14
Dus niet zonder meer maar creëren en aan de vraag voldoenmaar proberen toch zoveel
mogelijk door goede voorzieningen voor openbaar vervoer en fietsers het autoverkeer naar
de binnenstad te beperken en dus ook het aantal parkeerplaatsen. Het blijft wat dit betreft
naar onze mening inspelen op de ontwikkelingen en per onderdeel bekijken hoe ver wij gaan.
Dat zal wat onze standpuntbepaling betreft straks blijken bij het verstrekken van volgende
kredieten.
In dit verband wil ik nog een opmerking maken over normen. Er zijn uitvoerige bereke
ningen gemaakt. Hoe die precies tot stand zijn gekomen kunnen wij niet nagaan. Er zullen
voor een deel aannames in zitten. Wij willen er voor waarschuwen dat die normen niet taak
stellend zijn, terwijl wij tevens vraagtekens zetten bij de normen op zich. Wij hebben dat in
het verleden gezien bij de parkeernorm in de binnenstad die beslist 1 moest zijn, hetgeen
heel veel moeite kostte, terwijl die norm later teruggeschroefd werd naar 0,5. Dat leek mini
maal, maar toch is nu te constateren dat een aantal parkeerterreinen, met name binnenter
reinen, niet optimaal wordt gebruikt, om het maar eufemistisch uit te drukken. Dus wat dat
betreft hebben wij vraagtekens bij de normen en de cijfers. Wij willen ook wat dit betreft
een volgend beleid voeren.
Een ander punt is het volgende. Uit de berekeningen blijkt duidelijk dat er een tekort
ontstaat wat het parkeren betreft in de piekuren, met name op zaterdag. Nogmaals willen wij
het college vragen om in onderhandeling te treden met de provincie, die onder haar gebouw
een grote parkeerkelder heeftterwijl ook onder het gebouw van Rijkswaterstaat een derge
lijke kelder is gesitueerd. Deze kelders worden juist niet in de piekuren gebruikt. Door de
overheid is hierin veel geld geïnvesteerd en het zou van goed koopmanschap getuigen als
ook in de onrendabele uren van deze dure overheidsvoorzieningen gebruik zou worden ge
maakt. Overigens geldt deze opmerking tevens voor de bedrijven in de Langemarktstraat die
ook zo'n 300 parkeerplaatsen onder hun bouwwerken hebben. Bovendien beschikken wij
straks over het Ago-gébouw aan het Oldehoofsterkerkhof. Daar zou een zelfde gedragslijn
moeten worden gevolgd, want ook die kelder is in het rapport niet opgenomen.
Over enige tijd zouden wij ook graag van het college een algemeen verhaal willen heb
ben over de tarifering van het parkeren. Wat deze tarieven betreft moeten alle terreinen op
elkaar zijn afgestemd. Mogelijk kan een nieuw tarievenstelsel worden opgezet in samenhang
met het hele kostenplaatje. Een en ander komt in het rapport tamelijk onduidelijk naar voren.
Wij kunnen constateren dat er veel geld nodig ismaar waar het vandaan moet komen weten
wij nog niet. Dus graag over enige tijd een samenhangend financieel verhaal.
Dan wil ik nog een opmerking maken over de tijdelijke voorzieningen die in deze opzet
nodig zijn. Onze fractie onderschrijft dat, wanneer in één keer de plaatsen op de Oude Vee
markt verdwijnen, er een aantal tijdelijke voorzieningen moet komen. Wij willen echter graag
zo weinig mogelijk van die tijdelijke voorzieningen en voorzover ze nodig zijn moeten ze zo
sober mogelijk worden aangelegd.
Ik kom dan meteen op de lokatie Tulpenburg, een tijdelijke voorziening voor een jaar;
kosten; f. 1.000.000,Onze fractie geeft er toch de voorkeur aan om voor dat ene jaar te
parkeren op het Wilhelminaplein en, omdat op het Wilhelminaplein maar 200 plaatsen kunnen
worden gerealiseerd, een halve tijdelijke voorziening te creëren op het terrein Tulpenburg.
