8 Op het ogenblik wordt gewerkt aan de opstelling van het nieuwe verdeelbesluit. Bij de opstelling daarvan moet rekening worden gehouden met datgene wat er dit jaar is ge beurd. In dat besluit moet ook worden aangegeven hoe volgend jaar met name de contro le/de bewaking van het stadsvernieuwingsproces moet plaatsvinden. Het mag niet zo zijn dat er 2,5 miljoen gulden per jaar minder wordt verwerkt en dat een aantal taakstellende en richtinggevende doelen niet wordt gehaald. Er kunnen natuurlijk verschuivingen zijn, maar er moet een bewaking van de uitgangspunten plaatsvinden. Het is ook zo dat wij momenteel niet kunnen nagaan hoe die verschuivingen zijn op getreden. Stukken daarover zijn niet ter inzage gelegd. Ik hoop dat die stukken er wel zullen zijn als het nieuwe verdeelbesluit zal worden behandeld. Het moet ook voor de raad mogelijk zijn om na te gaan hoe met name binnen de Dienst Stadsontwikkeling (DSO) deze beslissingen van de gemeenteraad worden uitgewerkt. Ik wil nog eens een sterk pleidooi houden voor controle op het geheel. Tot slot wil ik nog op een paar andere punten ingaan. Aan particuliere woningverbe tering wordt minder geld uitgegeven. Het lijkt alsof er evenveel aanvragen als andere ja ren zijn. Het bedrag per aanvraag is echter lager. De vraag is of de regeling zoals wij die vorig jaar hebben ontworpen ook moet worden aangepast. Over de onrendabele toppen het volgende. In de commissie is gezegd dat het bedrag voor onrendabele toppen veel hoger is geworden, namelijk een stijging met een miljoen gulden, en dat in een nieuw verdeelbesluit daar ook maar vanuit moet worden gegaan. Mijn fractie neemt dat standpunt niet in. Op zich moet het te denken geven dat er zo'n groot bedrag aan onrendabele toppen wordt uitgegeven. Ik vind dat wij er ernstig naar moeten kijken op welke manier onrendabele toppen bij panden waar wij als gemeente mee te maken hebben omlaag kunnen, bijvoorbeeld door een efficiëntere manier van werken, enz. Ook daarover zullen gegevens op tafel moeten komen. In deze situatie zijn wij akkoord met dit herverdeelbesluit. Ik heb al gezegd dat bij de behandeling van het nieuwe verdeelbesluit met deze zaken rekening zal moeten worden gehouden. Wij zullen een en ander dan opnieuw bekijken. De heer Van der Wal: Mijnheer de voorzitter! Ik wil beginnen met het college een compliment te geven voor het wel heel loyaal en royaal uitvoeren van de motie die PAL in februari van dit jaar bij de vaststelling van het verdeelbesluit 1986 heeft ingediend. Wel iswaar heeft een grote meerderheid van de raad op advies van b. en w. de motie toen af gewezen, maar nu blijkt dat b. en w. ondanks dat de motie toch zeer royaal hebben uit gevoerd. De motie hield in om de post van vier ton voor onrendabele toppen te verhogen met vier ton, niet om daar inefficiënter werken mee in de hand te werken maar om meer beeldbepalende panden te kunnen restaureren. Het is nu namelijk vaak zo dat vanwege de onrendabele toppen de beeldbepalende panden toch worden vervangen door nieuwbouw. Het bedrag van vier ton hadden wij gedekt uit de post sloopwerken. En wat zien wij nu in het herverdeelbesluit? De post onrendabele toppen is met maar liefst één miljoen gul den toegenomen, dus tweeënhalf keer meer dan wij in onze motie hadden voorgesteld. De post sloop kosten is met ongeveer één miljoen gulden, ook ongeveer tweeënhalf keer meer, verlaagd. Wij zijn dus op zich blij met de royale uitvoering van onze weliswaar afgewezen motie. (De heer J.F. Janssen: Het was dus een overbodige motie!) Op dat punt zijn wij dus tevreden. Overigens kan men wel stellen - ik kom dan meer in de richting van de heer Ten Hoeve - dat de verschillen tussen het verdeelbesluit en het herverdeelbesluit extreem groot zijn. De verschillen variëren van 30%, 76%, 43% tot 270%. Het gaat hier om dermate grote verschillen dat je je kunt afvragen of een raadsbehandeling van het herverdeelbe sluit wel zin heeft. Als er zulke grote afwijkingen plaatsvinden, hoe moeten wij dat dan volgen en hoe moeten wij daar conclusies uit trekken? Ik zou de wethouder willen vragen welke conclusies wij moeten trekken uit deze enorme verschillen bij het opstellen van het verdeelbesluit 1987. De Stadsvernieuwingskorporatie Leeuwarden heeft ons een brief gestuurd - ik neem aan dat de andere fracties en b. en w. die ook hebben gekregen - waarin zij haar zorgen uitspreekt over vooral het punt particuliere woningverbetering. Van het verdeelbesluit van februari is duidelijk een taakstellende opdracht uitgegaan met name wat betreft de stimulering van de particuliere woningverbetering. Van de taakstelling van 1,9 miljoen gulden zal waarschijnlijk 1,3 miljoen gulden worden waargemaakt, een verlaging van 30%. Een zeer aanzienlijke verlaging dus. De SVK geeft in haar brief ook een beschouwing ter zake. Ik wil niet al te diep op deze brief ingaan, te meer omdat die ook is uitgedeeld. Wel zou ik de wethouder willen vragen of een en ander ook moet leiden tot een herziening van de subsidienormen voor particuliere woningverbetering, want dat lijkt mijn fractie bijna onontkoombaar. De heer Dubbelboer: De heer Van der Wal heeft het college gefeliciteerd. Datgene wat hij gedaan heeft wil ik niet onmiddellijk onderstrepen. Wat ik wel wil doen is het uit 9 spreken van mijn waardering in de richting