32
voor informatica. De potenties zijn daarvoor aanwezig. Hoe denkt het college hierover en
welke concrete mogelijkheden ziet het college om hierbij stimulerend op te treden?
In alle RPD-modellen wordt uitgegaan van aansluiting van Leeuwarden op het landelij
ke glasvezelkabelnet. Het gaat dan met name om een tijdige aansluiting op het landelijke
basisnet en een snelle aanleg van een lokaal glasvezelnet. Dit kan een belangrijk vesti
gingsplaats-voordeel opleveren. Hoe ziet het college deze mogelijkheden en hoe is op dit
moment de stand van zaken?
Mijnheer de voorzitter, de spreiding van de rijksdiensten raakt langzaam maar zeker
buiten beeld. Toch heeft Leeuwarden nog recht op 100 arbeidsplaatsen. Welke mogelijkhe
den ziet het college nu gesproken wordt over onder andere de AROB-kamer, de Registra
tie-kamer en de Paspoortenfabriek? Welke activiteiten onderneemt het college op dit punt?
In de discussie over de distributie-planologische ontwikkeling van Leeuwarden vindt
een geleidelijke verschuiving plaats van het stimuleren van de gehele winkelbanaan naar
het stimuleren van het hoofdwinkelcentrum. D66 onderschrijft deze ontwikkeling. De eco
nomische feiten moeten onder ogen worden gezien en dan moet worden vastgesteld dat het
stimuleren van de uitgestrekte winkelbanaan vanwege die uitgestrektheid geen krachtig
beleid kan opleveren. Het blijft dan pappen en nathouden en dat gaat ten koste van de
mogelijkheden van het hoofdwinkelcentrum. D66 kiest dan ook voor het krachtig stimule
ren van het hoofdwinkelcentrum. Het realiseren van het pleinafsluitend gebouw kan hier
aan bijdragen, mits de invulling van de winkelvoorziening daadwerkelijk een kwalitatieve
verbetering van de winkelfunctie van Leeuwarden betekent. Ook de verplaatsing van de
markt van de Nieuweburen zou moeten worden gebruikt om de aantrekkelijkheid van het
hoofdwinkelcentrum verder te vergroten. Een zaterdagmarkt op de Brol/Kelders of op het
Wilhelminaplein - en dan in plaats van de kwijnende maandagmarkt - kan hier belangrijk
toe bijdragen. En de stad Groningen leert dat twee marktdagen op vrijdag en zaterdag
prima kan functioneren.
Het inwonertal van de gemeente Leeuwarden schommelt al sinds 1975 tot op de dag
van vandaag rond de 84.000/85.000. Leeuwarden is daarmee in het Noorden de enige grote
gemeente waar geen sprake is van bevolkingsgroei sinds 1975. Dit is voor Leeuwarden
een heel slechte zaak. Want bij bevolkingsontwikkeling betekent stilstand achteruitgang.
De suburbanisatie, die ook in een stad als Groningen heeft plaatsgevonden, is daar eind
jaren zeventig echter tot stilstand gebracht en omgebogen in een geleidelijke bevolkings
groei. Zo niet in Leeuwarden, terwijl een verbreding van het bevolkingsdraagvlak juist
zo belangrijk is voor het handhaven en uitbreiden van het voorzieningenniveau. D66
vindt het voor Leeuwarden van het allergrootste belang dat de bevolkingsgroei weer op
gang komt. Om daartoe het juiste beleid te kunnen voeren, is het noodzakelijk om eerst
voldoende inzicht te krijgen in de motieven van veel mensen om wel in Leeuwarden te
werken, maar niet te wonen. Het gaat daarbij om een dagelijkse pendel van nota bene
22.000 personen. Is het college bereid het komende jaar een dergelijk onderzoek te laten
uitvoeren?
Ondanks de stagnerende bevolkingsgroei is de afgelopen tien jaar de woningvoorraad
in Leeuwarden wel behoorlijk toegenomen. Daardoor is de gemiddelde bezetting per wo
ning in Leeuwarden erg laag geworden. Dit kan betekenen dat bij een voortdurende stag
natie van de bevolkingsgroei, het verwerven van extra woningbouwcontingenten proble
matisch kan worden, omdat dan bouwen voor de leegstand dreigt. Hoe ziet het college
deze ontwikkeling?
De afgelopen maanden is bekend geworden dat de staatssecretaris van Volkshuisves
ting het woningbouwcontingent voor Friesland voor 1987 met 25% heeft verlaagd. En voor
de jaren na 1987 dreigt een verdere verlaging. Kan het college aangeven wat hiervan de
consequenties voor Leeuwarden zijn voor 1987 en volgende jaren? Is het college bereid om
samen met het provinciaal bestuur bij de regering aan te dringen op het verruimen van
de woningbouwcontingenten voor Friesland in het algemeen en voor Leeuwarden in het
bijzonder?
Door de concentratie van de noordelijke Aegon-vestigingen in Leeuwarden zullen op
termijn Aegon-werknemers van Groningen worden overgeplaatst naar Leeuwarden. Met het
oog daarop bepleit D66 een stimuleringsbeleid, waarbij geprobeerd wordt de werknemers
van Aegon-Groningen bij overplaatsing van de activiteiten naar Leeuwarden zo snel moge
lijk binnen de gemeente Leeuwarden gehuisvest te krijgen. Is het college bereid een der
gelijk stimuleringsbeleid te ontwikkelen?
