82 De heer Duijvendak: Ik zal eerst ingaan op het antwoord van de wethouder en ver volgens toepraten naar de straks door mij in te dienen motie. Ik ben blij met de toezegging van wethouder Kessler dat de contracten in de com missie aan de orde zullen worden gesteld. Ik hoop dat mijn punt van de schaderegeling, specifiek met betrekking tot informaticaprojecten, daarbij ook aan de orde gesteld zal worden. Een volgend punt gaat over de keuze in 1984 voor Philips/IGA en het weggaan bij het Cevan. De wethouder zegt daarvan nu dat een ieder vol goede moed in 1984 voor een stand alone oplossing koos. Ik ben dan heel verbaasd dat de heer De Boer in 1985 nog komt melden dat mensen steeds maar opnieuw gemotiveerd moeten worden voor de stand alone oplossing. Met andere woorden, mijnheer de wethouder, ik geloof er niet zo veel van. Volgens mij hebben er voortdurend binnen de GSD verschillen van mening en enthousiasme bestaan rondom deze hele kwestie. Een ander punt is de informatie in de richting van de raadsleden. Ik ben het eens met de heer Den Oudsten dat b. en w. de raad wel maximaal hebben geïnformeerd. Het probleem was echter vaak dat zij zelf niet geïnformeerd waren. Het feit dat wij niet eerder van b. en w. te horen kregen dat er een zo groot tekort aan zat te komen, komt omdat b. en w. zelf niet wisten dat het tekort zo groot zou zijn. De GSD denkt eind no vember nog, zo staat in het rapport van de dienst, dat zij niet naar de raad hoeft om een aanvullend krediet. Ook b. en w. wisten dat dus niet, het was een kwestie van ver keerde inschatting en het niet voldoende analyseren van onze juridische positie. Dan in dit verband ook nog een opmerking over het "herenakkoord". Ik ben het met de wethouder eens dat je daar andere namen aan kunt geven. De vraag is alleen in hoe verre een politiek orgaan, zoals het college van b. en w., dergelijke zakelijke afspraken kan maken. Het lijkt mij goed even te citeren uit het verslag van die bespreking: "De heren De Wit en Van Eek" - dit zijn mensen van Philips en IGA - "stellen vervolgens de publiciteit rondom het projekt aan de orde. Dit moet niet op zijn beloop worden gelaten, maar dient in goed overleg tussen alle betrokkenen tot een zo positief mogelijk beeld te leiden." De wethouder gaat daar enthousiast op in en zegt dat hij het daarmee eens is en dat gezorgd zal worden voor een gecoördineerde gezamenlijke aanpak van verdere publi caties. Volgens mij kan dat niet, want een politiek verantwoordelijke wethouder moet maxi male ruimte houden om alle informatie aan deze raad te verschaffen en kan niet suggerere: dat er een zo positief mogelijk beeld van het geheel naar buiten gebracht zal worden. Hij moet alle informatie, ook alle negatieve informatie, aan ons kunnen geven en kan zich dus nooit binden aan zo'n afspraak. Wij hoeven niet te praten over een "herenakkoord", maar ik vind dat de afspraak zoals die in het verslag terug is te vinden niet kan. Mijn volgende opmerking gaat over de keuze die opnieuw voor het Cevan wordt ge maakt en mijn citaat van de heer De Boer daar tegenover van september 1985. De wet houder zegt dat er in drie maanden van alles is veranderd, ook de beoordeling van het Cevan, want Philips/IGA bleek immers slecht te functioneren. Ik vind dat geen sterke redenering. Ik denk niet dat je kunt zeggen dat het Cevan dan plotseling beter wordt, hoogstens dat het relatieve verschil tussen de een en de ander wat verandert. Maar het was naar mijn mening duidelijk - dat blijkt ook uit het citaat dat ik in eerste instantie heb voorgelezen - dat de heer De Boer niet op de hoogte was van de verbeteringen van het Cevan, want anders kon hij zijn uitspraak in september 1985 nooit gedaan hebben. De wethouder is niet ingegaan op mijn vraag waarom er in de maand maart niets is gebeurd. Met andere woorden, waarom komen de lijken altijd pas uit de kast als de ver kiezingen voorbij zijn? Ik wil dan nu ingaan op de beantwoording van de wethouders in meer algemene zin, namelijk dat VVD en PAL een zelfde soort opmerking gemaakt zouden hebben. Ik ben het volslagen met de heer Bijkersma eens dat dat niet het geval is. Ik heb op geen enkele manier de persoon van de heer De Boer aan de orde willen stellen. Ik heb ook niet aan de orde willen stellen dat hij interessante artikelen schrijft over andere zaken dan waar wij vanavond over praten, dat lijkt mij het goede recht van de heer De Boer. Wat ik aan de orde heb gesteld is in meer bredere zin het management en de organisatie van de GSD. Dus niet alleen de top, maar ook alle problemen die daaronder spelen en zoals die met name door de medezeggenschapscommissie naar voren zijn gebracht. Wij hebben gezegd - dat zullen wij ook in onze motie tot uiting brengen - dat b. en w. naar twee kanten conclusies moeten trekken. Zij trekken voor een deel goede conclusie: naar de kant van de automatisering, maar naar de krant van de GSD toe gebeurt dat niet Nou kan je zeggen dat een