66 vanuit dat de definitieve besluitvorming over de uiteindelijke onderbrenging van de sala risadministratie nog nader in de stuurgroep plaatsvindt. De heer Bijkersma: Een korte reactie op datgene wat mevrouw Vlietstra heeft gezegd, Vlevrouw Vlietstra en ik zijn het er over eens dat zich na 1 augustus nog wel problemen kunnen voordoen. Zij heeft toegezegd die problemen te zullen volgen althans degene die in het bestuur van de stichting zitting heeft. Het gemeentebestuur heeft natuurlijk ook de nazorg voor het personeel en andere zaken. Zou het college, wanneer er signalen zijn dat er iets niet naar wens verlooptdan willen terugkoppelen naar de Commissie voor het Onderwijs en niet wachten totdat bepaalde zaken ineens tot uiting komen? In dat laatste geval zou je namelijk weer moeten bijsturen en beslissingen moeten nemen die ook eerder hadden kunnen worden genomen als er tijdig teruggekoppeld was. Ik zou graag die toezeg ging willen hebben. De heer Pruiksma: Ik wil naar aanleiding van de reactie van de wethouder het vol gende opmerken. Ik ben geneigd het vernuft en inzicht van de stuurgroep te prijzen dat zij voor Cenaco heeft gekozen. Dit gezelschap staat algemeen bekend als de meest des kundige instelling op dit terrein. De schoolstrijd is uitgestorven en de schoolsalarisstrijd hoeven wij hier niet uit te vinden! Mevrouw Vlietstra (weth.): De heer Bijkersma vraagt om de toezegging dat, mochten zich ongewenste ontwikkelingen voordoen, dan teruggekoppeld wordt naar de Commissie voor het Onderwijs. Ik heb die toezegging gisteren ook al tijdens de commissievergade ring gedaan. Het is heel belangrijk om zeker het komende jaar de commissie op de hoogte te houden van de ontwikkelingen, overigens niet alleen van de ongewenste maar ook van de positieve ontwikkelingen. De heer Pruiksma werpt zich op als voorstander van Cenaco. Ik wil zijn opmerking bestrijden dat dit bureau het meest deskundig zou zijn op dit terrein. Wij hebben name lijk binnen de gemeente ook een uiterst deskundig administratiekantoor. (De heer Pruik sma: Ik herhaal slechts feiten van algemene bekendheid, meer niet.) Ik ben het oneens met die algemene bekendheid. In ieder geval is mij die algemene bekendheid niet bekend, (De heer Pruiksma: U bent ook nog maar kort wethouder van Onderwijs!) Ik heb duide lijk gemaakt wat mijn argumenten zijn om niet te pleiten voor onderbrenging van de sala risadministratie van een algemeen-bijzondere school bij een protestants-christelijke sala risadministratie. Wij zullen hier nog wel nader op terugkomen, maar in ieder geval is dit het standpunt dat wij op dit moment hebben ingenomen. (De heer Pruiksma: spreekt over een servicebureau!) De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 38 (bijlage nr. 253) De Voorzitter: Aan de orde is thans Automatisering Gemeentelijke Sociale Dienst (GSD Mevrouw Van der Ploeg-PosthumusVanavond is een zaak aan de orde die mijn fractie als triest zou willen karakteriseren. Triest vanwege het weggegooide geld, triest vanwege de werkelijk ontstellende tekortkomingen die zich bij deze affaire hebben voorgedaan en triest omdat de raad te laat en de commissie uit de raad onvolledig werd ingelicht. Wat zijn de feiten? In 1982 rondt Krechting Koot een onderzoek af naar de mogelijkheid van zelfstandige automatisering van de GSD. De uitkomst is positief: de te verwachten besparing is 235.000, Waarom zelfstandig automatiseren? Het Centrum voor Automatisering Noord- Nederland (Cevan) voldeed niet. De GSD drong reeds lang aan op zelfstandige automati sering. De GSD was erg ingenomen met het rapport van Krechting Koot en de directie koo; vervolgens voor de combinatie Philips/IGA (Instituut voor Gemeentelijke Automatisering). Waarom? Het systeem kwam het meest tegemoet aan de door de GSD gestelde eisen en wen sen. Het systeem was ook het meest flexibel, op basis waarvan op eenvoudige wijze extra eisen en wensen konden worden gehonoreerd. De continuïteit van de combinatie Philips/IGA was voldoende verzekerd. De betreffende kostenbesparingen bleven binnen de oorspronke lijke geraamde begroting. Tot zover nog volop vreugde, mijnheer de voorzitter. Daarna komt de ellende, die al snel begint. Immers, de aflevering van de apparatuur geeft problemen. Bovendien blijkt de apparatuur niet aan de eisen die de GSD stelt te voldoen. Dat alles wordt echter na 67 enige tijd nog wei opgelost. Maar dan. Er worden door de directie van de GSD in de pro grammatuur onvolkomenheden ontdekt. Het gaat daarbij niet om kleinigheden. Wil aan de eisen van de GSD worden voldaan, dan gaat dat drie miljoen gulden kosten. Dan komt de vraag naar de schuld. De GSD wijst naar het IGA en het IGA wijst op de contracten. Alles overziende, mijnheer de voorzitter, is een aantal zaken duidelijk. Het Cevan-sy- steem beviel niet, het had tekortkomingen. Men zal geweten hebben welke tekortkomingen dit waren. Mede op basis van die gegevens koos men voor apparatuur