Een geheel andere huisvestingsproblematiek is die van de ouderen in het kader van
het Uitvoeringsprogramma Plan Ouderenvoorzieningen. Dit uitvoeringsprogramma wordt op
17 december aanstaande door provinciale staten behandeld. Voorzover bij mijn fractie be
kend, is tot nu toe nog geen schriftelijke motivering gegeven waarom het door Leeuwar
den voorgestelde model door gedeputeerde staten is afgewezen. Verder is door meerdere
statenfracties aangedrongen op het onderzoeken van andere mogelijkheden door het inzet
ten van de extra beschikbaar gestelde incidentele middelen van WVC, van de middelen
33
voor het flankerend ouderenbeleid en eventueel van de provinciale reserves. Gelet op de
ze situatie lijkt het mijn fractie verstandig er bij provinciale staten op aan te dringen de
definitieve standpuntbepaling over het uitvoeringsprogramma voorlopig uit te stellen. Ook
daartoe heb ik een motie opgesteld.
Motie VII.
„De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15
december 1986,
overwegende dat:
- door de voorstellen in het Uitvoeringsprogramma Plan Ouderen
voorzieningen Friesland 1986-1993 de ouderenvoorzieningen in
de gemeente Leeuwarden ernstig worden bedreigd;
- tot op heden door gedeputeerde staten onvoldoende overleg is
gevoerd met het gemeentebestuur van Leeuwarden over de re
acties van de gemeente op de voorstellen in het uitvoeringspro
gramma;
- de onlangs door minister Brinkman beschikbaar gestelde extra
middelen voor knelpunten op het gebied van het ouderenbeleid
ingezet zouden kunnen worden om de sluiting van verzorgings
huis Sonnenborgh te voorkomen;
- provinciale staten op 17 december 1986 het uitvoeringsprogram
ma bespreken,
doet een klemmend beroep op de leden van provinciale staten om
nu niet in te stemmen met het voorliggende uitvoeringsprogram
ma, maar deze beslissing uit te stellen en gedeputeerde staten op
te dragen nader overleg te voeren met de betrokken gemeentebe
sturen en de betrokken verzorgingshuizen,
en gaat over tot de orde van de dag."
Ook deze motie is pro forma mede-ondertekend door de heer Van der Wal.
Mijnheer de voorzitter, wie verwachtte dat de rust in het onderwijs bij het aantreden
van het kabinet Lubbers II zou terugkeren, is bedrogen uitgekomen. De ferme taal van
minister Deetman in zijn politiek testament: geen verdere bezuinigingen in het onderwijs,
is allang vergeten. De bezuinigingen in het onderwijs, via de zogeheten taakstellende be
groting, liegen er niet om. Ook in onze gemeente is terecht verzet geboden tegen deze
heilloze voornemens. De gewijzigde formatieregeling in het basisonderwijs, de kleutermaat
regel, de regeling inzake zieke leerkrachten, de bouwstop bij het speciaal onderwijs, het
zijn zaken die D66 de nodige zorgen baren. De kwaliteit van het onderwijs wordt door de
omvangrijke bezuinigingen aangetast. Juist in een tijd van een veranderende samenleving,
zijn het de doelstellingen van het onderwijs - voorbereiden op maatschappelijke functies,
individuele ontplooiing, het opheffen van sociale achterstanden, het leveren van een bij
drage aan de cultuur - die tevens de kwaliteit van het bestaan in de toekomst bepalen.
Naast deze punten van zorg, is er in onze gemeente ook een aantal ontwikkelingen dat
tot tevredenheid stemt. Te denken valt aan de vorming van het Friese hbo-instituut (de
Noordelijke Hogeschool)de start van de Thorbecke Academie, de start van enkele basis
scholen op basis van een ander pedagogisch concept, te weten Freinet-onderwijsJena-
plan-onderwijs en Montessori-onderwijs.
Hoewel in april 1986 de toekomst van het voortgezet onderwijs in de raad is vastge
steld, samen met de eerder vastgestelde Raamnota Onderwijs, zijn er al weer nieuwe ont
wikkelingen aangekondigd: denk maar aan de opdeling van het middelbaar beroepsonder
wijs in sectorscholen. Is in het hbo nauwelijks de rust weergekeerd, of het mbo kan
thans de borst nat maken. Naast aanwijsbare verbeteringen, zijn het echter ook hier
weer bezuinigingen die nagestreefd worden.
Volgens het collegeprogramma dient het onderwijs als gemeenschapsvoorziening uit de
algemene middelen te worden betaald. De mogelijkheid van contractonderwijs bij onder an
dere het beroepsonderwijs lijkt echter onafwendbaar. D66 pleit er voor dat de gemeente
met andere bevoegde gezagen in het voortgezet onderwijs in Leeuwarden daar waar moge
lijk gezamenlijk optrekt, om op die manier door bundeling van krachten er voor te zorgen
dat het onderwijs aanbod in onze gemeente zo gevarieerd mogelijk blijft.
Mijnheer de voorzitter, uit het Sociaal en Cultureel Rapport 1986 blijkt dat bijna
twee-derde van de bevolking tussen 17 en 70 jaar vindt dat de gemeentebesturen onvol
doende rekening houden met de wensen van de bevolking. Als wij er van uit gaan dat
deze cijfers ook gelden voor de gemeente Leeuwarden, dan moeten wij concluderen dat
het slecht met onze lokale democratie is gesteld. D66 hecht er dan ook zeer aan dat over
eenkomstig het collegeprogramma de mogelijkheden voor een consultatief referendum op
afzienbare termijn worden onderzocht. De onlangs door D66 gehouden enquête over de
verkeerssituatie in de binnenstad, is ook een poging om de opvattingen van de inwoners
direct te betrekken bij de besluitvorming over een bepaalde problematiek. Ook het door-