32 De heer Pruiksma: Ter compensatie van al het oeverloze en kamerbrede waarvan wij van avond getuige hebben mogen zijn had ik u, mijnheer de voorzitter, willen voorstellen om de agendapunten 25 en 26 tegelijk te behandelen. De heer Bijkersma was echter het eerst aan de beurt en daarom zal ik mij nu beperken tot agendapunt 25. De zaak is reeds uitvoerig be sproken in de Commissie voor de Financiën en ik handhaaf datgene wat ik daar heb gezegd. Ik zal dat nu niet herhalenwant daarmee wordt het commissiewerk geheel overbodig gemaakt. Uit de stukken, met name de rapporten van het Verificatiebureau, blijkt dat in ieder geval op onderdelen de administratieve organisatie van de gemeente en de diensten van de gemeen te niet helemaal beantwoordt aan de eisen die aan een organisatie van onze omvang zouden mogen worden gesteld. Tijdens de behandeling in de Commissie voor de Financiën heb ik gezegd dat mijn fractie de volgende opvatting heeft. In de eerste plaats moet de rekening tijdig, althans zo tijdig mogelijk, worden afgesloten. Het doet licht komisch aan om je in november 1986 nog eens te buigen over de resultaten 1983, te meer als je weet dat de resultaten al lang in de beleids plannen zijn vertaald. In de tweede plaats moet de administratie zodanig zijn ingericht dat bijsturing tijdens de rit mogelijk is. Dat geldt niet alleen voor de Dienst Stadsontwikkeling, zoals is besproken in de Commissie voor Openbare Werken en Milieu, maar dat geldt in wezen voor alle diensten. Een en ander betekent dat wij niet plotseling allerlei onaangename ver rassingen moeten tegenkomen. Overigens ook geen aangename verrassingen, want hoe aan genaam ook de verrassing, het bewijst dat de cijfers op zich niet hebben geklopt. In de derde plaats moet naar ons oordeel de vertaling van de gebleken resultaten zo snel mogelijk aan de raad worden voorgelegd, nadat die in de Commissie voor de Financiën is besproken. Overigens heb ik geen andere opmerkingen dan die welke reeds zijn gemaakt in de Com missie voor de Financiën en de Commissie voor Openbare Werken en Milieu. De heer Van der Wal Ik zal ook de meer inhoudelijke opmerkingen die ik in de Commissie voor de Financiën heb gemaakt nu niet herhalen. Er is geen aanleiding om daar in de raad op terug te komen. Ik wil wel even ingaan op het rekeningsresultaat 1983. Dat resultaat is te laat bekend geworden, maar het is bekend dat dat komt als gevolg van personele moeilijkheden op de af deling Financiën. Er is nu een vrij drastische inhaaloperatie aan de gang en die heeft al op geleverd dat wij de voorlopige rekeningsresultaten 1984 op tafel hebben. In 1983 hadden wij een batig saldo van - ik rond dat fors af - één miljoen gulden, ter wijl wij rekening hadden gehouden met een tekort op begrotingsbasis van vier miljoen gul den. Dat valt dus vijf miljoen gulden mee. Het blijkt dat wij in 1984 rekening moeten houden met een tekort van ongeveer 3,8 miljoen. Voor 1984 hadden wij op begrotingsbasis op een tekort gerekend van vijf miljoen gulden. Het tekort valt dus een dikke miljoen gulden mee en wij zijn dus ruim binnen de begroting gebleven. Toch kunnen wij constateren dat er een vrij forse trendbreuk is opgetreden tussen 1981, 1982, 1983 en 1984. Kort geleden hebben wij de herwaarderingsvoorstellen gekregen. Het college reageert in dat kader al op deze trendbreuk door extra bezuinigingen voor te stellen, Onze fractie vindt dat op dit moment een beetje voorbarig, omdat wij nog steeds vrij ruim binnen het tekort dat voor 1984 is begroot zijn gebleven. Het is van belang om te weten of de negatieve trend, de trendbreuk in 1983 en 1984, zich ook voortzet. Het is daarom van essentieel belang om de voorlopige rekeningscijfers 1985 ruim voor de behandeling van het beleidsplan/de herwaardering op tafel te hebben. De cijfers hoeven natuurlijk niet tot op twee cijfers achter de komma bekend te zijn, maar het moet wel duidelijk zijn of de trend breuk die zich in 1983 en 1984 heeft voorgedaan zich voortzet of herstelt. Ik zou graag de toezegging van het college willen hebben dat de voorlopige rekeningscijfers 1985 voor de be handeling van het beleidsplan/de herwaardering aan de raad bekend worden gemaakt. De heer Kessler (weth.): De heer Bijkersma constateert dat de accountant soms onvol komenheden heeft aangetroffen. Ik heb in de commissie toegezegd dat wij daar naar zullen kijken. Het lijkt mij ook logisch dat wij in ieder geval nagaan wat wij met de opmerkingen van de accountant moeten doen. In de Commissie voor de Financiën is ook duidelijk aan de orde gekomen dat alles een prijs heeft. Voor het verbeteren van het administratieve systeem, zo danig dat bepaalde dingen beter gecontroleerd kunnen worden, zal soms betaald moeten wor den. Er moet een afweging worden gemaakt of je het systeem voor 100% perfect georganiseerd wenst te hebben dan wel voor 95%. Het is niet zo dat je coüte que coüte elke opmerking van een accountant dient te volgen. Het ligt voor de hand dat wij in dat verband keuzes maken. Ik heb al toegezegd dat wij die keuzes zullen voorleggen aan de Commissie voor de Financiën. De heer Bijkersma heeft gevraagd hoe andere portefeuillehouders daarbij worden betrokken. Op het moment dat er keuzes worden gemaakt die ingrijpende consequenties hebben - in de zin dat het werk op een andere manier georganiseerd moet worden, dat er extra mensen moe ten worden aangetrokken en dat bepaalde zaken specifieker gecontroleerd moeten worden; met andere woorden, als er maatregelen genomen worden die geld kosten - zullen die automa tisch in het college worden besproken. Op die manier zullen de portefeuillehouders erbij wor den betrokken. 