Wij realiseren ons dat in dat jaar extra verkeersdruk in de buurt van het Wilhelminaplein zal
ontstaan. Ook zal de markt moeten worden verplaatst. Wij zien hierin echter de volgende
voordelen: een financieel voordeel van een half miljoen, meer gewenning in het gebruik van
de parkeerkelder en het feit dat het maar voor een jaar is. Mogelijk maakt een en ander ook
de weg vrij om te komen tot herinrichting van het Wilhelminaplein. Daarom een verzoek aan
de wethouder. Straks beslissen wij over het krediet, waarbij gesproken wordt over voorbe-
reidingskosten. Wij willen graag dat in dat kader wordt bekeken of dit voorstel toch op deze
manier kan worden gerealiseerd en dat nog eens precies op een rij wordt gezet wat de effec
ten van een en ander zijn.
Ik kom dan bij het Oldehoofsterkerkhof. Wij denken dat daar op een acceptabele manier
een parkeerkelder kan komen, in samenhang met bebouwing aan het Heer Ivostraatje, maar
daar is een toezegging over gedaan. Wij hebben gezegd dat het een stedebouwkundig verant
woorde oplossing moet zijn en daar komen wij op zich niet op terug. Nogmaals wil ik bena
drukken dat het naar onze mening mogelijk lijkt ook aan de Groeneweg te parkeren. In de
definitieve vorm moeten er echter niet 150 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Wij huldigen
het standpunt dat de Groeneweg op den duur wordt heringericht en gedimensioneerd. Daar
in past ook dat er een aantal parkeerplaatsen wordt gecreëerd. Een deel van onze fractie
had liever gezien dat die nu meteen in de definitieve vorm waren opgenomen. Het grootste
deel van onze fractie vindt dat wij toch eerst maar moeten overgaan tot het voorlopig inrich
ten van de Groeneweg. Dat kan met niet al te veel kosten. Daardoor wordt voorkomen dat,
wanneer straks het Oldehoofsterkerkhof moet worden ontruimd voor het inrichten van de
parkeerkelder, in het noordelijk deel van de binnenstad te weinig parkeerplaatsen zijn.
Het Fonteinland. Ook die keuze is een aantal weken geleden gemaakt. Nu blijkt echter
dat een groot deel van de MKV-leden zich overrompeld voelt. Ik kan mij dat voorstellen, de
besluitvorming is ook snel gegaan. Natuurlijk is het heel moeilijk om een plaats waar je ge
15
vestigd bent en waar je verenigingsleven zich afspeelt te verlaten. Wij hebben waardering
voor het alternatief dat door MKV is ontwikkeld. Toch is het zo dat, wanneer wij alles op
een rij zetten - wij willen daar eerlijk in zijn -, wij voor parkeren kiezen op het Fonteinland.
Het alternatief dat is ontwikkeld blijkt toch een vijftigtal plaatsen minder te kunnen dragen
dan het in behandeling zijnde plan. Er zijn 30 plaatsen bijgerekend die nu eigenlijk ook al
worden gebruikt. Verder zal er een heel vervelende verkeerssituatie ontstaan, ook voor de
Westerparkwijk. Er ontstaat een rommelig beeld van het Fonteinland, dat wordt omgeven door
blik en waarin geen groen voorkomt. Alles wordt erg krap. Een ander argument dat in de
discussie nog niet zo veel naar voren is gekomen, maar dat toch op ons afkomt, is de ont
wikkeling van de economisch-technische cluster van het hoger beroepsonderwijs (hbo), de
hts, en de ruimte die hiervoor in de toekomst nodig is. Wij hebben ons steeds sterk gemaakt
voor een sterk hbo in Leeuwarden. Ook daarvoor moeten wij de kansen creëren. Daarom moet
naar onze mening de beslissing op dit moment niet worden weggeschoven en nog twee jaar
worden doorgekwakkeld en dan weer zien, maar moet nu een beslissing worden genomen en
voor MKV een goede oplossing worden gezocht. MKV mag er niet op achteruit gaan, die ga
rantie moet er zijn. Ik heb overigens uit alle onderhandelingen die er de laatste tijd zijn ge
weest begrepen dat er zeker over dit punt kan worden gesproken, dat er toezeggingen zijn
gedaan naar MKV toe en dat het ook met andere bestaande verenigingen en de Leeuwarder
Bedrijfsvoetbalvereniging mogelijk is om te komen tot een goede verdeling en opzet van de
sport in de nieuwe situatie. Dus niet op het Fonteinland. Onze fractie begrijpt dat het een
bittere pil is voor MKV, maar gelooft toch dat er straks een acceptabele oplossing mogelijk
is.
