke dat üs eardere fraksjegenoat Jan Doede Niemeijer him eartiids al tsjin de grins fan 200,by hiersubsydzje ferklearre hat. Oer de skuldsanearring noch it folgjende. It is goed dat de wethalder taseit dat it kolleezje dizze kwestje by de korporaasjes oan'e oarder stelle wol. As it oerlis mei de korporaasjes gjin resultaten opsmyt, kin dizze saak dan dochs wer werom komme yn de kommisje? Wy kinne dan beprate as der noch oare mooglikheden binne of dat de saak de- finityf yn it slop sit. De heer Timmermans (weth.): Mevrouw Westra is nog eens teruggekomen op de tus sentijdse evaluatie na één jaar. Het gaat niet aan nu exact af te palen wat wij daar pre cies onder verstaan. De verslagen van het constante overleg dat wij zullen hebben met het Woonconsumentenoverleg zullen ook in de richting van de Commissie voor de Ruimte lijke Ordening en Volkshuisvesting gaan. Een en ander zal een permanente aanleiding kunnen zijn om de voortgang van het beleid op het terrein van de woonlasten door te nemen. Analyse van knelpunten. Mevrouw Westra heeft in dat verband twijfels over de breedte. Ik erken dat ik die twijfels niet weg kan nemen. Wat wij echter hebben gedaan in de nota is juist het doen van een analyse van knelpunten. Wij hebben vervolgens ech ter niet de consequentie daaruit getrokken om de knelpunten te wegen en daarna priori teiten te stellen. Deze materie is op een gigantisch aantal beleidsterreinen aan de orde. Wij zijn van mening dat alle sectoren in het gemeentelijk apparaat de woonlastentoets zul len moeten hanteren. Analyse van knelpunten lijkt op dit moment een overbodige zaak. De tariefstelling van de onroerend goedbelastingen. Het tarief is de afgelopen jaren op basis van de bezuinigingen die wij hebben moeten aanbrengen verhoogd. Ik heb ook aangegeven in het overleg met de insprekers dat het enkelvoudig verlagen van tarieven niet alleen zal moeten plaatsvinden bij de begrotingsbehandeling. Er is ook sprake van een nogal ruwe maatregel. Dat betekent in feite dat, als je praat over verlaging van ta rieven, iedereen daar voordeel bij heeft. Vanuit een bepaalde filosofie hoeft een dergelij ke verlaging geen bezwaar op te leveren, maar uit een oogpunt van woonlasten is iets dergelijks in ieder geval geen erg gerichte maatregel. Ik heb gezegd in eerste instantie dat alle raadsfracties destijds geen bezwaar hadden tegen de grens van 200,in het kader van de huursubsidie. Mevrouw Westra zegt dat destijds de heer Niemeijer daar tegen heeft gestemd. Ik neem dat graag aan en consta teer dan nu dat de overgrote meerderheid van de raad daar voor is geweest. (De Voor zitter: Dat is de raad.) Ja, maar ik heb het in eerste instantie over alle fracties gehad. Het lijkt mij juist om dat nu te corrigeren. 51 Ik zeg toe dat het resultaat van het overleg met de corporaties over de schuldsane ring in de commissie wordt besproken. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder. De Voorzitter: Ik ben u nog de mededeling verschuldigd dat bericht van verhinde ring is ontvangen van mevrouw Jongedijk-Welles en de heren De Beer, Koopmans, Stas- sen en IJestra. Punt 29 (bijlage nr. 227). De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen Beleidsnota Etnische Groepen in Leeuwar den. De heer Burg: In de raadsbrief wordt toegegeven dat de Beleidsnota Etnische Groe pen in Leeuwarden vaag en weinig concreet is. Ook de oorzaak daarvan wordt aangege ven. Volgens de raadsbrief gaat het om een analyse van de bestaande problemen, een in ventarisatie van kenmerken van en verschillen tussen de diverse etnische groepen en een uiteenzetting van de doelstellingen van het gevoerde en te voeren rijksbeleid en gemeen telijk