64 dat een aantal gevolgen toch niet goed onder ogen is gezien. Ik zou daar graag een ant woord op willen hebben. Op bladzijde 2 van de raadsbrief staat dat het personeel op de hoogte zal worden gesteld van al datgene wat er gebeurt en ook van de consequenties voor hen. De consequenties moeten natuurlijk niet worden afgewenteld op het personeel. Fr moet niet gezegd worden: wij hebben bepaalde dingen niet voorzien en accepteer die nu maar. Ik hoop dat wij ter zake nog invloed kunnen uitoefenen, In de raadsbrief staat ook dat er een notariële akte zal worden opgesteld voor de overdracht van de instituten. Het lijkt mij een goede zaak dat die akte ook door de des betreffende instanties en de politieke ambtsdragers nauwkeurig wordt bekeken en bekriti seerd, want men moet weten wat de gevolgen zijn van de akte. Als er in de akte artike len staan die schadelijk voor de gemeente kunnen zijn, dan zouden wij dat ten zeerste betreuren. Wij verwachten dan ook dat de verantwoordelijke mensen de notariële akte kritisch beschouwen. Ook notarissen kunnen fouten maken en daar willen wij toch voor waarschuwen In de raadsbrief wordt ook opgemerkt dat de stuurgroep thans bezig is de gehele fi nanciële en materiële situatie in kaart te brengen. Ook dit financiële aspect willen wij zeer kritisch volgen. B. en w. zeggen dat formeel per 1 augustus de nieuwe situatie ingaat. Hebben wij daarna nog een bepaalde verantwoordelijkheid, waardoor wij invloed kunnen uitoefenen? Het is niet zo dat wij zo centralistisch alles willen sturen, maar wij vinden een opbouw van het onderwijs in de zin zoals wij die voorstaan belangrijk voor de centrumpositie van Leeuwarden. Daarom is een goed slagen van dit raadsbesluit een vereiste. De heer Pruiksma: Mijn fractie heeft met waardering kennis genomen van het voorlig gende raadsvoorstel met betrekking tot de overdracht van de gemeentelijke hbo-instellin- gen. Weliswaar is het zo dat er sprake is van een normale uitvoering van besluitvorming die in het verleden in deze raad tot stand is gekomen. Wij vleien ons niet met de hoop dat door het aannemen van dit voorstel vanavond alle problemen de wereld uit zullen zijn. Met name problemen in de personele sfeer - de heer Bijkersma wees daar ook al op - zullen nog een nadere oplossing vragen. Wij vertrouwen erop dat de stuurgroep daartoe de nodige voorstellen zal doen. In dat verband is het goed om op te merken dat wij met een kwaliteitszetel in het stichtingsbestuur in ieder geval als gemeente Leeuwar den de nodige invloed wel zullen houden. Wij hadden als gemeente Leeuwarden waar schijnlijk liever wat meer de tijd gehad om de zaken beter op een rijtje te zetten, maar dat is ons niet gelukt en ook niet gegeven, omdat de minister keihard heeft gesteld: wil Leeuwarden naar die hbo-clustering, dan zal men voor 1 augustus op hetzelfde standpunt moeten zitten. Wij weten allemaal dat niet in elke sector die bij deze hbo-clustering be trokken is geweest - ik denk met name aan de Hogere Technische School - hetzelfde werd gedacht over de wijze waarop tot die fusie en clustering moest worden gekomen. Nogmaals, wij zijn blij dat wij nu zo ver zijn en wensen het hoger onderwijs in Friesland en Leeuwarden het allerbeste. De heer Heidstra: Mijn fractie kan - beter gezegd moet, gezien het eerder genomen raadsbesluit omtrent deze zaak - instemmen met het voorliggende raadsvoorstel inzake de overdracht van gemeentelijke hbo-instellingen. In de vergadering van 10 maart 1986 heeft de raad het besluit tot overdracht van de scholen voor hbo die onder het bevoegd gezag van de gemeente vallen reeds genomen. Echter, tijdens die vergadering is er wel een aantal kanttekeningen