Mijn laatste opmerking betreft de woonhuismonumenten. Als men de planning bekijkt dan is het opvallend dat per jaar een aantal grote monumenten wordt genoemd en direct daarna 7 woonhuismonumenten. Het aantal van 7 komt voort uit een onderzoek waaruit blijkt dat 35 panden dringend aan restauratie toe zijn. Het mag natuurlijk niet zo zijn dat, hoewel de grote monumenten van belang zijn, de woonhuismonumenten in de stad de sluitpost worden. Juist de grote monumenten zijn voor het merendeel de laatste jaren gerestaureerd, terwijl de restauratie van woningen is achtergebleven. Het vraagt van de gemeente alle inspanning om juist de restauratie van woonhuismonumenten op gang te krijgen. Ik wil het college dan ook vragen daar zeer nadrukkelijk op te letten. Er moet een actief beleid worden gevoerd waarbij ook mensen worden benaderd om van de sub sidiemogelijkheden gebruik te maken. De aanschrijving zal daar eventueel ook aan kun nen bijdragen. In het verleden hebben wij weieens in de situatie gezeten dat er wel geld was, maar dat er geen panden waren die gerestaureerd moesten worden omdat de eige naren nog niet zover waren. Dat mag nu niet weer gebeuren. Mochten er meer aanvra gen komen dan hebben wij altijd nog onze eigen middelen om dat surplus op te vangen. De heer Timmermans (weth.): Ik constateer dat naast de PvdA-fractie ook de ande re fracties in de raad akkoord zijn met het voorliggende Meerjarenprogramma restaura tie monumenten. De heer Ten Hoeve heeft enkele vragen gesteld met betrekking tot een aantal concrete projecten. In de eerste plaats de stand van zaken met betrekking tot de Westerkerk. Binnen de provincie heeft men besloten om te kijken of de Westerkerk kan worden aangewend als definitieve vestigingsplaats van het Verzetsmuseum. Daartoe is een provinciale werk groep ingesteld die naast het plegen van programmatisch onderzoek - is de kerk ge schikt als museum, welke andere functies kunnen er eventueel in of moeten nog worden gezocht - zich ook bezighoudt met het financiële aspect. In de werkgroep zit ook een ge meentelijke vertegenwoordiger die de aspecten vanuit de gemeente, als het gaat om sub sidiëring maar met name ook de initiëring van ideeën, naar voren kan brengen. Wij ho pen dat de provinciale werkgroep binnenkort met de eerste resultaten zal komen. Wij ne men aan dat wij dan in dat overleg worden betrokken. De Westerkerk is de laatste gro te monumentale middeleeuwse kerk. De hervormde gemeente heeft een sloopvergunning voor de kerk aangevraagd, maar die is door de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) geweigerd. Men heeft in de krant kunnen lezen dat de kerkvoogdij daartegen in beroep zal gaan. Juist gelet op het spanningsveld dat bestaat tussen het feit dat de kerk geen functie meer heeft en het belang van de kerk in cultuur-historisch en stedebouwkundig opzicht, vindt het college dat alles in het werk moet worden gesteld om de kerk zo enigszins mogelijk en op zo kort mogelijke termijn gerestaureerd te krij gen. Ik wil in de tweede plaats iets zeggen over de kerk van Swichum. Van de kerkvoog dij van Goutum/Swichum is nog geen officieel verzoek binnengekomen dat betrekking heeft op een mogelijke restauratie van de kerk in Swichum. De actie die ter zake mo menteel wordt ondernomen vindt niet zozeer plaats vanuit genoemde kerkvoogdij, maar vanuit het dorp Wirdum. Van oudsher is er een kerkelijke samenhang tussen Goutum en Swichum, maar merkwaardig genoeg is Swichum, maatschappelijk gezien, de laatste jaren veel sterker op Wirdum afgestemd dan op Goutum. Nogmaals, er is nog geen concrete aanvraag binnengekomen voor de restauratie van de kerk. Het lijkt mij echter wel ver standig om eens met elkaar te kijken hoe de stand van zaken is met betrekking tot de tec! nische staat van de kerk. Op het moment dat er gesproken wordt over het naar voren halen van deze restauratie betekent dat dat die, op basis van de objectieve verdeelsleu tel van bij het rijk beschikbaar geKomen gelden, ten koste gaat van de restauratie van de Westerkerk. Het kan natuurlijk ook zijn dat er, dankzij het restauratiefonds, voorfi nanciering plaatsvindt door de initiatiefnemer van de restauratie van de kerk van Swi chum. Dat betekent dat men bij wijze van spreken de definitieve gelden krijgt uit het jaar 1993 en op basis van een laag rentende lening de restauratie kan voorfinancieren. Men krijgt dan dus wel minder geld dan wanneer men zou wachten tot 1993. In de derde plaats heeft de heer Ten Hoeve gesproken over de woonhuismonumen ten. Hij constateert dat de laatste jaren gelukkig weer een start is gemaakt met de res tauratie van kleine monumentenTot voor één decennium was het zo datals er gespro ken werd over de monumentenzorg, vooral werd gedacht aan de grote monumenten zoals stadhuizen, kerken en dergelijke. De laatste jaren is, mede als gevolg van de aandacht die de stadsvernieuwing heeft gekregen, de prioriteit verlegd naar de woonhuizen of naar panden ter grootte van een woonhuis. Wij erkennen dat de beschermde woonhuis monumenten - in