en ander toevallig bij de GSD is gebeurd, dat dit soort pro blemen zich bij alle automatiseringsprocessen voordoet en dat daarmee de kous af is. Ik vind dat te gemakkelijk en vind dat je dat niet kunt doen. Ik wil niet opnieuw citeren wat Philips en IGA bijvoorbeeld hebben gezegd over de interne organisatie van de GSD de afgelopen jaren, maar je moet daaruit constateren dat een en ander absoluut niet goed functioneert. Het gaat dan niet alleen over de organisa- 8.1 tie met betrekking tot de automatisering, maar ik heb in eerste instantie al andere citaten gegeven, met name van de medezeggenschapscommissie, waaruit blijkt dat er ook verder gerede twijfel mag zijn aan de interne organisatie en het functioneren van de GSD. Nu komen b. en w. zelf met een voorstel voor een onderzoek naar de omvang van het aantal mensen dat bij de GSD werkt. B. en w. hebben bovendien besloten om te bekijken in hoe verre de bezuiniging alsnog door de GSD gerealiseerd kan worden. Mijn fractie begrijpt dan niet waarom er zo afhoudend wordt gereageerd als wij aandringen op een breder on derzoek. Het college constateert zelf ook dat je, op het moment dat je deze twee zaken gaat onderzoeken, ook zal moeten kijken naar de manier van werken van de GSD, naar de mate waarin de dienstverlening goed functioneert, enz. Waarom dan niet een breder onderzoek waarin je ook de mening van de cliënten vraagt en waaraan je ook de medezeg genschapscommissie mee laat doen? Waarom geen onderzoek dat wordt uitgevoerd door bij voorbeeld de afdeling EBO? Het lijkt mij nooit goed in een geval waarin dit soort zaken aan de orde is de dienst zelf een onderzoek te laten verrichten. Volgens mij is het veel beter om, weliswaar binnen de gemeente, een dienst aan te wijzen, maar dan niet de GSD. Ik zal niet alle andere punten noemen die volgens mij wijzen op het disfunctioneren van de GSD. Ik ben het met de wethouder eens dat ons vertrouwen inderdaad wat ge schokt is. Je kunt dat wijten zoals wij doen aan een soort onwetendheid en kennisachterstand. Ook dat vind ik te gemakkelijk, hoewel ik meteen toegeef dat mijn fractie er minder van weet dan de betrokken wethouders, maar het is niet een kwestie van kennisachterstand. Met zo'n opmerking kun je de zaak niet afdoen. Ik denk dat ik voldoende heb aangegeven dat er vaak verschillende signalen zijn dat de GSD niet functioneert zoals dat zou moeten. Vandaar de volgende motie. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 24 iuni 198fi overwegende dat: tijdens het stand alone automatiseringsproject van de GSD op verschillende momenten organisatie-problemen naar voren zijn gekomen b. en w. opdracht hebben gegeven tot een vergelijkend onderzoek naar de omvang van de personele bezetting bij de Leeuwarder GSD en diensten van andere (vergelijkbare) gemeenten; b. en w. onderzoeken of en in hoeverre de indertijd door de automatisering verwachte bezuinigingen nu alsnog binnen de begroting van de GSD bereikt kunnen worden; zowel onderzoeken naar de personeelsomvang als naar mogelijke bezuinigingen te maken hebben met het functioneren van de dienst in zijn geheel; (mede daarom) cliënten van de GSD ook betrokken moeten worden bij het onderzoek, aangezien zij deskundig zijn met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening van de GSD; onderzoek ook dringend geboden lijkt gelet op geluiden van de MZC, onder andere tot uitdrukking komend in de nota Lage produktie, besluit een (organisatie-) onderzoek in te stellen naar het functioneren van de GSD, onder andere met betrekking tot de personeelsomvang, de interne organisatie en de dienstverlening aan cliënten." De motie is mede-ondertekend door mijn fractie-genoteKatja Westra. Tot slot wil ik er nog op wijzen dat een aantal van de in de motie genoemde elemen ten ook in het voorstel van b. en w. naar voren komt. Ik zou graag goede argumenten willen horen waarom de elementen die PAL wil toevoegen per se niet zouden kunnen. Want dat lijken ons juist de argumenten die zouden kunnen aangeven in hoeverre er wat met de GSD aan de hand is. Ik denk inderdaad dat die twijfels na vanavond weggenomen dienen te worden De heer Buurman: Ik wil beginnen met het aanbrengen van een correctie. Ik heb zo juist in een citaat van de Leeuwarder Courant aangegeven dat er gezegd zou zijn door mevrouw Vlietstra: "Een debacle, heel duur lesgeld." Mevrouw Van der Kloet heeft dat echter gezegd. Ik vind de beantwoording van wethouder Kessler eerlijk en moedig. Niettemin heeft hij toch wel een paar puntjes uit mijn betoog laten zitten. De wethouder heeft aangegeven dat oorspronkelijk één miljoen werklozen werden ver wacht. Ik meen dat mijn fractie daar in het begin oók al kritiek op heeft uitgeoefend en dat toen ook het beleidsplan is aangepast. Als de huidige ontwikkeling met betrekking tot de werkloosheid doorgaat, dan ligt het mijns inziens op de weg van de wethouder, mede

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 42