14
functies die er nu voor pleiten in het gebied volkstuinen te ontwikkelen en na te gaan of
daar tevens de proeftuinen van bijvoorbeeld het landbouwonderwijs kunnen worden gesi
tueerd. Bepleit wordt de volkstuinen hier een definitieve plaats te bieden. Zijn deze im
mers niet altijd ondergeschikt aan de belangen van stads- en verkeersuitbreidingen? Ook
pleit voor volkstuinen in dit gebied de situering dichtbij woongebieden en het lage onder
houdsgevoelige karakter.
Een tweetal aspecten willen wij hier nog belichten. In de eerste plaats kan er door
een fasegewijze uitvoering een verbrokkeld geheel ontstaan. In de tweede plaats is er het
aspect van de financiering van het onderhoud. Realisering van het plan zal de lange pe
riode van omstreeks tien jaar vergen. Fasegewijze uitvoering is noodzakelijk, maar kan
het gevaar met zich meebrengen dat onder druk van omstandigheden oplossingen worden
ontworpen die tot een verbrokkeld geheel leiden. Wij zijn dan ook van oordeel dat het
plan als een samenhangend toeristisch-recreatief groengebied moet worden ontwikkeld en
zich tegen intensieve bebouwing moet kunnen keren wil het optimale rendement behaald
worden
In de raadsbrief wordt medegedeeld dat de kosten verbonden aan het onderhoud van
deze zone zullen worden opgevangen binnen het onderhoudsbudget van de afdeling Plant
soenen van de Dienst Stadsontwikkeling. Het is bekend dat dit budget onder grote druk
staat. Een uitgave van drie ton op jaarbasis voor het onderhoud van dit plan is te hoog,
omdat dan de consequenties ^jor het groenonderhoud elders in de stad ingrijpend zullen
zijn. Een uiterst sobere planopzet met functies die een laag onderhoudsgevoelig karakter
hebben moet dit bedrag naar een acceptabel niveau kunnen brengen. Het is duidelijk dat
hierbij de gedachten nou niet bepaald uitgaan naar een evenemententerrein. Wij achten
het noodzakelijk dat bij de presentatie van elk deelvoorstel exact wordt aangegeven welke
bedragen zijn gemoeid met het onderhoud en op welke wijze die kunnen worden opgevan
gen binnen het jaarlijkse budget voor groenonderhoud.
Ondanks de financiële beperkingen die wij ons dienen op te leggen zijn wij van oor
deel dat er door de recente en zwaar bevochten aanwijzing van Leeuwarden tot stadsge
west reden te meer is om over te gaan tot aanleg van deze recreatiezone. Wij kunnen ons
derhalve verenigen met het voorstel van het college.
De heer Pruiksma: Mijn fractie stemt van harte in met het voorstel zoals b. en w. dat
hebben gedaan en wel met name om drie redenen. In de eerste plaats betreft het een heel
mooi recreatieplanook qua uitvoering. In de tweede plaats is er sprake van een logische
verbinding van verschillende stadswijken. In de derde plaats benadrukt het plan de
functie en ontwikkeling van de gemeente zoals die tot op heden in de natuurlijke opzet
zijn geweest.
Wel hebben wij ons afgevraagd, dat staat wat diametraal tegenover de bijdrage van
de PvdA, of het niet mogelijk is om, nu de gemeentelijke bijdrage toch nog altijd ruim
één miljoen gulden zal belopen - het gaat weliswaar slechts om 12i% van het totale be
drag maar niettemin is het toch ruim één miljoen -met name in de sfeer van kleinscha
lige woningbouw opbrengsten in dit plan te realiseren. Daardoor zou in ieder geval de
gemeentelijke bijdrage tot een lager bedrag kunnen worden teruggebracht.
De heer Van der Wal: Ook mijn fractie gaat akkoord met het voorstel van het college.