Wat de Klanderijbuurt betreft zijn wij akkoord.
Park en Ride vinden wij een prima zaak. Aandacht vraagt uiteraard de verkeersoplos
sing in Huizum-West. De afwikkeling van het verkeer in Huizum-West mag zich niet afspelen
in Huizum-West zelf, maar moet aan de rand plaatsvinden. Ik denk echter dat dat steeds
het uitgangspunt is geweest.
Tenslotte de Amelandsstraat. Wij zijn akkoord met 200 voorlopige plaatsen op de plaats
van St. Jozef. Dit geldt echter niet voor de definitieve situatie. In dit gebied kunnen voor
lopig 200 tijdelijke plaatsen worden gecreëerd .Verder zijn er heel veel ontwikkelingen in dit
gebied. Er zijn eventueel mogelijkheden voor parkeren in de Amelandsstraat zelf, op het
Hoeksterend, op het Frigas-terreinin de Arendstuin, op het Cambuursterpad en bij de ka
zerne. Wij vinden dat de zojuist genoemde 200 plaatsen nu eerst moeten worden gerealiseerd
en dat dan moet worden bekeken waar de definitieve plaatsen moeten komen en hoeveel dat
moeten zijn. Zojuist heb ik al gedoeld op het in sommige gevallen wegschuiven van beslis
singen om te zien hoe bepaalde verwachtingen uitwerken. Dat kan ook hier uitstekend. Daar
voor is het wel nodig dat er snel stedebouwkundige randvoorwaarden en richtlijnen komen,
maar daarover is al eerder gesproken. Het lijkt mij dat ook door het creëren van parkeer
plaatsen in dit gebied - dat is ook belangrijk voor de winkeliers aan de Voorstreek - waar nu
stukken kaal liggen een prachtig nieuw stukje stad kan ontstaan.
De heer Ybema: Op 21 april 1986, toen de raad nog in de oude setting bijeen was, is
gesproken over het dikke rapport Studie vervangende parkeervoorzieningen Oude Veemarkt.
Wij zijn nu twee maanden verder en nu ligt reeds het Plan van aanpak parkeervoorzieningen
voor ons. Wat dat betreft eerst een woord van waardering voor de snelheid waarmee is ge
werkt. Ook de presentatie van een en ander is erg logisch en is voor een leek - dat ben ik
op dit terrein - vrij goed te volgen.
Ik begin met de inhoudelijke kant van het plan. Wij missen hierbij de inbedding - zo zal
ik het maar noemen - van de parkeerproblematiek in een totaal visie op de gewenste verkeers-
ontwikkeling. Ik denk dan met name aan de gewenste toestroom van het autoverkeer naar de
binnenstad en dat dan weer in relatie tot de stimulering van het fietsverkeer en het gebruik
van het openbaar vervoer. Dat zijn elementen die in het plan helemaal niet worden genoemd,
hetgeen wij een tekortkoming vinden. De vraag naar parkeervoorzieningen is heel nadrukke
lijk het uitgangspunt en het gaat er in wezen om hoe de parkeerplaatsen die op de Oude,
Veemarkt verdwijnen zo goed mogelijk kunnen worden gecompenseerd. Het ter discussie stel
len van die vraag komt eigenlijk niet aan de orde. Wat betreft dit punt staat in het nieuwe
collegeprogramma:"Bij het opstellen van verkeersplannen wordt hoge prioriteit gegeven aan
het langzaam verkeer en het openbaar vervoer." Tevens is er sprake van bevordering van
selectief autogebruik. Dat zijn toch zaken die, althans in onze visie, heel nadrukkelijk sa
menhangen met de problematiek die hier aan de orde is. Als die elementen niet in de discus
sie worden betrokkendan kan op dit punt al worden geconstateerd dat het collegeprogram
ma een "dode letter" is.
Als een belangrijk element in de discussie missen wij tevens een bewuste beperking van
het benodigde aantal parkeerplaatsen, om daarmee het rendement van de bestaande parkeer
plaatsen te verbeteren. Ik denk dan met name aan de mogelijkheden die er liggen om het ren
dement van de parkeergarage aan het Wilhelminaplein te verbeteren. In 1985 zitten wij daar