18 nemende mondigheid acht onze fractie een goede zaak. Wij menen dat deze activiteiten door de gemeente ook financieel zouden moeten worden ondersteund. De CDA-fractie acht een voortvarende aanpak van de drugshulpverlening gewenst. Daartoe zal de basisvoorziening snel moeten starten en zou het woonwerkproject op korte termijn van de grond moeten komen. Op dat punt willen wij wijzen op de problemen die er ter zake binnen de groep van de etnische minderheden bestaan. Heeft het college reeds een duidelijke toezegging voor rijkssubsidie ontvangen en is er zicht op mogelijkhe den voor ruimtelijke onderbrenging van dit project? Is het mogelijk om vanuit de werkge legenheidsgelden een extra stimulans te geven? In dit verband vraagt onze fractie zich af of ook niet de provincie op dit punt een taak heeft. Ruimtelijke Ordening. Het beleid is er op gericht vooral ook te kijken naar inbreidingsmogelijkheden, het opvullen van gaten in de stad. Is hiervoor een planning gemaakt en zijn de financiële consequenties bekend? Zeer belangrijk is ook het kwaliteitsaspect. Er zal binnenkort een projectgroep worden gevormd voor de invulling van de Diakonessenhuis-lokatie, die bin nen afzienbare tijd een andere bestemming moet krijgen. De raad heeft inmiddels voorbereidingsbesluiten genomen voor onder meer het CAF- terrein, het Spoordok en het PEB-terrein. Is er al enig zicht op wat hier gerealiseerd kan worden aan kantoren en eventuele consequenties hiervan voor de gebieden Klanderij- buurt-Tulpenburg en het Lijempf-terrein? Komt er ruimte, ook financiële, om in deze ge bieden ook weer aan de woonfunctie te denken? Per 1 januari 1988 komen de Diakonessenhuis-panden vrij. Leegstand is om allerlei redenen niet gewenst. Onze fractie zou graag de toezegging van het college krijgen om vóór 1 juli 1987 de besluitvorming omtrent de toekomstige bestemming afgerond te hebben. Het is onze fractie bekend, mijnheer de voorzitter, dat er enige problemen zijn ge weest bij de bepaling van de aansluiting van de dorpen Wirdum en Wytgaard op de te verdubbelen Rijksweg 32. Wij stellen het op prijs van het college de stand van zaken hiervan te vernemen. Stadsvernieuwing Stads- en dorpsvernieuwing dient ook in 1987 een van de hoofdprioriteiten van het beleid te blijven. Voor het beleid op gemeentelijk niveau is het van belang goede nota te nemen van het meerjarenplan stadsvernieuwing 1987-1991, dat de coördinerend bewinds man van de stadsvernieuwing onlangs aan het parlement heeft aangeboden. In de stads vernieuwing zal zich de komende jaren een accentverschuiving voordoen van nieuwbouw naar verbetering van de particuliere huurwoningen. De programma's voor woningverbete ring worden verhoogd. Extra budgettaire ruimte is voorzien voor verbeteringssubsidies van de categorieën vooroorlogse woningen, na-oorlogse woningen (1946-1968) en voor de nieuwe categorie, te weten woningen die na 1968 zijn gebouwd, maar nu al ernstig kwali- teitstekort vertonen. De CDA-fractie vindt het van groot belang dat alert wordt inge speeld op het onlangs verschenen meerjarenplan en de accentverschuivingen die daarin zijn aangebracht. Ook vraagt in dit kader aandacht dat de regering de nieuwbouw van vrije-sectorwoningen in stadsvernieuwingsgebieden wil bevorderen. Het bouwprogramma voor deze zogenaamde premie-D-woningen zal in 1987 en 1988 telkens worden verdubbeld en van 2.000 op 4.000 worden gebracht. Voor een deel zal hiermee echter de verlaging van de nieuwbouw in de sociale sector dienen te worden opgevangen! Overigens, voorzit ter, wil onze fractie graag weten welke mogelijkheden er zijn voor het bouwen van wonin gen in de echte vrije sector. Milieubeheer De CDA-fractie acht het van groot belang dat het milieubeleid samenhang tot stand brengt tussen de verschillende onderdelen van het milieubeleid en tevens dwarsverbanden legt met de overige beleidssectoren. Bij het bewaken van de kwaliteit van het milieu die nen economische belangen onzes inziens niet uit het oog te worden verloren. De aange kondigde milieunota zal van een duidelijke visie op het milieubeleid moeten getuigen, waarbij eerdergenoemde uitgangspunten tot hun recht dienen te komen. Om tot een werk bare spreiding van verantwoordelijkheden op milieugebied te geraken, dient het gemeen tebestuur zo spoedig mogelijk in de richting van de provincie actie te ondernemen die kan leiden tot een sluitende afstemming van de wederzijdse milieuplannen. Openbare Werken. Kan het komende jaar worden begonnen met de aanleg van de Oostergoweg? Onze fractie hoopt het van harte. Naar onze mening een belangrijk infra-structureel werk. Graag willen wij er bij het college op aandringen dat de werkzaamheden, met name op het Zuiderplein, zodanig worden geprogrammeerd dat de middenstand zo weinig mogelijk scha de van de werkzaamheden ondervindt. Wellicht is het mogelijk om het werk gedeeltelijk 's nachts uit te voeren. 