14
gangspunt van het strafrecht, namelijk het geven van algemeen bindende regels die even
tueel door straf afdwingbaar zijn, en de Grondwet die een intentioneel karakter heeft, dus
uitspreekt dat dingen in algemene zin wenselijk of niet wenselijk zijn. Daar hebben wij bij
aangesloten en daar een eigen nadere invulling aan gegeven. Als de heer Bijkersma dan zegt
dat er uiteindelijk wordt beslist door een politieke meerderheid dan zeg ik: inderdaad en
terecht
De heer Duijvendak en ik worden het op het punt van de handtekeningen niet eens.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat
de fracties van VVD en GPV/RPF/SGP wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punt 25 (bijlage nr. 421).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w
Punt 26 (bijlage nr. 409).
De Voorzitter: Aan de orde is thans Instelling Commissie voor Onderwijsbegeleiding.
Mefrou Westra Yn de kommisjegearkomste is amper diskusjearre oer dit ütstel om in
Kommisje foar Underwiisbegelieding yn te stellen. Yn de gearkomste fan üs steunfraksje is
oer ien punt diskusjearre dat ik yn dit fermidden ek oan'e oarder stelle wol. It giet om de
wat eigenaardige dübelrol dy't de stjoergroep/de begeliedingskommisje krijt. De stjoergroep is
ynsteld as in advysorgaan foar it bestjoer fan it Mienskiplik Sintrum foar Underwiisbegelie-
dingstsjinsten yn Fryslan (MSU),in ynstelling dy't subsidiearre wurdt. Deselde groep sil,
mar no ünder in oare namme, it kolleezje advisearje oer it oanfoljende pakket dat it MSU oan
Ljouwert leverje moat. Dizze konstruksje fine wy wat nuver. De minsken dy't de ynstelling
dy't subsidiearre wurdt advys jouwe, jouwe ek advys oan de subsydzjejouwerIt is goed
dat de minsken dy't direkt te dwaan hawwe mei de ünderwiisbegelieding harren winsken ken-
ber meitsje kinne en oandrage kinne wat de knyppunten binne dy't hja yn de ünderwiisprak-
tyk ünderfineWy freegje üs lykwols öf oft it wol sa suver is dat hja nei twa kanten advys
jouwe
No't dizze advysfunksje nei üs betinken frij wat dizich is, fine wy it nammerste mear
fan belang dat düdlik is hoe't de politike beslütfoarming oer it oanfoljende ünderwiisbegelie-
dingspakket fan no oan plakfine sil. Yn de kommisje is oer dy kwestje net praat en dêrom
soe ik no graach in reaksje fan de wethalder hawwe wolle. Doe't de Skoaladvystsjinst noch
in gemeentlike tsjinst wie, fün de beslütfoarming oer de ünderwiisbegelieding plak by de
behanneling fan de gemeentlike begrutting. No't de Skoaladvystsjinst fusearre is mei it MSU
sil der in aparte proseduere komme moate foar de politike stanpuntbepaling oangeande de
ünderwiisbegelieding. De earste fraach dêr't de ried dan it antwurd op formulearje moat is:
hoefolle jild wolle wy ütlüke foar de ünderwiisbegelieding? As dêrnei yn de Gearkomste fan
Gemeenten fêststeld is wat it basispakket wêze moatdan kinne wy üs ütsprekke oer de yn-
folling fan it oanfoljende pakket. Wy kinne der dan ek op passé dat de prioriteiten üt it
Ljouwerter ünderwiisbeliedsa as it ünderwiisemansipaasjebelied en it fredesünderwiisge-
nöch ferwurke wurde yn dat oanfoljende pakket. Kin de wêthalder oanjaan hoe't de prose
duere is foar dizze politike beslütfoarming?
Mevrouw Vlietstra (weth.): Mevrouw Westra heeft een juist onderscheid gemaakt. De
stuurgroep adviseert aan het bestuur van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderwijs
begeleidingsdiensten in Friesland (GCO) over de zaken die het werkgebied Leeuwarden aan
gaan. Het gaat daarbij over zowel de inhoudelijke kant van de begeleiding als de personeels
kant. De Commissie voor Onderwijsbegeleiding adviseert aan b. en w. en doet dat uitsluitend
over de inhoud en omvang van het aanvullende dienstenpakket dat wij als gemeente afnemen
van het GCO, Wij hebben naar een koppeling van beide organen gezocht juist omdat het uit
eindelijk gaat om één totaal aanbod van onderwijsbegeleiding aan de scholen waar wij mee te
maken hebben. Er zijn weliswaar twee financiële stromen te onderscheiden, namelijk een via
het basispakket en een via het aanvullende pakketmaar uiteindelijk gaat het inhoudelijk om
één samenhangend geheel van onderwijsbegeleidingsactiviteiten die alle scholen ten dienste
staan. Het leek ons voor de hand liggend om het orgaan dat adviseert over de inhoud van
het basispakket ook te laten adviseren over de inhoud van het aanvullende pakket. Dat zijn
dus de vertegenwoordigers van de ouders, het personeel en de besturen van de scholen
waar wij als gemeente mee te maken hebben.
