8
Sub T.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 14 mei 1986 van de werkgroep Vogelwijk-Woon
wijk inzake de verbouw en uitbreiding van het pand Roekstraat 45 te Leeuwarden tot
ontspanningscentrum voor bejaarden.
Mevrouw Van der Ploeg-Posthumus: Het gaat hier om twee belangengroepen die, zoals
helaas zo vaak het geval is, tegenover elkaar staan. In de eerste plaats zijn er de bewoners
van de Vogelwijk die vrezen voor overlast en voor waardedaling van hun woningen. Boven
dien hebben zij zorgen over ontwikkelingen in de toekomst voor wat de bestemming van het
bedoelde pand betreft. In de tweede plaats is er de Stichting Ontspanningscentrum Leeuwar
den-West die samen met de Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden (SBL) van het pand Roek
straat 45 een enigszins acceptabele bejaardensociëteit wil maken. Een edel streven, omdat er
in Leeuwarden-west verder nauwelijks een ontmoetingscentrum voor bejaarden is, in ieder
geval niet in de omgeving van de Vogelwijk.
Het zit de mensen echter niet mee, mijnheer de voorzitter. De SBL huurt het pand
Roekstraat 43 al verscheidene jaren. Omdat er uitbreiding kwam van het bejaardenwerk,
werd in 1981 besloten het pand Roekstraat 45 aan te kopen. Men had en heeft meer ruimte
nodig voor bijvoorbeeld gymnastiek, bingo, volksdansen en biljarten, om maar enkele activi
teiten te noemen. Het daarna ingediende bouwplan werd afgewezen naar aanleiding van
bezwaarschriften uit de buurt. De SBL kon het pand daardoor niet gebruiken en dat gaf
naast het ongerief uiteraard ook grote renteverliezen.
De zorg van de buurtbewoners gaat vooral uit naar de gebruikers van het pand Roek
straat 43, namelijk de jeugd. Men vreest dat de jeugd ook het pand Roekstraat 45 zal ge
bruiken. Er is ons echter verzekerd, mijnheer de voorzitter, dat de jeugd geen behoefte
heeft aan uitbreiding van haar accommodatie. De SBL heeft bovendien de garantie gegeven
dat de jeugd geen sleutel krijgt van het pand Roekstraat 45. Mochten de bewoners van de
wijk nog twijfels houden wat dit punt betreftdan zou ik de wethouder willen vragen even
tueel te bewerkstelligen dat er een clausule wordt opgenomen in het contract om hun meer
zekerheid te geven ten aanzien van de ontwikkelingen in de toekomst.
Helemaal ideaal gelegen is dit pand zeker niet, dat ben ik wel eens met de bewoners van
de Vogelwijk. Maar in het kader van de beschikbare financiële middelen lijkt dit het meest
haalbare. De Stichting Ontspanningscentrum Leeuwarden-West en de SBL zullen er in ieder
geval blij mee zijn. Daarom hoop ik dat de betreffende bouwvergunning snel kan worden
verleend
Zou de wethouder een reactie willen geven?
De heer Timmermans (weth.): Mevrouw Van der Ploeg haalt nog eens de geschiedenis
aan over dit pand. De raad heeft enige tijd geleden een voorbereidingsbesluit genomen op
basis van een door de Stichting Ontspanningscentrum Leeuwarden-West ingediend bouwplan.
Daarbij is toen ook uitgebreid gesproken over de voorwaarden die moeten worden verbonden
aan het toelaatbaar zijn van de bejaardenfunctie in het nieuw te verwerven pand. Er is on
der andere gesproken over een bestemmingsplan dat op korte termijn zou moeten worden ge
realiseerd. Overigens moet ten aanzien van het gebruik en de bestemming van het pand
Roekstraat 45 heel expliciet worden aangegeven dat het hier gaat om uitsluitend voorzienin
gen ten behoeve van bejaarden. Kortom, wij zijn van mening dat wij, gelet op het feit dat de
raad gemeend heeft een voorbereidingsbesluit te moeten nemen om de uitbreiding van de be
jaardensociëteit te kunnen realiseren en de afspraken die met de raad zijn gemaaktconform
en in de lijn van die besluitvorming de bouwvergunning kunnen afgeven.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub U en V.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Sub VJ
Het bezwaarschrift is om advies in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor
de Beroep- en Bezwaarschriften.
y
Sub X.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub Y.