gemaakt. Ik noem in dit kader onder anderen de kanttekeningen ten aanzien van de sectorindeling, de organi satiestructuur en de statutaire grondslag van de toekomstige Stichting Noordelijke Hoge school Leeuwarden. De genoemde knelpunten zijn naar de mening van mijn fractie in de afgelopen zeer korte periode voldoende weggenomen. Ook één van de toen genoemde knelpunten was de rechtspositieregeling van het per soneel van de drie genoemde gemeentelijke onderwijsinstellingen na overgang in de stich tingsvorm. Hierover was en eigenlijk is nog weinig duidelijk. In de laatst gehouden com missievergadering heeft de wethouder toegezegd dat alles in het werk zal worden gesteld om ook die rechtspositie zo snel mogelijk duidelijk te krijgen. Deze toezegging en de po sitieve reactie van de medezeggenschapscommissies van de scholen geven mijn fractie vol doende vertrouwen om met dit onderdeel in te stemmen, hoewel wij liever hadden gezien dat dat zou zijn afgerond. Maar men kan nu eenmaal geen ijzer met handen breken. Kortom, mijn fractie is van mening dat de knelpunten die op 10 maart 1986 nog be stonden naar tevredenheid en in een zeer snel tempo zijn weggenomen. Een overdracht brengt in principe dus geen belemmeringen meer met zich mee. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, nog dit. Vandaag kreeg ik ter ore dat de salaris administratie van de hbo-cluster naar de centrale administratie voor het christelijk onder wijs zal gaan. Kan het college hier enige duidelijkheid over verschaffen? Mevrouw Vlietstra (weth.): Alle drie sprekers hebben waardering uitgesproken voor de voorstellen zoals die er nu liggen en voor het tempo waarin die tot stand zijn geko men. Ik zal dan ook niet meer ingaan op de voorstellen die gedaan zijn, maar alleen nog op een aantal vanavond gemaakte opmerkingen. De heer Bijkersma vreest een beetje dat er in de toekomst allerlei strubbelingen kun nen ontstaan, onder anderen rond personele zaken, en vraagt welke invloed wij dan nog hebben. In de eerste plaats moeten wij ervoor zorgen dat wij in ieder geval de garantie hebben, die is ook gegeven, dat de rechtspositie die er per 31 juli is wordt overgenomen door het nieuwe bevoegd gezag. Daarover zijn ook afspraken gemaakt tussen de minister en de vakorganisaties. Een en ander moet ook naar het personeel duidelijk worden gemaakt. In de tweede plaats zitten wij straks in het stichtingsbestuur. Uiteraard kunnen wij dan ook langs die weg onze invloed laten gelden, maar volgens mij is het veel belangrijker dat wij op dit moment kunnen constateren dat er garanties zijn dat het personeel in ieder geval dezelfde rechtspositie houdt die het op dit moment heeft. Dat geldt zowel voor de mensen die nu in dienst zijn als ook voor de mensen die in de wachtgeldregeling zitten. De heer Bijkersma zegt dat de notariële akte nauwkeurig moet worden bekeken. Wij zullen dat uiteraard doen. Ten aanzien van de financiële en materiële situatie die in kaart wordt gebracht merkt de heer Bijkersma op dat er op de financiën moet worden gelet. In de stukken heeft men kunnen lezen dat alle financiën die in aanmerking komen voor de rijksvergoeding na 1 augustus overgaan. Alles wat daarbuiten valt blijft voorlopig nog apart. De bedoeling is dat dat op den duur ook beheerd gaat worden door het nieuwe stichtingsbestuur. De heer Bijkersma heeft ook nog gevraagd of wij na 1 augustus nog verantwoorde lijkheid hebben en of wij nog invloed kunnen uitoefenen. Invloed kunnen wij in ieder ge val uitoefenen via onze bestuurszetel. Wij hebben ook nog verantwoordelijkheid, want na 1 augustus is natuurlijk niet alles geregeld. In de raadsbrief staat ook heel duidelijk