onze stad gaat het om ongeveer 32 panden die binnen een periode van 5 a 10 jaar moeten worden opgeknapt - prioriteit zullen moeten hebben. De vraag is ech ter wat er nog mogelijk is als de Westerkerk inderdaad gerestaureerd gaat worden. In dat geval zal er op korte termijn, afgezien van een klein surplus dat wellicht bij het mi nisterie beschikbaar is, weinig ruimte zijn om in dit kader de woonhuizen te restaure 33 ren. Ik hoop dat er in het kader van de stadsvernieuwing een mogelijkheid is - de heer Ten Hoeve heeft dat ook gezegd - om de fondsen ruimte te geven. Aan de andere kant is het zo dat het voor 1986 in dit kader beschikbare bedrag van 1,2 miljoen gulden al is opgesoupeerd. Enerzijds is dat jammer, omdat je dan niets nieuws kunt doen, ander zijds is het wel een goede zaak, omdat wij dit jaar met dat geld al 15 woonhuismonumen ten, waaronder enkele beschermde monumenten, kunnen opknappen. De heer Ten Hoeve: Wat de Westerkerk betreft hebben wij geen restauratie-aanvraag van de hervormde kerkvoogdij in ons bezit. Wij bemoeien ons daar echter wel mee, om dat wij die kerk van belang vinden. Wij moeten ons ook het lot van de kerken in de dorpen en in het landelijk gebied aantrekken. Daarom kunnen wij ook als gemeente in dat kader initiatieven nemen en daar pleit ik voor. De heer Timmermans (weth.): Ik heb al gezegd dat wij dat zullen doen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 27 en 28 (bijlagen nrs. 267 en 288). - Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 29 (bijlage nr. 266). De Voorzitter: Dit punt luidt: Uitvoering van het beleid inzake vestiging en prak- tijkomvang van huisartsen. De heer Buurman: In verband met de raadsbrief en het concept-besluit wil ik graag aandacht vragen voor de samenstelling van de regionale vestigingscommissie. Zoals be kend mag worden verondersteld is daarbij onder meer gedacht aan twee huisartsen uit de plaatselijke huisartsenverenigingen en één afgevaardigde van de Algemene vereniging voor patiëntenbelangen. Tijdens de op 20 mei jl. gehouden vergadering van de Commis sie voor Welzijnsaangelegenheden heb ik gewezen op de belangen van artsen en organi saties die, om het zo maar even te typeren, de "pro life"-gedachte zijn toegedaan. De vertegenwoordiging vindt steun in de circulaire van 31 december 1985 van het Ministe rie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) en in de brochure van de Vereni ging van Nederlandse Gemeenten, genaamd Vestiging en praktijkomvang huisartsen. De uitleg daarvan is goedgekeurd door WVC. Onder de kop Gebruikers zegt de brochure onder meer: "De inbreng van gebrui kers van gezondheidszorg neemt vanzelfsprekend in zwaarte toe naarmate ze beter geïn formeerd en georganiseerd zijn. Bepaalde gebruikers zijn goed georganiseerd, zeker wanneer er sprake is van plaatselijke afdelingen van een landelijke organisatie. Vaak richten deze organisaties zich echter op de bestrijding van een bepaalde ziekte... Der gelijke organisaties zijn eenzijdig georiënteerd en daarom minder geschikt om vertegen woordigers te leveren voor een vestigingscommissie. Ze behartigen niet per definitie het patiëntenbelang in het algemeen. Er zijn ook organisaties, die wel het patiëntenbelang in het algemeen behartigen. Het landelijk patiënten- en consumentenplatform overkoe pelt deze organisaties.." In dit platform is de Nederlandse patiëntenvereniging begre pen, welke vereniging de grootste is en momenteel reeds meer dan 20.000 leden telt. Het doel van de Nederlandse patiëntenvereniging is de belangen van gebruikers van gezondheidsvoorzieningen in zeer uitgebreide zin van het woord te behartigen, waarbij de beschermwaardigheid van menselijk leven één der uitgangspunten is. Binnenkort gaan enige voorbereidingen van start een regionale en/of plaatselijke afdeling op te richten. Wie de Nederlandse patiëntenvereniging negeert of weigert toe te laten sluit een bevol kingsgroep van vertegenwoordiging en vrije artsenkeuze uit. Hij zoekt niet een verte genwoordiging van patiëntenbelang in het algemeen maar van algemene patiënten. De desbetreffende portefeuillehouder heeft in de commissie echter al gezegd dat uit breiding in de regionale vestigingscommissie op zichzelf wel bespreekbaar is. Ik hoop dat, als de Nederlandse patiëntenvereniging zich te zijner tijd tot de Regio Friesland- Noord richt met het verzoek haar een zetel toe te kennen, hierop positief zal worden ge reageerd. Mocht dit op een teleurstelling uitlopen, dan zou dit discriminatie van de grootste patiëntenvereniging betekenen, hoewel de doelstelling van deze vereniging wet telijk gezien volkomen correct is. Maar dat zullen wij afwachten. De hear Bilker: Wy hawwe yn de Kommisje foar Wolwêzensoangelegenheden oer diz- ze saak diskusjearre. Dy ynbring fan de CDA-fraksje dér fine wy no nei us folie tefre- denheid werom yn it riedsbrief. Ik doel dan op datjinge wat stiet op side 2 dêr't it giet oer "de grip" fan üs gemeente as der rekken halden wurde moat mei de spesifike pro-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 17