78
Misschien komt ook uit het onderzoek naar voren dat de kwaliteit van het geleverde pro-
dukt, de zorgvuldigheid, de manier waarop cliënten worden behandeld, enz. het verschil
rechtvaardigen
Mevrouw Van der Ploeg heeft het ook nog gehad over het "herenakkoord". Het heeft
haar fractie verbaasd dat dat opeens aan de orde was, zonder in de commissie te zijn be
handeld. Het lijkt mij goed naar voren te brengen dat het woord "herenakkoord" niet een
formulering is die het college heeft verzonnen, dat heeft de krant verzonnen. Sommigen
vinden het leuk hetgeen er aan de hand is te typeren als het sluiten van een "heren
akkoord". Naar mijn mening is er echter een zakelijke, cleane en koele afspraak gemaakt.
De drie participanten, IGA/gemeente/Philips, zijn bij elkaar om de tafel gaan zitten toen
het project werd afgeblazen en hebben besproken wat er verder moest gebeuren. In prin
cipe waren er twee mogelijkheden. De ene was om elkaar via processen en stukken in de krant
het leven zuur te maken en te proberen het eigen gelijk te bevechten. De andere was om, met
inachtneming van ae verantwoordelijkheid van een ieder in het hele proces en het feit dat
er tot dat moment een goede relatie tussen partijen bestond, op een zakelijke manier te
proberen er uit te komen. De gemeente heeft voor de laatste optie gekozen, omdat het
contract dat wij met de leveranciers hadden juridisch gezien niet zo heel sterk was, in die
zin dat er, als wij het op processen hadden moeten laten aankomen, een vrij grote mate
van onzekerheid bestond of wij een en ander wel tot een goed einde zouden kunnen brenger
Zoals ik ook al in een vergadering van de Commissie voor Automatiseringsaangelegenheden
heb gezegd hebben Philips en IGA een afweging gemaakt en rekening gehouden met de
negatieve publiciteit. Voor een commerciële organisatie die op de markt opereert is het
immers niet leuk om steeds in negatieve zin in de krant te verschijnen. Kortom, wij hadden
er met elkaar belang bij om er op een zakelijke manier uit te komen. En dat is gelukt!
Als men dat een "herenakkoord" wil noemen vind ik dat best, maar voor mij is het gewoon
een zakelijke afspraak.
Dan kom ik bij de heer Bijkersma. Hij heeft het over een gevoel van onbehagen,
wederom een schadepost die er niet om liegt, er kan niet meer worden gesproken van een
incident, er is een reeks van financiële miskleunen, enz. Ik heb ten aanzien van automa
tiseringsprojecten gezegd dat er volgens het systeem "eerst zien, dan geloven", uitzonde
ringen daargelaten, moet worden gewerkt. Door de heer Bijkersma wordt de suggestie ge
wekt dat een gemeentelijk apparaat niet meer risicovol bestuurd zou mogen worden. Ik ben
dat niet met hem eens. Wij kiezen daar gewoon met elkaar voor. Dat is niet iets dat het
college alleen doet, wij doen dat met elkaar. Soms is een fractie het niet met een bepaald
punt eens en stemt dan tegen. Ik vind het wel heel gemakkelijk om achteraf te zeggen:
Zie je wel, dat hebben wij altijd al gezegd! Als gemeenteraad nemen wij beslissingen waar
aan risico's zijn verbonden. Stadsverwarming is een duidelijk voorbeeld. Als men dat soort risi
co's niet wil lopen, dan moeten die beslissingen niet worden genomen. De manege, de ijshal en het
bedrijvencentrum zijn ook voorbeelden en zo zijn er nog wel meer, denk maar aan de par
keergarage en garantieverleningen, die praktisch in elke raadsvergadering worden verleend
In een stad als Leeuwarden moeten risico's worden genomen naar mijn idee en kan niet
zuiver en alleen op de winkel worden gepast. En dan gaat er wel eens iets fout en als dat
gebeurt moet daaruit lering worden getrokken. Dat is wat mij betreft de manier waarop
moet worden bestuurd en waarin wij in wezen met elkaar ook de afgelopen jaren hebben
bestuurd.