Als je het betoog van de heer Terpstra hoort dan denk je dat er in het gebied van de
Potmarge een volledig nieuw groengebied komt. In feite is het natuurlijk zo dat wij al
lang van plan waren de zaak ongeveer aan te pakken zoals nu wordt voorgesteld. Het
plan wordt nu echter voor het grootste deel door het rijk betaald, waardoor wij wat snel
ler met de uitvoering kunnen beginnen en dat is natuurlijk prachtig. Wat dat betreft zijn
wij altijd hardstikke voor dit soort plannen.
Eén van de uitgangspunten van het plan is om, vooral slingerende, fietsverbindingen
vanaf het buitengebied naar de binnenstad te realiseren. Het is dan des te merkwaardi
ger dat een naar mijn mening vrij essentieel stuk fietspad van een meter of vijftig tussen
het kerkepad en de toekomstige brug in de Oostergoweg ten noorden van de Potmarge in
de plannen ontbreekt. Aan beide kanten zijn fiets- en voetpaden, terwijl die in dit ge
deelte ontbreken. Wij hebben eerder op de avond een beroepschrift behandeld dat onder
andere betrekking heeft op dit strookje grond. Mijn fractie begrijpt ook wel dat het er
voorlopig niet naar uitziet dat Casolith zo happig zal zijn om mee te werken aan de ver
koop van dit strookje grond, maar het voorliggende plan is een plan op iange termijn, In
dit plan staat bijvoorbeeld op het terrein waar de veiling nu staat een evenemententerrein
getekend. Het is volstrekt onduidelijk of en wanneer de veiling daar weg zal gaan en
hoeveel de verwervingskosten voor de gemeente van dat stuk grond zullen zijn. Boven
dien is het volstrekt onduidelijk waarom dat aspect wel in het plan is opgenomen en niet
het zojuist door mij genoemde essentiële stukje fietspad. Ik heb er in de commissie voor
gepleit dit stuk fietspad wel in de plannen op te nemen. Daarbij realiseer ik mij dat uit
voering niet op korte termijn mogelijk is, maar toch op langere termijn wel zal moeten. Ik
.15
heb hiervoor geen motie gemaakt, want in de commissie bleek geen enkele steun voor mijn
voorstel te zijn. Mocht die steun er nu wel blijken te zijn, dan maak ik alsnog een motie.
De heer Timmermans (weth.): De fracties hebben allen instemmend gereageerd op het
voorstel, maar hebben daarbij wel een aantal kanttekeningen geplaatst.
De heer Terpstra heeft een groot aantal argumenten genoemd die ook voor het college
hebben gegolden om met dit plan te komen. Een paar elementen wil ik naar voren halen.
De heer Terpstra heeft ervoor gepleit om bij de verdere uitwerking rekening te houden
met de cultuurhistorische opbouw van het gebied. Die opbouw is inderdaad kenmerkend
en zeker ook van groot belang. In de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heb ik al
aangegeven dat wij die opmerking ter harte zullen nemen.
De heer Terpstra pleit ervoor om met name ten aanzien van het functionele karakter
van het gebied ook aandacht te schenken aan het begrip volkstuinen. Hij heeft die op
merking waarschijnlijk gemaakt in verband met de onderhoudskosten die aan het plan zijn
verbonden. Het is waar dat volkstuinen te vaak slachtoffer zijn geworden van uitbreidin
gen ten behoeve van andere functies. Meestal zijn volkstuinen gesitueerd op lokaties ten
aanzien waarvan wij voorlopig toch niets anders hadden gepland. Ik denk dat dat een
verkeerde manier van omgaan is met het belang van volkstuinen. In dit plan bestaat de
mogelijkheid om vlakbij een aantal woonbuurten op wellicht kleine schaal een aantal volks
tuinen te realiseren. Ik vind deze suggestie van de heer Terpstra heel nuttig en wij zul
len kijken wat wij daarmee kunnen doen.
