34
zichtig maken van het democratisch proces en duidelijk maken wie waarvoor verantwoor
delijk is, kan bijdragen tot een verbetering van de lokale democratie. Het is tegen deze
achtergrond dat mijn fractie voorstelt dat burgemeester en wethouders en de overige
raadsleden opgave doen van hun betaalde en onbetaalde functies en nevenfuncties. Ook
daarvoor heb ik een motie samengesteld.
Motie VIII.
„De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15
december 1986,
overwegende dat:
- het doorzichtig maken van het democratisch proces essentieel is
voor het versterken van de lokale democratie;
- daarbij een zo groot mogelijke openheid en openbaarheid ge
wenst is;
- dit ook geldt ten aanzien van het functioneren van burgemees
ter en raadsleden,
besluit dat de betaalde en onbetaalde functies en nevenfuncties
van burgemeester en raadsleden openbaar worden gemaakt,
en gaat over tot de orde van de dag."
Ook deze motie is pro forma mede-ondertekend door de heer Van der Wal.
De raad, mijnheer de voorzitter, moet niet alleen in naam, maar ook feitelijk het
hoofd van de gemeente zijn. Daar is iedereen het mee eens. Toch is ook in Leeuwarden
die situatie nog niet bereikt. Ook voor onze gemeente geldt nog veel te vaak: het appa
raat wikt, het college beschikt en de raad knikt of slikt! Zo is er, volgens mijn fractie,
bij het opstellen van het nieuw beleid voor het eerstvolgende begrotingsjaar volstrekt on
voldoende sprake van politieke sturing vanuit de raad. In het najaar krijgt de raad een
panklaar beleidsplan met nieuw beleid voorgelegd. Volgens D66 moet worden gezocht naar
een constructie, waarbij de raad via sturende besluitvorming in het voorjaar meer invloed
kan uitoefenen op de concrete beleidsvoorstellen in het nieuwe beleidsplan. Welke moge
lijkheden ziet het college om de positie van de raad te versterken?
Wat ook moet worden versterkt, dat is de positie van de gemeenten ten opzichte van
de VNG bij het opstellen en afsluiten van een bestuursakkoord met het rijk. De gang van
zaken bij het onlangs afgesloten bestuursakkoord tussen rijk en VNG keurt mijn fractie
af. Daarbij was geen mogelijkheid voor de gemeenten voor een inbreng in de onderhande
lingen en een tijdige beoordeling van het eindresultaat. Bij de door de VNG gevolgde
procedure kan het afgesloten bestuursakkoord een verbreding van het kabinetsbeleid be
tekenen en linkse gemeentebestuurders verplichten tot een loyale uitvoering van het
CDA-VVD-beleid. Op 11 december jl. is er nog overleg geweest van de VNG met de VNG-
commissies en de provinciale besturen van de VNG over het afgesloten bestuursakkoord.
Kan het college nog iets zeggen over de resultaten van dat overleg?
De gemeentelijke organisatie functioneert niet zoals die zou moeten functioneren. Zo
vindt mijn fractie dat er te weinig politieke sturing is, maar ook dat het ambtelijk mana
gement moet worden verbeterd. Binnen het apparaat geldt nog te veel de traditioneel bu
reaucratische opvatting dat de hoogste leidinggevende de grootste deskundige is, in
plaats van de manager. Het apparaat zal ook slagvaardiger, doelmatiger en klantgerichter
moeten werken. Daarbij zal ook de administratieve organisatie moeten worden bekeken,
want met name het financieel beheer laat nog veel te wensen over. En wat de gevolgen
daarvan zijn hebben wij onlangs weer gezien bij de DSO. D66 vindt dat de gemeentelijke
organisatie in zijn totaliteit nu snel moet worden aangepakt. Wij hadden dat ook eigenlijk
al verwacht op grond van het collegeprogramma. Het collegeprogramma stelt immers dat er
binnen een jaar een plan van aanpak moet liggen. Hoe staat het daarmee, wanneer mogen
wij voorstellen verwachten? En is het college met D66 van mening dat het in het college
programma genoemde organisatie-ontwikkelingsproces ook in deze zittingsperiode moet zijn
afgerond?
Financiële beschouwingen.