De heer Bijkersma vindt dat de collegevoorstellen te veel gestuurd worden door amb
tenaren en adviesbureaus. Ik ben dat niet met hem eens. Politieke beslissingen worden
uiteindelijk door de raad genomen. Op de vraag of de verantwoordelijke wethouder zich er
niet wat meer mee had moeten bemoeien kan ik antwoorden dat wij onze koers moeten uit
zetten aan de hand van ambtelijke adviezen, terwijl een en ander bij de ontwikkeling en
de voortgang van een project voor een belangrijk deel moet worden overgelaten aan am 6
lijke adviezen. Ik had mij natuurlijk meer met dit ene project kunnen bemoeien, maar ook
ik had van te voren niet kunnen inschatten dat het fout zou gaan. Bovendien heb ik ook
niet zo veel verstand van automatisering, dus moet ook ik afgaan op ambtelijke adviezen.
Het is echter een illusie te denken dat de leden van het college alle projecten die in de
gemeente lopen als een soort "manager" kunnen volgen. Op het moment dat er dingen tout
gaan wordt het ambtelijk apparaat geacht zich in verbinding te stellen met de verantwoor
delijke wethouder, die zich er dan mee gaat bemoeien. Zolang er geen dingen fout gaan
wordt er van uit gegaan dat het ambtelijk apparaat de uitvoering voor zijn rekening neemt
Wordt niet voor dit systeem gekozen dan zijn er niet 6 wethouders nodig maar zijn er we
12 of meer wethouders nodig. Het is nu eenmaal zo dat er een beperkt aantal mensen aclft
deze tafel zit, door wie maar een beperkte hoeveelheid werk kan worden verricht.
Ik ben op de lasten voor de begroting al ingegaan. Er is gevraagd waarom de at deling
EBO, die meer personeel heeft gekregen, niet in de projectgroep zitting heeft genomen.
Het is niet zo dat er alleen bij de sociale dienst automatiseringsprojecten lopen, ook bij
andere diensten lopen dergelijke projecten. De personeelsuitbreiding bij EBO was nodig om
79
ook al deze projecten te begeleiden-
Volgens de heer Bijkersma heb ik een halfjaar geleden een bagatelliserend antwoord
gegeven met betrekking tot de vraag wat een en ander moet kosten. Een halfjaar geleden wist ik niet
wat er uit zou kunnen komen, dus heb ik toen gezegd dat er "wat extra kosten" zullen komen.
Bovendien overviel mij die vraag op dat moment. (De heer Bijkersma: U hebt mijn algemene
beschouwingen van te voren gekregen, dus dat laatste is niet waar.) Ik wist op dat mo
ment niet precies wat de kosten zouden zijn en ik heb mij toen dus op die manier uitge
drukt. Als de heer Bijkersma dat gevoelsmatig te gering heeft gevonden, dan spijt mij dat.
Op het spreekverbod van de directie van de sociale dienst ben ik ook al ingegaan.
Het lijkt mij niet echt nodig om de positie van de directeur in de Commissie voor Algemene
Zaken aan de orde te stellen. Wij zullen dat in het college nog eens bespreken, niet zozeer
ten aanzien van het management maar met name ten aanzien van de vorm waarin naar buiten
wordt getreden.
De heer Duijvendak noemt twee punten: de automatisering zelf en het management.
Op de centrale vraag met betrekking tot de bevoegdheden van de directie ben ik al inge
gaan en ook op de kwaliteit van de contracten. Ik zeg toe daarover in de commissie nog
eens nader te zullen spreken.
Het management heeft matig tot slecht gefunctioneerd, het project is mislukt, er zijn
fouten gemaakt, aldus de heer Duijvendak. Hij vraagt om een grondig organisatie-onder-
zoek. Naar mijn mening is het het beste eerst het organisatie-onderzoek dat nu van start
gaat af te wachten. Ik bedoel dus het vergelijkend onderzoek naar de personele samen
stelling en de manier waarop de sociale dienst functioneert. Aan de hand van dat onder
zoek kan worden bekeken of er nog een vervolgonderzoek nodig is. Bij het nu plaatsvin
dende organisatie-onderzoek zullen zeker vragen aan de orde komen die betrekking heb
ben op de cliëntvriendelijkheid, het individualiseringsprincipe en wat dat aan formatieplaat
sen kost. Per slot van rekening is dat de basis voor het beoordelen van de verschillen.