Mevrouw Westra heeft gevraagd hoe de besluitvorming is rond de omvang en de inhoud
van het aanvullende pakket. Haar opmerking dat wij eerst in overleg met de andere gemeen
ten die gebruik maken van het GCO vaststellen wat de omvang van het basispakket is, is
15
juist. Er blijft dan een aanvullend pakket over. Het bedrag daarvoor wordt in deze raad
vastgesteld en dat gebeurt bij de begrotingsbehandeling. Op de vraag hoe precies de proce
dure is rond de besluitvorming over de inhoud van het basispakket moet ik op dit moment
het antwoord schuldig blijven. In ieder geval is het een zaak van de gemeente, maar in hoever
re daar door b. en w. dan wel door de raad over moet worden besloten is mij niet exact bekend.
Ik stel voor om in de Commissie voor het Onderwijs nog een keer op dit punt terug te komen.
Nogmaals, het gaat hier om een zaak van de gemeente en niet van het GCO. Wij nemen dien
sten af van het GCO en gaan daar een contract over aan. De besluitvorming daarover is een
gemeentelijke aangelegenheid.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van
de toezegging van de wethouder.
Punten 27 en 28 (bijlagen nrs. 410 en 407).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 29 (bijlage nr. 418).
De Voorzitter: Dit punt, luidende Jaarstukken 1985 en begroting 1987 van de Stichting
Het Nieuwe Stadsweeshuis, is van de agenda afgevoerd.
Punt 30 (bijlage nr. 435).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w
Punt 31 (bijlage nr. 420).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Instelling Vredesfonds en vaststelling Subverordening
Vredesfonds. Ik wijs u erop dat er een gewijzigd exemplaar van dit voorstel is gekomen.
De heer Duijvendak: De PAL-fractie is het niet geheel eens met de accenten die in dit
voorstel gelegd worden. Het gaat wat dat betreft om een klein onderdeel. Voor de rest vin
den wij het een prima voorstel. In de commissie heeft de wethouder het accent gelegd op
subsidiëring van vredesactiviteiten en minder op de ondersteuning van randvoorwaarden,
zoals huisvesting voor het Leeuwarder Vredesoverleg. Mijn fractie is van mening dat ook
dat soort activiteiten gesubsidieerd zou moeten kunnen worden. Met andere woorden,
structurele subsidies - want daar praaf men over bij huisvesting - zullen evengoed een ge
lijkwaardige plaats moeten krijgen aan subsidies voor activiteiten. Onze indruk in de commis
sie was dat de wethouder daar nogal redeneerde vanuit het bestaande budget dat gereser
veerd is, namelijk f. 10.000, In dit geval lijkt ons dat geen juiste gang van zaken, omdat
wij nu een algemene verordening vaststellen en wij ook in meer algemene zin moeten praten
over de vraag in hoeverre ook huisvesting in de toekomst tot de mogelijkheden zal moeten
behoren. Wat ons betreft impliceert dat dat het Vredesfonds meer geld zal moeten bevatten
om die huisvesting mogelijk te maken. Zou de wethouder de accenten wat meer gelijkmatig
willen leggen? Ik wil ook ten aanzien van dit voorstel een voorbeeld noemen van een andere
gemeente. De gemeente Groningen heeft wat deze zaak betreft het goede voorbeeld gegeven,
omdat zij onlangs gesubsidieerd heeft in de huisvesting van de Vredeswinkel.
De heer Buurman: De gemeente zal zich hier haast onvermijdelijk moeten gaan bezighou
den met inhoudelijke oordelen op het gebied van vrede en veiligheid, een terrein dat volgens
de Grondwet nadrukkelijk is voorbehouden aan de rijksoverheid. Ik heb dus geen vrijmoedig
heid voor dit voorstel te stemmen. Daar komt nog iets bij. Het collegeprogram wil dat actief
wordt bijgedragen aan de bewustwording van de burgers ten aanzien van vredesvraagstuk
ken. Nog even afgezien van het door mij genoemde bezwaar: denkt men nu serieus dat er
burgers in Leeuwarden rondlopen die voor oorlog en tegen vrede zijn en die niet beseffen
wat vrede is? Zo ja, waarop baseert het college dit? Zo nee, waarvan moeten die burgers
dan bewust worden gemaakt via subsidie van de lokale overheid? Is er aanwijzing voor te
veronderstellen dat er mensen zijn in Leeuwarden die het militaire gebeuren verheerlijken?
Tot slot. Mijn fractie zet grote vraagtekens bij de zo geroemde pluriformiteit. Het Leeu
warder Vredesoverleg zal zich als eerste aanmelden. Ik moet nog zien hoe aan het algemene
karakter invulling wordt gegeven. De zaak ligt politiek bijzonder gevoelig. Nogmaals, Tk zie
geen taak weggelegd voor de lokale overheid.
De heer Bijkersma: Het voorliggende raadsvoorstel met besluit is een voortvloeisel van
de vergadering van vorig jaar december waarbij is vastgesteld dat een vredesfonds zou wor
den ingesteld en dat de invulling daarvan later zou plaatsvinden. Deze invulling is nu aan