33 De heer Pruiksma heeft een aantal opmerkingen gemaakt waar ik het in grote lijnen mee eens kan zijn. Ik zal daar dan ook niet verder op reageren. De heer Van der Wal heeft gezegd dat er een trendbreuk is opgetreden; dat hebben wij ook geconstateerd. Hij doet vervolgens alsof dat de enige reden zou zijn om de inhaalbezui- nigingsoperatie te starten. Dat is niet het geval, want er zijn nog twee andere redenen. Desalniettemin ben ik het met de heer Van der Wal eens dat het aardig is om zo snel mogelijk de cijfers van 1985 beschikbaar te hebben. Ik ben het overigens niet met hem eens dat wij daar het al dan niet in gang zetten van een inhaalbezuinigingsoperatie van af moeten laten hangen. Wij zullen echter ons best doen - dat heb ik ook al in de commissie toegezegd - om zo snel mogelijk de voorlopige cijfers 1985 beschikbaar te stellen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van de Commissie voor de Financiën. (De wethouders worden geacht niet aan dit besluit te hebben meegewerkt.) Punt 26 (bijlage nr. 382). De Voorzitter: Aan de orde is thans Bijstelling begroting 1986. De heer Bijkersma: Ik zou in de eerste plaats graag informatie willen hebben over het geen gesteld is in de raadsbrief op bladzijde 8, punt 28. Verhoging premies brandverzeke ring. Het college stelt daarin voor om de premies die wij betalen aan de Leeuwarder Onder linge te verhogen. Dat levert binnen mijn fractie geen bezwaar op. Het blijkt dat de brand en stormschade nogal fors de pan zijn uitgerezen. Brand- en stormschade worden in één adem genoemd. Is het zo dat er veel meer branden dan normaal in gemeentelijke gebouwen voor komen? Wat is daar de oorzaak van? In de tweede plaats wil ik een opmerking maken over het op bladzijde 8 genoemde punt 29. Controllersfunctie DSO. Wij hebben daar in de Commissie voor de Financiën uitvoerig over gesproken en zijn daar ook mee akkoord gegaan. Een en ander betekent wel een beleidsver andering bij de DSO. Die zaak gaat niet alleen de wethouder van Financiën aan, maar natuur lijk ook de wethouder van Ruimtelijke Ordening. Ik zou zijn antwoord daar ook graag op willen horen. De heer Pruiksma: Op zich is mijn fractie geheel akkoord met het voorstel zoals dat onder agendapunt 26 aan ons is voorgelegd. Wij gaan zelfs akkoord met punt 1. Representatiekosten. Wij zijn bereid om aan te nemen dat het fêteren van Aegon een paar centen kost. Wat op zich van groter belang is, is dat het uit de mededelingen van de wethouder van Financiën in de Commissie voor de Financiën is gebleken dat men eerst nu is overgegaan op het instellen van een zogenaamd budgethouderschap. Wat ons betreft had dat, maar dan ook op andere punten, eerder mogen gebeuren. Het bewijst in ieder geval dat ook daar de administratieve organisa tie niet helemaal bij is. Overigens hebben wij tegen die post geen enkel bezwaar. Een opmerking over punt 3. Stelpost tijdelijk personeel. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat door het opvoeren van deze post in feite een herwaarderingsbesluit uit het verleden wordt ondergraven. Toen is namelijk bewust bezuinigd op de personele kosten. Door dat nu voor een deel ongedaan te maken komen wij daar in feite op terug. Weliswaar is het zo dat knel punten ter secretarie moeten worden opgelost, maar wij zijn van oordeel dat de herwaarde ringsvoorstellen van het verleden duidelijk waren. De consequenties daarvan hebben wij onderkend en ook bewust aanvaard. Dus voor de toekomst wensen wij nadrukkelijk dat cri terium aan te voeren. Over punt 17. Effecten Londo-vergoeding een enkele opmerking. Invoering van het Londo-vergoedingssysteem binnen het onderwijs levert nu een batig saldo op van ruim f. 768.000,hetgeen resulteert in een bijstelling, positief, van f. 456.000,Mijn fractie merkt principieel op dat dus dat meerdere terugvalt in de algemene middelen. Immers in het verleden zijn overschrijdingen van de doeluitkering voor het onderwijs ook vanuit de alge mene middelen betaald. Voor zoveel nodig zal mijn fractie bij de financiële beschouwingen in december op dat punt nog terugkomen. De heer Van der Wal: Soms lijkt het alsof alle verhoudingen in deze raad zoek zijn. Een voorstel tot het tijdelijk subsidiëren van papier ophalen is volgens de VVD een bedreiging van het vrije marktmechanisme. Een voorstel waarmee f. 8.000,is gemoeid moet volgens de PvdA meteen worden gezien in het perspectief van de begroting. Maar over de bijstelling van de begroting van per saldo ruim drie miljoen gulden - tonnen daarvan werken door in het beleidsplan c.q. de herwaardering die over enkele maanden aan de orde komt - zwijgt de PvdA-fractie in alle talen. Een bedrag van f. 8.000,kan zij kennelijk nog wel overzien maar zodra het om grotere bedragen gaat dan hoor ik geen reactie van die kant. Ik wil nu op een paar begrotingsposten ingaan. Punt 1. Representatiekosten. Het gaat hier natuurlijk, gezien de hele bijstelling, niet om een geweldig groot bedrag, alhoewel het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 17