van het college. In de lokale pers, in Aan de Grote Klok, van de afgelopen week heb ik gelezen dat er voorlichting is gegeven aan particulieren over hoe men gebruik kan maken van regelingen voor particuliere woning verbetering. Het spijt mijn fractie dat dat nu pas gebeurt. Wellicht was het dan niet no dig geweest om de post met 600.000,te verlagen, omdat het aantal subsidie-aanvragen terug zal lopen. Wij ervaren het als positief dat er nu ter zake voorlichting wordt gege ven, opdat er - wij onderstrepen dat graag - meer aan particuliere woningverbetering gedaan kan worden. Wij willen van de wethouder graag de toezegging dat dat beleid de komende jaren wordt voortgezet. De heer Stassen: Ik wil niet in herhaling vallen, mijnheer de voorzitter, en wil mij derhalve in grote lijnen scharen achter de opmerkingen van de woordvoerder van de PvdA. Wel wil ik de wethouder herinneren aan zijn toezegging om een doorschouwend perspectief te bieden wat betreft de tekorten en de surplussen. Een soort perspectieven- nota dus, waarin wordt teruggeblikt naar de afgelopen jaren en een verwachting voor de toekomst wordt gedaan. De heer Timmermans (weth.): De verschillende woordvoerders hebben terecht gecon stateerd dat wij het stadsvernieuwingsprogramma 1986 niet zullen halen zoals wij dat met elkaar hebben afgesproken. Het lijkt mij niet verstandig om - de heer Ten Hoeve heeft dat ook al gezegd - alle argumenten die ik in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting heb genoemd waarom wij dat programma niet zullen halen nu nog een keer op tafel te leggen. Aspecten als werkdruk, reorganisatie van de DSO, administraties die in elkaar overlopen, vacaturestop en ziekte zijn verklarend voor dit hele gebeuren. De analyse van de argumenten waarom de zaak tot aanzienlijke verschuivingen heeft ge leid zal voor ons de basis zijn om volgend jaar nadrukkelijker dan in het verleden te let ten op de prioriteitsstelling van de werkzaamheden die binnen de dienst plaatsvinden. Dat was tot op dit moment niet nodig, omdat de prioriteit en ook de hoeveelheid werk die werd verricht in het kader van de stadsvernieuwing meer dan voldoende waren. Het blijkt echter dat wij ten gevolge van andere activiteiten te weinig prioriteit hebben gege ven aan de feitelijke uitwerking van de plannen in dit jaar. De verklaringen daarvoor heb ik al gegeven. Ik wil overigens nog wel opmerken dat het natuurlijk niet zo is dat wij dit jaar min der uitvoeren dan de 17 miljoen gulden, want feitelijk voeren wij dit jaar voor 20 miljoen gulden uit. Ik erken dat daarbij ook sprake is van een nasleep van voorgaande jaren. Wij hebben het herverdeelbesluit bewust kort gehouden omdat in november de con cept-stadsvernieuwingsnota 1987 in procedure zal komen. Daarin hopen wij veel nadruk kelijker een verklaring te geven van de ontwikkelingen die de afgelopen perioden - het gaat dan niet alleen om dit jaar, maar ook om de afgelopen jaren - hebben plaatsgevon den. Bovendien zullen wij daarin ingaan op de vraag of de verschillende subsidieregelin gen in het kader van de stadsvernieuwing aan aanpassing toe zijn. Met betrekking tot het beeld dat hier ontstaat wil ik de volgende opmerking maken en ik kom dan tegelijk bij de opmerking van de heer Stassen. Wij hebben te maken met een heel merkwaardige uitsnede in een proces van een vijftiental jaren. Die uitsnede kan be tekenen dat men in een bepaalde situatie plotseling grote verschillen binnen een aantal posten teweegbrengt. Het ligt in de bedoeling - ik heb dat ook in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting toegezegd - dat bij volgende presentaties een beeld zal worden gegeven van de situatie in een periode van drie jaar, namelijk het jaar waar over het gaat, het voorgaande jaar en het volgende jaar, opdat een beter inzicht kan worden verkregen in de vraag of er sprake is van een structurele afwijking van het geen besloten is dan wel hooguit van een verschuiving in onderdelen terwijl in totaliteit het proces wel degelijk in het spoor zit zoals wij ons dat hadden voorgenomen. Wij hopen met betrekking tot de controle binnen de DSO, ook in administratief-organisatorische zin, met een aantal verbeteringen te komen. Namens het college zeg ik toe dat de bedragen die gemoeid zijn met de voorstellen die wij in november zullen doen gehaald zullen wor den. Ik wil dan nu ingaan op een paar onderdelen van de raadsbrief waarover opmerkin gen zijn gemaakt. Niet geheel terecht staat in de raadsbrief dat het aantal aanvragen is achtergebleven. Tengevolge van een bewuste keuze heeft er een verschuiving plaatsge vonden in de opzet van de subsidieregeling voor particuliere woningverbetering. In het verleden werd een groot aantal aanvragen ingediend die betrekking hadden op verbete ringen in de comfortsfeerzoals verbetering van douches en dergelijke, die nogal wat kosten met zich meebrachten en derhalve veel subsidie vroegen. Door de prioriteitsstel ling die wij bewust hebben afgesproken wordt nu eerst begonnen met de verbeteringen aan het casco van de woningen en daarna met comfortverbeteringen. Deze prioriteitsstel ling heeft ertoe geleid dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden in het bedrag per aanvraag. Het aantal aanvragen is niet achtergebleven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 5