24 werkdruk van ambtenaren een aparte beleidsnota/notitie bepaald niet overbodig zou zijn. Actueel is dit onderwerp door de aangekondigde opheffing van 143 verzorgingsplaatsen, waaronder de sluiting van een geheel tehuis. Hoewel wij een zo groot mogelijke zelfstan digheid en een zo lang mogelijke onafhankelijkheid van ouderen voorstaan en weten dat ook deze sector niet aan bezuinigingen zal kunnen ontkomen, zijn wij het met de invulling van deze bezuiniging door de provincie niet eens en steunen wij het college in zijn po gingen om genoemde reductie verminderd en meer gespreid over de stad te krijgen, mede gezien de belangrijke functie die wij aan het flankerend beleid toekennen, waarbij zoveel mogelijk wijkgericht moet worden gewerkt. Reiniging en milieu. De voorgaande jaren heb ik steeds in mijn algemene beschouwingen een lans gebroken voor een grotere aandacht voor het schoonhouden van de stad, met name de binnenstad en het stationskwartier. Het zal u niet verbazen, mijnheer de voorzitter, wanneer ik con stateer dat er op dit terrein nog veel te verbeteren valt, hoewel ook hier geldt dat wij zullen moeten roeien met de middelen die wij hebben. Wellicht zal de uitkomst van de re organisatie van de DRB en de aanstelling van een directeur reiniging, die al zijn aan dacht aan onder andere deze problematiek kan besteden, een gunstige uitwerking hebben. Het is tenslotte zo: „Nieuwe bezems vegen schoon". Gelukkig hebben wij in het beleids plan kunnen lezen dat de verontreiniging door honden een grotere aandacht van het col lege zal krijgen. Misschien komt dan de verontreiniging door mensen ook nog weer beter onder de aandacht. De resultaten van het ophalen van klein chemisch afval lijken verheugend. Het zou verstandig kunnen zijn om in ieder geval het komende jaar het publiek regelmatig aan de ze mogelijkheid van het. inleveren van schadelijke stoffen te herinneren. Voor wat betreft de met giffen verontreinigde terreinen in onze gemeente worden wij regelmatig geconfronteerd met tegenvallers en grotere gifconcentraties dan dë onderzoe kingen hadden verondersteld. Zou de kost ook voor de baat uitgaan wanneer wij bij de komende en nieuwe onderzoekingen aandringen op een grotere nauwkeurigheid? Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Dat Leeuwarden is aangewezen tot stadsgewest stemt de VVD-fractie tot tevredenheid. Met deze aanwijzing alleen zijn wij er echter niet. Nu dient het Stadsgewest Leeuwarden initiatieven te ontplooien. De daarover door het college toegezegde notitie zien wij met spanning tegemoet. De VVD-fractie in deze raad heeft zich altijd, zoals reeds eerder opgemerkt, voor stander getoond, van bestemmingsplannen met een minder gedetailleerd karakter. De nieu we Wet op de ruimtelijke ordening maakt dat nu mogelijk en het college speelt daarop in. Wij onderstrepen uw standpunt in deze. De nieuwe procedure inzake de verlening van bouwvergunningen zal door mijn fractie nauwgezet worden gevolgd. Mocht daar aanleiding toe zijn, dan zullen wij deze procedure opnieuw ter discussie stellen. Bij een stadsgewest hoort groei, groei die wij hopen te bereiken door vergroting van het economisch volume in Leeuwarden. Hierbij hoort echter ook de mogelijkheid om de bij deze groei behorende bevolkingsaanwas te huisvesten. Het totale contingent van de aan Friesland toegewezen woningen in de gesubsidieerde sfeer is volgens onze informatie voor 1987 fors verlaagd. Door het bodemcontingent van 16% zal het aan Leeuwarden toevallende deel in absolute aantallen afnemen. Wij verwachten van het college initiatieven waardoor het contingent wordt vergroot en de hiervoor geschetste groei niet wordt belemmerd. De woonlasten dienen zo laag mogelijk te worden gehouden. U geeft aan zoveel moge lijk onderhoudsplannen uit te willen voeren zonder huurverhogingen. Als dat kan uit daarvoor bestemde toereikende reserves hebben wij daartegen geen bezwaar. Zo niet, dan vinden wij dat deze verbeteringen kostendekkend dienen te worden uitgevoerd. De financiële situatie van een aantal corporaties baart het college zorgen. Wij delen die zorg met u. Wij vinden dat het college actief dient in te spelen op deze naar voren gebrachte zorg om financiële problemen voor de gemeente te voorkomen. Ik neem aan dat het college dit met de VVD-fractie eens is. Welke stappen denkt het college te onderne men? In hoofdstuk I, waarin u de hoofdprioriteiten behandelt, haalt u de beleidsnota bewo nersparticipatie en buurtbeheer aan, waarin nader wordt ingegaan op de mogelijkheden bewoners en buurtorganisaties te betrekken bij de gang van zaken in hun omgeving. Bij de behandeling van deze nota is onder andere door de VVD-fractie gezegd dat dit niet een bezuinigingsmaatregel zou mogen zijn. Dit standpunt is toen door de wethouder on derschreven. Uit het beleidsplan kan echter worden opgemaakt dat het college