De fasegewijze uitvoering. Op zich zelf vind ik dat een goede zaak. De heer Terpstra
heeft er op gewezen dat fasegewijze uitvoering consequenties kan hebben, in die zin dat
men gemakkelijk in de verleiding kan komen om tussentijds de zaak nog eens te bekijken
en wellicht een aantal dingen niet uit te voeren. Dat risico is inderdaad aanwezig. De es
sentie van dit plan is het realiseren van een doorgaande groen-recreatieve zone van
hartje stad naar de Froskepólle. Het doorgaande karakter van de fiets- en wandelpaden
ter weerszijden van de Potmarge is de essentie van het hele plan en die moet overeind
blijven. Over de mate van inrichting en verfijning van de grotere stukken groen in het
gebied kunnen wij nog wel eens discussiëren. Daarbij kan dan onder meer ook de sug
gestie van de volkstuinen een rol spelen en wellicht ook de suggestie van kleinschalige
woningbouw.
Ik wil wat die laatste suggestie betreft toch wel een spanningsveld signaleren. Het is
natuurlijk niet juist om in een gebied dat qua maatvoering toch al vrij smal is woning
bouw te plegen. Ik sluit echter niet uit dat er op bredere stukken mogelijkheden zullen
zijn om, aangepast aan de structuur van de omgeving, kleinschalig te bouwen. Wij komen
daar echter nog wel een keer op terug. (De heer Pruiksma: Mijn suggestie zou ook een
wapen kunnen zijn in de strijd die de heer Terpstra signaleert, namelijk dat de aanlig
gende wijken de neiging zouden kunnen hebben in deze richting uit te breiden. Die ont
wikkeling zou je daarmee tevens kunnen keren.) Wij zullen uw suggestie bij de verdere
uitwerking nog een keer bekijken.
De heer Terpstra is ook ingegaan op het onderhoud. Het onderhoud van het groen
zal de eerste jaren nauwelijks een rol spelen, want wij zullen ons dan voornamelijk bezig
houden met de aankoop van gronden en de aanleg van fiets- en voetpaden. Het zal wel
duidelijk zijn dat het onderhoud dat het gevolg zal zijn van het aannemen van dit plan
ten koste zal gaan van het onderhoudsniveau in het hele gemeentelijke gebied. Het colle
ge heeft in het kader van nieuw beleid geen ruimte gezien om voor deze voornemens ex
tra geld beschikbaar te stellen. Dan moet er een afweging plaatsvinden of wij bereid zijn
een iets verlaagde onderhoudsnorm voor onze stad en dorpen te accepteren ten gunste
van het onderhoud van deze nieuwe voorziening. Dat betekent wel dat het plan zo sober
mogelijk moet worden uitgevoerd, want hoe minder onderhoudsgevoelig het plan is des te
beter dat is. Een en ander betekent ook dat wij heel voorzichtig moeten zijn met het op
tuigen van dit recreatiegebied met allerlei extra's zoals manifestatieterreinen. Ik sluit niet
uit dat wij iets dergelijks een keer gaan realiseren, maar die zaak zal dan toch heel
nauwkeurig op zijn onderhoudsgevoeligheid moeten worden bekeken.
De heer Pruiksma heeft instemming met het voorstel betuigd. Ik ben al ingegaan op
zijn opmerking over de kleinschalige woningbouw.
De heer Van der Wal heeft in feite hetzelfde gedaan als de heer Pruiksma. Hij con
stateert dat wij al lang van plan waren om deze zaak aan te pakken. Mijn inschatting is
dat wij datals wij van plan waren geweest om het plan zelf uit te voerennooit op ei
gen kracht hadden kunnen doen. Wat dat betreft is het een heel goede zaak dat wij in
het kader van het stadsgewest deze mogelijkheid nu hebben aangereikt gekregen.
De heer Van der Wal heeft er verder voor gepleit om met name uit een oogpunt van
gerief het fietspad aan de noordzijde van de Potmarge, ter plaatse van het Casolithter-
rein, in de plannen op te nemen. Ik vind dat geen goede zaak, niet alleen omdat wij
daar, zoals de heer Van der Wal zelf al heeft aangegeven, op korte termijn geen kans toe
zien, maar ook omdat de aanleg van dat stuk fietspad meer financiële gevolgen heeft dan