19 Mijnheer de voorzitter, de gemeente Leeuwarden bevindt zich naar de mening van de CDA-fractie in een uiterst moeilijke positie. Van de raad en het college zal het uiterste worden gevergd. Hetzelfde geldt voor het ambtelijk apparaat. Van de kant van mijn frac tie bestaat er bijzonder veel waardering voor de inzet van de ambtenaren. Mijn fractie weet zich in al zijn doen en laten afhankelijk van de God van hemel en aarde. Die afhankelijkheid wordt in de 127e psalm met de volgende woorden treffend weergegeven: „Als de Here het huis niet bouwt tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de Here de stad niet bewaart tevergeefs waakt de wachter. Onze fractie wenst u voor het komende jaar veel zegen toe. Dank u wel. De heer De Beer is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Bijkersma: Mijnheer de voorzitter, bij het aanbieden van de begroting en het beleidsplan, heeft de wethouder van financiën gesteld dat er voor Leeuwarden „winterse tijden" aanbreken. Nu hoeft een winters gebeuren niet altijd somber bekeken te worden, integendeel! Echter, de winter kan een slechte tijd zijn voor degenen die geen goede maatregelen getroffen hebben om die kille tijd door te komen. Al in onze jonge jaren werd dit ons bijgebracht door verhalen uit het dierenrijk. Het is voor velen vaak moeilijk naar deze les te handelen, doch wel de enige weg om de zwaardere tijden te trotseren. Boven dien stimuleert een wat moeilijke tijd tot meer eigen inspanning en prestatie. Deze ge- dachtengang is voor een deel ook de grondslag van de VVD-invloed in de huidige rege ringscoalitie. Laat deze aanpak ook een voorbeeld zijn bij het beleid in onze gemeente. Het zal u niet verwonderen dat de VVD-fractie heel wat positiever over genoemd be leid denkt dan het PvdA-CDA-collegeImmers, sprekend over de algemene situatie, brengt u slechts in positieve zin naar voren dat er sprake is van economisch herstel, een herstel, waarin de verbetering der werkgelegenheid toch wel opmerkelijk genoemd mag worden. Daaropvolgend brengt u naar voren, op negatieve wijze, dat het niet goed gaat in de collectieve sector, zonder daarbij onder ogen te zien dat juist de huidige rege- ringspolitiek de toekomst van de collectieve sector zeker stelt. Dat is nu: zorg hebben voor de winter, waarover ik in het begin van mijn betoog sprak. Dat staat bij ons cen traal, en meer dan bij sommige fracties in deze raad. Daarom, als wij in het gemeentelijk beleid zorgzamer handelen, zullen wij de komende tijd minder zorgelijk tegemoet kunnen zien. Als wij met beide benen op de grond blijven staan en bereid zijn zelf de handen uit de mouwen te steken, hoeft gepraat over gemeentelijk faillissement volgens ons niet nodig te zijn. Dat wij, met ons beleid, ons in de eerste plaats op de belangen van Leeuwarden moe ten richten, spreekt voor de VVD vanzelf. Daar ligt onze verantwoordelijkheid. Helaas wordt in deze raad maar al te vaak tijd besteed aan zaken die op het terrein van de rijksoverheid liggen. Het zogenaamd „parlementje" spelen neemt de laatste tijd toe. Dat is geen goede ontwikkeling. Iedereen in deze gemeente moet er op kunnen rekenen dat het bestuur de lokale problemen op de voorgrond stelt. Het is niet juist hier lands- of bui tenlandse politiek te behandelen. Het verstoort de verhoudingen en wakkert de polarisatie aan. Bovendien worden wij daardoor soms niet voldoende serieus genomen. In de tweede plaats zullen wij al diegenen, die op enigerlei wijze een subsidie van ons ontvangen, er van moeten overtuigen dat voor de komende tijd van hen meer eigen inbreng, meer zelfwerkzaamheid en meer initiatief verwacht moet worden. Voor de VVD- fractie is het duidelijk dat deze sector te maken zal krijgen met nog meer kortingen in de rijksbijdrage. Hierop moet zo spoedig mogelijk worden ingespeeld, waarbij ook de subsi die-vragers onomwonden geïnformeerd worden. Het incidenteel dekken in het kader van de totale begroting is geen goed uitgangspunt. Wij menen dat de kortingen in de eerste plaats in de sector zelf gezocht moeten worden. Ik kom hier later op terug. In de derde plaats is het zo dat zij, die zich in een afhankelijke situatie bevinden, bijzondere aandacht moeten krijgen, maar vanaf het begin moet het duidelijk zijn dat deze aandacht vooral een stimulerend karakter heeft en dat zij zeker niet structureel bedoeld is. Hoewel het z.g. bestuursakkoord niet de schoonheidsprijs verdient, geeft het toch een aantal uitgangspunten te zien dat ons duidelijk maakt wat wij in grote lijnen van de rijksoverheid kunnen verwachten. Daarbij, en dat moet naar mijn gevoel niet worden on derschat, biedt het akkoord een fundamentele erkenning van de positie van de gemeenten als mede-overheid. Voor nu weten wij in ieder geval waar wij aan toe zijn. Als wij de uit gangspunten bij het uitstippelen van ons beleid duidelijk centraal stellen, hoeven wij ons niet overrompeld te voelen. Omdat de realiteit leert dat zelfs de beste plannenmakers nog wel eens onverwachte gebeurtenissen kunnen ontmoeten, is het in de VVD-visie noodza-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 10