De beste basis voor het formuleren van beleid is een gezond financieel beleid. De af
gelopen jaren is dat gezonde financiële beleid echter niet gevoerd. Integendeel. Onder
het regiem-Kessler is gekozen voor een financieel beleid met grote risico's. „Optimistisch
ramen" heet de toverformule en de nog resterende algemene financiële reserves werden
een regulier dekkingsmiddel. D66 heeft de afgelopen jaren dit financiële beleid sterk ge
kritiseerd. Eerst leken de gevolgen van dit beleid nog mee te vallen. De rekeningen over
de jaren 1981, 1982 en 1983 vertoonden nog een - zij het gering - positief saldo. De re
kening over 1984 had echter een tekort van 3,8 miljoen. Toen ontstonden er al twijfels
over de financiële basis van het beleidsplan 1987-1991. Er werd gesproken over een mo
gelijke trendbreuk. Met het voorlopig resultaat van de rekening over 1985 - een tekort
van nota bene rond 10,3 miljoen - is de ontgoocheling compleet. Dit tekort slaat een groot
35
gat in het beleidsplan 1987-1991. En de financiële basis van het beleidsplan was al zeer
wankel. Ik wijs u op:
- de geraamde bijstandscompensatie die onzes inziens niet reëel is;
- de geraamde groei van woningen en inwoners met daaraan gekoppeld de inkomsten, ter
wijl het inwonertal al jaren stagneert;
- de opbrengsten van de fiscalisering van de parkeerboetes, die mocht het doorgaan door
het rijk zullen worden weggekort;
- de winstontwikkeling bij gas en elektra die onzeker is;
- de korting op het sociaal-cultureel werk die nóg moet worden verwerkt;
- de overige kortingen in de welzijnssfeer die nog komen (Brinkman heeft een taakstel
ling van 380 miljoen);
- de financiële gevolgen van de invoering van de welzijnswet;
- de financiële consequenties van de stelselherziening sociale zekerheid;
- de stelpost onderuitputting die door het college voor 1987 met 2 miljoen wordt verhoogd
tot bijna 5,5 miljoen,
en zo zijn nog wel meer tegenvallers aan te geven.
Mijnheer de voorzitter, onze conclusie is dat de gevolgen van de rekeningsresultaten
van 1984 en 1985 en een inschatting van andere tegenvallers op basis van realistisch ra
men voor het thans voorliggende beleidsplan 1987-1991 een feitelijk tekort opleveren van
tussen de 10 en 20 miljoen. De financiële basis van het beleidsplan is volledig weggesla
gen. Spreken over nieuw beleid, los van deze financiële realiteit, wordt dan een schijn
vertoning.
Wat nu te doen? D66 vindt dat het college zo snel mogelijk een nieuw realistisch dek-
kingsplan voor het beleidsplan 1987-1991 aan de raad moet voorleggen. Daarvoor is onder
meer een analyse van de rekeningen van 1984 en 1985 en de stelpost onderuitputting
noodzakelijk.
In dat nieuwe dekkingsplan zullen ook de gevolgen van de nu ontstane situatie voor
de herwaardering en het nieuwe beleid moeten worden aangegeven. Tot die tijd zullen de
voorstellen voor nieuw beleid moeten worden geblokkeerd. Ook over deze zaak wil mijn
fractie graag een uitspraak van de raad. Daartoe dien ik de volgende motie in.
Motie IX.
„De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15
december 1986,
overwegende dat:
- als gevolg van de resultaten van de rekeningen over 1984 en
1985 grote financiële tekorten zijn ontstaan in het thans voor
liggende beleidsplan 1987-1991;
- het in deze situatie niet verantwoord is te beslissen over de in
het beleidsplan opgenomen voorstellen voor nieuw beleid en
herwaardering
draagt het college op vóór 1 maart 1987 met een nieuw realistisch
dekkingsplan voor het beleidsplan 1987-1991 te komen, waarbij de
gevolgen van de nu ontstane financiële situatie voor de herwaar
dering en het nieuw beleid zijn aangegeven,
en gaat over tot de orde van de dag."
Ook deze motie is pro forma mede-ondertekend door de heer Van der Wal. (De heer Duij-
vendak: De argumentatie waardoor de PvdA-fractie haar voorstel heeft teruggetrokken
gaat ook op voor een deel van de motie van D66. Ik zou willen voorstellen in dit geval
dezelfde procedure te hanteren.) (De Voorzitter: D66 heeft de motie ingediend, dus deze
fractie kan nu zeggen wat men wil.) Het grote verschil met de motie van de PvdA is
mijns inziens dat in onze motie geen concrete voorstellen staan waar een uitzondering
voor moet worden gemaakt. In onze motie gaat het er om: nu niet beslissen over nieuw
beleid. Ik heb er echter op zich geen moeite mee als de bespreking van deze motie wordt
betrokken bij punt le. (De Voorzitter: Dat moet ik nu wel weten. Ik geef u in overwe
ging de motie nu in te trekken en die morgen opnieuw in te dienen. Dan is er tenminste
helderheid wat betreft de wijze van behandelen.) Akkoord. (De Voorzitter: Motie IX
wordt dus ingetrokken.)
Mijnheer de voorzitter, het meest wezenlijke van politiek is de keuze. De financiële
toestand van de gemeente Leeuwarden zal ons de komende tijd dwingen tot pijnlijke keu
zes. Dat is niet leuk, maar het is wel de taak en de verantwoordelijkheid van de politiek.
Dank u wel.
De heer Buurman: Mijnheer de voorzitter, De GPV/RPF/SGP-fractie wil beginnen de
ambtenaren, en zeker ook de bodes, hartelijk dank te zeggen voor hun inzet en niets te
wensen overlatende spontane medewerking. In deze tijd wordt het ambtenarenapparaat ge
confronteerd met moeilijker wordende arbeidsomstandigheden als gevolg van onder andere