dat zeker de afdeling Onderwijs nogal betrokken zal worden bij het afwerken en overdragen van een groot aantal zaken. Daarmee zeggen wij eigenlijk al dat wij ons in ieder geval verantwoordelijk voelen, met name ook naar het personeel toe, tot het moment waarop de hogeschool in staat is om bedoelde zaken zelf over te nemen. Dat moment is niet eerder dan wanneer de hogeschool een eigen administratief apparaat heeft. Wat dat betreft zullen wij zeker na 1 augustus ook nog verantwoordelijkheid hebben en die ook voelen. De heer Pruiksma heeft eveneens waardering uitgesproken en gezegd dat veel proble men nog om een oplossing zullen vragen. Ik ben dat met hem eens. Er wordt op dit mo ment door de werkgroepen hard gewerkt om in ieder geval die knelpunten op te lossen die de overdracht in de weg hebben gestaan of nog zouden kunnen staan. Daarnaast zul len nog tal van andere knelpunten opgelost moeten worden. Per 1 augustus is er alleen maar sprake van een bestuurlijke fusie. Voordat wij toe zijn aan een institutionele fusie zullen er ongetwijfeld nog een heleboel andere zaken geregeld moeten worden. In die zin zal het nieuwe bestuur nog handen vol werk hebben. De heer Pruiksma zegt dat hij lie ver wat meer tijd had gehad. Ik ben dat met hem eens, want dan hadden wij een aantal zaken wat minder onder druk en misschien ook wat beter kunnen uitwerken. Meer tijd is ons inderdaad niet gegund, want wij zitten vast aan de datum van 1 augustus. Vandaar ook dat wij het voorliggende voorstel nog heel snel in de raad hebben moeten brengen. De heer Heidstra heeft gerefereerd aan de in het verleden door de raad gemaakte kanttekeningen. Hij constateert dat die voldoende zijn weggenomen. De rechtspositie van het personeel was een van de knelpunten. In mijn antwoord in de richting van de heer Bijkersma heb ik al gezegd dat onzes inziens die rechtspositie gegarandeerd is. Er is heel duidelijk overeenstemming bereikt over het punt dat de rechtspositie die de mensen nu hebben na 1 augustus wordt overgenomen door het nieuwe bevoegd gezag. Wij zijn nu nog het bevoegd gezag en hebben de mensen schriftelijk over de rechtspositie geïnformeerd. Nog deze week worden er informatiebijeenkomsten gehouden waarin een en ander nader wordt toegelicht. De mensen hebben allemaal persoonlijk een brief gekregen waarin staat wat op dit moment hun rechtspositie is. Wat dat betreft hebben wij alle zorgvuldigheid in acht genomen. Zo rond 1 juli zullen de mensen van het nieuwe bevoegd gezag een brief ontvangen waarin hun aanstelling na 1 augustus is geregeld. Wat dat betreft denk ik dat er voldoende garanties zijn dat daar geen brokken kunnen vallen. De heer Heidstra heeft om opheldering gevraagd wat betreft het punt van de salaris administratie. Afgelopen donderdag of vrijdag hebben wij een brief gekregen waarin staat dat de stuurgroep heeft besloten om de salarisadministratie onder te brengen bij de Stichting Cenaco, het Centraal Administratiebureau Christelijk Onderwijs in Friesland. Wij zijn daar niet erg gelukkig mee. Het lijkt ons principieel beter om de administratie van een algemeen-bijzondere instelling ondeh te brengen bij een algemeen administratiekan toor. Wij hebben als gemeente Leeuwarden ook naar'de stuurgroep toe duidelijk gemaakt dat wij daar mogelijkheden voor hebben. Op korte termijn is dat niet meer mogelijk, om dat daarmee de salarisbetaling over augustus in gevaar zou kunnen komen. Wij hebben de stuurgroep wel duidelijk gemaakt dat wij deze gang van zaken heel teleurstellend vinden en dat wij deze oplossing als tijdelijk, hooguit tot 1 januari, beschouwen. Wij gaan er

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 33