Een ander punt is dat ik een beetje een geschokt vertrouwen of althans geen 100% ver
trouwen in het functioneren van de sociale dienst signaleer. Ik betreur dat. Het is naar
mijn mening geen goede zaak als een raad dat soort gevoelens heeft in de richting van een
toch niet onbelangrijke dienst. Ik vind het zelf ook niet terecht. In de afgelopen drie jaar
waarin ik met de sociale dienst heb gewerkt heb ik kunnen constateren dat er echt wel
fouten worden gemaakt, maar dat heel veel dingen ook hartstikke goed gaan. Ik kan met
recht zeggen dat het een dienst is die de zaken redelijk goed voor elkaar heeft en actief
is. Ik zou mij kunnen voorstellen dat een aantal leden van de Commissie voor Welzijnsaan-
gelegenheden of enkele leden van de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en Infor
matiezaken in de vorm van een werkbezoek informatie krijgen van de directie van de soci
ale dienst over het functioneren van de dienst. In een informele sfeer zou dan een beeld
kunnen worden verkregen van deze organisatie. Ik heb namelijk een beetje het gevoel dat
van een afstand tegen deze dienst wordt aangekeken, hetgeen de raad uiteraard niet echt
kwalijk is te nemen. Zo'n nader gesprekt lijkt mij echter niet onwenselijk.
De heer Duijvendak vraagt hoe het nu eigenlijk zit met de directeur van de sociale
dienst, die in september zegt dat wij echt weg moeten bij het Cevan en in december zegt
dat wij per se bij het Cevan moeten blijven. De tijd tussen september en december is welis
waar kort, maar juist in die tijd werd duidelijk dat het project niet tot een goed einde was te
brengen. Op dat moment ontstaat het probleem hoe het nu verder moet. Toen er een afweging
moest worden gemaakt tussen Vuga of Cevan werd heel nadrukkelijk gekozen voor het Cevan.
De heer Buurman noemt het een drama en vindt dat de raad onvoldoende is gei'nfor-
meerd. Zoals ik al heb gezegd is de betreffende commissie, waarin alleen raadsleden zitting
ebben, voldoende bij het hele project betrokken geweest. Men heeft elke verandering kun
nen volgen. De raad mag dan in zijn totaliteit onvoldoende zijn geïnformeerd, de commissie
is voldoende geïnformeerd.
De heer Buurman vraagt zich af of de nieuwe computer, de P-7300, inderdaad adequ
aat is voor de huidige problematiek. Die zekerheid is er natuurlijk nooit voor 100%. Niet
alleen de directie van de sociale dienst, maar ook de afdeling EBO en iedereen bij de
gemeente die er verstand van heeft inclusief de mensen van Philips zijn tot de conclusie
gekomen - als bestuurder kun je dat alleen maar geloven - dat deze computer inderdaad
e meest geschikt is voor de sociale dienst. Met andere woorden, een en ander is dus ge-
ege d in overleg met EBO. Op de financiële afwikkeling van de zaak ben ik reeds ingegaan,
hpt i heer Ybe.ma ze^t dat het college zich terughoudend heeft opgesteld ten aanzien van
volgen van dit project. Ik heb al geprobeerd duidelijk te maken dat door mij bewust
gekozen voor een dergelijke opstelling, omdat ik niet alle projecten kan volgen. Een ver-
woordelijk wethouder wordt slechts ingeschakeld als er echte problemen worden gesig
neerdwaarbij het nuttig en nodig is bestuurders te betrekken.
Ik ben reeds ingegaan op de vraag van de heer Ybema hoe de beoordeling van de
- ntracten destijds heeft plaatsgevonden.
Een andere vraag van de heer Ybema was wat de relatie is tussen het van start gaan-