De Voorzitter: Over het voorstel van de raadsleden J.W. Duijvendak en K. Westra van
4 juni 1986 inzake de verklaring "Leeuwarden, kern wapen vrij" moet een besluit genomen
worden. Het voorstel is tijdig ingediend. De raad dient te beslissen of het voorstel in be
handeling wordt genomen. Is iemand daar tegen? Ik constateer dat dat niet het geval is.
Normaal gesproken wordt een dergelijk voorstel aan het eind van de vergadering aan de orde
gesteld, maar ik heb begrepen dat de indieners een ander moment voor ogen staat.
De heer Duijvendak: Wij willen voorstellen om het onderwerp "Leeuwarden, kernwapen-
vrij" niet morgenavond aan het eind van de vergadering te behandelen maar, gelet op de
lengte van de agenda, op 18 augustus a.s. Er speelt nog een tweede argument. Wij hebben
dan namelijk ook tijd voor overleg met de PvdA-fractie om te bekijken welke mogelijkheden
er zijn voor een bredere steun voor "Leeuwarden, kernwapenvrij.
De Voorzitter: Het voorstel is dus om dit punt niet aan het eind van deze vergadering
te behandelen maar op 18 augustus 1986. Ik constateer dat de raad hiermee akkoord gaat.
Sub Z.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 5, 5a en 6 (bijlagen nrs. 243, 256 en 221).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 7 (bijlage nr. 231).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanvullende uitgifte in erfpacht van/afstandsdoening
erfpachtsrecht met betrekking tot nabij het pand Noorderplantage 5 gelegen perceeltjes
grond
De heer Van der WalDe gang van zaken die tot dit voorstel heeft geleid geeft mijn
fractie een vieze smaak in de mond. B. en w. hebben - dat is in de commissie gebleken -
een bouwvergunning moeten verlenen, ondanks het feit dat er gebouwd zou worden op een
zeer kwetsbaar en monumentaal punt. Later is gebleken dat het bouwwerk gedeeltelijk op
gemeentegrond is gebouwd. Nu moet deze'toestand door middel van een ruil - per saldo
wordt er echter toch meer grond uitgegeven aan deze bouwheer - worden gesanctioneerd.
De bouwheer had gezien zijn vorige functies moeten weten dat hetgeen hier aan de hand is
niet volgens de regels is. Of misschien wist hij juist door zijn vorige functies wel hoe men
de regels kan ontwijken.
Wij hebben in de commissie een discussie over deze kwestie gehad. Ik zal die nu niet
helemaal herhalen en daar ook niet al teveel over uitweiden. Het komt er echter op neer dat
de meerderheid van de commissie stelt - ik ben het daar niet mee eens - dat b. en w. een
bouwvergunning moeten verlenen omdat die taak hun bij Woningwet is opgedragen. De ge
meente/de gemeenteraad moet dus deze extra grond ook in erfpacht uitgeven. Ik heb onlangs
deze zaak uitgezocht. Aangezien het verlenen van een bouwvergunning de bevoegdheid is
van b. en w. is de raad niet gebonden aan uitvloeisels van een al of niet verkeerd toege
paste door b. en w. verleende bouwvergunning. Ik maak mij sterk dat dit plan, als de raad
dat had moeten goedkeuren, er ooit door gekomen was. Wij voelen ons niet gebonden aan
eerder genoemde uitvloeisels en zullen dan ook tegen dit voorstel stemmen.
De heer Burg: Zoals de heer Van der Wal zojuist al zei, hebben wij in de commissie al
het een en ander over deze zaak gezegd. Ook wij zijn enigszins ontstemd over de gang van
zaken zoals die zich heeft afgespeeld. Wij vragen ons af of de gemeente destijds bij het ver
lenen van de bouwvergunning niet had kunnen bekijken of de bouw van de garage waar het
hier om gaat geheel op eigen grond of gedeeltelijk op een stuk grond van de Prinsentuin zou
plaatsvinden. Hadden de problemen die ons nu in de raadsbrief worden voorgeschoteld niet
eerder moeten worden bekeken?
Wij vinden dat wij, nu de bouwvergunning is verleend en het gebouwtje inmiddels is
gebouwddeze zaak niet moeten terugdraaien. De heer Van der Wal stelt voor om het ge
bouwtje af te laten breken of een procedure te starten, dat gaat ons veel te ver.