van Philips/IGA, immers omdat"het systeem het meest tegemoet kwam aan de door de GSD gestelde wensen en eisen" en omdat "door flexibiliteit van het systeem op eenvoudige wijze extra eisen en wensen van de GSD konden worden gehonoreerd". Welnu, dat meest tegemoet komend aan en die flexibi liteit bleken te vertalen te zijn in aanpassingen die drie miljoen gulden moeten kosten. Mijnheer de voorzitter, het is voor mijn fractie duidelijk: Er is hier reusachtig ge blunderd! Ik zou van het college willen horen hoe dat heeft kunnen gebeuren en waarom niet eerder is ingegrepen. Bovendien zou ik willen weten hoe de organisatie en samenstel ling was van de projectgroep die hiervoor verantwoordelijk was en hoe de rapportage van deze groep aan het college was geregeld. Met name wil ik de mening van de wethouder graag vernemen over het verder functi oneren van de verantwoordelijke personen. Als bijvoorbeeld de directeur hierin de belang rijkste rol heeft gespeeld, hoe ziet dan de wethouder zijn functioneren? Immers, afgezien van de vraag of er tegen de betrokkenen maatregelen moeten worden genomen - ik wil hier ook de visie graag over hebben van de wethouder - is de vraag of men binnen de dienst wel genoeg gezag heeft overgehouden na dit debacle om überhaupt te kunnen functioneren. Naderhand bleek ook dat juridisch gezien de zaak behoorlijk rammelde. In de raads- adviescommissie is gezegd dat de GSD twee contracten had gesloten, te weten met Philips en met het IGA. Mijnheer de voorzitter, sinds wanneer sluit de GSD zelfstandig contracten? Wordt daarover op het stadhuis bij de daar aanwezige deskundigen geen advies meer inge wonnen? Overigens is het sluiten van de twee contracten ook in strijd met mededelingen van de GSD in de Commissie voor Automatiseringsaangelegenheden. Daar werd indertijd op vragen van de heer Meijerhof geantwoord dat er sprake was van een aannemer en een on deraannemer. Wat nu? Met instemming hebben wij geconstateerd dat het college a. de hand in eigen boezem steekt en b. plannen heeft ontwikkeld met betrekking tot de toekomst voor wat betreft automatisering. In hoofdlijnen komt dat neer op: A. De projectorganisatiestructuur. Bij om vangrijke projecten zal een sterke projectorganisatie worden ingesteld. B. De informatie behoeftebepaling. Een goede analyse van de informatiebehoefte is een vereiste. Jammer dat men hier te laat achter is gekomen. C. De toepassing van standaard-programmatuur Men kan dan in ieder geval eerst zien hoe een en ander werkt in de praktijksituatie. D. De contractsituatie. Contracten zullen centraal moeten worden beoordeeld en vastgesteld via de afdelingen Kabinet en Algemene Zaken (KAZ) en Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie (EBO). E. De GSD gaat terug naar het Cevan. Ook het aangekondigde onderzoek naar het personeelsbestand bij de GSD heeft onze instemming. Graag zou mijn fractie te zijner tijd van de resultaten van dit onderzoek op de hoogte worden gesteld. Ik wil overigens over de personeelssituatie nog het volgende opmerken. In het dek- kingsvoorstel van het college zien wij dat een respectabel bedrag zal worden gedekt ten laste van de post personeelsuitbreiding. Wij hebben daarvan met enige verbazing kennis genomen. Immers, deze uitbreidingen zijn indertijd met een keur van argumenten verdedigd en ondanks de financiële krapte zijn ze, gelet op de noodzaak, toegestaan. Het doet ons dan ook vreemd aan dat deze vacatures nu zo maar kunnen worden opgeofferd om te dienen als dekkingsmiddel. Er wordt, mijnheer de voorzitter, ook gesproken over niet gerealiseerde besparingen. Wat moeten wij daarvan denken? Zijn er bezuinigingen/besparingen ten laste van de GSD niet gerealiseerd? Als dat het geval is, zou ik graag willen weten ten laste waar van die dan nu worden gebracht Mijnheer de voorzitter, ik moet u zeggen dat mijn fractie zich nogal geërgerd heeft aan de absentie van de directeur van de GSD tijdens de vergaderingen van de Commissie voor Automatiseringsaangelegenheden en de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en Informatiezaken. Die ergernis neemt toe als men de daarop volgende dag via de krant de mening van de directeur van de GSD moet vernemen. Een mening die, gelet op de inhoud van de raadsbrief, wel bestreden kan worden ook. De directeur van de GSD staat bekend als een man die zijn denkbeelden over de de mocratie en het functioneren daarvan overal, met name in geschriften, verkondigt. Wij hebben nu gezien wat wij daarvan moeten denken. Als zich de gelegenheid voordoet om de plaatselijke democratie/volksvertegenwoordiging te informeren, laat hij het afweten. Graag zou ik van de wethouder willen vernemen wat hij daarvan vindt en of hij wil toezeggen dat de directeur in voorkomende gevallen zelf in de commissie aanwezig zal zijn. Ik zou mij dat bijvoorbeeld kunnen voorstellen bij de verslaggeving over het onderzoek

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 34