beleid. Ondanks anders klinkende adviezen van de Commissie voor Welzijnsaangele- genheden heeft het college gemeend de nota nu toch al aan de raad voor te moeten leg gen. Wij constateren dat er, gezien deze achtergronden, toch sprake is van een goede nota, waarmee in ieder geval de afgelopen jaren - ik meen sinds 1982 - een stuk kennis en deskundigheid op dit terrein is ontwikkeld dat in een stad als de onze met toch ook een etnische populatie onmisbaar is. In de al genoemde commissie is uiteraard ruime aandacht besteed aan de concept-no ta, de reactie en inspraak van de belanghebbenden en de nadere standpuntbepaling en nota van wijzigingen. Onze fractie vindt deze nota in grote lijnen een goed stuk om de komende jaren beleid op te baseren. Een zo groot mogelijke gelijkheid in behandeling, benadering en waardering houdt voor ons ook in een wel op de specifieke eisen van de maatschappelijke en godsdienstige achtergronden van de verschillende groeperingen geba seerd beleid, maar niet met een waterval van aparte maatregelen. Eerder een mentaliteits verandering van bepaalde groepen in onze eigen bevolking en een zo groot mogelijke aan passing aan onze en integratie in onze maatschappij van verschillende etnische groepen. Verdergaande maatregelen dan de nota aangeeft lijken ons dan ook vooralsnog ongewenst en onnodig. Ik wil nog een enkele kanttekening maken bij de raadsbrief. Op pagina 3 wordt on der Werkgelegenheid iets geschreven over positieve discriminatie ten aanzien van leden van etnische groepen bij de vervulling van vacatures in gemeentedienst. Nu zijn wij te gen elke vorm van discriminatie, ook tegen de positieve vorm zoals hier is omschreven. Wanneer echter wordt bedoeld dat een achterstandssituatie voor bepaalde groeperingen wordt weggewerkt en dat in een sollicitatieprocedure voor alle sollicitanten dezelfde maat staven worden aangelegd, dan kunnen wij het ook daarmee eens zijn. Wij zouden graag willen weten of de eisen zoals verwoord op pagina 2 onder Gemeen tepolitie - het gaat om eisen als opleiding, scholing, vorming en training; deze laatste eis is wat minder ter zake - gelden voor het aannemen van alle personeel in gemeentedienst of dat nu een Nederlandse of een etnische achtergrond zou hebben. Wanneer in dat geval bij gelijke geschiktheid om een al door mij genoemde achterstand weg te werken een tij delijke voorkeur zou bestaan voor vertegenwoordigers van etnische groepen - wij hebben daar bij de behandeling van het algemene onderwerp over de emancipatie ook al eens op gewezen - dan hebben wij daar geen problemen mee. Ik wil het hier in eerste instantie bij laten. De hear Bilker: De Beliedsnota Etnyske Groepen hat lang ünderweis west, mar dat is tinkt üs yn dit ramt gjin neidiel. Ommers, de nota resultearre nei de ynspraak yn de Neiere Stanpuntbepaling en al mei al ferge dat in soad wurk en dus in soad tiid. De wi- zigingen koene troch de ynspraak meinommen wurde en as sadanich omsetten wurde yn bepaalde beliedsütstellen. Oan de oare kant - de riedsbrief rept dêr al oer - hat it unike feit him foardien dat, hoewol't it offisjeel noch gjin belied wie, der wol bepaalde ütstellen konkreet ütfierd binne, lykas it diskriminaasje-meldingspuntde gebedsromte en in bet- tere üntspanningsakkommodaasje. Mei rjocht wurdt steld dat it belied foar etnyske groepen faset-belied is. It algemiene ütgongspunt dat wy allegearre lykweardich binne betsjut dat eltse ynwenner fan Ljouwert lykweardige kansen hawwe moat. Dus sil der in belied komme moatte foar dy minsken dy't noch net dy folsleine kansen hawwe. De nota giet dan ek al dy fasetten/beliedsterreinen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 26