dit stand punt niet deelt. Op pagina I—10 wordt immers als mogelijkheid om de begroting sluitend te maken aangegeven: „het geven van medeverantwoordelijkheid aan burgers". Een tegen spraak dus. 25 Toen ik eerder sprak over de goede kwaliteit van de uitvoering en opzet van plannen en de begroting, heb ik daarbij ook waardering willen uiten in de richting van het amb tenarenapparaat. Daarnaast wil ik al diegenen uit het ambtelijk apparaat, die ons ook dit jaar weer ten dienste hebben gestaan, oprecht bedanken. Natuurlijk kunnen in een beperkt tijdsbestek niet alle punten gedetailleerd aan de or de komen, maar in commissie en raadswerk kan veel van wat u de raad hebt aangeboden weer terugkomen. Ik wil daarbij het navolgend gezegde voor ogen houden: „Hak je eigen hout, dan verwarmt het je tweemaal!" Dank u wel. De Voorzitter: Ik geef u in overweging om in de pauze die ik nu ga aankondigen even te kijken naar motie I. En gelet op de temperatuur kunt u misschien ook wat hout te lijf gaan! Het is pauze. De Voorzitter schorst, om 16.10 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 16.25 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Mevrouw De Haan heeft het woord voor het doen van een mededeling met betrekking tot motie I. Mevrouw De Haan-Laagland: Wij willen tegemoetkomen aan de reactie van andere frac ties en onze motie gesplitst in stemming brengen. Dat betekent dat wij een gedeelte uit de motie verschuiven naar agendapunt e: voorstellen voor herwaardering en nieuw beleid. Na afloop van de algemene beschouwingen willen wij graag de ingediende motie in stem ming hebben, zonder het gedeelte „vindt het op dit moment...." tot „draagt het college opVoor dat gedeelte dienen wij een nieuwe motie in bij punt e. De Voorzitter: Dank u zeer. Ik neem aan dat u mij wilt toevertrouwen datgene door te strepen wat u er uit wilt hebben. Ik neem tevens aan dat hiermee ook is tegemoetge komen aan de opmerkingen van de heer Duijvendak en dat er van zijn kant geen proble men meer met betrekking tot de motie zijn. Ik geef thans het woord aan de heer Duijvendak. De heer Duijvendak: „Nu moet ik toch echt bezig met de algemene beschouwingen." Hoe vaak heb ik dat de afgelopen weken niet verzucht. Maar vandaag kan ik het niet langer uitstellen, want anders hebben de steunfractieleden niet eens de kans om nog een bijdrage te leveren. Waar zou ik rustig kunnen schrijven in een inspirerende omgeving? Laat ik naar café Wouters gaan. Daar is het donderdag 's middags niet zo druk. En de Yuppies daar stralen een nieuw elan uit van geslaagde mensen, een goede omgeving voor een positief verhaal. Het is hier toch drukker dan ik gedacht had, maar daar in de hoek is nog plek. Ik heb wel zin in een capuccino. Wat hebben wij vorig jaar eigenlijk naar voren gebracht? Even kijken; tsja, waarom zou ik de algemene beschouwingen van vorig jaar niet gewoon herhalen? Veel van wat wij toen naar voren brachten is nog steeds relevant. Ondanks een royale linkse meerderheid is er opnieuw een PvdA-CDA-college gekomen, met als enig verschil dat de CDA-wethouders een soort deeltijd-aanstelling gekregen lijken te hebben. Vorig jaar zeiden wij al dat een links college er niet zou komen wanneer de PvdA vast bleef houden aan haar lood-om-oud-ijzer-opstelling. Gelijk krijgen in dit soort voorspel lingen is niet zo leuk. Maar niet alleen lókaal zitten de politieke verhoudingen vast. Lan delijk zit er weer een rechtse regering en al onze volzinnen van vorig jaar zijn weer het citeren waard: „Aan de verwerpelijkheid en onrechtvaardigheid van de, ons door het rijk opgelegde, doorgaande bezuinigingen hoeven wij eigenlijk niet veel woorden vuil te ma ken", waarna er overigens toch nog een halve pagina over die bezuinigingen volgt. En onze opmerkingen over de verschillende gemeentelijke terreinen? Hoe staat het met de de mocratisering van de woningbouwcorporaties, de aanpak en de afstemming rondom de schuldenproblematiek, de nota studentenvoorzieningen, enz.? Moet ik al die punten op nieuw aan de orde stellen? Zal ik maar afrekenen? Het lukt mij toch niet om hier te schrijven en ik zit steeds tegen die al te kleurrijke fontein aan te kijken. Waarom moet die ober nu mijn humeur weer bederven door op te merken dat die bomen er volgend jaar niet meer zullen staan als de Aegon aan het bouwen geslagen is? Miedema had toch gezegd dat die bomen op die schapenweide zouden worden gespaard? Ik herinner mij nog de discussies in de fractie over de gevolgen van de Aegon-vestiging op de Oude Veemarkt. Grote twijfels over de financiële gevolgen. Bij het college op een kosten/baten-analyse aangedrongen. Niet ge kregen. Toch schoorvoetend het werkgelegenheidsbelang doorslaggevend laten zijn en on danks onze afgewezen moties, om wat greep op de ontwikkeling te houden, voor gestemd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 13